PSA bij kinderen op locaties buiten de OK

Initiatief: NVA / NVK Aantal modules: 65

Inbakeren als "sedatie"

Uitgangsvraag

Wat is bekend over immobilisatie en (stevige) fixatie (“restraint”) van kinderen in het kader van een diagnostische of therapeutische procedure?

Aanbeveling

Bij jonge zuigelingen (< 6 maanden oud) kan inbakeren al dan niet in combinatie met een voeding net vóór de procedure worden overwogen als alternatief voor PSA bij niet-pijnlijke procedures. Inbakeren moet dan gezien worden als een leeftijdsaangepaste, niet-farmacologische manier om een optimaal comfort bij een procedure te creëren. 

 

De procedure wordt bij voorkeur gepland onmiddelijk na een reeds bestaand voedingstijdstip, zodat het normale voedingspatroon van het kind niet in het gedrang komt.

 

Inbakeren en preprocedurele voeding dienen niet te worden gecombineerd met een sedativum.

Overwegingen

Er is geen onderzoek beschikbaar dat inbakeren heeft bestudeerd in het kader van een medische procedure bij kinderen. Uitspraken over veiligheid en effectiviteit zijn 35 bijgevolg niet mogelijk. 

 

Er is geen onderzoek verricht naar het combineren van preprocedurele voeding en/of inbakeren met een sedativum. Het is aannemelijk dat zowel de preprocedurele voeding als het inbakeren de risico‘s van een PSA zouden kunnen verhogen doordat (1) een kind met een volle maag matig of diep gesedeerd wordt, (2) de visuele observatie van het kind wordt verhinderd en (3) het kind in een houding wordt gedwongen die het openhouden van de luchtweg en belangrijke beschermde reflexen (zoals bij bijvoorbeeld braken) zou kunnen tegenwerken.

 

Onderbouwing

Inbakeren als “sedatie” voor een medische procedure

Vooral jonge zuigelingen (< 6 maand oud) die een radiologisch onderzoek (CT scan of MRI scan) moeten ondergaan worden vaak "gesedeerd" met voeding en/of inbakeren. De bedoeling is om door het creëren van een aangenaam, comfortabel en voldaan gevoel een natuurlijke slaap te induceren die toelaat om het onderzoek te laten plaatsvinden.   

Niveau 2

Inbakeren van jonge huilbaby‘s en zuigelingen met hersenletsel die veel huilen leidt tot significant minder huilen.

 

B              van Sleuwen 2006, Oghi 2004

              

Niveau 4

Experts zijn van mening dat een zuigeling die moet worden "gesedeerd" voor een radiologisch onderzoek in eerste instantie voeding vlak voor het onderzoek kan worden gegeven en/of kan worden ingebakerd in plaats van sedativa te worden toegediend.

 

D                            Scottisch Intercollegiate Guidelines Network 2004, Royal Australasian

College of Physicians guideline 2006

Inbakeren werd uitgebreid bestudeerd in het kader van het behandelen van huilbaby‘s. Bij zuigelingen < 8 weken oud (van Sleuwen 2006, gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek) en bij zuigelingen met een hersenletsel die overdreven veel huilen (Oghi 2004, gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek) blijkt inbakeren de mate van het huilen significant te verminderen. 

 

In verschillende evidence based richtlijnen over procedurele sedatie bij kinderen wordt aanbevolen om bij radiologisch onderzoek bij jonge zuigelingen (< 3 tot 6 maand oud) geen sedatie te geven en zich te beperken tot het geven van een voeding vlak voor het onderzoek in combinatie met inbakeren van het kind (Scottish Intercollegiate Guidelines Network 2004, Royal Australasian College of Physicians guideline 2006). Voor geen van beide interventies, is evenwel evidence te vinden in de literatuur. Er bestaat geen observationeel of vergelijkend onderzoek bij zuigelingen waarbij de mate van effectiviteit en veiligheid van voeding en inbakeren (al dan niet gecombineerd) in het kader van radiologisch onderzoek of in het kader van een andere procedure werd onderzocht.

Zoektermen

Swaddling, child, infant, procedure

  1. Oghi S, Akiyama T, Arisawa K, Shigemori K. Randomised controlled trial of swaddling versus massage in the management of excessive crying in infants with cerebral injuries. Arch Dis Child. 2004;89:212-6.
  2. SIGN (Scottish Intercollegiate Guidelines Network). Safe sedation of children undergoing diagnostic and therapeutic procedures. Edinburgh, 2004. www.sign.ac.uk
  3. The Royal College of Australasian Physicians, Paediatrics and Child Health Division. Guideline Statement: Management of procedure-related pain in children and adolescents. Journal of Pediatrics and Child Health 2006;42:S1-S29.
  4. van S leuwen B, L‘hoir M, Engelberts A, Busschers W, Westers P, Blom M, Schulpen T, Kuis W. Comparison of behavior modification with and without swaddling as interventions for excessive crying. J. Pediatr. 2006;149:512-7.

Auteurs,

jaartal

 

Mate van bewijs

Studie type

 

Populatie

(incl. steekproefgrootte)

Inclusie criteria

Interventie (incl. duur, dosering) 

Controle

(incl. duur, dosering)

Outcome

(effectmaat, incl.

follow-up)

Resultaat

Opmerkingen, commentaar

Brenner,M

Pediatr.Nursing

2007;30:29-37

 

D

Algemeen beschrijvend

n.v.t

n.v.t

 

 

 

 

Schrijver citeert een aantal publicaties over restraint.

Dorfman DH.

2000

Pediatr.Emerg.C are 16[5], 355-

360

 

D

Review

n.n.b.

n.v.t.

Gebruik van restraint

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Noodzaak van klinische studies ter evaluatie van veiligheid en effectiviteit van verschillende methoden van fysieke restraint.

Dorfman, D. pediatr,

Emerg.Care.

2004;20 :151-6

 

D

 

N=48 EMR

N= 33 PEMF

Drie leeftijdscategorieën < 6 jaar, 7-12 jaar en > 13 jaar

Kinderen voor een behandeling  bij

EMR’s of PEMF’s.

Gebruik fysieke en chemische restraint

 

Er was weinig geschoold personeel voor het toepassen van restraint

 

 

 

Auteurs,

jaartal

 

Mate van bewijs

Studie type

 

Populatie

(incl. steekproefgrootte)

Inclusie criteria

Interventie (incl. duur, dosering) 

Controle

(incl. duur, dosering)

Outcome

(effectmaat, incl.

follow-up)

Resultaat

Opmerkingen, commentaar

Dorfman, D pediatr.emerg.ca re 2006;22:7-12

 

D

Retrospectief observationeel

N= 1125 Kinderen < 18 jaar jan.2001dec 2002

Het ondergaan van spoedeisende psychiatrische evaluatie

Gebruik van fysieke en medicamenteuze

restraint

 

Jongens ondergingen vaker restraint dan mmmmmmeisjes.

meisjes. Depressie en suicida Meisjes. Depressie en suïcidaal gedrag werden geassocieerd met een vermindering van restraint

 

 

Graham, P et al

Radiography

2004;10:23-31

 

C

Cross-sectional survey design

N=139

Kinderen die een röntgen onderzoek ondergaan

Al dan niet gebruik van restraint

 

 

Discussie blijft nodig betreffende de ethische  kant en noodzakelijkheidva n het gebruik van restraint

Veel radiologen zijjn niet geschoold in het gebruik en toepassen van restraint.

Houpt,M Pediatr.

Dent.2002;

24:289-294

 

D

vragenlijsten

N=1778

Alle tandartsen lid van USAP.

Gebruik van sedatie bij tandheelkundige procedures

 

 

In vergelijking met de onderzoeken van 1985 en 1991 werd een algemene toename van het gebruik van sedatie gesignaleerd.

 

Pearch,J. 2005 Pediatr. Nurse.

Nov 14 (9), 20-2

 

D

review

n.n.b.

n.v.t.

 

n.v.t.

 

Er is te weinig onderzoek naar restraint gedaan

Samenvatting van bevindingen naar onderzoek in de literatuur omtrent het gebruik van restraint.

 

Auteurs,

jaartal

 

Mate van bewijs

Studie type

 

Populatie

(incl. steekproefgrootte)

Inclusie criteria

Interventie (incl. duur, dosering) 

Controle

(incl. duur, dosering)

Outcome

(effectmaat, incl.

follow-up)

Resultaat

Opmerkingen, commentaar

Jeffery K. 2002 Peadiatr.Nurs nov 14(9), 20-2

 

D

 

n.n.b.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Kennis van de fasen in ontwikkeling van het kind, de rechten van het kind. Deze  moeten in ogenschouw worden genomen

bij het gebruik van restraint

 

Algemeen stuk over gebrekkige informatie en onderzoek naar restraint

Collins P, 1999

Peadiatr. Nurs ,

11:14-16

 

 

D

 

n.n.b.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Kennis over het effect van restraint op kinderen vereist meer onderzoek. Een constante toetsing van de ethische normen is noodzakelijk

 

Mogelijkheden tot het gebruik van alternatieven kunnen de noodzaak van restraint terugdringen

 

McGrath P, et al

2002

Journal of law and medicine 2002;10:84-96

 

D

Interview ouders

N=12 kinderen van

9 maanden-10 jaar

Acute lymfatische leukemie

n.v.t

n.v.t

De ervaringen van ouders van het gedwongen gebruik van restraint bij hun kinderen.

Aanzet tot discussie over de ethische en wettelijke normen met betrekking tot het gebruik van restraint bij kinderen.

 

Noodzaak tot onderzoek naar alternatieven die het gebruik van restraint kunnen verminderen.

 

Auteurs,

jaartal

 

Mate van bewijs

Studie type

 

Populatie

(incl. steekproefgrootte)

Inclusie criteria

Interventie (incl. duur, dosering) 

Controle

(incl. duur, dosering)

Outcome

(effectmaat, incl.

follow-up)

Resultaat

Opmerkingen, commentaar

Hardy M & Armitage G.

2002.

Journal of Child

Healthcare  vol 6

(2) 107-119

 

 

D

 

n.v.t

n.v.t

 

 

De noodzaak voor een formeel orgaan waar kan worden omgegaan met de klachten van kinderen.

Inzicht in de niet altijd goede bescherming van de rechten van het kind bij het gebruik van restraint.

Het gebruik van een protocol welk kinderen en ouders op een juiste manier van de correcte informatie met betrekking tot de te volgen procedure biedt.

 

Kupietzky A.

2004 British

Dental Journal

 

C

Algemeen beschrijvend stuk inclusief casestudies

Kinderen n.n.o

Tandheelkundige behandeling

Gebruik van conscious sedation samen met

restraint of algehele anaesthesie

n.v.t.

Ouders moeten over beide procedures volledig geïnformeerd worden. Daarna de vraag welke methode is het beste voor je kind.

Niet omschreven

 

Folkes K. 

2005

Paediatr.Nurs.;

17:41-44

 

D

Algemeen beschrijvend stuk

n.n.b

n.v.t

 

 

n.v.t.

Er is onderzoek nodig naar de consequenties van restraint, de gebruikte methodes en alternatieven.

Verpleegkundigen moeten zich ervan bewust worden dat het geen routine handeling is als zij restraint gebruiken.

Tomlinson,2004  Journal of oediatr.nursing

5;258-263

 

D

 

 

Kinderen en jong volw.met kanker

Behandeling ivm kanker

 

De keuze en het gebruik van restraint

 

 

 

Discussie over de implicaties rond het gebruik van restraint. De gevolgen op korte en lange termijn mede met het oog op vervolgbehandelingen.

Oghi, S.

Arch Dis Child

2004;89:212-6

 

B

RCT

N=13

N=12

Huilbaby’s en zuigelingen met hersenletsel

N=13 inbakeren,

N=12 massage

 

 

Inbakeren is effectiever dan massage en reduceert het huilen van de kinderen.

 

Auteurs,

jaartal

 

Mate van bewijs

Studie type

 

Populatie

(incl. steekproefgrootte)

Inclusie criteria

Interventie (incl. duur, dosering) 

Controle

(incl. duur, dosering)

Outcome

(effectmaat, incl.

follow-up)

Resultaat

Opmerkingen, commentaar

Sleuwen, van B.

et al

J.Pediatr.

2006;149:512-7

 

B

 

N= 398

Leeftijd maximaal

12 wk + 6 dagen

Huilbaby, geen gezondheidsklacht en

Gedragsmodificatie met of zonder inbakeren

 

 

Voor oudere kinderen helpt inbakeren niet. Voor kinderen jonger dan 8 weken

 

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 08-03-2012

Laatst geautoriseerd  : 08-03-2012

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde

Algemene gegevens

Organisatie

  • Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO

 

De verenigingen die in deze richtlijn (deel I, II en III) participeren zijn: 

  • Beroepsvereniging voor Orthopedagogen en Klinisch pedagogen met een Academische Opleiding
  • Landelijke Vereniging Kind en Ziekenhuis
  • Nederlands Genootschap van Abortusartsen
  • Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen
  • Nederlands Oogheelkundig Gezelschap
  • Nederlandsche Internisten Vereeniging
  • Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Tandheelkunde 
  • Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers
  • Nederlandse Vereniging van Intensive Care Verpleegkundigen
  • Nederlandse Vereniging van Nurse Practitioners
  • Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Intensive Care 
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Nederlandse Vereniging voor Kinderneurologie
  • Nederlandse Vereniging voor Neurologie
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidzorg voor Gehandicapten
  • Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland Afdeling Kinder Verpleegkundigen 

 

De verenigingen die in de richtlijn sedatie en/of analgesie (PSA) bij kinderen op locaties buiten de operatiekamer (deel III) participeren zijn:

  • Beroepsvereniging voor Orthopedagogen en Klinisch Pedagogen met een Academische Opleiding 
  • Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiemedewerkers
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Nederlandse Vereniging voor Kinderneurologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende Hulp Artsen
  • Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland Afdeling Kinder Verpleegkundigen
  • Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidzorg voor Gehandicapten
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde

 

Financiering

Deze richtlijn is tot stand gekomen met financiële steun van de ZonMW in het kader van het programma 'Evidence-Based Richtlijn Ontwikkeling (EBRO).'

Doel en doelgroep

Doel

Deze richtlijn wil op basis van een uitgebreide literatuurstudie en werkgroepbrede discussie aan drie doelstellingen voldoen:

 

A. Het vastleggen van de kwaliteitseisen waaraan PSA in het algemeen op de kinderleeftijd moet voldoen zodat die veilig en effectief is. Deze kwaliteitseisen hebben met name betrekking op: 

(1) de selectie van procedures en de selectie en voorbereiding van patiënten die voor PSA in aanmerking komen

(2)  de professional-afhankelijke voorwaarden en competenties, 

(3)  de noodzakelijke monitoring tijdens en na de procedure, 

(4)  de specifieke kindgerichte randvoorwaarden en omstandigheden

(5)  het gebruik van niet-farmacologische technieken

(6)  het voorkómen van procedurele dwang en geforceerde fixatie (restraint)

 

B. Het definiëren van specifieke en praktische aanbevelingen ten aanzien van PSA voor de meest courante medische procedures op de kinderleeftijd. 

 

C. Het uitwerken van een praktisch en implementeerbaar kader waarbinnen de

aanbevelingen kunnen worden gerealiseerd. De belangrijkst reden hiervoor zijn 

(1)  de verwachting dat ook in de toekomst de anesthesiologen niet volledig zullen kunnen voldoen aan de (steeds stijgende) vraag naar effectieve en veilige PSA 

(2)  het feit dat de vorige CBO richtlijn uit 1998 beperkt in de pediatrische sedatiepraktijk is doorgedrongen als gevolg van het ontbreken van een implementatietraject.

(3)  De vaststelling dat de meeste aanbevelingen van de nieuwe richtlijn niet zondermeer realiseerbaar zijn binnen de bestaande gezondheidszorg voor kinderen

 

De werkgroep wil met nadruk vermijden dat door het verwaarlozen van een traject voor implementatie de aanbevelingen van deze nieuwe richtlijn uiteindelijk niet zouden worden gerealiseerd. Specifieke aandacht werd daarom besteed aan de juridische verantwoordelijkheden, opleiding en de inzet van PSA-praktijkspecialisten en een lokale kwaliteitscommissie PSA. Tevens werd een eerste aanzet geschreven voor een specifiek implementatieplan.  

 

Doelgroep

Deze richtlijn is bestemd voor professionals die te maken kunnen hebben met pijnlijke en/of stresserende diagnostische of therapeutische procedures bij kinderen zoals kinderartsen, (kinder)chirurgen, SEH artsen, (kinder)radiologen, (kinder)anesthesiologen, (kinder)neurologen, orthopedagogen, kinderintensivisten, tandartsen, anesthesiemedewerkers, maar ook bevoegde en bekwame intensive care verpleegkundigen, kinderverpleegkundigen, physician assistants en nurse practitioners.

 

Deze richtlijn is geautoriseerd door de verenigingen die aan de ontwikkeling ervan hebben bijgedragen. Daarmee is deze richtlijn deel geworden van de professionele standaard van de leden van die verenigingen.

 

Hoewel deze richtlijn in de eerste plaats procedures en handelingen betreft die binnen een ziekenhuis plaatsvinden, gelden de aanbevelingen eveneens voor PSA‘s buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld binnen de tandheelkunde en de zelfstandige behandelcentra (ZBC).

Samenstelling werkgroep

  • P.L.J.M. Leroy, kinderarts (voorzitter)
  • mw. M.E.A. van Bergen-Rodts, vertegenwoordiger Vereniging Kind en Ziekenhuis 
  • mw. H.E. Blokland-Loggers, kinderarts
  • J.J. Dogger, anesthesiemedewerker
  • M.P. Gorzeman, spoedeisende-hulparts
  • mw. drs. M.M.L. van der Hall, orthopedagoog
  • F.T.M. ten Have, anesthesioloog
  • G. Jorna, kinderverpleegkundige en nurse practitioner kinderneurologie
  • mw. dr. A.Y.N. Schouten-van Meeteren, kinderarts 
  • mw. dr. M.H. Rövekamp, kinderarts
  • mw. I.N. Snoeck, kinderneuroloog
  • L.K.P. Tielens, anesthesioloog
  • J.I.M.L. Verbeke, radioloog
  • dr. J.S.J. Veerkamp, tandarts
  • drs. D.M. Schipper, adviseur CBO, secretaris
  • ir. T.A. van Barneveld, programmaleider CBO (tot en met september 2008)

 

Met dank aan:

  • Prof. mr. dr. J. Legemaate, juridisch adviseur Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
  • T. Porcelijn, anesthesioloog
  • mw. dr. D. Vieira-Travassos, kinderchirurg
  • dr. P.C. Makkes, adviseur tandheelkundig beleid

Belangenverklaringen

Activiteiten die de leden van de werkgroep ‘Sedatie’ in de afgelopen drie jaar hebben ontplooid op uitnodiging van of met subsidie van de farmaceutische industrie.

 

Werkgroep kinderen

 

Firma

Activiteit

Anders

Bergen M.E.A. van 

geen

 

 

Blokland H. 

geen

 

 

Dogger J.J. 

geen

 

 

Gorzeman M.P. 

geen

 

 

Hall drs. M.M.L. van der 

geen

 

 

Have F.T.M. ten 

geen

 

 

Jorna G.W.

geen

 

 

Leroy P. 

geen

 

 

Rövekamp M.H. 

Nutricia

 

congresbezoek juli

2005  

Schouten-van Meeteren A.Y.N. 

Schering Plough

Wetenschappelijk onderzoek

 

Snoeck I.N. 

geen

 

 

Tielens L.K.P.

geen

 

 

Verbeke J.I.M.L. 

geen

 

 

Veerkamp J.S.J.

geen

 

 

 

Inbreng patiëntenperspectief

Patiënten kijken met een ander perspectief naar de zorg dan hulpverleners. Hun ervaringsdeskundigheid is een belangrijke en waardevolle aanvulling in een richtlijn. Om het patiëntenperspectief gedurende het gehele richtlijnontwikkeltraject zo veel mogelijk te kunnen borgen, heeft in de werkgroep kinderen een vertegenwoordiger van de Vereniging Kind en Ziekenhuis zitting genomen als werkgroeplid. Deze vertegenwoordiger woonde als toehoorder tevens de plenaire werkgroepvergaderingen (van de werkroep Volwassenen, IC en kinderen tezamen) bij.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Implementatie

Voor publicatie van de richtlijn is deze van commentaar voorzien en beoordeeld door de wetenschappelijke verenigingen die bij de ontwikkeling van deze richtlijn betrokken waren. Ook is er een hoorzitting gehouden ten behoeve van ziekenhuisdirecteuren. De richtlijn is na vaststelling door de werkgroep door de verenigingen geautoriseerd, zodat deze richtlijn geldt als standaard voor de betrokken beroepsgroepen. Voor meer gedetailleerde implementatieactiviteiten zie aanverwanten.

 

Deze richtlijn wordt verspreid onder de leden van de beroepsgroepen die in de werkgroep zijn vertegenwoordigd en medische staven en directies van ziekenhuizen in Nederland. Een samenvatting van deze richtlijn wordt ter publicatie aangeboden aan het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

 

Om de implementatie en evaluatie van deze richtlijn te stimuleren, zijn indicatoren ontwikkeld aan de hand waarvan de implementatie steekproefsgewijs kan worden gemeten. Indicatoren geven in het algemeen de zorgverleners de mogelijkheid te evalueren of zij de gewenste zorg leveren. Zij kunnen daarmee ook onderwerpen voor verbeteringen van de zorgverlening identificeren. Ten tijde van het uitbrengen van deze richtlijn waren de indicatoren echter nog niet becommentarieerd waardoor deze separaat van de richtlijn zullen worden uitgebracht. 

Werkwijze

In het beginstadium van de ontwikkeling van deze richtlijn is het onderwerp van de richtlijn zoveel mogelijk afgebakend waarbij uitgangsvragen zijn vastgesteld. De werkgroep is opgesplitst in subgroepen:

  •  Werkgroep revisie richtlijn Sedatie en/of analgesie (PSA) bij volwassenen.
  •  Werkgroep Sedatie en/of analgesie (PSA) bij kinderen
  •  Werkgroep Sedatie en/of analgesie (PSA) bij intensive care patiënten

 

Iedere werkgroep krijgt de opdracht voorstellen te formuleren over inhoud, implementatie, 25 financiering, opleiding, kwaliteitsindicatoren en wetenschappelijk onderzoek.

 

De subwerkgroep kinderen heeft uitgebreid literatuuronderzoek verricht naar zo veel mogelijk relevante artikelen waarmee een antwoord kan worden gegeven op de uitgangsvragen. Na selectie van de literatuur is het resultaat op gestandaardiseerde wijze geanalyseerd waarbij de inhoudelijke en kwalitatieve resultaten van de gevonden artikelen in evidencetabellen, toelichtende teksten en conclusies zijn samengevat. Deze resultaten zijn besproken in de werkgroep, waarna aanbevelingen voor de praktijk zijn opgesteld. Na vaststelling van de conceptrichtlijn door de richtlijnwerkgroep is deze richtlijn voor commentaar verzonden naar de verenigingen van wie gemandateerde vertegenwoordigers zitting hadden in de werkgroep. Na verwerking van de commentaren is de richtlijn ter autorisatie naar aan de verenigingen voorgelegd en goedgekeurd.

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

De aanbevelingen uit deze richtlijn zijn, voor zover mogelijk, gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Relevante artikelen werden gezocht door het verrichten van systematische zoekacties in de Cochrane Library, Medline, Embase. Hierbij werd de taal gelimiteerd tot Nederlands, Engels, Duits, Frans. Daarnaast waren werkgroepleden in de gelegenheid literatuur aan te dragen. Er werd gezocht vanaf 1996 (Medline) en, afhankelijk van de context van de vragen, voor sommige vragen ook in Embase of Cinahl tot in ieder geval april 2006. 

 

De trefwoorden voor de patiëntenpopulatie (=P) in Medline zijn

-          de volgende gecontroleerde trefwoorden (de MESH, Medical Subject Heading) 

"Conscious-Sedation"/ all  explode "Analgesia"/ all  explode "Analgesics"/ all  en als vrije teksttermen  (sedation or analge*) in ti,ab

 

Dit resultaat is met een sensitief zoekfilter voor kinderen ingeperkt tot de juiste leeftijdsgroep en tot een van de volgende 4 talen: (dutch or german or french or english) in la

 

Aan deze algemene P + kinderen + talen zijn per vraag extra termen toegevoegd. Details van de zoekstrategie zijn te vinden in bijlage 5: Literatuursearches.

 

Kwaliteitsbeoordeling individuele studies

Na het zoeken van literatuur is het resultaat hiervan door de werkgroepleden beoordeeld en zijn de artikelen beoordeeld op bruikbaarheid. Wanneer de mogelijkheid bestond dat de uitgangsvraag met het artikel zou kunnen worden beantwoord, werd het artikel in de selectie opgenomen. De geselecteerde artikelen zijn door werkgroep beoordeeld op kwaliteit van het onderzoek en gegradeerd naar mate van bewijs, waarbij onderstaande indeling is gebruikt. 

 

Tabel 1. Indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies

 

 

Interventie

Diagnostisch accuratesse onderzoek

Schade/bijwerkingen*, etiologie, prognose

A1

Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau

A2

Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede

kwaliteit van voldoende

omvang

Onderzoek ten opzichte van een referentietest (een ‗gouden standaard‘) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van de resultaten van test en gouden standaard, betreffende een voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de index- en referentietest hebben gehad

Prospectief cohort onderzoek van voldoende omvang en follow-up, waarbij adequaat gecontroleerd is voor

‗confounding‘ en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten.

B

Vergelijkend onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2

(hieronder valt ook patiënt-controle onderzoek, cohortonderzoek)

Onderzoek ten opzichte van een referentietest, maar niet met alle

kenmerken die onder A2 zijn genoemd

Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 of retrospectief cohort onderzoek of patiënt-controle onderzoek

C

Niet-vergelijkend onderzoek

D

Mening van deskundigen

* Deze classificatie is alleen van toepassing in situaties waarin om ethische of andere redenen gecontroleerde trials niet mogelijk zijn. Zijn die wel mogelijk dan geldt de classificatie voor interventie       

 

Conclusie

Het wetenschappelijk materiaal is samengevat in een conclusie, waarbij het niveau van het meest relevante bewijs is weergegeven. Hiervoor is onderstaande indeling gehanteerd:

Tabel 2. Niveau van conclusies

 

Conclusie gebaseerd op

1

Onderzoek van niveau A1 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A2

2

1 onderzoek van niveau A2 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B

3

1 onderzoek van niveau B of C

4

Mening van deskundigen

 

Enquête

In het najaar 2006 en voorjaar van 2007 werd een landelijke enquête verricht naar het gebruik van procedurele sedatie en/of analgesie (PSA) bij Nederlandse algemeen kinderartsen werkzaam in universitaire en regionale ziekenhuizen. Deze enquête was een initiatief van de Afdeling Kindergeneeskunde en de afdeling Klinische Epidemiologie en Medical Technology Assessment (KEMTA) van het academisch ziekenhuis Maastricht. De enquête werd ontworpen en gecoördineerd door Piet Leroy, kinderarts-intensivist aan het azM en tevens voorzitter van de CBO-richtlijnenwerkgroep “Sedatie en Analgesie (PSA) bij kinderen op locaties buiten de operatiekamer”. De opbouw en resultaten van het onderzoek zijn te vinden bij de aanverwanten.

Activiteiten die de leden van de werkgroep ‘Sedatie’ in de afgelopen drie jaar hebben ontplooid op uitnodiging van of met subsidie van de farmaceutische industrie.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Medicatiecocktails PSA bij kinderen