Startpagina - Tbc-screening immuunsuppressieva
Wat is nieuw? | Publicatiedatum |
---|---|
Startpagina - Tbc-screening immuunsuppressieva | 27-05-2024 |
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn gaat over patiënten bij wie wordt overwogen immuunsuppressieve medicatie voor te schrijven. Het beschrijft het screeningsbeleid bij immuunsuppressieve medicatie waarvan is aangetoond, of waarvan op grond van het werkingsmechanisme aannemelijk lijkt dat het het risico op (reactivatie van latente) tuberculose verhoogt (zie Algemene inleiding). Reactivatie van een latente tuberculose-infectie (LTBI) door dit soort medicatie kan leiden tot ernstige (gedissemineerde) en levensbedreigende vormen van actieve tuberculose. Dit kan voorkomen worden door profylactische behandeling van LTBI.
De werkgroep is van mening dat voor iedere patiënt die genoemde immuunsuppressieve medicatie gaat krijgen, een risicoprofiel voor tuberculose en LTBI moet worden opgesteld.
- De inleiding (aanverwant product) beschrijft de probleemstelling, de aanleiding en afbakening van de richtlijn.
- De module Risico-inventarisatie op latente tuberculose-infectie bij volwassenen beschrijft waar de eerste risico-inventarisatie uit bestaat. Er wordt aanbevolen om hierbij gebruik te maken van door de werkgroep ontwikkelde, maar niet gevalideerde, vragenlijsten.
- In de module Diagnostische testen voor latente tuberculose-infectie wordt de diagnostiek, indien geïndiceerd, uitgelegd.
- De module Screening bij kinderen beschrijft het screeningsbeleid bij kinderen die immuunsuppressieve medicatie gaan krijgen. Dit beleid wijkt iets af van dat van volwassenen
- In de module Organisatie van zorg worden de randvoorwaarden genoemd voor een goede uitvoer van de aanbevelingen.
Voor behandeling van LTBI wordt verwezen naar de volgende documenten:
-
de richtlijn Behandeling latente tuberculose-infectie (KNCV/CPT, 2015)
-
het NVALT statement Tuberculose en Tumor Necrosis Factor-alfa (TNF-α) blokkerende therapie (2014)
-
de richtlijn Medicamenteuze behandeling van tuberculose (NVALT, 2014).
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij gebruik van immuunsuppressieve medicatie zoals in deze inleiding staat gedefinieerd. Dit zijn onder meer: longartsen, reumatologen, dermatologen, internist-infectiologen, artsen maatschappij en gezondheid (tuberculoseartsen), artsen-microbioloog, maag-darm-lever-artsen, kinderartsen en oogartsen.
Voor patiënten
Uw arts kan u afweerremmende medicijnen (immuunsuppressiva) voorschrijven om te proberen uw ziekte onder controle te krijgen. Omdat deze afweerremmende medicijnen de werking van uw weerstand verminderen, bent u veel vatbaarder voor infecties. Ook slapende of sluimerende infecties waar u normaal niks van merkt, kunnen actief worden. Een goed voorbeeld van zo’n slapende infectie is tuberculose. Daarom is het belangrijk dat u met uw arts nagaat of u kans heeft dat u een slapende tuberculose-infectie heeft. In de Aanverwante producten vindt u uitgebreide patiënteninformatie. Ook is er informatie te vinden op onder andere de website van de patiëntenvereniging Crohn en Colitis Ulcerosa Vereniging Nederland (www.ccuvn.nl).
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
De Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) heeft het initiatief genomen voor deze richtlijn. Een multidisciplinaire werkgroep heeft de modules opgesteld. In de werkgroep zaten vertegenwoordigers vanuit de longgeneeskunde, interne geneeskunde, reumatologie, medisch microbiologie, kindergeneeskunde, artsen maatschappij & gezondheid tuberculosebestrijding en de Commissie Praktische Tuberculosebestrijding. Tijdens de knelpunteninventarisatie heeft de Crohn en Colitis Ulcerosa Vereniging Nederland knelpunten aangedragen. Tevens is hen de conceptrichtlijn voorgelegd voor commentaar.
De stroomdiagrammen (screening bij volwassenen en screening bij kinderen) en de risico-inventarisatievragenlijsten voor volwassen en kinderen zijn te vinden in de bijlagen.