Prostaatcarcinoom

Initiatief: NVU Aantal modules: 89

Seksuologisch revalidatieprogramma

Uitgangsvraag

Wat is de plaats van een seksueel revalidatieprogramma bij prostaatkankerpatiënten na de kankerbehandeling om de seksuele gezondheid te verbeteren? (gedefinieerd als een revalidatieprogramma met medische en psychologische interventies)

 

1.6 Clinical question (ENG)

What is the role of a sexual rehabilitation program in prostate cancer patients after cancer treatment to improve sexual health? (defined as a rehabilitation program with medical and psychological interventions)

Aanbeveling

  • Start penisrevalidatie bij patiënten met behoefte zo vroeg mogelijk na de behandeling door middel van PDE5i, vacuümpomp en/of injectietherapie.
  • Zorg voor seksuele gezondheid ook gedurende de follow-up periode
  • Overweeg het aanbieden van seksuele revalidatie aan patiënten met prostaatkanker waarbij aan de volgende voorwaarden kan worden voldaan:
    • de counseling start vóór de behandeling van prostaatkanker;
    • de behandeling van seksuele klachten moeten worden geleid door de voorkeuren en doelen van de patiënt en zijn partner;
    • er zijn zorgverleners in het behandelteam van de patiënt geëquipeerd om seksuele revalidatiezorg te verlenen;
    • heb naast aandacht voor erectiele disfunctie ook aandacht voor andere seksuele stoornissen en seksuele beleving.

Overwegingen

Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs

Ten aanzien van het beantwoorden van de vraag naar de waarde van een seksueel revalidatie programma (gedefinieerd als een programma dat medische en psychoseksuele  interventies omvat) bij prostaatkankerpatiënten na de behandeling van prostaatkanker, werd 1 observationele studie geïncludeerd. De bewijskracht voor de cruciale uitkomstmaat seksueel functioneren was zeer laag (afwaardering voor imprecisie en risico op bias). Er was geen data beschikbaar betreffende de cruciale uitkomstmaat seksuele tevredenheid. Bovendien was er geen data beschikbaar betreffende de belangrijke uitkomstmaten (kwaliteit van leven; partner relatie; depressie). De overall bewijskracht was dan ook zeer laag: er is sprake van een kennislacune.

 

Duidelijke richtlijnen over therapiekeuze, timing en regime voor penisrevalidatie na behandeling voor gelokaliseerde prostaatkanker zijn niet eenvoudig te leveren op basis van de huidige RCT’s beschikbaar in de literatuur. Vroeg begin van penisrevalidatie na behandeling voor lokale prostaatkanker levert betere resultaten dan uitgestelde therapie. (Philippou, 2018) Over het algemeen is er heel weinig bekend uit de literatuur over de lange termijn resultaten van penisrevalidatie na RP en RT en de gepresenteerde data is voornamelijk gericht op de erectiele functie (Nicolai, 2021). Andere frequent voorkomende seksuele bijwerkingen worden onderbelicht (Frey, 2014; Liu, 2017; Sari Motlagh, 2021). Er is een hoge graad van bewijs voor het positieve effect van PDE5i voor bevorderen van erectiele functie en seksuele tevredenheid zowel na RP als RT (Liu, 2017; Philippou, 2018; Sari Morlagh, 2021). Echter het effect op herstel van erectiele functie naar de preoperatief niveau ontbreekt. Dit wordt  ook ondersteund door een Cochrane review (Philippou, 2018). Volgens systematische reviews behoren vacuümpomp en intracavernosale injecties ook tot de mogelijkheden van penisrevalidatie (Nicolai, 2021; Frey, 2014). Echter, PDE5i hebben mogelijk een positief effect op verandering van de penislengte en verkromming na RP (Frey, 2014).

In het geval van ED bij niet oncologische patiënten, is de combinatie van psychoseksuele interventies en PDE5is een veelbelovende strategie voor een gunstig resultaat en kan worden beschouwd als een belangrijk keuze optie voor ED-patiënten. Er zijn meerdere RCT's nodig om deze eerste bevinding te bevestigen (Schmidt, 2014). Vanuit deze gedachte en vele seksuele bijwerkingen, behalve ED, van de prostaatkankertherapie werd gedacht aan de betrokkenheid van een klinisch seksuoloog bij een postoperatieve gecombineerde penis- en seksuele revalidatie programma na RP.

 

Postoperatieve seksuele revalidatie programma’s na RP lijken een positief effect te hebben op de mogelijkheid van een acceptabel seksueel leven en penetratie gericht seksuele activiteit een jaar na de operatie.  Deze resultaten lijken ook houdbaar te zijn

op de lange termijn (Stroberg, 2020).

 

Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun partners)

Om de kwaliteit van leven en seksuele relatie te verbeteren, zijn naast nieuwe interventies en zorgmodellen, ook strategieën nodig voor het identificeren van die mannen met aanhoudende seksuele en relationele problemen, afgestemd op de individuele behoeften.

 

Kosten (middelenbeslag)

Kosten-batenanalyse van penis- en seksuele revalidatie werden tot heden niet verricht.

Er is een toename te verwachten van zorgkosten, zowel door geschoolde en getrainde zorgaanbieders als tijd van de medische specialisten. Tot heden worden de behandeling van seksuele revalidatie en erectiele dysfunctie niet vergoed door de zorgverzekeraars.

Echter, de behoefte aan zorg voor de seksuele gezondheid is bewezen aanwezig zowel bij patiënten als hun partners. Seksueel welzijn wordt gezien als een van de graadmeters voor kwaliteit van het leven en is van invloed op de stemming en het fysieke en mentale welzijn van oncologie patiënten. In het kader van de huidige recente gepubliceerde “Cancers beating Plan”  van de Europese Commissie is seksueel welzijn onderdeel van kwaliteit van het leven en de zorg voor oncologie patiënten en hun partners in het algemeen (EU, 2021).

 

Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie

De meerderheid van de prostaatkankerpatiënten en hun partners hebben behoefte aan ondersteuning op gebied van intimiteit en seksuele gezondheid. Daarom is seksuele revalidatie een mogelijk onderdeel van de behandeling. Deze moet nog wetenschappelijk gedefinieerd en bewezen worden.

Implementatie van seksuele gezondheidzorg, begint al bij keuze van de behandeling en vraagt zowel een toename in kennis en training van de betrokkenen hulpverleners, als aanwezigheid van de juiste financiële en ondersteunende voorzieningen.

 

Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies

Er is hoge graad van bewijs voor de positieve effect van PDE5i voor bevorderen van erectiele functie en seksuele tevredenheid zowel na RP als RT. Echter, duidelijke richtlijnen over therapiekeuze, timing en regime voor penisrevalidatie na behandeling voor gelokaliseerde prostaatkanker zijn niet eenvoudig te leveren op basis van de huidige beschikbaar literatuur. Vroeg begin van penisrevalidatie na behandeling voor lokale prostaatkanker levert beter resultaten dan uitgesteld therapie.

De beschikbare data zijn voornamelijk gericht op ED en er is relatief weinig bekend over andere seksuele gevolgen van de behandeling en over de lange termijn resultaten van penisrevalidatie na RP en RT.

Hoewel de bewijskracht gering is, lijken postoperatieve gecombineerde penis- en seksuele revalidatie programma’s na RP met aandacht voor erectiele functie en andere seksuele bijwerkingen een positief effect te hebben op de mogelijkheid van een acceptabel seksueel leven en penetratie gerichte activiteit een jaar na de operatie.  Deze resultaten lijken ook houdbaar te zijn op de lange termijn.

Onderbouwing

Seksuele revalidatie waarbij aandacht wordt gegeven aan alle seksuele gevolgen van de behandeling inclusief emotionele, relationele en psychosociale gevolgen krijgt minder aandacht. Toch lijkt meer behoefte te bestaan aan deze vorm van revalidatie. Een penisrevalidatieprogramma, waarbij alleen wordt gekeken naar het revalideren van erectie en in literatuur het meest wordt bestudeerd, kan aangeboden worden aan patiënten na radicale prostatectomie (RP) en na radiotherapie (RT). Er bestaat geen bewezen standaardprotocol voor penisrevalidatie en de adherente is in het algemeen beperkt, onder andere wegens financiële redenen.

Very low GRADE

The evidence is very uncertain about the effect of a combined penile and sexual rehabilitation program on having regular sexual activity with penetrating sex, compared to a penile rehabilitation program in men one year after robot-assisted radical prostatectomy for prostate cancer.

 

Sources: Ljunggren, 2015

 

- GRADE

No data was available on the outcome measures sexual satisfaction, quality of life, partner relationship, and depression.

Description of studies

Ljunggren (2015) evaluated in a prospective observational study a combined penile and sexual rehabilitation program with a clinical sexologist (study group) compared to a penile rehabilitation program alone (reference group) one year after robot-assisted radical prostatectomy. Patients were preoperatively potent (International Index of Erectile Function-short version, IIEF-5 >21) and sexually active. The prostatectomy was performed regarding localized prostate cancer (tumour stage: T1c, T2, pT3, PSA <10 and Gleason score <8) with or without preservation of the neurovascular bundles.

 

The aim of the penile rehabilitation program (since 2007) was to restore post-operative erectile dysfunction for all men that were preoperatively fully potent. Based on the outcome of the procedure (bilateral nerve-sparing; unilateral nerve-sparing; non nerve-sparing) and the recorded Erection Hardness Score at one month, patients received either: 1) no treatment; 2) oral PDE-5 inhibitors; 3) intraurethral PGE-1 gel; 4) intracavernous PGE-1 injections or 5) any combination of 2, 3, and 4. Participants of the penile rehabilitation program were 28 Caucasian men with a mean age of 61 years (range 47-69). In 16 cases the bundles were preserved bilaterally (57.1%), in 9 unilaterally (32.1%) and in 3 no preservation was possible (10.7%)). All operations were performed by one surgeon alone.

 

In 2009 a clinical sexologist was included in the penile rehabilitation program and the program was extended to become a combined penile and sexual medicine rehabilitation program. The clinical sexologist saw the patient and his partner before surgery and at 1, 3, 6 and 12 months postoperatively and on additional visits when needed during the first postoperative year. During the study period, only one clinical sexologist was involved in the management of all the patients. Various counselling methods were used in the sexual rehabilitation process, usually psycho-dynamic therapies for a relation perspective (i.e.; Motivation Interviewing, Cognitive Behaviour Therapy, Coaching, Coping, and Biofeedback). Participants of the combined program consisted of 79 Caucasian men with a mean age of 61 years (range 45-74). In 36 cases the bundles were preserved bilaterally (46.0%), in 34 unilaterally (43.0%) and in 9 no preservation was possible (11.4%). All operations were performed by one surgeon alone. The main outcome measure in this study was having regular sexual activity (at least 1-2 times/month) with penetrating sex.

 

Results

Outcome measure 1: sexual functioning

Ljunggren (2015) defined erectile function as having regular sexual activity (at least 1-2 times/month) with penetrating sex. Being sexually active with penetrating sex was reported by 66 of 79 (84%) men participating in the combined penile and sexual rehabilitation program versus 17 of 28 (61%) men that participated in the penile rehabilitation program (p=0.02).

 

Outcome measure 2: sexual satisfaction

No studies reported on sexual satisfaction.

 

Outcome measure 3: quality of life

No studies reported on quality of life.

 

Outcome measure 4: partner relationship

No studies reported on partner relationship.

 

Outcome measure 5: depression

No studies reported on depression.

 

Level of evidence of the literature

Observational studies for intervention questions start at a low GRADE. The following outcome measures were not reported: sexual satisfaction, quality of life, partner relationship, and depression.

 

The level of evidence regarding the outcome measure having regular sexual activity with penetrating sex was downgraded by three levels to a very low GRADE because of imprecision (-2) (only one study was included for this outcome measure with a small sample size: 79 men in the intervention group and 28 men in the control group) and risk of bias (-1) (differences in follow-up between intervention and control group; instrument for outcome assessment was not mentioned; few baseline characteristics of the study sample were reported).

A systematic review of the literature was performed to answer the following question:

What are the (un)favourable effects of sexual rehabilitation in prostate cancer patients after cancer treatment?

 

P: patients: Patients with prostate cancer after cancer treatment

I: intervention: Sexual rehabilitation (defined as a rehabilitation program with a combination of medical and psychological interventions)

C: control: No intervention targeting sexual rehabilitation

O: outcome measure: Sexual functioning (e.g., erectile function), sexual satisfaction, quality of life, partner relationship, depression

 

Relevant outcome measures

The guideline development group considered sexual functioning and sexual satisfaction as  critical outcome measures for decision making; and quality of life, partner relationship, and depression as important outcome measures for decision making.

 

A priori, the working group did not define the outcome measures sexual functioning, sexual satisfaction, quality of life, partner relationship, depression, but used the definitions used in the studies.

 

The working group defined a relative risk ≤0.8 or ≥1.25 as a minimal clinically (patient) important difference for all the outcome measures.

 

Search and select (Methods)

An exploratory search was performed on prostate cancer and penile/sexual rehabilitation in the databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) with relevant search terms from 2005 to March 2021. This systematic literature search on reviews and RCTs resulted in 714 hits. In addition, a more focused search on sexual rehabilitation in prostate cancer patients, defined as a sexual rehabilitation program with a combination of medical and psychological interventions, was performed in the databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) with relevant search terms from 2005 to July 2021. This systematic literature search on observational studies resulted in 79 hits. The detailed search strategies are depicted under the tab Methods. Studies were selected based on the following criteria: 1) the study population consisted of prostate cancer patients; 2) the intervention to improve sexual health involved a combination of medical and psychological elements; 2) at least one of the predefined outcome measures was reported. 10 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 9 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and one study was included.

 

Results

One study (Ljunggren, 2015) was included in the analysis of the literature. Important study characteristics and results are summarized in the evidence table. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias table.

  1. 2 - Frey AU, Sønksen J, Fode M. Neglected side effects after radical prostatectomy: a systematic review. J Sex Med. 2014;11(2):374-385. doi:10.1111/jsm.12403
  2. 3 - Liu C, Lopez DS, Chen M, Wang R. Penile Rehabilitation Therapy Following Radical Prostatectomy: A Meta-Analysis. J Sex Med 2017;14:1496–1503.
  3. 4 - Ljunggren C, Ströberg P. Improvement in sexual function after robot-assisted radical prostatectomy: A rehabilitation program with involvement of a clinical sexologist. Cent European J Urol. 2015;68(2):214-20. doi: 10.5173/ceju.2015.484. Epub 2015 May 4. PMID: 26251748; PMCID: PMC4526602.
  4. 5 - Nicolai M, Urkmez A, Sarikaya S, et al. Penile Rehabilitation and Treatment Options for Erectile Dysfunction Following Radical Prostatectomy and Radiotherapy: A Systematic Review. Front Surg. 2021;8:636974. Published 2021 Mar 2. doi:10.3389/fsurg.2021.636974
  5. 6 - Nguyen DD, Berlin A, Matthew AG, Perlis N, Elterman DS. Sexual function and rehabilitation after radiation therapy for prostate cancer: a review. Int J Impot Res. 2021;33(4):410-417. doi:10.1038/s41443-020-00389-1
  6. 7 - Philippou YA, Jung JH, Steggall MJ, O'Driscoll ST, Bakker CJ, Bodie JA, Dahm P. Penile rehabilitation for postprostatectomy erectile dysfunction. Cochrane Database of Systematic Reviews 2018, Issue 10. Art. No.: CD012414. DOI: 10.1002/14651858.CD012414.pub2.
  7. 8 - Sari Motlagh R, Abufaraj M, Yang L, et al. Penile Rehabilitation Strategy after Nerve Sparing Radical Prostatectomy: A Systematic Review and Network Meta-Analysis of Randomized Trials. J Urol. 2021;205(4):1018-1030. doi:10.1097/JU.0000000000001584
  8. 9 - Schmidt HM, Munder T, Gerger H, Frühauf S, Barth J. Combination of psychological intervention and phosphodiesterase-5 inhibitors for erectile dysfunction: a narrative review and meta-analysis. J Sex Med. 2014;11(6):1376-1391. doi:10.1111/jsm.12520
  9. 10 - Stroberg P, Ljunggren C, Sherif A. Sustainable long-term results on postoperative sexual activity after radical prostatectomy when a clinical sexologist is included in the sexual rehabilitation process. A retrospective study on 7 years postoperative outcome. Cent European J Urol. 2020;73(4):551-557. doi: 10.5173/ceju.2020.0079R. Epub 2020 Oct 31. PMID: 33552583; PMCID: PMC7848825.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 22-12-2023

Laatst geautoriseerd  : 22-12-2023

Geplande herbeoordeling  :

Bij het opstellen van de module heeft de werkgroep een inschatting gemaakt over de maximale termijn waarop herbeoordeling moet plaatsvinden en eventuele aandachtspunten geformuleerd die van belang zijn bij een toekomstige herziening (update). De geldigheid van de richtlijnmodule komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Urologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Urologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging voor Seksuologie
  • ProstaatKankerStichting

Algemene gegevens

De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.kennisinstituut.nl) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). Patiënten participatie bij deze richtlijn werd medegefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC) binnen het programma KIDZ. De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.

Samenstelling werkgroep

Werkgroep

  • Prof. dr. R.J.A. van Moorselaar, uroloog, werkzaam in het Amsterdam Universitair Medische Centra, locatie VUmc, NVU, voorzitter
  • Prof. dr. J.O. Barentsz, radioloog, werkzaam in het RadboudUMC, NVvR
  • Drs. R.J. van Alphen, internist-oncoloog werkzaam in het ETZ
  • Drs. R. van der Giessen, patiënten vertegenwoordiger, Prostaatkankerstichting
  • Prof. dr. L. Incrocci, radiotherapeut-oncoloog, werkzaam in het Erasmus MC, NVRO
  • Dr. M.J.R. Janssen, nucleair geneeskundige, werkzaam in het RadboudUMC, NVvN
  • Dr. G.J.L.H. van Leenders, patholoog, werkzaam in het Erasmus Medisch Centrum, NVvP
  • Dr. I.M. van Oort, uroloog, werkzaam bij het RadboudUMC, NVU
  • Dr. I. Schoots, radioloog, werkzaam bij het Erasmus MC, NVvR
  • Dr. D.M. Somford, uroloog, werkzaam bij CWZ Nijmegen, NVU
  • Dr. Y. Reisman, uroloog, seksuoloog NVVS, Flare-Health, Amstelveen, NVVS
  • Drs. I. Zantingh, gz-psycholoog – seksuoloog NVVS, werkzaam bij Antoni van Leeuwenhoek, NVVS
  • C.N. Tillier, verpleegkundig specialist urologie, werkzaam bij Antoni van Leeuwenhoek, V&VN
  • Drs. H.A.M. Vanhauten, werkzaam bij het UMCG, radiotherapeut-oncoloog. NVRO
  • Dr. E. Vegt, nucleair geneeskundige, werkzaam in het Erasmus MC, NVNG
  • Dr. M. Tascilar, internist-oncoloog, werkzaam in Isala, NIV
  • Dr. A. Bergman, internist-oncoloog werkzaam bij Antoni van Leeuwenhoek, NIV

Met ondersteuning van:

  • Dr. I. Mostovaya, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. J. Boschman, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. M. van Son, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De KNMG-code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

* Van Moorselaar

Uroloog, Amsterdam UMC

Advisory board: Astellas, AstraZeneca Bayer, Janssen, Sanofi-Genzyme: Betaald

President European Board of Urology: onbetaald

Board member European School of Urology: onbetaald

geen

Geen actie.

In transparantieregister diverse keren honoraria genoemd voor Astellas, AstraZeneca Bayer, Janssen, Sanofi-Genzyme (2018-2020). Bij herziening RL 2017 zat Jeroen ook al in deze adviescommisies (alleen AstraZeneca is erbij gekomen)

Reisman

Directeur en Seksuoloog Flare-Health, Amstelveen (0.5 fte)

Hoofdopleider Seksuologie, RINO Amsterdam (zzp contract)

Past-President European Society for Sexual Medicine (ESSM) - ddel nemen aan het bestuur

 

Bestuurlid en Past-President Multidisciplinary Joint Committee for Sexual Medicine of the European Union for Medical Specialists (UEMS)

 

Co-director ESSM School and Advanced Course of Sexual Medicine

 

Voorzitter network workinggroup HPV information and education van European Cancer Organisation (ECCO)

 

Honorary Professor of Urology, Federal State Institute of Urology, Moscow

 

Visiting Professor of Andrology, Shanghai Jiao Tong University, China

 

Allemaal vrijwillig

Adviseur Besins Health Care

Spreker: Lundbeck, Lilly, Coloplast en Berlin-Chemie

 

Expertise op gebied van Onco-Seksuologie

Editor "Cancer, Intimacy and Sexuality"

Geen actie.

Tillier

Verpleegkundig Specialist Urologie NKI-AVL, Amsterdam

EAUN Chair Elect (onbetaald)

Consultant IPSEN bij het schrijven van informatie boekje voor patienten over hormonale behandeling bij prostaatkanker

Geen.

Geen actie.

Schoots

Radioloog, Radiologie & Nucleair Geneeskunde, Erasmus MC

(0.8 fte betaald)

Research appointment, Radiologie, AVL-NKI (0.2 fte betaald)

Advies functie - Quantib NV: radiologische software als hulp voor radiologische beoordeling van prostaat MRI - (betaald - aan werkgever Erasmus MC)

Geen actie. De UV's die we updaten hebben geen betrekking op de prostaat MRI.

Van der Giessen

Lid Kwaliteits Groep Prostaatkanker Stichting (vrijwilliger)

Lid Overleggroep NWO (Erasmus- vrijwilliger))

Geen.

Geen.

Geen actie.

Vegt

Nucleair geneeskundige - Erasmus MC Rotterdam

Geen.

Deelname aan de studie "ROTOR registry'' naar uitkomsten van Ra-223-therapie bj prostaatcarnicoom, gefinancieerd door Bayer.

ROTOR registry heeft mogelijk enige betrekking op UV1 hormoongevoelig prostaatcarcinoom. Werkgroeplid is niet als trekker/meelezer betrokken bij deze UV.

Van Oort

Oncologisch Uroloog, Radboudumc Nijmegen

Geen.

adviseurschap bij

Astellas, Sanofi, Janssen, Roche, Bayer

 

gefinancieerd onderzoek door: Astellas, Janssen, Bayer

 

Radboudumc heeft de SelectMdx urinetest ontwikkeld, eigendom ligt nu extern

Geen actie.

In transparantieregister diverse keren honoraria genoemd voor Astellas, Bayer, Janssen, Sanofi-Genzyme (2018-2020). Bij herziening RL 2017 zat Inge ook in deze adviescommisies. Onderzoek gefinancierd door de industrie (was bij 2017 werkgroep ook zo).

Incrocci

Radiotherapeut-oncoloog, Erasmus MC, Rotterdam

Geen.

Geen.

Geen actie.

Barentsz

Hoogleraar Radiologie Radboudumc

Geen.

onbetaald adviseur van SPL Medical en Soteria Medical

Geen actie.

Bergman

Internist-Oncoloog, Nederlands Kanker Instituut, Antoni van Leeuwenhoek

'Bezoldigde sprekers/organisatie vergoedingen van Bayer, Astellas, Sanofi

Participatie Advisory boards: Astelas, Jansen, Bayer, Sanofi.

 

Financiering Investigator Initiated Studies door: Astellas, Sanofi, Bayer, Amgen

Participatie industry sponsored Studies van: Merck, Astellas, Jansen, Bayer, Astra Zeneca.

 

Bestuurslid Dutch Uro Oncology Study Group.

Geen actie.

Vergoedingen industrie en onderzoek gefinancierd door industrie

Vanhauten

Radiotherapeut oncoloog UMCG

Bestuurslid Prostaatcentrum Noord-Nederland, onbetaald.

Enkele malen per jaar lezing/panellid Astellas, Jansen, Prevents waarvoor sprekersvergoeding.

Geen.

Geen actie.

Tascilar

Internist-Oncoloog

Isala, Zwolle

Lid commissie  OOM (NVMO), aanvragen van off label indicaties voor oncologische middelen, vacatie

lid Raad van Advies Prostaatkankerstichting, onbetaald

DUOS werkgroep gemetastaseerd prostaatcarcinoom, onbetaald

Geen.

Geen actie.

Mensink

VrÍjwilliger, Belangenbehartiger Kwliteit van Zorg bij Prostaatkankerstichting

Geen.

Geen.

Geen actie.

Janssen

nucleair geneeskundige Radboudumc

Voorzitter onderwijscommissie NVNG (onbetaald)

lid onderwijscommissie NVvR (onbetaald

lid commissie wetenschappelijke ontmoetingen NVNG

docent landelijk differentiantenonderwijs nucleaire radiologie (onkostenvergoeding)

PROPER-ABX studie, vergelijkende studie waarin Axumin en PSMA-1007 woren vergeleken qua diagnostische waarbij bij patienten met biochemische recidief prostaatcarcinoom, gefinancieerd door ABX.

Geen actie. De UV's die we updaten hebben geen betrekking op Axumin en PSMA-1007.

Van Alphen

internist oncoloog bij ETZ te Tilburg fulltime

bestuurslid NVMO 3 uur per week (betaald aan het MSB)

Bestuurslid NVMO vacatie gelden 3 uur per week aan MSB

NIV platform kwaliteit 4 avonden per jaar vacatie -> MSB

Richtlijnen commissie NVMO 2 uur per maand vacatie -> MSB

Richtlijnen commissie NIV 1 uur per maand vacatie -> MSB

Commissie kwaliteit NVMO: 1 uur per maand vacatie MSB

Inval vanuit NIV voor module hormoonsensitief prostaat carcinoom.

ja, Studies met Pfizer, Bayer, Astellas, eigenlijk alle firma's die met prostaatkanker werken.

Ik ken geen oncoloog in een groter perifeer ziekenhuis of academie die hier nee kan invullen. Hooguit neutraal als je voor alle firma's studies hebt lopen.

Geen actie???

Zantingh

gz-psycholoog / seksuoloog NVVS

Antoni van Leeuwenhoek

Centrum kwaliteit van leven

 

docent cursus Seksuologie in de GZ opleiding

RINO Amsterdam

 

eigenaar / praktijkhouder

Seksuologie Praktijk Utrecht

onbetaald

lid mediacommissie NVVS

 

onbetaald

voorzitter NVVS Special Interest Group onco-seksuologie

Geen.

Geen actie.

Van Leenders

Patholoog, Erasmus MC, Rotterdam

Bestuurslid Nederlandse Expertgroep Urologische Pathologie (NEUP), European Network of Uropathology (ENUP), International Society of Urological Pathology (ISUP)

 

Wetenschappelijke raad ProstaatKankerStichting (PKS) en stichting Egidius

 

Lidmaatschap EAU guideline committee prostate cancer, en International Collaboration on Cancer Reporting (ICCR) prostate cancer

Geen

Geen actie.

Somford

Uroloog CWZ  en Prosper (1.0 FTE)

 

Uroloog Radboudumc (detachering)

Voorzitter Werkgroep Oncologische Urologie (WOU) van de NVU

 

Voorzitter Clinical Audit Board (CAB) Multidisciplinaire Kwaliteitstregistratie Prostaakanker (DICA)

 

Voorzitter Lokale Toetsingscommissie CWZ

 

Lid Wetenschappelijke Commissie (NVU)

 

Associate Editor Frontiers in Oncology

Research Grants (CWZ): KWF, Besins Health Care

 

Contracted research (CWZ): Janssen, Eli Lilly, Astellas, Blue Earth Diagnostics, Bayer, SPL Medical, QED Therapeutics

 

Advisory Boards:

Astellas, Janssen, MSD, Bayer

 

Consultancy:

Patient+

 

Lectures:

Bayer, Janssen

 

 

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door een afgevaardigde van een patiëntenvereniging, de ProstaatKankerStichting, in de werkgroep te laten participeren.

Implementatie

In de verschillende fasen van het ontwikkelproces is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijnmodule en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de module in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. De implementatietabel is te vinden bij de aanverwante producten.

Werkwijze

AGREE

Deze module is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. Voor een stap-voor-stap beschrijving hoe een evidence-based module tot stand komt wordt verwezen naar het stappenplan Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Knelpuntenanalyse

Uit de inventarisatie van de knelpunten door werkgroep/commissie Prostaatcarcinoom van de NVU (2017) bleek dat er een noodzaak was voor (revisie) van deze richtlijnmodule.

 

Uitgangsvraag en uitkomstmaten

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse is door de werkgroepleden en de adviseur een uitgangsvraag opgesteld. Vervolgens inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als kritiek, belangrijk (maar niet kritiek) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de kritieke uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

Aan de hand van specifieke zoektermen werd gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De geselecteerde databases waarin is gezocht en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in de module met desbetreffende uitgangsvraag. De zoekstrategie is opvraagbaar bij de Richtlijnendatabase, zie het tabblad Zoekverantwoording voor verdere details.

 

Kwaliteitsbeoordeling individuele studies

Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (risk of bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de Risk of Bias (RoB) tabellen. De gebruikte RoB instrumenten zijn gevalideerde instrumenten die worden aanbevolen door de Cochrane Collaboration:

•          AMSTAR – voor systematische reviews.

 

Samenvatten van de literatuur

De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidence-tabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur. Indien van toepassing: Bij een voldoende aantal studies en overeenkomstigheid (homogeniteit) tussen de studies werden de gegevens ook kwantitatief samengevat (meta-analyse) met behulp van Review Manager 5.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor: Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (zie http://www.gradeworkinggroup.org/).

 

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie (Schünemann, 2013).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie verandert wanneer er  resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is mogelijk dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • er is een reële kans dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Formuleren van de conclusies

Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methodiek. De werkgroepleden maakten de balans op van elke interventie (overall conclusie). Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen. De overall bewijskracht wordt bepaald door de laagste bewijskracht gevonden bij een van de kritieke uitkomstmaten. Bij complexe besluitvorming waarin naast de conclusies uit de systematische literatuuranalyse vele aanvullende argumenten (overwegingen) een rol spelen, werd afgezien van een overall conclusie. In dat geval werden de gunstige en ongunstige effecten van de interventies samen met alle aanvullende argumenten gewogen onder het kopje Overwegingen.

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt, kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje Overwegingen.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.

 

Randvoorwaarden (Organisatie van zorg)

Bij de ontwikkeling van de module is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die een randvoorwaarde zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag, randvoorwaarden die van invloed zijn op de implementatie van de aanbeveling zijn opgenomen in de implementatietabel.

 

Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van deze module is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvraag. Er is nagegaan of (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden. Mocht dit bij deze module het geval zijn, dan is er een aanbeveling voor het doen van onderzoek opgenomen in de bijlage Kennislacunes. Deze bijlage is te vinden onder de aanverwante producten.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, instanties en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve module werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd. De commentaartabel is op te vragen bij het Kennisinstituut via secretariaat@kennisinstituut.nl

 

1.5 Literatuur

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, et al. AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348.

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0. Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html. 2012.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html. 2013.

Schünemann HJ, Oxman AD, Brozek J, et al. Grading quality of evidence and strength of recommendations for diagnostic tests and strategies. BMJ. 2008;336(7653):1106-10. doi: 10.1136/bmj.39500.677199.AE. Erratum in: BMJ. 2008;336(7654). doi: 10.1136/bmj.a139. PubMed PMID: 18483053.

Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen: stappenplan. Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Informatie en nazorg