Overige therapie bij rosacea
Uitgangsvraag
Wat is de effectiviteit en veiligheid van Intense Pulsed Light (IPL) therapie en lasertherapie in de behandeling van rosacea?
Aanbeveling
Pulsed dye laser (PDL) 595 nm versus Nd:YAG laser 1064 nm
Overweeg behandeling met PDL laser of Nd:YAG laser voor erytheem en teleangiëctasieën bij rosacea. Bespreek de mogelijke bijwerkingen en het te verwachten behandelresultaat. Bespreek de kosten van de behandeling.
Long pulsed dye laser (LPDL) 595 nm versus intense pulsed light (IPL)
Overweeg behandeling met LPDL of IPL voor teleangiëctasieën in het kader van rosacea, waarbij aangegeven moet worden dat LPDL iets effectiever lijkt. Bespreek de mogelijke bijwerkingen en het te verwachten behandelresultaat. Bespreek de kosten van de behandeling.
Overige studies met lasers of intense pulsed light (IPL) therapie
Overweeg laser therapie (LPDL/PDL of Nd:YAG) of IPL voor de behandeling van teleangiëctasieën en erytheem bij rosacea. Bespreek met patiënten de bijwerkingen zoals voorbijgaande pijnklachten, toename erytheem en purpura alsmede de kosten van de behandeling. Benadruk dat inflammatoir erytheem niet of nauwelijks verbetert met een laser of IPL.
Overwegingen
Pulsed dye laser (PDL) 595 nm versus Nd:YAG laser 1064 nm
Er zijn weinig gerandomiseerde studies die laser behandelingen onderzoeken. Er bestaat weinig wetenschappelijk bewijs voor effectiviteit van PDL en Nd:YAG laser. PDL laser is misschien iets effectiever voor erytheem en teleangiëctasieën dan Nd:YAG laser. De ‘overall’ kwaliteit van bewijs is laag. Reductie van erytheem kan mogelijk worden bewerkstelligd. In de dagelijkse praktijk wordt wel beperkte verbetering van erytheem gezien zowel door behandelaars als patiënten. Van behandeling van teleangiëctasieën worden goede resultaten gerapporteerd. Behandeling met laser wordt doorgaans niet vergoed door de zorgverzekeraars. De kosten zijn sterk wisselend en kunnen afhankelijk zijn van het te behandelen gebied, het type zorgverlener en het behandelcentrum. Doorverwijzing c.q. samenwerking met een huidtherapeut (lid van NVH en KP geregistreerd) kan hierbij zinvol zijn.
Long pulsed dye laser (LPDL) 595 nm versus intense pulsed light (IPL)
Zowel met LPDL als met IPL wordt in de helft tot driekwart van de mensen een verbetering gezien wat betreft teleangiëctasieën, waarbij LPDL het iets beter lijkt te doen dan IPL en LPDL minder pijnlijk lijkt te worden ervaren dan IPL, al blijkt dat in de praktijk moeilijk in te schatten. De ‘overall’ kwaliteit van bewijs is laag. Behandeling met LPDL en IPL worden niet vergoed door de zorgverzekeraars. De kosten zijn sterk wisselend en kunnen afhankelijk zijn van het te behandelen gebied, het type zorgverlener en het behandelcentrum. Doorverwijzing c.q. samenwerking met een huidtherapeut (lid van NVH en KP geregistreerd) kan hierbij zinvol zijn.
Overige studies met lasers of intense pulsed light (IPL) therapie
In Nederland worden voor de behandeling van erytheem en teleangiëctasieën bij rosacea vooral IPL en in mindere mate PDL gebruikt. De ervaring van de werkgroep is dat deze behandelingen meer effect hebben op de teleangiëctasieën dan op het erytheem. Bespreek dit met de patiënt alvorens de behandeling te starten. IPL en laser behandelingen worden niet vergoed door de zorgverzekeraars. De kosten zijn sterk wisselend en kunnen afhankelijk zijn van het te behandelen gebied, het type zorgverlener en het behandelcentrum. Doorverwijzing c.q. samenwerking met een huidtherapeut (lid van NVH en KP geregistreerd) kan hierbij zinvol zijn.
Alle behandelingen kunnen gepaard gaan met voorbijgaande verergering van erytheem, purpura, crustae en pijnklachten door de behandeling.
Onderbouwing
Achtergrond
Persisterend erytheem (erytheem zonder inflammatie) en teleangiëctasieën bij rosacea zijn het gevolg van blijvende vasculaire veranderingen en worden als zodanig veelvuldig behandeld met laser en Intense Pulsed Light (IPL) therapie. [Butterwick 2006, Garden 2017, Hoffmann 2016, Shim 2013, Tanghetti 2014, van Zuuren 2019] Het aantal behandelingen varieert en hangt samen met de ernst van het erytheem en de hoeveelheid en grootte van de teleangiëctasieën. Gemiddeld worden één tot vier behandelingen gegeven met tussenpozen van drie tot zes weken. De resultaten van deze behandelingen worden voornamelijk in observationele studies beschreven. [van Zuuren 2017, van Zuuren 2019] Er zijn slechts enkele gerandomiseerde studies, met kleine onderzoekspopulaties gepubliceerd.
Conclusies
Pulsed dye laser (PDL) 595 nm versus Nd:YAG laser 1064 nm
- |
Uitkomstmaat: Verandering in kwaliteit van leven aan het eind van de studie (cruciaal)
We zijn onzeker over het effect van het gebruik van PDL in vergelijking met Nd:YAG laser op kwaliteit van leven. Er zijn geen data bekend.
|
Laag |
Uitkomstmaat: Verandering in ernst van rosacea volgens de patiënten aan het eind van de studie (cruciaal)
PDL zou in vergelijking met Nd:YAG laser erytheem enigszins (meer) verbeteren volgens de patiënten. Zowel PDL als Nd:YAG laser verbeteren erytheem volgens de patiënten.
Alam 2013, van Zuuren 2019 |
Laag |
Uitkomstmaat: Proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie (cruciaal)
PDL zou in vergelijking met Nd:YAG laser enigszins pijnlijker kunnen zijn.
Alam 2013, van Zuuren 2019 |
- |
Uitkomstmaat: Globale verbetering van ernst van de rosacea volgens de behandelaars aan het eind van de studie (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van PDL in vergelijking met Nd:YAG laser op ernst van de rosacea volgens de behandelaars. Er zijn geen data bekend.
|
Laag |
Uitkomstmaat: Beoordeling van erytheem en/of teleangiëctastieën aan het eind van de studie (belangrijk)
PDL zou in vergelijking met Nd:YAG laser erytheem, gemeten met spectrofotometer, enigszins (meer) kunnen verbeteren. Zowel PDL als Nd:YAG laser zouden een kleine verbetering kunnen geven.
Alam 2013, van Zuuren 2019 |
- |
Uitkomstmaat: Reductie in aantal laesies (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van PDL in vergelijking met Nd:YAG laser op het aantal laesies. Er zijn geen data bekend.
|
- |
Uitkomstmaat: Benodigde tijd tot zichtbare verbetering (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van PDL in vergelijking met Nd:YAG laser op benodigde tijd tot zichtbare verbetering. Er zijn geen data bekend.
|
- |
Uitkomstmaat: Duur van remissie (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van PDL in vergelijking met Nd:YAG laser op duur van remissie. Er zijn geen data bekend.
|
Long pulsed dye laser (LPDL) 595 nm versus intense pulsed light (IPL)
- |
Uitkomstmaat: Verandering in kwaliteit van leven aan het eind van de studie (cruciaal)
We zijn onzeker over het effect van het gebruik van LPDL in vergelijking met IPL op kwaliteit van leven. Er zijn geen data bekend.
|
Laag |
Uitkomstmaat: Verandering in ernst van rosacea volgens de patiënten aan het eind van de studie (cruciaal)
Behandeling met LPDL zou in vergelijking met IPL kunnen resulteren in een klein positief effect op ernst van teleangiëctasieën volgens de patiënten, maar dat is wellicht geen belangrijk verschil. Zowel LPDL als IPL zouden de ernst van teleangiëctasieën kunnen verbeteren.
Nymann 2010, van Zuuren 2019 |
Laag |
Uitkomstmaat: Proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie (cruciaal)
Behandeling met LPDL lijkt in vergelijking met behandeling met IPL enigszins minder pijnlijk.
Nymann 2010, van Zuuren 2019 |
- |
Uitkomstmaat: Globale verbetering van ernst van de rosacea volgens de behandelaars aan het eind van de studie (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van LPDL in vergelijking met IPL op ernst van de rosacea. Er zijn geen data bekend.
|
Redelijk |
Uitkomstmaat: Beoordeling van erytheem en/of teleangiëctastieën aan het eind van de studie (belangrijk)
Behandeling met LPDL resulteert in vergelijking met behandeling met IPL qua teleangiëctasieën waarschijnlijk in een klein positief effect dat wellicht geen belangrijk verschil is. Beide behandelingen resulteren waarschijnlijk in een goede tot excellente respons.
Nymann 2010, van Zuuren 2019 |
- |
Uitkomstmaat: Reductie in aantal laesies (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van LPDL in vergelijking met IPL op het aantal laesies. Er zijn geen data bekend.
|
- |
Uitkomstmaat: Benodigde tijd tot zichtbare verbetering (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van LPDL in vergelijking met IPL op benodigde tijd tot zichtbare verbetering. Er zijn geen data bekend.
|
- |
Uitkomstmaat: Duur van remissie (belangrijk)
We zijn onzeker over het effect van LPDL in vergelijking met IPL op duur van remissie. Er zijn geen data bekend.
|
Samenvatting literatuur
Pulsed dye laser (PDL) 595 nm versus Nd:YAG laser 1064 nm
Eén studie met een onduidelijk risico op bias deed in 16 patiënten een gerandomiseerde links-rechts vergelijking (vier behandelingen). [Alam 2013] Zie voor karakteristieken van de studie en risico op bias beoordelingen bijlage 1, blz. 144-6. Zie blz. 650-1 Summary of Findings Table 24 voor samenvatting resultaten en kwaliteit van bewijs.
Uitkomstmaat: Verandering in kwaliteit van leven aan het eind van de studie
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Verandering in ernst van rosacea volgens de patiënten aan het eind van de studie
In 14 patiënten werd een 52% verbetering van erytheem gezien aan de zijde behandeld met PDL versus een verbetering van 34% aan de kant behandeld met Nd:YAG laser. Onderzoekers rapporteren gebruik te hebben gemaakt van gepaarde t-toets en berekenden een MD -18% (95% BI -34,6 tot -1,94; P = 0,03). [Alam 2013] Kwaliteit van bewijs is laag. Er werd twee keer afgewaardeerd voor onnauwkeurigheid (erg breed betrouwbaarheidsinterval bij erg klein aantal patiënten).
Uitkomstmaat: Proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie
Twee van de 16 patiënten hadden last van zwelling na behandeling en deden niet meer mee aan het vervolg van de studie. Pijn werd gemeten met een visueel analoge schaal (VAS) van 1 tot 10 (hoger is meer pijn). Pijn aan de kant behandeld met PDL werd door 14 patiënten gescoord met een gemiddelde van 3,87 en aan de kant behandeld met Nd:YAG met 3,07 (de onderzoekers vermeldden een P waarde van 0,0028). [Alam 2013] Kwaliteit van bewijs is laag. Er werd twee keer afgewaardeerd voor onnauwkeurigheid (erg klein aantal patiënten).
Uitkomstmaat: Globale verbetering van ernst van rosacea volgens de behandelaars aan het eind van de studie
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Beoordeling van erytheem en/of teleangiëctasieën aan het eind van de studie
De ernst van het erytheem werd beoordeeld door middel van een spectrofotometer. Er was een reductie van 8,9% aan de kant behandeld met PDL en een reductie van 2,5% aan de kant behandeld met Nd:YAG laser (14 patiënten)(MD -6,4%, 95% BI -11,6 tot -1,2; P = 0,02). [Alam 2013] Kwaliteit van bewijs is laag. Er werd twee keer afgewaardeerd voor onnauwkeurigheid (erg breed betrouwbaarheidsinterval bij erg klein aantal patiënten).
Uitkomstmaat: Reductie in aantal laesies
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Benodigde tijd tot zichtbare verbetering
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Duur van remissie
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Long pulsed dye laser (LPDL) 595 nm versus intense pulsed light (IPL)
Eén studie met een hoog risico op bias in 40 patiënten vergeleek deze behandelingen voor teleangiëctasieën binnen één patiënt met elkaar (random links-rechts). [Nymann 2010] Er werden drie behandelingen gegeven met tussenpozen van zes weken. Zie voor karakteristieken van de studie en risico op bias beoordelingen bijlage 1, blz. 437-40. Zie blz. 652-3 Summary of Findings Table 25 voor samenvatting resultaten en kwaliteit van bewijs.
Uitkomstmaat: Verandering in kwaliteit van leven aan het eind van de studie
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Verandering in ernst van rosacea volgens de patiënten aan het eind van de studie
Patiënten scoorden op een visueel analoge schaal (VAS) van 0 tot 10 (hoger is beter) de effectiviteit van de behandelingen van teleangiëctasieën gecombineerd met behandeling-gerelateerd ongemak. De mediaan score (met 10% en 90% percentielen) aan het eind van de behandeling was 8 (2, 10) voor de LPDL behandelde kant en 7 (2, 10) voor de IPL-behandelde kant (onderzoekers rapporteren P = 0.05). [Nymann 2010] Kwaliteit van bewijs is laag. Er werd één keer afgewaardeerd voor risico op bias (patiënten waren niet geblindeerd) en één keer voor onnauwkeurigheid (klein aantal patiënten).
Uitkomstmaat: Proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie
Pijn werd eveneens op een VAS aangegeven (0 tot 10, hoger is meer pijn). De mediaan score (met 10% en 90% percentielen) was 4 (2, 6) voor de LPDL behandelde zijde en 7 (2, 10) voor de IPL behandelde zijde hetgeen aangeeft dat LPDL minder pijnlijk was (onderzoekers rapporteerden P < 0.001). [Nymann 2010] Kwaliteit van bewijs is laag. Er werd één keer afgewaardeerd voor risico op bias (patiënten waren niet geblindeerd) en één keer voor onnauwkeurigheid (klein aantal patiënten).
Uitkomstmaat: Globale verbetering van ernst van rosacea volgens de behandelaars aan het eind van de studie
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Beoordeling van erytheem en/of teleangiëctasieën aan het eind van de studie
Aan de LPDL behandelde zijde werd voor teleangiëctasieën een excellente respons (75-100% verbetering) gezien bij 18/40 (45%) van de patiënten en een goede verbetering (50-74%) bij 12/40 (30%). Aan de IPL behandelde kant was dat respectievelijk 11/40 (27,5%) en 19/40 (47,5%). [Nymann 2010] Kwaliteit van bewijs is redelijk. Er werd één keer afgewaardeerd voor onnauwkeurigheid (klein aantal patiënten). Er werd niet afgewaardeerd voor risico op bias omdat een arts die niet betrokken was bij de behandeling deze uitkomstmaat geblindeerd beoordeelde.
Uitkomstmaat: Reductie in aantal laesies
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Benodigde tijd tot zichtbare verbetering
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Uitkomstmaat: Duur van remissie
Deze werd niet onderzocht in de studie.
Overige studies met lasers of intense pulsed light (IPL) therapie
Er zijn nog enkele andere gerandomiseerde gecontroleerde studies met lasers aan bod gekomen in de systematische review (zie bijlage 1 blz. 114-8). [Karsai 2008, Neuhaus 2009, Seo 2016]
In één studie met een onduidelijk risico op bias werden bij 20 patiënten de teleangiëctasieën op de neus aan de ene zijde behandeld met sequentieel PDL en Nd:YAG laser en de andere zijde van de neus met óf enkel PDL óf enkel Nd:YAG. [Karsai 2008, van Zuuren 2019] Er werd één tot drie keer behandeld in dezelfde sessie. Zie voor karakteristieken van de studie en risico op bias beoordelingen bijlage 1, blz. 328-31. Er werden slechts weinig data gerapporteerd. De combinatie van PDL en Nd:YAG laser resulteerde tot een minstens 50% opheldering (vermindering van teleangiëctasieën) in 18 van de 20 zijden van de neus, vergeleken met twee van de 10 zijden met enkel PDL en eveneens twee van de 10 zijden met enkel Nd:YAG laser behandeld. Hiermee zou de combinatie van de twee lasers dus 4.5 keer zo effectief zijn. Hierbij moet wel aangemerkt worden dat bij de behandeling met slechts één golflengte niet de optimale parameters (laser instellingen voor pulsduur en fluence) werden gebruikt. De laser instellingen voor zowel de Nd:YAG laser als de PDL zijn aanzienlijk lager dan die in de praktijk gebruikelijk zijn. Er werd door de onderzoekers geen statistisch verschil gezien tussen de groepen wat betreft behandeling gerelateerde bijwerkingen. Bijwerkingen die werden genoemd waren voorbijgaande purpura en erytheem direct na de behandeling. [Karsai 2008]
In één studie met een hoog risico op bias werden bij 30 patiënten ook weer halve gelaatshelften behandeld met óf PDL óf IPL óf er werd geen behandeling gegeven. [Neuhaus 2009] Er werden drie behandelingen gegeven met een maand tussenpozen. Zie voor karakteristieken van de studie en risico op bias beoordelingen bijlage 1, blz. 430-33. Er werden slechts weinig en veelal incomplete data (geen exacte waardes, alleen P-waardes) gerapporteerd. Patiënten rapporteerden erytheem op een visueel analoge schaal van 0 tot 10 (hoger meer erytheem). Ten opzichte van géén behandeling was er een reductie van 3,6 bij behandeling met PDL en van 3,2 met IPL. Dit zou statistisch significant zijn in beide gevallen maar geen statistisch significant verschil geven tussen effect PDL en IPL. Er werd met behulp van de spectrofotometer geen statistisch significant verschil gezien met de actieve behandelingen versus geen therapie behalve met IPL op het jukbeen. Verder werd vermeld, zonder data te geven, dat voor beide behandelingen een statistisch significant verschil ten opzichte van geen behandeling werd gezien wat betreft vermindering van teleangiëctasieën. Beide behandelingen zouden even effectief zijn.
De laatste gerandomiseerde gecontroleerde studie met een hoog risico op bias in 49 patiënten met ‘erythematoteleangiëctatische of papulopustuleuze’ rosacea vergeleek PDL met een combinatie Alexandrite- en Nd:YAG laser. [Seo 2016] Zie voor karakteristieken van de studie en risico op bias beoordelingen bijlage 1, blz. 477-9. De mate van tevredenheid over de behandeling was goed tot uitstekend in 16/25 (64%) van de patiënten behandeld met PDL vergeleken met 14/24 (58,3%) die met de combinatie laser behandeld waren (RR 1,10, 95% BI 0,70 tot 1,72). Er was geen verschil qua erytheem of korstvorming na behandeling tussen beide groepen. De artsen vonden 17/25 (68%) patiënten die behandeld waren met PDL verbeterd tot aanzienlijk verbeterd vergeleken met 16/24 (66,6%) patiënten die met de combinatie laser waren behandeld (RR 1,02, 95% BI 0,69 tot 1,51). Er werd evenmin verschil gezien met de spectrofotometer tussen beide groepen in reductie van erytheem.
Alhoewel laser en intense pulsed light therapie frequent worden ingezet voor de behandeling van hoofdzakelijk teleangiëctasieën en in tweede instantie voor erytheem is er slechts lage tot zeer lage kwaliteit van bewijs voor deze behandelingen. De gerandomiseerde studies hebben een onduidelijk tot hoog risico op bias, kleine aantallen patiënten en rapporteren weinig data. Er zijn echter wel veel observationele studies gepubliceerd die de effectiviteit en veiligheid van deze behandelingen ondersteunen en de diverse richtlijnen en ‘practice papers’ bevelen deze therapieën wel aan. [Asai 2016, Butterwick 2006, Garden 2017, Hoffmann 2016, Schaller 2017, Shim 2013, Tanghetti 2014, van Zuuren 2019]
Zoeken en selecteren
Zie de werkwijze onder het tabblad Verantwoording.
Referenties
- Alam M, Voravutinon N, Warycha M, et al. Comparative effectiveness of nonpurpuragenic 595-nm pulsed dye laser and microsecond 1064-nm neodymium:yttrium-aluminum-garnet laser for treatment of diffuse facial erythema: A double-blind randomized controlled trial. J Am Acad Dermatol 2013;69:438-43.
- Asai Y, Tan J, Baibergenova A, et al. Canadian Clinical Practice Guidelines for Rosacea. J Cutan Med Surg 2016;20:432-45.
- Butterwick KJ, Butterwick LS, Han A. Laser and light therapies for acne rosacea. J Drugs Dermatol 2006;5:35-9.
- Garden BC, Garden JM, Goldberg DJ. Light-based devices in the treatment of cutaneous vascular lesions: An updated review. J Cosmet Dermatol 2017;16:296-30.
- Hofmann MA, Lehmann P. Physical modalities for the treatment of rosacea. J Dtsch Dermatol Ges 2016;14(Suppl 6):38-44.
- Karsai S, Roos S, Raulin C. Treatment of facial telangiectasia using a dual-wavelength laser system (595 and 1,064 nm): a randomized controlled trial with blinded response evaluation. Dermatol Surg 2008;34:702-8.
- Neuhaus IM, Zane LT, Tope WD. Comparative efficacy of nonpurpuragenic pulsed dye laser and intense pulsed light for erythematotelangiectatic rosacea. Dermatol Surg 2009;35:920-8.
- Nymann P, Hedelund L, Haedersdal M. Long-pulsed dye laser vs. intense pulsed light for the treatment of facial telangiectasias: A randomized controlled trial. J Eur Acad Dermatol Venereol 2010;24:143-6.
- Seo HM, Kim JI, Kim HS, Choi YJ, Kim WS. Prospective Comparison of Dual Wavelength Long-Pulsed 755-nm Alexandrite/1,064-nm Neodymium:Yttrium-Aluminum-Garnet Laser versus 585-nm Pulsed Dye Laser Treatment for Rosacea. Ann Dermatol 2016;28:607-14.
- Schaller M, Almeida LM, Bewley A, et al. Rosacea treatment update: recommendations from the global ROSacea COnsensus (ROSCO) panel. Br J Dermatol 2017;176:465-71.
- Shim TN, Abdullah A. The effect of pulsed dye laser on the dermatology life quality index in erythematotelangiectatic rosacea patients: an assessment. J Clin Aesthet Dermatol 2013;6:30-2.
- Tanghetti E, Del Rosso JQ, Thiboutot D, et al. Consensus recommendations from the American Acne & Rosacea Society on the management of rosacea, part 4: a status report on physical modalities and devices. Cutis 2014;93:71-6.
- van Zuuren EJ. Rosacea. N Engl J Med 2017;377:1754-64.
- van Zuuren EJ, Fedorowicz Z, Tan J, et al. Interventions for rosacea based on the phenotype approach: An updated systematic review including GRADE assessments. Br J Dermatol 2019; 181:65-79.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 21-11-2019
Laatst geautoriseerd : 21-11-2019
Geplande herbeoordeling :
Een richtlijn heeft alleen zeggingskracht als op continue basis onderhoud plaatsvindt, op grond van systematische monitoring van zowel de medisch wetenschappelijke literatuur als praktijkgegevens en door gebruikers van de richtlijn aangeleverde commentaren. Voor deze richtlijn geldt dat er jaarlijks door de werkgroep ‘rosacea’ wordt bekeken of er noodzaak tot herziening van modules van de richtlijn is. Bij essentiële ontwikkelingen kan besloten worden om de gehele richtlijnwerkgroep bij elkaar te roepen en tussentijds elektronische amendementen te maken en deze onder de verschillende beroepsgroepen te verspreiden.
Algemene gegevens
De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door arts-onderzoekers van de NVDV en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.
Doel en doelgroep
Doel
Deze richtlijn over Rosacea is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. De richtlijn geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van patiënten met rosacea. Voorschriften over gebruik van geneesmiddelen vallen buiten bestek van deze richtlijn, hiervoor verwijzen we naar de desbetreffende geneesmiddelenteksten (Summary of product characteristics; SmPC).
Doelgroep
De richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met rosacea, zoals dermatologen, huisartsen, oogartsen, plastisch chirurgen en huidtherapeuten. Voor patiënten is een afgeleide tekst van de richtlijn in de vorm van een folder beschikbaar op de website van de NVDV (www.nvdv.nl).
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2018 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met rosacea en patiëntvertegenwoordiger(s) (zie hiervoor het overzicht van de werkgroepleden in de tabel hieronder). De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap, de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG), Huidpatiënten Nederland (HPN), de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH) en de Nederlandse Vereniging van ZiekenhuisApothekers (NVZA) werden voor de knelpuntenanalyse en deelname in de werkgroep uitgenodigd. De NVZA participeerde alleen in de commentaarronde en nam niet deel aan de werkgroep. Tevens zijn de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra (NFU) voor de knelpuntenanalyse en commentaarronde uitgenodigd.
De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname.
De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.
Werkgroepleden – 2019
Werkgroeplid |
Affiliatie en vereniging |
Drs. E.J. van Zuuren, dermatoloog (voorzitter) |
Leids Universitair Medisch Centrum, NVDV |
Drs. D. Appelen, AIOS dermatologie |
Radboud UMC, NVDV |
B.W.M. Arents, patiëntvertegenwoordiger |
Nieuwegein, HPN |
Dr. A.M. van Coevorden, dermatoloog |
Gelre Ziekenhuizen, NVDV |
Dr. J.J.E. van Everdingen, dermatoloog n.p. en directeur NVDV |
Bureau NVDV |
S.B.W. Hoeben-Nijland, huidtherapeut |
NVH |
M.E.M. Janssen, huidtherapeut |
NVH |
Dr. O. Lapid, plastisch chirurg |
Amsterdam UMC, NVPC |
Dr. R. Lapid-Gortzak, oogarts |
Amsterdam UMC, NOG |
Drs. M.M.D. van der Linden, dermatoloog |
Amsterdam UMC, NVDV |
Drs. S. van Putten, huisarts, wetenschappelijk medewerker |
NHG |
L.S. van der Schoot, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) |
Bureau NVDV |
Belangenverklaringen
De KNMG-code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement, kennisvalorisatie) hebben gehad. Zie voor een overzicht onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van de NVDV.
Werkgroep-lid |
Functie |
Neven-functies |
Persoon-lijke financiële belangen, Persoon-lijke relaties, Reputatie manage-ment |
Extern gefinan-cierd onderzoek |
Overige belangen |
Getekend op |
Acties |
Mw. Drs. E. van Zuuren (voorzitter) |
Dermatoloog LUMC (20 uur per week) Recommendation Editor DynaMed (0-8 per week) |
Associate Editor Br J Dermatol onbetaald |
Geen
|
Geen |
2016: Vergoeding hotel en reiskosten voor rosacea meeting Galderma
|
13-01-2019 |
Geen |
Drs. D. Appelen |
Arts in opleiding tot dermatoloog, Radboudumc. |
Peer reviewer Cochrane; lid richtlijnherziening acne NVDV; lid richtlijnherziening rosacea NVDV |
Geen
|
Geen |
Geen |
19-11-2018 |
Geen |
B.W.M. Arents |
Patiëntenvertegenwoordiger namens Huidpatiënten Nederland (vrijwillige functie) |
Vrijwilliger voor de Vereniging voor Mensen met Constitutioneel Eczeem (VMCE); Lid Kerncommissie Informatiemanagement OLVG; Lid Patiëntenraad OLVG. |
Geen
|
Geen |
Geen |
19-11-2018 |
Geen |
Dr. A.M. van Coevorden |
Dermatoloog Gelre ziekenhuizen (0,8 FTE), Berg en Bosch Kliniek B.V. (0,2 FTE) |
Geen |
Geen
|
Geen |
Geen |
27-11-2018 |
Geen |
Dr. J.J. van Everdingen |
Directeur NVDV |
Geen |
Geen
|
Geen |
Geen |
25-04-2019 |
Geen |
Mw. S.B.W. Hoeben-Nijland |
Huidtherapeut |
Lid NVH Expertgroep Acne |
Geen |
Geen |
Geen |
03-06-2019 |
Geen |
Mw. M.E.M. Jansen |
Huidtherapeut |
Voorzitter NVH Expertgroep Acne |
Geen |
Geen |
Geen |
24-04-2019 |
Geen |
Dr. O. Lapid
|
Plastisch chirurg Amsterdam UMC 0.9 FTE Prive 0.2 FTE |
Geen |
Geen
|
Geen |
Geen |
25-11-2018 |
Geen |
Mw. Dr. R. Lapid-Gortak |
Oogarts Amsterdam UMC 0.4 FTE, prive praktijk en medical device consultancy 0.8 FTE |
consultant: Alcon, - betaald; EyeMed- onbetaald; Eye Yon - betaald; Hanita lenses - betaald; Sanoculis - onbetaald; Santeb - betaald; Thea pharma - betaald; VSY - betaald. |
Geen
|
Onderzoek gefinancierd door Alcon - geen financieel belang Onderzoek gefinancieerd door Eye Yon - geen financieel belang |
Geen |
19-11-2018 |
Geen |
Mw. Drs. M.M.D. van der Linden |
Dermatoloog Amsterdam UMC |
Geen |
Geen
|
Geen |
2016: Vergoeding gastvrijheid (hotel en reiskosten) voor rosacea meeting Galderma 2017: sprekersvergoeding voor Abbvie |
18-04-2019 |
Geen |
Mw. Drs. S. van Putten |
NHG (wetenschappelijk medewerker), waarnemend huisarts 0.2 fte |
Docent verpleegkundig specialisten |
Geen
|
Geen |
Geen |
20-11-2018 |
Geen |
Mw. L.S. van der Schoot (secretaris) |
Arts-onderzoeker NVDV |
Geen |
Geen
|
Geen |
Geen |
11-12-2018 |
Geen |
Inbreng patiëntenperspectief
Er is aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door zitting van patiëntvertegenwoordigers in de werkgroep (zie ook samenstelling van de werkgroep). De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Huidpatiënten Nederland (HPN).
Methode ontwikkeling
Evidence based
Implementatie
In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. Voor rosacea geldt dat er geneesmiddelen en behandelingen zijn die niet altijd vergoed worden of (nog) niet beschikbaar zijn. Indien van toepassing staat dit vermeld in de richtlijntekst.
De richtlijn wordt verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen en in verschillende specifieke vaktijdschriften zal aandacht worden besteed aan de richtlijn.
Werkwijze
De werkgroep Rosacea heeft in 2018-2019 de vraag- en doelstellingen van deze richtlijn met elkaar afgestemd en uitgewerkt. Dit is de eerste versie van de richtlijn. De richtlijn Rosacea is gebaseerd op de review van 2019 (update van review van 2015) van Van Zuuren et al. [van Zuuren 2019] De gehele review van Van Zuuren et al. vormt de bijlage bij de richtlijn Rosacea 2019. Hieronder wordt de werkwijze van de richtlijn toegelicht.
AGREE
Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. [Medisch Specialistische Richtlijnen 2015] Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II-instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. [Brouwers 2010] Voor een stap-voor-stapbeschrijving hoe een evidence-based richtlijn tot stand komt, wordt verwezen naar het stappenplan Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Knelpuntenanalyse
In de eerste vergadering zijn knelpunten en wensen ten aanzien van de richtlijn geïnventariseerd door de werkgroepleden.
Uitgangsvragen en uitkomstmaten
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep uitgangsvragen opgesteld. Voor de uitgangsvragen inzake interventies die ook in de systematische review van Van Zuuren et al. zijn opgenomen, [van Zuuren 2019] zijn de daarin opgenomen uitkomstmaten gekozen en geprioriteerd volgens het belang voor de patiënt:
Primair:
- Verandering in kwaliteit van leven aan het eind van de studie (cruciaal)
- Verandering in ernst van rosacea volgens de patiënten aan het eind van de studie (cruciaal)
- Proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie (cruciaal)
Secundair:
- Globale verbetering van ernst van rosacea volgens de behandelaars aan het eind van de studie (belangrijk)
- Beoordeling van erytheem en/of teleangiëctasieën aan het eind van de studie (belangrijk)
- Reductie in aantal laesies (belangrijk)
- Benodigde tijd tot zichtbare verbetering (belangrijk)
- Duur van remissie (belangrijk)
Aan de eerste drie uitkomstmaten wordt het meest belang toegekend. Daarom worden zijn cruciaal genoemd en heten zij gezamenlijk de primaire uitkomstmaten. Voor de overige uitgangsvragen zijn klinisch relevante uitkomstmaten opgesteld, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten is gekeken. Deze worden in de betreffende modules vermeld.
Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur
Voor de afzonderlijke uitgangsvragen is aan de hand van specifieke zoektermen een systematische zoekstrategie uitgevoerd in (verschillende) elektronische databases: CENTRAL in The Cochrane Library, MEDLINE, EMBASE, LILACS, and Science Citation Index alsmede vijf ongoing trial registers (metaRegister of controlled trials, US National Institutes of Health Ongoing Trials Register, Australian and New Zealand Clinical Trial Registry, World Health Organization International Clinical Trials Registry Platform en the Ongoing Skin Trials Register). Hierbij is gebruik gemaakt van de zoekstrategie en opzet van de systematische review van Van Zuuren et al. [van Zuuren 2019] De zoekstrategie en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in bijlage. [Bijlage 1, bladzijde (blz.) 12 en 756-8]
Kwaliteitsbeoordeling wetenschappelijk bewijs middels GRADE
De beoordeling van de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs/onderzoeksgegevens is in de richtlijn voor het grootste deel tot stand gekomen met de GRADE-methode (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation). [Schünemann 2013] Bij de GRADE-methode wordt de kwaliteit van het bewijs systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria en uitkomstmaten, om zo het risico op vertekende studieresultaten (risk of bias) te kunnen inschatten. Tabel 1 geeft een kort overzicht van de indeling van kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs volgens GRADE. De beoordelingen van de methodologische kwaliteit kunt u vinden in de Risk of Bias (RoB)-tabellen. [Bijlage 1, blz. 143-563] Hiervoor is gebruikgemaakt van de Cochrane risk of bias tool. [Higgins 2011]
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag (zie Tabel 1). Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie. [Schünemann, 2013] De kwaliteit van het bewijs per interventie per uitkomstmaat is te vinden in de tabellen met de Summary of Findings. [Bijlage 1, SoF-tabellen, blz. 602-653]
De conclusies en aanbevelingen in de richtlijn zijn tevens tot stand gekomen met de GRADE-methode. Tabel 2 geeft een overzicht van de gradering, betekenis en formulering van aanbevelingen volgens GRADE.
Een volledige uitleg over de GRADE-methode valt buiten het bestek van deze richtlijn, zie hiervoor het ‘GRADE handbook’. [Schünemann 2013, https://www.gradeworkinggroup.org/]
Tabel 1. Indeling van kwaliteit van wetenschappelijk bewijs volgens GRADE
GRADE-systeem |
||
Kwaliteitsindeling bewijs |
Hoog |
|
Redelijk |
|
|
Laag |
|
|
Zeer laag |
|
|
Startkwalificatie |
|
|
Factoren die de kwaliteit van bewijs kunnen verlagen* |
|
|
Factoren die de kwaliteit van bewijs kunnen verhogen** |
|
* Elk criterium kan de kwaliteit verminderen met 1 stap of bij zeer ernstige beperkingen met 2 stappen.
** Verhogen kan alleen indien er geen beperkingen zijn t.a.v. de studiekwaliteit, imprecisie, inconsistentie, indirectheid en publicatiebias
Samenvatten van de literatuur
De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde studies zijn overzichtelijk weergegeven als ‘karakteristieken en resultaten van geïncludeerde studies’ zie bijlage 1 [blz. 141-562]. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur met betrekking op de vooraf opgestelde uitkomstmaten zijn beschreven in de samenvatting van de literatuur. Bij een voldoende aantal studies en overeenkomstigheid (homogeniteit) tussen de studies zijn de gegevens ook kwantitatief samengevat (meta-analyse) met behulp van Review Manager 5. Zie hiervoor de sectie ‘Data and analyses’ van de systematische review. [Bijlage 1, blz. 743-752]
Tabel 2. Voorkeursformulering aanbevelingen volgens GRADE
Gradering aanbeveling |
Betekenis |
Voorkeursformulering |
Sterk voor |
De voordelen zijn groter dan de nadelen voor bijna alle patiënten. Alle of nagenoeg alle geïnformeerde patiënten zullen waarschijnlijk deze optie kiezen. |
We bevelen [interventie] aan. |
Zwak voor |
De voordelen zijn groter dan de nadelen voor een meerderheid van de patiënten, maar niet voor iedereen. De meerderheid van geïnformeerde patiënten zal waarschijnlijk deze optie kiezen. |
Overweeg [interventie], bespreek de voor- en nadelen. |
Neutraal |
- |
- |
Zwak tegen |
De nadelen zijn groter dan de voordelen voor een meerderheid van de patiënten, maar niet voor iedereen. De meerderheid van geïnformeerde patiënten zal waarschijnlijk deze optie niet kiezen. |
Wees terughoudend met [interventie], bespreek de voor- en nadelen. |
Sterk tegen |
De nadelen zijn groter dan de voordelen voor bijna alle patiënten. Alle of nagenoeg alle geïnformeerde patiënten zullen waarschijnlijk deze optie niet kiezen. |
We bevelen [interventie] niet aan. |
Formuleren van conclusies
Voor elke interventie en vooraf opgestelde uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een literatuurconclusie waarbij de kwaliteit van het bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. Een uitgebreide beschrijving van de methode en werkwijze is te vinden in de sectie ‘Data collection and analysis’ van de systematische review. [Bijlage 1, blz. 12-16]
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten die belangrijk werden geacht, meegewogen, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt (patient values and preferences), kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten werden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overige overwegingen’. De ‘overall’ kwaliteit van (vertrouwen in) wetenschappelijk bewijs wordt bepaald door de laagste kwaliteit van bewijs voor de cruciale uitkomstmaten.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs, de belangrijkste overige overwegingen en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht of het niveau van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling.
Conform de GRADE-methode sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. Zie Tabel 2 voor uitleg omtrent het formuleren van aanbevelingen middels de GRADE-methode.
Kennislacunes
Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Voor wat betreft de interventies die ook in de systematische review zijn beschreven, zijn de kennislacunes opgenomen in de sectie ‘Implications for research’. [Bijlage 1, blz. 138-40] Bij de overige uitgangsvragen is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst was om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden. Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk van belang wordt geacht, werd als aanbeveling beschreven (zie de Kennislacunes bij de aanverwante producten).
Juridische betekenis van richtlijnen
Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften maar wetenschappelijk onderbouwde en breed gedragen inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners zouden moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien richtlijnen uitgaan van ‘gemiddelde patiënten’, kunnen zorgverleners in individuele gevallen zo nodig afwijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, soms zelfs noodzakelijk. Een richtlijn beschrijft wat goede zorg is, ongeacht de financieringsbron (Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aanvullende verzekering of eigen betaling door de cliënt/patiënt). Opname van een richtlijn in een register betekent dus niet noodzakelijkerwijs dat de in de richtlijn beschreven zorg verzekerde zorg is.
Informatie over kosten zoals beschreven in de richtlijn is gebaseerd op beschikbare gegevens ten tijde van schrijven.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren zijn verzameld in een commentaartabel en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren is de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd. Zie daarvoor de Autorisatie.
Literatuur
- Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, et al. AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ 2010;182:E839-42.
- Higgins JPT, Green S (editors). Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions Version 5.1.0 [updated March 2011]. The Cochrane Collaboration, 2011. Available from https://training.cochrane.org/handbook.
- Ontwikkeling Medisch Specialistische Richtlijnen (2015). Kennisinstituut Medisch Specialisten. Online beschikbaar op https://richtlijnendatabase.nl/.
- Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html
- van Zuuren EJ, Fedorowicz Z, Tan J, et al. Interventions for rosacea based on the phenotype approach: An updated systematic review including GRADE assessments. Br J Dermatol 2019; 181:65-79.
- van Zuuren EJ, Graber MA, Hollis S, et al. Interventions for rosacea. Cochrane Database Syst Rev 2005;3:CD003262.