Psoriasis

Initiatief: NVDV Aantal modules: 85

Inflammatoire darmaandoeningen

Uitgangsvraag

Hoe moeten psoriasispatiënten worden behandeld als ze ook bekend zijn met een inflammatoire darmziekte (Morbus Crohn of colitis ulcerosa)?

Aanbeveling

  • Overleg met een MDL-arts bij het voorschrijven van systemische therapie bij psoriasispatiënten die ook bekend zijn met een inflammatoire darmziekte.
  • Behandel patiënten met psoriasis en een inflammatoire darmziekte bij voorkeur niet met IL-17-blokkers

  • Behandeling van psoriasis en een inflammatoire darmziekte:
    • Ziekte van Crohn:
      Behandel met TNF-alfa-blokkers (infliximab, adalimumab, certolizumab), ustekinumab of MTX. NB: certolizumab is in Nederland niet geregistreerd voor Morbus Crohn, in enkele andere landen wel.
    • Colitis ulcerosa:
      Behandel met TNF-alfa-blokkers (infliximab, adalimumab, golimumab) en ustekinumab.
    • Acute ernstige colitis ulcerosa:
      Inductietherapie met CsA is een optie (kan net als infliximab gegeven worden als rescue therapie bij actieve ernstige colitis ulcerosa ter voorkoming van een colectomie).CsA wordt niet gebruikt als onderhoudstherapie bij IBD.

Overwegingen

Vanwege hun intestinale bijwerkingenprofiel met een relatief frequente inductie van buikpijn, dunne ontlasting en diarree, mag dimethylfumaraat niet worden gebruikt bij patiënten met inflammatoire darmziekte. Ernstige gastro-intestinale aandoeningen zijn een contra-indicatie voor Fumaderm ® en Skilarence ®.

 

MTX is geregistreerd voor Morbus Crohn (in parenterale vorm, meestal d.m.v. s.c. injecties). Het is niet effectief voor de behandeling van colitis ulcerosa, maar er zijn geen aanwijzingen voor verslechtering hiervan indien het middel voor een andere indicatie wordt ingezet.

 

De werkgroep adviseert om terughoudend te zijn met het voorschrijven van acitretine voor de behandeling van patiënten met psoriasis én een inflammatoire darmziekte. Acitretine kan een optie zijn voor patiënten met psoriasis en inflammatoire darmaandoeningen en is gebruikt bij de behandeling van patiënten met inflammatoire darmziekte die psoriatiforme laesies (inclusief gevallen van zogenaamde paradoxale psoriasis) ontwikkelden tijdens behandeling met TNF-alfa-blokkers.7 Het effect van acitretine bij patiënten met alleen IBD is overigens niet bekend en aangezien gastro-intestinale bijwerkingen vaak (1-10%) voorkomen is hierbij enige terughoudendheid geboden.

 

CsA kan, net als infliximab gegeven worden als rescue therapie bij actieve ernstige colitis ulcerosa ter voorkoming van colectomie. Voor colitis ulcerosa wordt CsA in principe niet als langdurige onderhoudsbehandeling voorgeschreven en is Infliximab effectiever t.o.v. CsA m.b.t. het behouden van remissie. In orale vorm wordt CsA slechts gebruikt als overbrugging naar thiopurine onderhoudstherapie en heeft het geen rol in de onderhoudsbehandeling van colitis ulcerosa. 23

 

Remming van PDE4 met apremilast heeft positieve effecten laten zien in een fase 2-onderzoek bij ulcerosa colitis.22

 

Ustekinumab, adalimumab en infliximab zijn daarentegen allemaal gerichte therapieën die niet alleen zijn goedgekeurd voor de behandeling van psoriasis, maar ook voor Morbus Crohn en colitis ulcerosa. Certolizumab is in de Europese Unie niet geregistreerd voor Morbus Crohn, maar wel in Zwitserland en de Verenigde Staten. Klinische effectiviteit voor Morbus Crohn is in meerdere studies beschreven, echter mucosale heling zou matig zijn en het middel lijkt derhalve minder effectief voor de behandeling van Morbus Crohn dan bijvoorbeeld infliximab en adalimumab. Etanercept faalde in klinische onderzoeken bij Morbus Crohn.17 Er loopt een fase II / III klinische studie voor de IL-23p19-blokkers

guselkumab en risankizumab bij Morbus Crohn en colitis ulcerosa. Met risankizumab zijn de klinische resultaten wat betreft inductie en langetermijneffect positief bij patiënten met Morbus Crohn.16,18 Deze resultaten worden ondersteund door immunologische bevindingen in het darmslijmvlies van patiënten met Morbus Crohn gedurende behandeling met risankizumab.19 Er zijn meerdere case-reports gepubliceerd over succesvol gebruik van guselkumab bij patiënten met morbus Crohn. 20,21 Daarbij laten klinische en endoscopische resultaten van de fase II studie met guselkumab positieve resultaten zien. 24

 

De IL-17A-blokker secukinumab en de IL-17RA-blokker brodalumab hebben gefaald in onderzoeken bij Morbus Crohn, waarbij sommige patiënten tijdens de behandeling zelfs een verslechtering van hun ziekte ervaarden.9,14 Er zijn tevens gevallen beschreven waarbij mensen tijdens de behandeling van psoriasis met een IL-17-blokker Morbus Crohn of colitis ulcerosa ontwikkelden. De waargenomen frequentie is echter laag, en het is momenteel onduidelijk of het percentage hoger is dan het percentage dat wordt verwacht bij een psoriasispopulatie.15 Bij twijfel over het gebruik van een IL-17-blokker bij patiënten met IBD en psoriasis kan overlegd worden met een MDL-arts. In een recente samenvatting van de veiligheidsaspecten van secukinumab bij psoriasis, die naar voren kwamen bij klinische onderzoeken, was het aantal gebeurtenissen per 100 patiëntjaren blootstelling aan secukinumab 0,05 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,02-0,1) voor Morbus Crohn (ongeveer één geval per 2000 patiënten die gedurende één jaar worden behandeld) en 0,1 (0,07-0,2) voor colitis ulcerosa (ongeveer één geval per 1000 patiënten die gedurende één jaar worden behandeld).8

 

De bijsluiter van bimekizumab, secukinumab en ixekizumab bevat een waarschuwing met betrekking tot het gebruik van deze geneesmiddelen bij patiënten met inflammatoire darmaandoeningen en actieve Morbus Crohn is een contra-indicatie voor het gebruik van brodalumab.

Onderbouwing

Er is een significante associatie tussen psoriasis en inflammatoire darmaandoeningen (IBD). Dit heeft waarschijnlijk te maken met een overlap in de pathofysiologie en genetische achtergrond van deze aandoeningen. Patiënten met psoriasis hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van zowel Morbus Crohn (MC) als Colitis Ulcerosa (CU) (relatief risico van respectievelijk 2.51 en 1.71).1 Daarnaast kunnen TNF-alfa-blokkers, veelgebruikte biologics bij IBD, ook psoriatiforme huidafwijkingen geven.2-5 Deze twee vormen zijn lastig uit elkaar te houden en het is hoe dan ook verstandig om patiënten met psoriasis of met verdenking op TNF-alfa-blokker geïnduceerde psoriatiforme afwijkingen die ook bekend zijn met IBD multidisciplinair te benaderen, in nauwe samenwerking met de MDL-arts.

De literatuur en de goedkeuringsstatus van psoriasistherapieën voor morbus Crohn en colitis ulcerosa werden bestudeerd. Bestaande richtlijnen werden geraadpleegd.6,10-11

  1. 1. Yun Fu, Cheng-Han Lee, Ching- ChiChi Association of psoriasis with inflammatory Bowel Disease: a systematic review and meta-analysis, JAMA Dermatol 2018 Dec 1;154(12):1417-1423
  2. 2. Cullen G, Kroshinsky D, Cheifetz AS, et al. Psoriasis associated with anti-tumour necrosis factor therapy in inflammatory bowel disease: a new series and a review of 120 cases from the literature. Aliment Pharmacol Ther 2011;34:1318-27.
  3. 3. Boehncke WH and Schön MP. Psoriasis. Lancet 2015; 386: 983–994.
  4. 4. Elmets CA, Leonardi CL, Davis DMR, et al. Joint AAD-NPF guidelines of care for the management and treatment of psoriasis with awareness and attention to comorbidities. J Am Acad Dermatol 2019; 80: 1073–1113.
  5. 5. Mylonas A and Conrad C. Psoriasis: classical vs. paradoxical. The yin-yang of TNF and type I interferon. Front Immunol 2018; 9: 2746.
  6. 6. Amatore F, Villani AP, Tauber M, Viguier M, Guillot B. French guidelines on the use of systemic treatments for moderate-to-severe psoriasis in adults. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology : JEADV 2019; 33: 464-83.
  7. 7. Melo FJ, Magina S. Clinical management of Anti-TNF-alpha-induced psoriasis or psoriasiform lesions in inflammatory bowel disease patients: a systematic review. International journal of dermatology 2018; 57: 1521-32.
  8. 8. Deodhar A, Mease PJ, McInnes IB et al. Long-term safety of secukinumab in patients with moderate-to-severe plaque psoriasis, psoriatic arthritis, and ankylosing spondylitis: integrated pooled clinical trial and post-marketing surveillance data. Arthritis research & therapy 2019; 21: 111.
  9. 9. Hueber W, Sands BE, Lewitzky S et al. Secukinumab, a human anti-IL-17A monoclonal antibody, for moderate to severe Crohn's disease: unexpected results of a randomised, double-blind placebo-controlled trial. Gut 2012; 61: 1693-700.
  10. 10. Nast A, Amelunxen L, Augustin M et al. S3 Guideline for the treatment of psoriasis vulgaris, update - Short version part 2 - Special patient populations and treatment situations. Journal der Deutschen Dermatologischen Gesellschaft = Journal of the German Society of Dermatology : JDDG 2018; 16: 806-13.
  11. 11. Elmets CA, Leonardi CL, Davis DMR et al. Joint AAD-NPF guidelines of care for the management and treatment of psoriasis with awareness and attention to comorbidities. J Am Acad Dermatol 2019; 80: 1073-113.
  12. 12. Augustin M, Glaeske G, Radtke MA, Christophers E, Reich K, Schafer I. Epidemiology and comorbidity of psoriasis in children. The British journal of dermatology 2010; 162: 633-6.
  13. 13. Augustin M, Reich K, Glaeske G, Schaefer I, Radtke M. Co-morbidity and age-related prevalence of psoriasis: Analysis of health insurance data in Germany. Acta dermatovenereologica 2010; 90: 147-51.
  14. 14. Targan SR, Feagan B, Vermeire S et al. A Randomized, Double-Blind, Placebo- Controlled Phase 2 Study of Brodalumab in Patients With Moderate-to-Severe Crohn's Disease. The American journal of gastroenterology 2016; 111: 1599-607.
  15. 15. Armstrong A, Paul C, Puig L et al. Safety of Ixekizumab Treatment for up to 5 Years in Adult Patients with Moderate-to-Severe Psoriasis: Results from Greater Than 17,000 Patient-Years of Exposure. Dermatology and therapy 2019.
  16. 16. Feagan BG, Sandborn WJ, D'Haens G et al. Induction therapy with the selective interleukin-23 inhibitor risankizumab in patients with moderate-to-severe Crohn's disease: a randomised, double-blind, placebo-controlled phase 2 study. Lancet 2017; 389: 1699-709.
  17. 17. Whitlock SM, Enos CW, Armstrong AW et al. Management of psoriasis in patients with inflammatory bowel disease: From the Medical Board of the National Psoriasis Foundation. J Am Acad Dermatol 2018; 78: 383-94.
  18. 18. Feagan BG, Panes J, Ferrante M et al. Risankizumab in patients with moderate to severe Crohn's disease: an open-label extension study. The lancet. Gastroenterology & hepatology 2018; 3: 671-80.
  19. 19. Visvanathan S, Baum P, Salas A et al. Selective IL-23 Inhibition by Risankizumab Modulates the Molecular Profile in the Colon and Ileum of Patients With Active Crohn's Disease: Results From a Randomised Phase II Biopsy Sub-study. Journal of Crohn's & colitis 2018; 12: 1170-9.20.
  20. 20. Grossberg LB. A Case Report of Successful Treatment of Crohn's Disease and Psoriasis With Guselkumab. Inflammatory bowel diseases 2019; 25: e84.
  21. 21. Berman HS, Villa NM, Shi VY, Hsiao JL. Guselkumab in the treatment of concomitant hidradenitis suppurativa, psoriasis, and Crohn's disease. The Journal of dermatological treatment 2019: 1-3.
  22. 22. Danese S, Neurath M, Kopon A et al. OP006 Apremilast for active ulcerative colitis: a phase 2, randomised, double-blind, placebo-controlled induction study. Journal of Crohn's and Colitis 2018; 12: S004-S.
  23. 23. Laharie D, Bourreille A, Branche J et al. Long-term outcome of patients with steroidrefractory acute severe UC treated with ciclosporin or infliximab. Gut 2018; 67: 237-43.
  24. 24. Sandborn WJ, D'Haens GR, Reinisch W, et al. Guselkumab for the treatment of Crohn's disease: induction results from the phase 2 GALAXI-1 study. Gastroenterology. 2022;162(6):1650-1664.x

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 17-03-2023

Laatst geautoriseerd  : 17-03-2023

Geplande herbeoordeling  :

De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) is regiehouder van dit richtlijn en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van het richtlijn. De andere aan dit richtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van het richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen
  • Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
  • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
  • Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten
  • Psoriasisvereniging Nederland

Algemene gegevens

Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie is de richtlijn psoriasis in de periode 2021-2023 gedeeltelijk herzien. De modules keuzematrix, methotrexaat, ciclosporine, acitretine, dimethylfumaraat, apremilast, adalimumab, etanercept, infliximab, secukinumab, ustekinumab, biosimilars, artritis psoriatica, tuberculosescreening, vaccinaties, psoriasis bij zwangerschap zijn herzien t.o.v. de richtlijn uit 2017. De overige modules in deze richtlijn zijn nieuw. In 2022-2024 volgt een nieuwe herziening waarin o.a. de modules topicale therapie, screening en biologics bij kinderen en ouderen, nagelpsoriasis en afbouwen/ interval uitbreiden van biologics worden toegevoegd of herzien.

Voor de huidige herziening is gekozen om de richtlijn ‘Living EuroGuiDerm Guideline for the systemic treatment of psoriasis vulgaris’, beter bekend als de EDF (European Dermatology Forum) richtlijn voor psoriasis1, te adapteren naar de Nederlandse situatie. In het Adviesrapport Internationale richtlijnen, wordt geadviseerd een richtlijn alleen te adapteren indien de richtlijn vrij is van belangenverstrengeling, gebaseerd is transparant en systematisch literatuuronderzoek en als de geadresseerd knelpunten bij de vragen van de richtlijnwerkgroep2. De meest relevante modules, over de systemische behandelingen van psoriasis, zijn onderbouwt in een Cochrane systematische review met netwerk-meta analyse.3 Deze review wordt structureel geüpdatet, en de meest recente effectiviteit van de besproken systemische middelen kan het beste geraadpleegd worden in de actuele versie van de review via de Cochrane Database. De modules over specifieke situaties en comorbiditeiten zijn gebaseerd op systematische of narratieve reviews.

De EuroGuiDerm psoriasisrichtlijn is opgesteld door een Europese werkgroep met vertegenwoordigers uit alle Europese landen die hieraan wilden bijdragen, inclusief patiëntvertegenwoordigers. Belangenconflicten zijn beschreven, als mede hoe er is omgegaan met mogelijk conflicten.

Deze richtlijn herziening bevat aanbevelingen voor de behandeling van psoriasis met systemische medicatie: conventionele systemische medicatie, small molecule inhibitors en biologics. In deze richtlijn herziening wordt met de term psoriasis, psoriasis vulgaris bedoeld.

Doel en doelgroep

Deze richtlijn is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. De richtlijn geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van patiënten met psoriasis.

 

De richtlijn is bestemd voor leden van de medische en paramedische beroepsgroep. Daartoe behoren onder andere: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV), Nederlandse Vereniging voor internisten (NIV), Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR), Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC), Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL), Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVVP) en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Voor patiënten werd een patiëntenfolder ontwikkeld en informatie op Thuisarts. Voor huisartsen geldt primair de NHG-Standaard Psoriasis. Als de huisarts bij patiënten met psoriasis niet meer met de NHG-Standaard uitkomt, kan de huisarts gebruikmaken van deze richtlijn.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijn werd een multidisciplinaire werkgroep ingesteld. Bij het samenstellen van de werkgroep werd rekening gehouden met de geografische spreiding van de werkgroepleden en met een evenredige vertegenwoordiging van academische en niet-academische achtergrond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en geen enkel lid ontving gunsten met het doel de richtlijnen te beïnvloeden. Naast de afgevaardigden van de verschillende beroepsgroepen is er ook een patiëntvertegenwoordiger betrokken geweest bij de ontwikkeling van de richtlijn. 

 

Overzicht werkgroepleden

Werkgroepleden Richtlijn Psoriasis

Vereniging

dr. E.M. Baerveldt, dermatoloog en voorzitter

NVDV

dr. D.M.W. Balak, dermatoloog

NVDV

prof. dr. E.M.G.J. de Jong, dermatoloog

NVDV

dr. P.M.J.H. Kemperman, dermatoloog

NVDV

drs. G.E. van der Kraaij, dermatoloog in opleiding

NVDV

dr. L.L.A. Lecluse, dermatoloog

NVDV

dr. P.P.M. van Lümig, dermatoloog

NVDV

dr. S.P. Menting, dermatoloog

NVDV

prof. dr. P.I. Spuls, dermatoloog

NVDV

dr. M.M.B. Seyger, dermatoloog

NVDV

dr. H.B. Thio, dermatoloog

NVDV

drs. W.R. Veldkamp, dermatoloog in opleiding

NVDV

dr. J.M.P.A. van den Reek, arts en wetenschappelijk onderzoeker

NVDV

drs. M.E. van Muijen, arts-onderzoeker

NVDV

drs. L.S. van der Schoot, arts-onderzoeker

NVDV

drs. S.E. Thomas, arts-onderzoeker

NVDV

dr. M. de Boer, gynaecoloog

NVOG

Prof. dr. F.W.A. Verheugt, cardioloog

NVVC

dr. S. Dieleman, psychiater

NVVP

dr. F.A. van Gaalen, reumatoloog

NVR

dr. E. Leijten, reumatoloog

NVR

dr. W. van Dop, MDL-arts

NVMDL

drs. F. Korving, ziekenhuisapotheker

NVZA

drs. W. Eizenga, huisarts

NHG

dr. M.W.F. van den Hoogen, internist-nefroloog

NIV

dr. P.J.J. van Genderen, internist-infectioloog

NIV

prof. dr. R. van Crevel, internist-infectioloog

NIV

dr. E.T.T.L. Tjwa, MDL-arts

NVMDL

J. Janssens, verpleegkundig specialist

V&VN

I. Laffra, verpleegkundig specialist

V&VN

I. van Ee, patiëntvertegenwoordiger

Psoriasispatiënten Nederland

Ondersteuning werkgroep Richtlijn Psoriasis

Vereniging

drs. M.O. Hoogeveen, arts-onderzoeker (vanaf januari 2023)

NVDV

drs. S.L. Wanders, arts-onderzoeker (vanaf juli 2021)

NVDV

drs. E. de Booij, arts-onderzoeker (tot juli 2021)

NVDV

dr. W.A. van Enst, klinisch epidemioloog

NVDV

 

Overzicht betrokken partijen

Overzicht betrokken partijen - Richtlijn 2021

Zitting neming in werkgroep

Knelpunten analyse

Commentaarfase

Autorisatie

Opmerkingen

Wetenschappelijke verenigingen

Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

X

X

X

X

 

Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)

X

X

X

X

 

Nederlandse Internisten Vereniging

(NIV)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie

(NVOG)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVVP)

X

X

X

X

 

Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuis Apothekers (NVZA)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Huidtherapeuten (NVH)

 

X

X

 

 

Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT)

 

X

X

 

 

Patiëntenverenigingen

Psoriasispatiënten Nederland

X

X

X

X

 

Stakeholders

Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ)

 

 

 

 

Willen graag op de hoogte gehouden worden tijdens het proces

Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)

 

X

X

 

Gevraagd voor knelpuntenanalyse, geen reactie.

Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

 

X

X

 

Gevraagd voor knelpuntenanalyse, geen reactie.

Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)

 

X

X

 

 

Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

 

 

 

 

Gevraagd voor knelpuntenanalyse, geen reactie.

*Merendeel van de partijen werden uitgenodigd voor de knelpuntenanalyse (invitational conference) en de commentaarfase.

Deelname aan de werkgroep en autorisatie wordt enkel aan de wetenschappelijke verenigingen, patiëntenverenigingen en overige organisaties voorgelegd.

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoek financiering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie.

NB: De werkgroep is op de hoogte van elkaars belangen, voor zover die spelen. Deze zijn besproken in een werkgroep vergadering.

 

Werkgroep

lid

Hoofdfunct-

ie(s)

Nevenfunctie(s)

Persoonlijke financiële belangen

Persoonlijke relaties

Extern gefinancierd onderzoek

Intellectuele belangen en reputatie

Overige belangen

Getekend op

Acties (voorstel)

dr. E.M. Baerveldt

Dermatoloog IJsselland ziekenhuis, Capelle a/d IJssel

Oprichter en IP-houder concept TrackCura/ DermaNet (onbetaald)

 

Aandeelhouder i-Parse BV: Technical-start up gericht op screenen van high-risk offshore en zeevarend personeel op huidkanker.

 

Lid domeingroep inflammatoire dermatosen NVDV

 

Plaatsvervangend lid FMS Raad voor Wetenschap en Innovatie

 

Lid project Zorginstituut Zinnige Zorg: Huid en Subcutis: Psoriasis en Eczeem: vertegenwoordiger namens de NVDV

 

Gedurende 2017, 2018 en 2019 lid van Internationale Educatie Adviesraad Janssen inzake psoriasis: betrof jaarlijkse 1-daagse bijeenkomst hetgeen qua uren vergoed werd.

Naast IP-houder via het Erasmus MC op termijn samen met collega specialisten en huisartsen, deelcertificaten van de coöperatie TrackCura in eigendom krijgen.

Geen

Vanuit tijdelijk dienstverband bij Bravis in 2020 als lokaal onderzoeker betrokken bij fase 3 onderzoek. Hierbij wordt voor diverse partijen vanuit Industrie gewerkt. De meeste van deze trials lopen tegelijk ook in meerdere academische centra in Nederland.

Geen

Geen

31-08-2020

Geen actie

dr. D.M.W. Balak

Dermatoloog Langeland Ziekenhuis te Zoetermeer en

Universitair Ziekenhuis te Gent

Medisch adviseur psoriasispatiënten Nederland (onbetaald)

Spreker op congres: AbbVie, Almirall, Celgene, Eli Lilly, Janssen, Leo Pharma, Novartis, UCB. Adviesraad: AbbVie, Almirall, Janssen, Leo Pharma, Novartis, UCB. Congres organisatie: AbbVie, Janssen

Geen

Geen

Geen

Geen

31-01-2022

*

 

Prof. dr. E.M.G.J. de Jong

DermatoloogRadboud UMC, Nijmegen 

Zie verder bij extern gefinancierd onderzoek

Geen

Geen

Onderzoeks-subsidies ontvangen voor het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc Nijmegen, Nederland van AbbVie, Novartis, Janssen Pharmaceutica, Leo Pharma, UCB, ZonMw, KCE en EU.

 

Opgetreden als adviseur en/of betaalde spreker voor en/of deelgenomen aan onderzoek dat wordt gesponsord door bedrijven die geneesmiddelen produceren die worden gebruikt voor de behandeling van psoriasis, waaronder AbbVie, Almirall, Janssen Pharmaceutica, Novartis, Lily, Celgene, Leo Pharma, Sanofi en UCB.

 

Alle financiering is niet persoonsgebonden maar gaat naar het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc te Nijmegen.

Geen

Geen

28-04-2021

*

dr. P.M.J.H. Kemperman

Dermatoloog Dijklander Ziekenhuis en Amsterdam UMC

Adviseur Alopecia Vereniging (onbetaald)

Adviseur CMTC vereniging (onbetaald)

Adviseur vitiligo vereniging (onbetaald)

Adviseur Happi Huid app (onbetaald, bij succes in de toekomst honorarium per download)

 

Richtlijn jeuk (onbetaald)

Richtlijn vitiligo (onbetaald)

 

Sprekersvergoeding: Jansen, Galderma

Adviesraad: Sanofi, Leopharma

Geen

Geen

Geen

Geen

24-01-2022

*

dr. L.L.A. Lecluse

DermatoloogBergman Clinics

Lid domeingroep inflammatoire dermatosen NVDV, onbetaald

 

Lid wetenschappelijke raad bergman Clinics, onbetaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

11-06-2021

Geen actie

dr. P.P.M. van Lümig

Dermatoloog    MUMC+

2020 adviesraad LEO Pharma - betaald; 2020 adviesraad UCB - betaald;

2020 adviesraad Novartis - betaald; 2019 adviesraad LEO Pharma - betaald; 2019 adviesraad Novartis - betaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

20-04-2021

Geen actie

dr. S.P. Menting

Dermatoloog OLVG

Voorzitter domeingroep inflammatoire dermatosen OLVG, Werkgroeplid Santeon richtlijn dure geneesmiddelen, Supervisor SOA spreekuur GGD Amsterdam

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

14-04-2021

Geen actie

Prof. dr. P.I. Spuls

Dermatoloog en staflid Amsterdam UMC

Geen

Consultancy in het verleden voor Sanofi 11-10-17 en AbbVie 04-12-17 (onbetaald), sinds december 2019 een departementale onafhankelijke onderzoekssubsidie ​​voor TREAT NL registry van Pharma voor de

TREAT NL registry, is betrokken bij het uitvoeren van klinische proeven met veel farmaceutische industrieën die geneesmiddelen produceren die worden gebruikt voor de behandeling van psoriasis en atopische dermatitis, waarvoor een financiële vergoeding wordt betaald aan de afdeling/ziekenhuis

 

Hoofdonderzoeker (CI) van het register systemisch en fototherapie atopisch eczeem (TREAT NL) voor volwassenen en kinderen

 

Hoofdonderzoekers van het SECURE- AD-register.

Geen

Zie overzicht publicaties (op te vragen)

Geen

Geen

14-04-2021

Geen actie

dr. M.M.B. Seyger

Dermatoloog

Radboud UMC Nijmegen 

Geen

Geen

Geen

Onderzoeksgrant Janssen. Advisory boards/consultant: Janssen, Lilly, Novartis, Pfizer.

 

Deelname aan trials van Amgen, Janssen, Lilly.

 

Alle contracten zijn gesloten met het Radboudumc, en alle inkomsten gaan direct naar het Radboudumc.

Geen

Geen

18-04-2021

*

dr. H.B. Thio

DermatoloogErasmus MC

Presentaties verzorgen voor onderwijs: betaald

 

Medische adviesraden: betaald

 

Begeleiden PhD dermatologen uit Indonesië en Thailand: (on)betaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

17-01-2022

Geen actie

dr. W.R. Veldkamp

Dermatoloog in opleiding, Radboudumc

Lid (namens de NVDV) voor de richtlijn Myositis (NVR) - onkostenvergoeding

Lid Wereldpsoriasis dag commissie - geen vergoeding

Lid Domeingroep inflammatoire dermatosen - onkostenvergoeding

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29-04-2021

Geen actie

drs. G.E. van der Kraaij

Dermatoloog in opleiding, Amsterdam UMC, PhD candidate

Geen

Geen

Geen

 

Geen

Geen

In het verleden meegewerkt aan de ontwik-keling van een consult-kaart en keuze-hulp bij psoriasis.

05-05-2022

Geen actie

dr. J.M.P.A. van den Reek

Arts en wetenschappelijk onderzoeker

Geen

Geen

Geen

Klinische proeven voor AbbVie, Celgene en Janssen

 

Spreekgeld ontvangen/bijgewoonde adviesraden van AbbVie, Janssen, BMS, Almirall, LEO Pharma en Eli Lilly

 

Vergoeding voor het bijwonen van een symposium van Janssen, Pfizer, Celgene en AbbVie. Alle financiering is niet persoonsgebonden, maar gaat naar het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc in Nijmegen.

Geen

Geen

29-04-2021

*

drs. M.E. van Muijen

Arts-onderzoeker Radboudumc

Geen

Geen

Geen

Voert klinische proeven uit voor Abbvie, Celgene, Janssen en Novartis

 

Spreekgeld ontvangen van Janssen. Alle financiering is niet persoonlijk, maar gaat naar het onafhankelijke Onderzoeksfonds van de afdeling Dermatologie van het Radboudumc Nijmegen

Mogelijk 'Bescherming van de eigen reputatie/positie, positie van de werkgever of andere belangenorganisaties of verwerven van erkenning' vanwege promotieonderzoek op het gebied van behandeling van psoriasis met biologicals.

Geen

06-05-2021

 

*

drs. L.S. van der Schoot

Arts-onderzoeker (promovendus) dermatologie Radboudumc

Geen

Geen

Geen

Uitvoeren van trials voor Janssen en Novartis en ontvangen sprekersvergoeding van Janssen en Eli Lilly. Alle financiering was onpersoonlijk en werd uitbetaald aan het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc.

Mogelijk 'Bescherming van de eigen reputatie/positie, positie van de werkgever of andere belangenorganisaties of verwerven van erkenning' vanwege promotieonderzoek op het gebied van behandeling van psoriasis met biologics.

Geen

28-06-2022

*

drs. S.E. Thomas

Arts-onderzoeker (promovendus) Dermatologie Radboud UMC

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

14-01-2022

Geen actie

dr. M. de Boer

GynaecoloogAmsterdam UMC

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

28-01-2022

Geen actie

Prof. dr. F.W.A. Verheugt

Cardioloog, OLVG Amsterdam

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

16-04-2021

Geen actie

dr. S. Dieleman

Psychiater

Erasmus MC

Speciale aandachtsgebieden zijn vroege psychotische en manische ontregelingen. Tevens waarnemend geneesheerdirecteur voor de WVGGZ. 2 uur per 2 weken werkzaam op het psychodermatologie spreekuur in het Erasmus MC.

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

28-04-2021

Geen actie

dr. F.A. van Gaalen

ReumatoloogLUMC, Leiden en Alrijne ziekenhuis, Leiderdorp

Bestuurslid en penningmeester Assessment of SpondyloArthritis international Society (ASAS) (onbetaald)

Betaald adviseurschap MSD, AbbVie, Novartis, Bristol Myers Squibb

Geen

-Externe onderzoeksfinanciering ontvangen van Stichting Vrienden van Sole Mio, Stichting ASAS, Jacobus Stichting, Novartis, UCB

 

-vanuit ASAS lid van stuurgroep van het ASAS-GRAPPA axial involvement in psoriatic arthriits cohort (AXIS)

Bestuurslid en penningmeester Assessment of SpondyloArthritis (SpA) international Society

 

Secretaris werkgroep SpA van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)

 

Adviseur Stichting Axiale SpA

 

Lid wetenschappelijke adviesraad (WAR) Reuma Nederland

Geen

29-04-2021

*

dr. E. Leijten

Reumatoloog

Sint Maartenskliniek

Geen

Dienstverlening (spreker) honorarium Janssen – Cilag

Geen

Geen

Geen

Geen

29-04-2021

Geen actie

dr. W. van Dop

MDL-arts, Radboudumc

Nijmegen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

05-07-2022

Geen actie

dr. E.T.T.L. Tjwa

MDL-arts/

hepatoloog

Radboudumc Nijmegen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

08-06-2022

Geen actie

drs. F. Korving

Poliklinisch apotheker in Tergooi MC

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

13-01-2022

Geen actie

drs. W. Eizenga

Huisarts

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

27-04-2021

Geen actie

dr. P.J.J. van Genderen

Directeur Corporate Travel Clinic Erasmus MC

 

Universitair Hoofd Docent, internist afdeling Medische Microbiologie en Infectieziekten, Erasmus MC

Lid van werkgroepen van Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering, te weten Malaria werkgroep (MWG), Kleine werkgroep (KWG) en Brede werkgroep (BWG) - onbetaald (vacatievergoeding)

 

Medische Advies Raad Sanquin - onbetaald (vacatievergoeding)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

24-01-2022

Geen acite

Prof. dr. R. van Crevel

Internist-infectioloog, Radboudumc

Nijmegen

Kleine vergoeding vanuit University of Oxford voor werkzaamheden in Jakarta binnen het Oxford Tropical Network

Geen

Geen

Geen conflictbelangen, onderzoek naar tuberculose, meest in Afrika en Azië, met financiering van National Institute of Health (USA), Wellcome Trust (UK, en EU)

Geen

Geen

12-01-2022

Geen actie

Dr. M.W.F. van den Hoogen

Internist-nefroloog

Opleider nefrologie

Erasmus MC

Onderwijs / consultancy voor een groot aantal zorgverleners / farmaceutische bedrijven.

Honorarium of andere (financiële) vergoeding

 

Astellas, Sanofi,

Vifor

 

Zie ook www.transparantieregister.nl

Geen

Onderzoeksgeld (aan Erasmus MC)

 

Astellas, Novartis,

Shire

De gegeven adviezen zullen ongetwijfeld bijdragen aan opbouwen van mijn eigen reputatie/positie en daarmee van het Erasmus MC.

 

Heeft bijzondere en unieke expertise over immuunsuppressiva.

Geen

30-03-2022

*

J. Janssens

Verpleegkundig specialist AGZ Bravis Ziekenhuis Bergen op Zoom/Roosendaal

Aandachtsgebied inflammatoire huidaandoeningen in dienstverband

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

12-01-2022

Geen actie

I. Laffra

Verpleegkundig specialist

Rijnstate

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29-04-2021

Geen actie

I. van Ee

Patiëntvertegenwoordiger

Patiënt partner, coördinator en centrale redactielid  - psoriasispatiënten Nederland - onbetaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

18-01-2021

Geen actie

drs. E. de Booij

Arts-onderzoeker NVDV

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

12-04-2021

Geen actie

drs. S.L. Wanders

Arts-onderzoeker NVDV

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

01-01-2022

Geen actie

drs. M.O. Hoogeveen

 

Arts-onderzoeker

NVDV

Klinisch onderzoek pediatrie Virtual Reality Hypnosis (geen medicamenteuze interventie); Literatuuronderzoek botulinetoxine en spieratrofie

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

25-01-2023

Geen actie

dr. W.A. van Enst

Klinisch epidemioloog

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

01-02-2023

Geen actie

* Ten aanzien van belangen: geen actie. Er is in deze richtlijn geen uitspraak gedaan over de eerste keuze biologics.

Inbreng patiëntenperspectief

Er is aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de zitting neming van een patiënt in de werkgroep en de opname van een tekst over het patiëntenperspectief per module. Het conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de patiëntenvereniging Psoriasispatiënten Nederland. Bij de patiëntenperspectief is de inbreng van het patiëntenperspectief besproken in een klankbordgroep bestaande uit 5 patiënt-partners bespreken, te weten: P. Vermeulen, F van Loon, J. van der Zon, H. Hulshuizen. S. Smits en I. van Ee

 

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

 

Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst (gebaseerd op het stroomschema ontwikkeld door FMS).

 

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

 

Module

Uitkomst Raming

Toelichting

Dimethylfumaraat

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Acitretine

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ciclosporine

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

 

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Methotrexaat

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Apremilast

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Infliximab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Etanercept

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Adalimumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Certolizumab pegol

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ustekinumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Secukinumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Brodalumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ixekizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Bimekizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Tildrakizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Guselkumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Risankizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Biosimilars

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Artritis psoriatica

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

IBD

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Kanker

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Depressie en suïcidaliteit

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Diabetes mellitus

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ischemische hartziekten en hartfalen

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Verminderde nierfunctie

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Virale hepatitis

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Tuberculose

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Kinderwens en zwangerschap

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Vaccinaties

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Immunogeniciteit

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Implementatie

In de verschillende fasen van de ontwikkeling van het richtlijn is rekening gehouden met de implementatie van het richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van het richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. Het richtlijn wordt via het internet verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen en er zal in verschillende specifieke vaktijdschriften aandacht worden besteed aan het richtlijn. Tevens zal een samenvatting worden gemaakt.

 

In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn(module) en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren, zoals de introductie van nieuwe biosimilars voor ustekinumab en secukinumab in de behandeling van psoriasis voor volwassenen. Het implementatieplan is te vinden als bijlagedocument. Omdat de maatschappelijke impact van de introductie van nieuwe biosimilars als groot werd ingeschat, is in 2022 een doorrekening van de gewijzigde kosten bij integrale implementatie van de richtlijn gerealiseerd in een zogenaamde Budget Impact Analyse (BIA). De volledige rapportage is opgenomen in de separate ‘Budget Impact analyse’. Voor de budget impact analyse wordt het huidige gebruik met biologics (originator en biosimilars) vergeleken met het toekomstige gebruik waarin de verwachte nieuwe biosimilars voor ustekinumab en secukinumab in zijn meegenomen.

Werkwijze

Knelpuntenanalyse

In de voorbereidingsfase heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarvoor alle belanghebbenden zijn uitgenodigd. In deze bijeenkomst zijn knelpunten aangedragen door de werkgroepleden; NVDV, Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Nederlandse Tevens werden uitgenodigd Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ), Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). 

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

Er is gekozen om de richtlijn Psoriasis van de European Dermatology Forum/EuroGuiDerm Guidelines, beter bekend als EDF, te adapteren naar de Nederlandse situatie. Het literatuuronderzoek is verricht door de EDF-werkgroep. Zij gebruiken hiervoor een standaardprocedure. Wij verwijzen u voor volledige informatie naar de website van de EDF-richtlijn.    

 

Uitgangsvragen en uitkomstmaten

De uitgangsvragen van de EDF-guideline werden geadapteerd naar de Nederlandse situatie.

 

Indicatorontwikkeling

Er werden geen nieuwe indicatoren ontwikkeld voor deze richtlijn. De huidige indicatoren volstaan.

 

Kennislacunes

Het literatuuronderzoek werd verricht door de EDF-werkgroep. Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk van belang wordt geacht, is als aanbeveling beschreven (zie bijlage op de startpagina). 

 

Juridische betekenis van richtlijnen

Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften maar wetenschappelijk onderbouwde en breed gedragen inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners zouden moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien richtlijnen uitgaan van ‘gemiddelde patiënten’, kunnen zorgverleners in individuele gevallen zo nodig afwijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist en na overleg met de patiënt, soms zelfs noodzakelijk. Een richtlijn beschrijft wat goede zorg is, ongeacht de financieringsbron (Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aanvullende verzekering of eigen betaling door de cliënt/patiënt). Opname van een richtlijn in een register betekent dus niet noodzakelijkerwijs dat de in de richtlijn beschreven zorg verzekerde zorg is.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, (patiënt) organisaties en stakeholders voorgelegd ter commentaar. De commentaren zijn verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren is de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter autorisatie door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Referenties

1. Living EuroGuiDerm Guideline for the systemic treatment of psoriasis vulgaris https://www.edf.one/home/Guidelines/EuroGuiDerm-psoriasis-vulgaris.html Geraadpleegd op 25-03-2022

2. FMS. Adapteren van internationale richtlijnen naar de Nederlandse praktijk. Adviesrapport. 20 november 2016. Utrecht

3. Sbidian E, Chaimani A, Garcia-Doval I, Doney L, Dressler C, Hua C, Hughes C, Naldi L, Afach S, Le Cleach L. Systemic pharmacological treatments for chronic plaque psoriasis: a network meta-analysis. Cochrane Database Syst Rev. 2022 May 23;5(5):CD011535. doi: 10.1002/14651858.CD011535.pub5. PMID: 35603936; PMCID: PMC9125768.

Volgende:
Kinderwens en zwangerschap bij systemische therapieën