Startpagina - Urine-incontinentie (UI) bij kinderen
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor kinderen met ongewild urineverlies. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De oorzaken van ongewild urineverlies, al dan niet in combinatie met terugkerende urineweginfecties, en hoe vaak het voorkomt
- De primair te verrichten en mogelijk aanvullende onderzoeken
- De behandelingsmogelijkheden van de verschillende oorzaken van ongewild urineverlies
- De lange termijn controles na een behandeling
- De rol van kostenoverwegingen ten aanzien van de gekozen behandeling
- Een aanbeveling ten aanzien van het gebruik van de richtlijn
- De organisatie van zorg rondom ongewild urineverlies bij kinderen
Voor wie is de richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met ongewild urineverlies en/of urineweginfecties.
Voor patiënten
Urine-incontinentie is ongewild urineverlies. Dit kan continue aanwezig zijn, of af en toe. Het komt vaak voor bij kleine kinderen; daarom is afgesproken dat de diagnose pas kan worden gesteld bij kinderen vanaf 5 jaar. Van alle schoolgaande kinderen heeft 6 tot 9 procent overdag last van een vorm van ongewild urineverlies. Er zijn veel verschillende oorzaken en daarom zijn er ook verschillende behandelingen. Naast alleen urineverlies zijn er veel kinderen die ook te kampen hebben met steeds terugkerende urineweginfecties.
Bij aanverwante informatie op deze website is een patiëntenfolder te vinden.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU). |
De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de (kinder)urologen, urotherapeuten, kinderartsen en bekkenfysiotherapeuten.