Beleid condylomata acuminata bij kinderen
Uitgangsvraag
Wat zijn de verschillende behandelopties in de behandeling van condylomata acuminata bij kinderen (effectiviteit en veiligheid)?
Aanbeveling
Bespreek met de patiënt/ouder(s)/verzorger(s) dat een behandeling meestal niet nodig is, aangezien het in principe om een zelf limiterende aandoening gaat.
Overweeg bij ernstige klachten een van de verschillende topicale middelen. Toepassing van deze middelen bij kinderen is off-label en eventuele langetermijngevolgen zijn onbekend. Houd hierbij rekening met mogelijke bijwerkingen of pijnklachten en probeer de behandeling zo min mogelijk traumatisch voor het kind te laten zijn. Zie Praktische infosheet voor zorgprofessionals in de kindzorg en aanbevelingen van PROSA kenniscentrum Zorgzaam vaccineren voor kinderen.
- Podofyllotoxine (crème 0,15% of vloeistof 0,5%) 2x per dag gedurende drie opeenvolgende dagen per week, maximaal 5 opeenvolgende weken (contra-indicatie: luier dragende kinderen) of:
- Imiquimodcrème 5%, 3x per week om de dag, voor maximaal 16 opeenvolgende weken onder monitoring van effect en bijwerkingen. Voor het slapen uitsluitend op de wrat aanbrengen en inwrijven totdat de crème is ingetrokken. De crème 6-10 uur op de huid laten zitten en daarna verwijderen met water of (milde) zeep of:
- Sinecatechins 10% zalf, 3x per dag voor maximaal 16 opeenvolgende weken.
- Adviezen voor de patiënt/ouder(s)/verzorger(s) bij het aanbrengen van de topicale middelen: vermijd contact met slijmvliezen, was je handen na toediening en gebruik een dunne laag van het topicale middel.
Overweeg bij gering aantal kleine condylomen of restlaesies cryotherapie onder lokale anesthesie (lidocaïne crème).
Overweeg verwijzing naar een gespecialiseerd centrum voor coagulatie onder algehele anesthesie bij grote hinderlijke condylomata die niet reageren op andere behandelingen.
Overleg een kind met condylomata altijd met een gespecialiseerd kinderarts in uw omgeving, die ervaring heeft met het signaleren van seksueel misbruik. Tot 4 jaar is perinatale transmissie waarschijnlijk (De LCI richtlijn HPV-anogenitale wratten, 2023).
Overwegingen
Kwaliteit van het bewijs
Voor het beantwoorden van de uitgangsvraag is er een systematische literatuuranalyse gedaan. De beschikbare literatuur met betrekking tot kinderen bestaat uit niet-vergelijkende observationele studies. Door de afwezigheid van vergelijkende studies kunnen er geen conclusies worden getrokken over de effectiviteit van de bovengenoemde behandelingen. Omdat de controlegroepen ontbreken in de beschikbare studies, kan de invloed van het natuurlijk beloop van condylomata (spontane remissie) niet worden uitgesloten bij het beoordelen van de resultaten. Op basis van expert opinion en de observationele studies als ondersteuning heeft de werkgroep getracht aanbevelingen te formuleren.
Balans van gewenste en ongewenste effecten
Op basis van de beschikbare literatuur kan geen wetenschappelijke uitspraak worden gedaan over verschil in effectiviteit van de verschillende behandelingen. Bijwerkingen die in de bovenstaande studies en in de dagelijkse praktijk gezien worden, zijn vergelijkbaar bij alle middelen en bestaan voornamelijk uit lokale reacties zoals erytheem, erosies, jeuk, infecties en op langere termijn pigmentatieverschillen.
Absorptie en systemische effecten van de lokale behandeling
Het risico op absorptie van een stof neemt toe naarmate er een groter huidoppervlak wordt ingesmeerd. Daarnaast blijkt de leeftijd van het kind hierbij een rol te spelen. Bij imiquimod is de absorptie bij kinderen van 6-12 jaar vergelijkbaar met die van volwassenen, namelijk <0,9%. Echter, bij kinderen van 2-5 jaar is de absorptie hoger. De gevolgen hiervan op systemisch niveau, met mogelijke invloed op de groei en ontwikkeling van het kind, zijn onduidelijk.
Intensief gebruik (grote hoeveelheid, op een groot oppervlak en gedurende langere tijd) van podofyllotoxine kan leiden tot significante systemische opname bij het kind.
Bij sinecatechins zijn systemische effecten, bij normaal gebruik, minder waarschijnlijk.
De sporadisch gemeten systemische blootstelling na lokale toediening, ligt ruim onder de gemeten systemische blootstelling die gevonden wordt na orale consumptie van ongeveer een kop groene thee (Summary of Product Characteristics, Veregen, 2024)
Professioneel perspectief
De werkgroep adviseert om zowel met het kind als de ouders een gesprek te voeren over mogelijke (neven)effecten van de behandeling van condylomata acuminata. Aangezien condylomata veelal spontaan in remissie gaan, is een expectatief beleid zeker mogelijk en heeft dit in de meeste gevallen de voorkeur, ook omdat verschillende behandelopties pijnlijk zijn en voor kinderen daarom traumatisch kunnen zijn. De veiligheid en werkzaamheid van de genoemde topicale therapieën zijn niet vastgesteld voor gebruik bij kinderen. Het gebruik van deze middelen bij kinderen is off-label. Echter vanwege het gebruiksgemak en de beperkte bijwerkingen worden topicale therapieën als eerste behandeloptie geadviseerd.
Cryotherapie is de behandeling die waarschijnlijk het meest beschikbaar, het goedkoopste en het eenvoudigste toepasbaar is. Echter de behandeling kan pijnlijk zijn voor kinderen, vooral bij multipele laesies. Bij slechts enkele kleine laesies of geringe restlaesies kan cryotherapie onder lokale anesthesie (lidocaïne crème) worden gekozen. Het is niet mogelijk om te zeggen of cryotherapie effectiever is dan topicale middelen.
Curettage en coagulatie worden alleen geadviseerd bij grote, hinderlijke condylomata die niet reageren op de andere behandelopties. Hiervoor moet de patiënt worden verwezen naar een gespecialiseerd centrum.
Er is beperkte evidence in de vorm van case reports voor het gebruik van ablatieve lasers bij de behandeling van condylomen bij kinderen.
Verder is er onvoldoende literatuur beschikbaar over kinderen om aanbevelingen te kunnen vormen over ablatieve laser, 5-fulorouracilcrème, MCA/BCA/TCA en cidofovircrème. Cidofovir, onderzocht in een aantal case reports, alleen beschikbaar als concentraat voor infusievloeistof in Nederland.
Aanpak bij vermoeden van seksueel misbruik
Zie de NVDV SOA richtlijn en NVK richtlijn Kindermishandeling, diagnostiek bij (een vermoeden van) seksueel misbruik bij kinderen.
De werkgroep adviseert om een kind met condylomata altijd naar een gespecialiseerd kinderarts in uw omgeving te sturen, die ervaring heeft met het signaleren van seksueel misbruik.
Waarden en voorkeuren van patiënten
Omdat er op basis van effectiviteit en bijwerkingenprofiel geen duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen de verschillende behandelvormen, spelen andere zaken een rol bij de keuze voor de therapie. De behandelingen bestaande uit applicatie van topicale middelen zijn tijdrovend en vragen gedurende enkele weken een investering van de patiënt en zijn/haar ouders thuis. Cryotherapie kan voor kinderen een pijnlijke behandeling zijn, vooral wanneer er sprake is van meerdere condylomen. Bij wijze van uitzondering kan voor cryotherapie worden gekozen als er slechts enkele kleine laesies bestaan (of als behandeling van geringe restlaesies na de topicale behandeling.
Aanvaardbaarheid en haalbaarheid
Condylomata acuminata zijn in principe zelflimiterend. Bij een sterke wens tot behandeling of bij klachten heeft het de voorkeur om patiënten topicaal te behandelen, vanwege het gebruiksgemak voor de patiënt/ouder(s) en de beperkte bijwerkingen. Cryotherapie dientt overwogen te worden als behandeloptie bij een gering aantal kleine condylomen of restlaesies.
Onderbouwing
Achtergrond
De kindermodule van de richtlijn behandelt veelvoorkomende vragen over kinderen, aangezien de richtlijn voornamelijk op volwassenen is gericht. Deze module dient als leidraad voor het beantwoorden van deze vragen. Vanwege beperkt bewijs zijn de aanbevelingen echter voornamelijk gebaseerd op expert opinion. Bij onvoldoende ervaring wordt geadviseerd door te verwijzen naar een gespecialiseerd centrum voor kinderen.
Het is van essentieel belang dat kinderen actief worden betrokken bij hun diagnose en behandeltraject. Deze draagt niet alleen bij aan hun zelfvertrouwen en acceptatie, maar bevordert ook therapietrouw en helpt negatieve gevoelens te verminderen. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen toegang hebben tot pedagogische en psychologische ondersteuning, vooral voor kinderen die te maken hebben met prikangst of andere sociaal-emotionele uitdagingen. Prikangst, een veelvoorkomend probleem bij kinderen kan effectief worden aangepakt in een (gespecialiseerde) centra waar men gericht werkt met procedurele comfortzorg om angst en pijn te verlichten.
Samenvatting literatuur
Er werd een systematische zoekstrategie uitgevoerd in de databases Embase en Medline. De zoekstrategie is toegevoegd in bijlage 2. Studies werden geïncludeerd wanneer deze overeenkwamen met de elementen van de PICO en aan de volgende in- en exclusiecriteria voldeden:
Inclusie:
- RCT’s, CCT’s of SR van RCT’s of CCT’s
- Observationele studies (o.a. case reports)
- Volledige tekst beschikbaar in Nederlands of Engels
Er werden in totaal 57 studies geïncludeerd op basis van beoordeling van titel en abstract. Uiteindelijk zijn er na full tekst screening 32 studies geëxcludeerd.
Beschrijving van de studies
Er zijn geen vergelijkende studies gevonden. Er werden echter wel observationele studies gevonden die relevant zijn voor dit onderwerp. Deze studies worden hieronder beschreven. Aangezien observationele studies geen bijdrage leveren aan het bewijsniveau, kunnen er bij dit onderwerp geen wetenschappelijke conclusies worden gevormd. De geïncludeerde observationele studies dienen echter wel ter ondersteuning van de aanbevelingen.
Er zijn twee observationele studies geïncludeerd [Moresi, 2001 en Chamseddin, 2019].
Moresi et al. (2001) voerden een retrospectieve analyse uit met 25 kinderen met anogenitale wratten in een universitair ziekenhuis. Zeventien patiënten waren behandeld met podofyllotoxine 0,5% gel. 11 van de 17 kinderen waren jonger dan vijf jaar. De wratten bevonden zich perianaal (10/17), vulvair (4/17) en peniel (3/17). De behandeling begon met een wekelijkse applicatie in de eerste week en werd vanaf de tweede week verhoogd met één extra applicatie per week tot maximaal tweemaal daags gedurende de drie opeenvolgende dagen gevolgd door vierdaagse pauze voordat de cyclus werd herhaald. De meeste kinderen konden twee tot drie opeenvolgende dagen gebruik van podofyllotoxine verdragen zonder irritatie. De meest voorkomende bijwerkingen waren een branderig gevoel gevolgd door pijn en roodheid (4/17 kinderen), erosies en zwelling (2/17 kinderen). Bij 15 kinderen verdwenen de laesies zonder recidief na stoppen van de behandeling gedurende vier maanden tot twee jaar. Bij één kind trad geen verbetering op en één kind stopte vanwege pijnklachten. De overige 8 van 25 kinderen werden behandeld met imiquimod 5% crème. Van deze acht kinderen waren zes jonger dan vijf jaar. Alle laesies bevonden zich perianaal en twee kinderen hadden ook genitale laesies. Ze waren behandeld met een schema van drie keer per week met een vrije dag tussen elke behandeling. De behandelduur varieerde van twee tot vier maanden. De helft van de kinderen had weinig tot geen bijwerkingen, met meldingen van roodheid bij één kind en irritatie bij twee kinderen. Bij zes van de acht kinderen verdwenen de laesies zonder recidief gedurende 6 tot 12 maanden na het stoppen van de behandeling.
De retrospectieve studie van Chamseddin et al. (2019) onderzocht de effectiviteit en veiligheid van sinecatechins 15% zalf en imiquimod 5% crème, als zowel monotherapie als combinatietherapie met andere behandelopties. Er werden 37 kinderen (<12 jaar) geïncludeerd. De gemiddelde leeftijd was 5,9 jaar ± 3,3, waarvan 51% jonger was dan vijf jaar. De meeste laesies bevonden zich in het perianale gebied. De gerapporteerde symptomen waren onder andere pijn, jeuk en bloeding, terwijl 38% van de kinderen geen symptomen vertoonde.
Sinecatechins 15% zalf werd als monotherapie (minstens tweemaal daags gedurende minimaal acht weken) gebruikt bij negen patiënten. De gemiddelde behandelduur was 3,6 maanden. In deze groep ondervonden vijf patiënten een volledige respons, drie gedeeltelijk en één geen respons. De gerapporteerde bijwerkingen bij 53% van de patiënten omvatten irritatie (ernstig bij één patiënt), pijn en erytheem.
Imiquimod 5% crème werd als monotherapie gebruikt bij 17 patiënten (driemaal per week minimaal gedurende acht weken) met een gemiddelde behandelduur van 3,2 maanden. Acht patiënten ondervonden een volledige respons, vrij gedeeltelijk en acht geen respons. Bij 36% van de patiënten werden bijwerkingen gerapporteerd zoals erytheem, irritatie en branderig gevoel. Er werd geen significant verschil in effectiviteit gevonden tussen sinecatechins en imiquimod (p=0,07).
Daarnaast kregen 17 kinderen een combinatietherapie waarbij de meest voorkomende bijwerkingen zich beperkte tot irritatie en erytheem. De combinatietherapieën omvatten sinecatechins, imiquimod, podofylline, cimetidine, candida-antigeen injectie en HPV vaccinatie. Eén patiënt die imiquimod en sinecatechins als combinatietherapie gebruikte, had last van erosies. 35% van de patiënten vertoonde geen respons op combinatietherapie. Er was geen significant verschil in effectiviteit tussen de verschillende combinatietherapieën.
In tabel 1 is een samenvatting van individuele case reports/case series beschreven.
Tabel 1: Samenvatting van de case reports en series
Afkortingen: J, Jaar; Mnd, Maand; V, Vrouw; M; Man; TCA, Trichloorazijnzuur; 5-FU, 5-Fluorouracil; CO2, Carbondioxide.
Risk of bias
Niet van toepassing
Conclusie
Op basis van expert opinion en de observationele studies als ondersteuning heeft de werkgroep geprobeerd aanbevelingen te formuleren.
Zoeken en selecteren
Om de uitgangsvraag te beantwoorden is een systematische literatuuranalyse uitgevoerd. Voor dit onderzoek is de volgende PICO opgesteld:
P: Kinderen van 0 tot 18 jaar met condylomata acuminata
- Podofyllotoxine
- Imiquimodcrème
- Sinecatechins (Camellia sinensis)
- Coagulatie
- Cryotherapie
- Ablatieve laser
- 5-Fluorouracilcrème (5-FU crème)
- Monochloorazijnzuur (MCA), bichloorazijnzuur (BCA) en trichloorazijnzuur (TCA)
- Cidofovircreme
C: Geen behandeling of andere behandelopties
O: Zie onderstaand
De werkgroep definieerde de uitkomstmaten als volgt en hanteerde de in de studies gebruikte definities.
Primair (cruciaal):
- Effectiviteit
- Veiligheid
- Behandeling stoppen vanwege bijwerkingen
- Verdraagbaarheid
- Staken van behandeling om welke reden dan ook
Inclusie:
- RCT’s, CCT’s of SR van RCT’s of CCT’s
- Observationele studies (o.a. case reports)
- Volledige tekst beschikbaar in Nederlands of Engels
Referenties
- Akpadjan, F., Adégbidi, H., Attinsounon, C. A., Koudoukpo, C., Dégboé, B., Agbessi, N., & Atadokpèdé, F. (2018). A case of reccuring giant Condyloma of vulva in infant without sexual abuse successfully treated with electrocoagulation in Benin. Pan African Medical Journal, 30. doi:10.11604/pamj.2018.30.67.12006
- Brandt, H. R., Fernandes, J. D., Patriota, R. C., Criado, P. R., & Belda , W. (2010). Treatment of human papillomavirus in childhood with imiquimod 5% cream. . Anais Brasileiros de Dermatologia, 84(4), 549-553. doi:10.1590/s0365-05962010000400020
- Calderón-Castrat, X., Blanco, S., Santos-Durán, J. C., & Roncero-Riesco, M. (2017). Giant periurethral Condyloma acuminata in a 2-year-old girl: Successful treatment with carbon dioxide laser. Actas Dermo-Sifiliográficas, 108(4), 385-387. doi:10.1016/j.ad.2016.10.002
- Calisto, D., & Arcangeli, F. (2003). Topical cidofovir for condylomata acuminata of the genitalia in a 3-year-old child*. Journal of the American Academy of Dermatology, 49(6), 1192-1193. doi:10.1016/s0190-9622(03)00870-3
- Campaner, A. B., Santos, R. E., Galvão, M. A., Beznos, G. W., & Aoki, T. (2007). Effectiveness of imiquimod 5% cream for treatment of extensive anogenital warts in a seven-year-old child. Pediatric Infectious Disease Journal, 26(3), 265-266. doi:10.1097/01.inf.0000253958.11585.d3
- Chamseddin, B. H., Agim, N. G., Jarin, J., Wilson, E. E., & Mir, A. (2019). Therapy for Anogenital Verrucae in preadolescent children with topical and systemic treatment. Pediatric Dermatology, 36(5), 623-627. doi:10.1111/pde.13881
- Das, B. B., Anton, K., Knox, L., Jarin, J., & Sue, P. K. (2018). Successful treatment of Giant Condyloma in a pediatric heart transplant recipient with topical cidofovir. Transplant Infectious Disease, 20(6). doi:10.1111/tid.12989
- Het Farmacotherapeutische Kompas. Geraadpleegd op 23-05-2024 via https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/
- Gor, R. A., & Schober, J. M. (2009). Giant Condyloma with demise secondary to meningococcemia in an infant boy. Journal of Pediatric Urology, 5(4), 327-329. doi:10.1016/j.jpurol.2009.02.201
- Igawa, M., & Nakano, H. (1992). Condyloma acuminatum in three-year-old girl. Urology, 39(5), 484-486. doi:10.1016/0090-4295(92)90256-v
- De LCI richtlijn HPV- anogenitale wratten. Geraadpleegd op 25-07-2024 via https://lci.rivm.nl/richtlijnen/humaanpapillomavirusinfectie-anogenitale-wratten
- Leclair, E., Black, A., & Fleming, N. (2012). Imiquimod 5% cream treatment for rapidly progressive genital Condyloma in a 3-year-old girl. Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology, 25(6). doi:10.1016/j.jpag.2012.08.010
- Levavi, H., Perez-Davidi, Y., & Sabah, G. (2006). Labial edema following treatment of condyloma acuminata with CO2 Laser in an adolescent: A case report and literature review. Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology, 19(2), 105107. doi:10.1016/j.jpag.2006.01.049
- Majewski, S., Pniewski, T., Malejczyk, M., & Jablonska, S. (2003). Imiquimod is highly effective for extensive, hyperproliferative Condyloma in children. Pediatric Dermatology, 20(5), 440-442. doi:10.1046/j.1525-1470.2003.20516.x
- Masuko, T., Fuchigami, T., Inadomi, T., Inamo, Y., & Hashimoto, K. (2011). Effectiveness of imiquimod 5% cream for treatment of perianal warts in a 28?month?old child. Pediatrics International, 53(5), 764-766. doi:10.1111/j.1442-200x.2010.03277.x
- Moresi, J. M., Herbert, C. R., & Cohen, B. A. (2001). Treatment of anogenital warts in children with topical 0.05% Podofilox gel and 5% imiquimod cream. Pediatric Dermatology, 18(5), 448-450. doi:10.1046/j.1525-1470.2001.1980a.x
- Muffarrej, D., Khattab, E., & Najjar, R. (2019). Successful treatment of genital warts with cidofovir cream in a pediatric patient with Fanconi anemia. Journal of Oncology Pharmacy Practice, 26(5), 1234-1236. doi:10.1177/1078155219886924
- Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie. (2024). Richtlijn Seksuele Overdraagbare Aandoeningen. De conceptversie geraadpleegd op 12-10-2023 via https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/seksueel_overdraagbare_aandoeningen/inleiding_-_seksueel_overdraagbare_aandoeningen.html
- Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. (2016). Kindermishandeling, diagnostiek bij (een vermoeden van) seksueel misbruik bij kinderen. Geraadpleegd op 07-05-2024 via https://www.nvk.nl/themas/kwaliteit/richtlijnen/richtlijn?componentid=9732096&tagtitles=Acute%252bKindergeneeskunde%2cInfectieziekten%252ben%252bImmunologie%2cSociale%252ben%252bPsychosociale%252bkindergeneeskunde
- Rob, F., Jůzlová, K., Sečníková, Z., Jiráková, A., & Hercogová, J. (2017). Successful treatment with 10% Sinecatechins ointment for recurrent anogenital warts in an eleven-year-old child. Pediatric Infectious Disease Journal, 36(2), 235–236. doi:10.1097/inf.0000000000001397
- Schaen, L., & Mercurio, M. G. (2001). Treatment of human papilloma virus in a 6‐month‐old infant with imiquimod 5% cream. Pediatric Dermatology, 18(5), 450–452. doi:10.1046/j.1525-1470.2001.1980b.x
- Sikanić Dugić, N., Ljubojević Hadžavdić , S., Pustišek, N., & Hiršl Hećej , V. (2014). Treatment of anogenital warts in an 18-month-old girl with 5% imiquimod cream. Acta Dermatovenerol Croat, 22(1). doi:10.1016/j.jaad.2016.02.860
- Summary of Product Characteristics, Veregen 2024. Geraadpleegd op 10-06-2024 via https://www.geneesmiddeleninformatiebank.nl/smpc/h110904_smpc.pdf
- Tuncel, A., Görgü, M., Ayhan, M., Deren, O., & Erdogan, B. (2002). Treatment of anogenital warts by pulsed Dye Laser. Dermatologic Surgery, 28(4), 350-352. doi:10.1046/j.1524-4725.2002.01172.
Evidence tabellen
Overzicht van geëxcludeerde studies
Artikel |
Reden van exclusie |
Ferenczy, 1984 |
Leeftijd van de patiënten niet bekend |
Krebs, 1985 |
Leeftijd van de patiënten niet bekend |
Krebs, 1989 |
Full tekst niet beschikbaar |
Kraus, 1990 |
Verkeerde studietype |
Matsumura, 1992 |
Full tekst niet beschikbaar |
Hicks 1993 |
Diagnose condylomata acuminata niet zeker |
Nieminen, 1994 |
Gemengde groep maar geen subanalyse kinderen |
Kauvar, 1995 |
Full tekst niet beschikbaar |
Trobs 1998 |
Voldoet niet aan PICO |
O’Mahony, 2001 |
Full tekst niet beschikbaar |
Garland 2001 |
Full tekst niet beschikbaar |
Gruber 2009 |
Full tekst niet beschikbaar |
Hoyme 2002 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (>18 jaar) |
Grussendorf-Conen 2002 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (geen CA) |
Sauder 2003 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (>18 jaar) |
Berman 2003 |
Verkeerde studietype |
Pall 2004 |
Gemengde groep maar geen subanalyse kinderen |
Arican 2004 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (>18 jaar) |
Haidopoulos 2004 |
Gemengde groep maar geen subanalyse kinderen |
Tzathas 2007 |
Gemengde groep maar geen subanalyse kinderen |
Aynaud, 2008 |
Full tekst niet beschikbaar |
Cook 2008 |
Full tekst niet beschikbaar |
Gilson 2009 |
Full tekst niet beschikbaar |
Schneider 2009 |
Voldoet niet aan PICO |
Komericki 2011 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (>18 jaar) |
Mi 2011 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (>18 jaar) |
Hammarlund 2012 |
Gemengde groep maar geen subanalyse kinderen |
Xu, 2013 |
Gemengde groep (n=2 tussen 15-20 jaar) maar geen subanalyse kinderen |
Gianino 2013 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (>18 jaar) |
Smith 2013 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (geen CA) |
Yaghoobi 2014 |
Full tekst niet beschikbaar |
Anissa 2015 |
Full tekst niet beschikbaar |
Juhl 2016 |
Verkeerde patiëntenpopulatie (>18 jaar) |
Godoy-Gijon 2017 |
Full tekst niet beschikbaar |
Barton, 2019 |
Gemengde groep maar geen subanalyse kinderen |
Deeb 2019 |
Full tekst niet beschikbaar |
Elfatoiki 2019 |
Voldoet niet aan PICO |
Giancristoforo 2020 |
Full tekst niet beschikbaar |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 16-12-2024
Laatst geautoriseerd : 15-12-2024
Geplande herbeoordeling :
Voor het beoordelen van de actualiteit van deze richtlijn is de werkgroep grotendeels in stand gehouden. Op modulair niveau is een onderhoudsplan beschreven. Bij het opstellen van de richtlijn heeft de werkgroep per module een inschatting gemaakt over de maximale termijn waarop herbeoordeling moet plaatsvinden en eventuele aandachtspunten geformuleerd die van belang zijn bij een toekomstige herziening (update).
De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) is regiehouder van deze richtlijn Kindermodules en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van de richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.
Algemene gegevens
Aanleiding en afbakening onderwerp
Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie is de richtlijn kindermodules ontwikkeld, vanwege de frequent voorkomende beperkte informatie in de NVDV richtlijnen met betrekking tot de zorg voor kinderen. Deze ontwikkeling omvat de modules over behandelopties voor vitiligo, acne vulgaris, condylomata acuminata en hyperhidrosis, evenals de diagnostiek voor chronische spontane urticaria bij kinderen.
Doel en doelgroep
Doel
Deze richtlijn is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. De richtlijn geeft aanbevelingen over behandeling van kinderen met vitiligo, acne vulgaris, condylomata acuminata, hyperhidrosis, evenals de diagnostiek voor chronische spontane urticaria bij kinderen.
Doelgroep
De richtlijn is bestemd voor leden van de medische en paramedische beroepsgroepen die hebben meegewerkt aan deze richtlijn.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn werd een multidisciplinaire werkgroep ingesteld. Bij het samenstellen van de werkgroep werd rekening gehouden met de geografische spreiding van de werkgroepleden en met een evenredige vertegenwoordiging van academische en niet-academische achtergrond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en geen enkel lid ontving gunsten met het doel de richtlijnen te beïnvloeden. Naast de afgevaardigden van de verschillende beroepsgroepen is er ook een patiëntenvertegenwoordiger betrokken geweest bij de ontwikkeling van de richtlijn.
Werkgroepleden |
Vereniging |
Mw. Drs. E.J. Mendels, dermatoloog (voorzitter) |
NVDV |
Mw. Dr. M. de Graaf, dermatoloog |
NVDV |
Mw. Dr. M.A. Middelkamp-Hup, dermatoloog |
NVDV |
Mw. Dr. R. Driessen, dermatoloog |
NVDV |
Mw. Drs. E. de Jonge, dermatoloog |
NVDV |
Mw. Dr. F.M. Garritsen, dermatoloog |
NVDV |
Dhr. Dr. A.A. Meesters, dermatoloog |
NVDV |
Mw. Drs. C.J.A. van Eijsden, dermatoloog |
NVDV |
Mw. Drs. I.M.L. Majoie, dermatoloog |
NVDV |
Mw. Dr. J.A.M. Emons, kinderarts-allergoloog |
NVvAKI |
Mw. Dr. W. van Dorp, gynaecoloog |
NVOG |
Mw. Drs. S. van Vugt, huisarts |
NHG |
Mw. Drs. A.S. Pahalwankhan, physician assistant dermatologie |
NAPA |
Mw. M. van Diepenbeek, secretaris Huid Nederland |
Huid Nederland |
Mw. E. Doganer, patiëntvertegenwoordiger |
Stichting Kind & Ziekenhuis |
Mw. Drs. A. Horikx, apotheker |
KNMP |
Mw. Drs. T. van der Zanden, operationeel directeur |
Kinderformularium |
Ondersteuning werkgroep |
Vereniging |
Mw. Drs. T.M. Nlgisang, arts-onderzoeker (vanaf juli 2023) |
NVDV |
Mw. Drs. L.J. van den Oord, arts-onderzoeker (vanaf april 2024) |
NVDV |
Dhr. Drs. M.O. Hoogeveen, arts-onderzoeker |
NVDV |
Dhr. Drs. D. van Loon, arts-onderzoeker |
NVDV |
Mw. Drs. A. de Waal, arts-onderzoeker |
NVDV |
Mw. Drs. S. Wanders, arts-onderzoeker |
NVDV |
Mw. Dr. W.A. van Enst, klinisch epidemioloog & directeur NVDV |
NVDV |
Belangenverklaringen
De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie.
Werkgroeplid |
Hoofdfunctie(s) |
Nevenfunctie(s) |
Persoonlijke financiële belangen |
Persoonlijke relaties |
Extern gefinancierd onderzoek |
Intellectuele belangen en reputatie |
Overige belangen |
Getekend op |
Acties (voorstel) |
Mw. Drs. E.J. Mendels, (voorzitter) |
Kinderdermatoloog, Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam |
|
Geen |
Geen |
Project B- lange termijn gevolgen B-blookers infantiele hemangiomen (Pierre Fabre), mede-auteur van dit stuk. Echter de richtlijn infantiele hemangiomen is reeds gemaakt. |
Geen |
Geen |
25-01-2021 |
Geen |
Mw. Dr. M. de Graaf |
Dermatoloog met aandachtsgebied kinderen (kinderdermatoloog), Utrecht UMC |
Geen |
Geen |
Geen |
Deelname aan onderzoek met JAK-remmers en biologicals bij behandeling van constitutioneel eczeem |
Geen |
Geen |
23-09-2022 |
Geen |
Mw. Dr. M.A. Middelkamp-Hup |
Dermatoloog, 0,4 fte Amsterdam UMC en 0,2 fte Acibadem International Medical Center |
|
Adviesraad Sanofi en adviesraad LeoPharma |
Geen |
Onderzoeker TREAT NL registry en BIOMAP (atopisch eczeem) |
Onderzoeker op gebied van atopisch eczeem
|
Geen |
26-10-2022 |
Geen |
Mw. Dr. R. Driessen |
Dermatoloog ,Radboudumc |
|
Geen |
Geen |
Galderma (vergoeding werden rechtstreeks aan de instelling betaald) |
Geen |
Spreker/ medisch adviseur: Abbvie, Janssen, Galderma, Novartis (vergoeding werden rechtsstreeks aan de instelling betaald) |
21-03-2023 |
Geen |
Mw. Drs. E. de Jonge |
Dermatoloog, Diakonessenhuis Utrecht |
|
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
26-03-2023 |
Geen |
Mw. Dr. F.M. Garritsen |
Dermatoloog, HagaZiekenhuis en Juliana Kinderziekenhuis Den Haag |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Presentaties/ nascholingen op congressen en aanwezig bij adviesraden o.a. Abbvie, Sanofi, Novartis en LeoPharma, meestal over eczeem |
13-05-2024 |
Geen |
Dhr. Dr. A.A. Meesters |
Dermatoloog, Amsterdam UMC en Noordwest Ziekenhuisgroep Alkmaar |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
16-05-2024 |
Geen |
Mw. Drs. C.J.A. van Eijsden |
Dermatoloog, Erasmus MC en Dermahaven |
|
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
21-03-2023 |
Geen |
Mw. Drs. I.M.L. Majoie |
Dermatoloog, Meander Medisch Centrum |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Meander Medisch Centrum multidisciplinair expertise team hyperhidrosis |
Geen |
28-04-2023 |
Geen |
Mw. Dr. J.A.M. Emons |
Kinderarts-allergoloog, Erasmus MC-Sophia |
|
Geen |
Geen |
Geen extern gefinancieerd onderzoek gerelateerd aan deze richtlijn |
Geen |
Geen |
09-05-2023 |
Geen |
Mw. Dr. W. van Dorp |
Gynaecoloog, Erasmus MC |
|
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
17-05-2024 |
Geen |
Mw. Drs. S. van Vugt |
Huisarts en praktijkhouder in Doorn |
|
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
21-03-2023 |
Geen |
Mw. Drs. A.S. Pahalwankhan |
Physician assistant dermatologie, HagaZiekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
22-09-2022 |
Geen |
Mw. M. van Diepenbeek |
Student Gezondheidswetenschappen (specialisatie GGZ) bij Universiteit Maastricht |
Secretaris bij Huid Nederand (vrijwilligersbijdrage) |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
12-10-2022 |
Geen |
Mw. Drs.E. Çingir – Doganer |
Junior projectmanager/ beleidsmedewerker, Stichting Kind en Ziekenhuis
|
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
22-09-2022 |
Geen |
Mw. Drs. A. Horikx |
Apotheker, teamleider helpdesk Geneesmiddelen informatie centrum, KNMP |
|
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
23-02-2024 |
Geen |
Mw. Drs. T. van der Zanden |
Operationeel directeur Kinderformularium- Stichting Nederlands Kenniscentrum voor Farmacotherapie bij Kinderen (NKFK) |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
09-08-2024 |
Geen |
Inbreng patiëntenperspectief
Er is aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de zitting neming van Huid Nederland en Stichting Kind en Ziekenhuis. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Huid Nederland en Stichting Kind en Ziekenhuis.
Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen
Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst (gebaseerd op het stroomschema ontwikkeld door FMS).
Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.
Module |
Uitkomst Raming |
Toelichting |
Module “Beleid condylomata acuminata bij kinderen”
|
Geen substantiële financiële gevolgen |
Uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven. |
Implementatie
In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn(module) en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. De richtlijn wordt via het internet verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen en er zal in verschillende specifieke vaktijdschriften aandacht worden besteed aan de richtlijn. Tevens zal een samenvatting worden gemaakt. De voorlichtingsfolder van de NVDV zal worden afgestemd op de richtlijn. Het volledige implementatieplan is opgenomen in het bijlagedocument.
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. Onderstaand is de methode stapsgewijs beschreven.
Knelpuntenanalyse
In de voorbereidingsfase heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarvoor alle belanghebbenden zijn uitgenodigd. In deze bijeenkomst zijn knelpunten aangedragen door de werkgroepleden en gemandateerde van verschillende (wetenschappelijke) verenigingen en stakeholders. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar tabel 1.
Tabel 1: Overzicht betrokken partijen- richtlijn Kindermodules 2024
Overzicht betrokken partijen Kindermodules 2024* |
Zitting neming in werkgroep |
Knelpunten analyse |
Commentaarfase |
Autorisatie |
Opmerkingen |
Wetenschappelijke verenigingen |
|||||
Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
X |
X |
X |
X |
|
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) |
X |
X |
X |
X |
|
Nederlandse Vereniging voor Allergologie en Klinische Immunologie (NVvAKI) |
X |
X |
X |
X |
|
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) |
X |
X |
X |
|
Geen knelpunten aangeleverd |
Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM) |
|
|
X |
|
|
Overige organisaties |
|
|
|
|
|
Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) |
X |
X |
X |
X |
Geen knelpunten aangeleverd |
Nederlandse Associatie Physician Assistants (NAPA) |
X |
X |
X |
|
|
Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) |
|
|
X |
|
|
Meelezers (Condylomata acuminata) |
|
|
|
|
|
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharamacie (KNMP) |
X |
|
X |
|
|
Kinderformularium |
X |
|
X |
|
|
Patiëntenverenigingen |
|||||
Huid Nederland (HN) |
X |
X |
X |
|
|
Stichting Kind & Ziekenhuis |
X |
X |
X |
X |
|
Stakeholders |
|||||
Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ) |
|
X |
X |
|
Knelpunten schriftelijk aangeleverd |
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) |
|
X |
X |
|
Geen knelpunten aangeleverd |
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) |
|
X |
X |
|
Geen knelpunten aangeleverd |
Zorginstituut Nederland (ZiN) |
|
X |
X |
|
Knelpunten schriftelijk aangeleverd |
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) |
|
X |
X |
|
Geen knelpunten aangeleverd |
*alle partijen werden uitgenodigd voor de knelpuntenanalyse (invitational conference) en de commentaarfase.
Deelname aan de werkgroep en autorisatie wordt enkel aan de wetenschappelijke verenigingen, patiëntenverenigingen en overige organisaties voorgelegd.
Uitgangsvragen en uitkomstmaten
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse heeft de werkgroep uitgangsvragen opgesteld. Daarbij inventariseerde de werkgroep per uitgangsvraag welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur
Voor de afzonderlijke uitgangsvragen werd aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen en consultatie van experts. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. Literatuur is geselecteerd op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De databases waarin is gezocht, de zoekstrategie en de gehanteerde selectiecriteria zijn per module opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.
Kwaliteitsbeoordeling individuele studies
Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (risk of bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de Risk of Bias (RoB) tabellen. De gebruikte RoB instrumenten zijn gevalideerde instrumenten die worden aanbevolen door de Cochrane Collaboration: AMSTAR - voor systematische reviews; Cochrane - voor gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek; Newcastle-Ottowa - voor observationeel onderzoek; QUADAS II – voor diagnostisch onderzoek.
Samenvatten van de literatuur
De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen zijn overzichtelijk weergegeven in evidencetabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs (2021)
A) Voor interventievragen (vragen over therapie of screening)
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie (Schünemann, 2013).
GRADE |
Definitie |
Hoog
|
|
Redelijk
|
|
Laag
|
|
Zeer laag
|
|
B) Voor vragen over diagnostische tests, schade of bijwerkingen, etiologie en prognose
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd eveneens bepaald volgens de GRADE-methode: GRADE-diagnostiek voor diagnostische vragen (Schünemann, 2008) en een generieke GRADE-methode voor vragen over schade of bijwerkingen, etiologie en prognose. In de gehanteerde generieke GRADE-methode werden de basisprincipes van de GRADE methodiek toegepast: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van bewijskracht op basis van de vijf GRADE-criteria (startpunt hoog; downgraden voor risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias).
C) Voor vragen over de waarde van meet- of classificatie-instrumenten (klinimetrie)
Deze instrumenten werden beoordeeld op validiteit, intra- (test-hertest) en inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid, responsiviteit (alleen bij meetinstrumenten) en bruikbaarheid in de praktijk. (naar keuze: optie-1 ‘Bij ontbreken van een gouden standaard, werd een beoordeling van de bewijskracht van literatuurconclusies achterwege gelaten.’ Of optie-2 ‘De kracht van het wetenschappelijk bewijs werd bepaald met de generieke GRADE-methode’).
Formuleren van de conclusies
Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in één of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methodiek. De werkgroepleden maakten de balans op van elke interventie (overall conclusie). Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen. De overkoepelende bewijskracht wordt bepaald door de laagste bewijskracht gevonden bij een van de cruciale uitkomstmaten. Bij complexe besluitvorming waarin naast de conclusies uit de systematische literatuuranalyse vele aanvullende argumenten (overwegingen) een rol spelen, werd afgezien van een overkoepelende conclusie. In dat geval werden de gunstige en ongunstige effecten van de interventies samen met alle aanvullende argumenten gewogen onder het kopje 'Overwegingen'.
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk. Door gebruik te maken van de Guideline Development Tool werd het Evidence to decision framework conform GRADE methodiek toegepast. Alle werkgroepleden hebben systematisch antwoord gegeven op vragen over de grootte van het effect en grootte van negatieve consequenties, waarden en voorkeuren van de patiënt, kosten en kosteneffectiviteit, beschikbaarheid van voorzieningen, aanvaardbaarheid, en overwegingen voor subgroepen in de patiëntenpopulatie. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.
Randvoorwaarden (Organisatie van zorg)
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg
Indicatorontwikkeling
Er werden geen indicatoren ontwikkeld voor deze richtlijn.
Kennislacunes
Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden. Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk van belang wordt geacht, is als aanbeveling beschreven (zie bijlage 4).
Juridische betekenis van richtlijnen
Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften maar wetenschappelijk onderbouwde en breed gedragen inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners zouden moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien richtlijnen uitgaan van ‘gemiddelde patiënten’, kunnen zorgverleners in individuele gevallen zo nodig afwijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, soms zelfs noodzakelijk. Een richtlijn beschrijft wat goede zorg is, ongeacht de financieringsbron (Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aanvullende verzekering of eigen betaling door de cliënt/patiënt). Opname van een richtlijn in een register betekent dus niet noodzakelijkerwijs dat de in de richtlijn beschreven zorg verzekerde zorg is. Informatie over kosten zoals beschreven in de richtlijn is gebaseerd op beschikbare gegevens ten tijde van schrijven.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, (patiënt) organisaties en stakeholders voorgelegd ter commentaar (zie ook tabel 1). De commentaren zijn verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren is de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter autorisatie.
Afkortingenlijst
Afkorting |
Volledig |
5-FU |
5-Fluorouracil |
AAE |
Acquired Angioedema |
ACE-remmer |
Angiotensine Converting Enzyme |
AMSTAR |
A MeaSurement Tool to Assess systematic Reviews |
ASST |
Autologe Serum Skin Test |
BAT |
Basophil Activation Test |
BCA |
Bichloorazijnzuur |
BTX |
Botulinetoxine |
BTX-A |
Botulinetoxine type A |
BTX-B |
Botulinetoxine type B |
CAU |
Chronische Auto-immuunurticaria |
CCT |
Clinical Controlled Trial |
CE |
Constitutioneel Eczeem |
CGT |
Cognitieve Gedragstherapie |
CI |
Confidence Interval |
CINDU |
Chronische Induceerbare Urticaria |
CLQI |
Children’s Dermatology Life Quality Index |
CO2 laser |
Carbon Dioxide laser |
CSU |
Chornische Spontane Urticaria |
CU |
Chronische Urticaria |
DHPC |
Direct Healthcare Professional Communication |
DLQI |
Dermatology Life Quality Index |
EMDR |
Eye Movement Desensitization and Reprocessing |
ETS |
Endoscopische Thoracale Sympathectomie |
FDA |
Food and Drug Administration |
F-VASI |
Facial Vitiligo Area Scoring Index |
GRADE |
Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation |
HAE |
Hereditair Angio-Oedeem |
HDSS |
Hyperhidrosis Disease Severity Scale |
HN |
Huid Nederland |
IQR |
Interquartile range |
J |
Jaar |
JAK-remmer |
Janus Kinase Remmer |
KNMP |
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharamacie |
M |
Man |
MCA |
Monochloorazijnzuur |
Mnd |
Maanden |
MPV |
Mean Platelet Volume |
NAPA |
Nederlandse Associatie Physician Assistants |
NFU |
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra |
NHG |
Nederlandse Huisartsen Genootschap |
NICE |
National Institute for Health and Care Excellence |
NOS |
Newcastle-Ottowa Scale |
NVDV |
Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie |
NVK |
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde |
NVMM |
Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie |
NVOG |
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie |
NVvAKI |
Nederlandse Vereniging voor Allergologie en Klinische Immunologie |
RCT |
Randomized Controlled Trial |
SOA |
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen |
SR |
Systematische Review |
TCA |
Trichloorazijnzuur |
TCI |
Topicale Calcineurineremmers |
TCS |
Topicale Corticosteroïden |
U |
Unit |
UAS7 |
Urticaria Activity Score 7 |
UV |
Ultraviolet |
V |
Vrouw |
VAS |
Visual Analogue Scale |
Literatuur
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, et al. AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348.
Higgins JPT, Green S (editors). Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions Version 5.1.0 [updated March 2011]. The Cochrane Collaboration, 2011. Available from www.handbook.cochrane.org.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit.. Online beschikbaar op http://richtlijnendatabase.nl/ Laatst geraadpleegd op [DATUM geraadpleegd voor concepttekst]
Van Everdingen JJE, Burgers JS, Assendelft WJJ, et al. Evidence-based richtlijnontwikkeling. Bohn Stafleu Van Loghum 2004.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.