Prostaatcarcinoom

Initiatief: NVU Aantal modules: 89

Bevorderen seksuele gezondheid

Uitgangsvraag

Hoe dient seksuele gezondheid bij patiënten met prostaatkanker te worden bevorderd en welke onderwerpen ten aanzien van seksuele gezondheid moeten besproken worden met de patiënt met prostaatcarcinoom en zijn partner?

 

Clinical question (ENG)

How should sexual health in prostate cancer patients be addressed and improved and what topics have to be discussed with the patient and his partner?

Aanbeveling

  • Bespreek veranderingen en mogelijke problemen in seksuele gezondheid bij prostaatkankerpatiënten, in relatie tot het ziektestadium en/of de behandeling (ook bij actieve surveillance), afhankelik van de behoefte van de patiënt en de partner.
  • Zorg voor waardevolle en accurate informatie en begeleiding tijdens de diagnose, behandeling en follow-up conform de PLISSIT .
  • Bied diverse vormen van voorlichting aan zoals lotgenotencontact, mondelinge voorlichting door behandelend artsen en/of specialistisch verpleegkundigen en schriftelijke voorlichting.
  • Sluit aan bij de wensen en behoeften van de patiënt met prostaatkanker en de partner. Betrek de partner bij de informatievoorziening.
  • Bied psychosociale en/of psychoseksuele counseling aan voor alle patiënten met prostaatkanker, gericht op:
    • het verbeteren van seksuele respons,
    • lichaamsbeeld, zelfvertrouwen en gevoel van mannelijkheid
    • relatieproblemen, en
    • algemeen seksueel functioneren en tevredenheid.
  • Identificeer medische en bijdragende factoren die seksuele gezondheid aantasten eerst en behandel deze.
  • Overweeg verwijzing van patiënten met aanhoudende zorgen naar de juiste zorgprofessional (zoals bijvoorbeeld een erectiestioornis naar een uroloog-seksuoloog FECSM of uroloog androloog of voor passend aanvullend onderzoek, relatieproblemen en/of stressklachten-de geestelijke gezondheidszorg, seksuele problemen- consulent seksuele gezondheid NVVS of seksuoloog-NVVS).

Overwegingen

Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs

Er is geen systematische literatuurstudie gedaan naar de vraag welke onderwerpen ten aanzien van seksuele gezondheid besproken moeten worden met de patiënt met prostaatcarcinoom en zijn partner en hoe de seksuele gezondheid bij patiënten met prostaatkanker dient te worden bevorderd.

Diagnose en behandeling van prostaatkanker kan zowel lichamelijke als psychologische en relationele gevolgen hebben. De meest voorkomende lichamelijke gevolgen zijn: urine-incontinentie, darmstoornissen, seksuele problemen en seksuele disfunctie met als voornaamste klacht erectiestoornissen (Chambers, 2017; Grondhuis Palacios, 2018). Veel voorkomende mentale problemen die optreden na de diagnose en behandeling van prostaatkanker zijn: angst en depressie (Watson, 2016), maar ook problemen met lichaamsbeeld, zelfbeeld, zelfvertrouwen en gevoel van mannelijkheid (Eymech, 2022) Daarom is het belangrijk om het behandeltraject ook op de lange(re) termijn psychoseksuele gevolgen af te stemmen.

 

Bij de patiënten waar actieve surveillance van toepassing is kunnen de impact van de diagnose prostaatkanker en de onzekerheid en spanningen rondom controles ook invloed hebben op de seksuele gezondheid (zowel op het seksueel verlangen, als op de functie en beleving) van patiënt en partner (Vanderbos, 2022).

 

Van alle bijwerkingen van de behandeling van prostaatkanker hebben problemen op het gebied van seksualiteit de grootste invloed op de kwaliteit van leven (Venderbos, 2020). Deze problemen hebben niet alleen betrekking op lichamelijke aspecten (bijvoorbeeld erectieproblemen) maar hebben ook gevolgen voor de betreffende persoon, zijn relatie en intimiteit. Verschillende onderzoeken laten zien dat 40-90% van de mannen die behandeld zijn voor prostaatkanker seksuele disfunctie ervaart en dit als een redelijk groot tot groot probleem benoemt (Watson, 2021; Europe-uomo, 2020). De mate waarin mannen dit als probleem ervaren kan voor sommige subgroepen (jonge mannen, mannen zonder partner, mannen die seks hebben met mannen (MSM) groter zijn dan voor andere (Matheson, 2017).    

 

Veranderingen in seksuele gezondheid treffen niet alleen de patiënten zelf, maar ook hun eventuele en toekomstige partners. In opdracht van de ProstaatKankerStichting heeft Saxion Hogeschool een vragenlijst-onderzoek uitgevoerd naar de invloed van prostaatkanker op intimiteit en seksualiteit (Saxion, 2017). De vragenlijst is door 1008 donateurs en partners ingevuld. Van hen wist 28% voorafgaand aan de behandeling niet dat (de behandeling van) prostaatkanker invloed zou hebben op het seksueel functioneren. Zowel tevredenheid over intimiteit en seksualiteit als kwaliteit van leven nam af na de diagnose, in het bijzonder bij uitgezaaide prostaatkanker. Met name verminderd seksueel verlangen, erectiestoornissen, lichamelijke klachten en moeite met het omgaan met de diagnose prostaatkanker werden als verklaring voor afname in kwaliteit van het leven genoemd.  Een goede voorlichting door artsen, verpleegkundig specialisten en verpleegkundigen lijkt significant bij te dragen aan het verkleinen van de impact van prostaatkanker op intimiteit, seksualiteit, lichamelijke gezondheid en kwaliteit van leven. Het is essentieel dat het onderwerp intimiteit en seksualiteit wordt geborgd in het behandelingstraject, waarbij een persoonsgerichte benadering cruciaal is (Saxion, 2017; V&VN richtlijn 2022).

 

Waarden en voorkeuren van patiënten en hun partners

De meeste patiënten en partners voelen zich niet op hun gemak om zelf zo'n gevoelig onderwerp ter sprake te brengen, zelfs als hun seksuele gezondheid ernstig verstoord is (Gilbert, 2016; King, 2015; Watson, 2021). Daarnaast is het voor de man met prostaatkanker en zijn partner zelf ook lastig om onderling een gesprek aan te gaan over de impact van de diagnose en behandeling op hun emotionele welzijn en relatie (Badr, 2009; Naeyeart, 2021). Partners geven er de voorkeur aan om informatie over seksuele gezondheid en intimiteit te ontvangen van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg als standaardzorg. De informatie moet praktische adviezen en ervaringen van anderen bevatten. Geschikte informatie, aangepast aan de sociale en cognitieve toestand van de patiënt, kan partners en patiënten ondersteunen bij het omgaan met veranderde seksualiteit en intimiteit na kanker en is belangrijk om te worden opgenomen in ondersteunende kankerzorg (Saxion, 2017; Albers, 2021).

Ook uit de studie van Grondhuis Palacios  (2018) blijkt dat er behoefte is aan eerlijke en goede informatievoorziening, voor zowel de patiënt als zijn partner, op diverse momenten in het zorgtraject, waarbij er gebruik moet worden gemaakt van verschillende vormen van informatievoorziening (bijvoorbeeld lotgenotencontact, mondelinge en schriftelijke voorlichting).

Recente onderzoeken tonen aan dat bij prostaatkanker, MSM veel van dezelfde zorgen hebben als niet-MSM met prostaatkanker. Echter, seksuele disfuncties kunnen hun gevoel van mannelijke identiteit beïnvloeden en er is behoefte aan specifieke informatie (Matheson, 2017). Aandacht moet gericht zijn op het bespreken van de zorgen van MSM en het aanbieden aan patiënten van relevante en geschikte informatie en middelen voor sociale steun (Martin-Tuite & Shindel, 2021).  

 

Welke onderwerpen ten aanzien van seksuele gezondheid moeten besproken worden met de patiënt met prostaatcarcinoom en zijn partner?

  • Bijwerkingen

Seks is een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven en het is redelijk om seksuele veranderingen te bespreken bij het bespreken van mogelijke behandeling en voordat de therapie wordt gestart. Voorafgaand aan de keuze van de behandeling moeten van iedere optionele behandeling de mogelijke behandelinggerelateerde bijwerkingen besproken worden, ook psychosociaal en op het gebied van seksuele gezondheid. Dit betreft zowel fysieke gevolgen (bijvoorbeeld erectiestoornissen, veranderingen van de penis zoals verkromming of lengte verlies, orgasme-gerelateerde incontinentie of minder intens of pijnlijk orgasme) als gevolgen op het gebied van seksueel verlangen en de relatie met de partner. Zowel frequentie van voorkomen als ook de mate waarin een gevolg reversibel is moet besproken worden.

 

  • Behandeldoelen en voorkeuren van de patiënt

Zowel patiënten als urologen noemden de effectiviteit van de behandeling het belangrijkste behandeldoel, maar patiënten gaven aan dat eventuele gevolgen voor de kwaliteit van leven (zoals seksuele functie; 45%) belangrijke factoren waren bij het selecteren van een behandeling. Voor veel mannen is het behoud van de seksuele functie belangrijker dan andere neveneffecten van de behandeling, ze geven aan sterke behoefte te hebben aan informatie over seksuele gezondheid tijdens het besluit over de behandeling (Knight & Latini, 2009).

 

  • Verwachtingen, zorgen en vragen van patiënten en partners

Wanneer zorgprofessionals de kwestie van seksuele gezondheid niet aan de orde hebben gesteld, zijn patiënten ontevreden en voelen ze zich niet gehoord door zorgprofessionals. Zorgprofessionals moeten mogelijkheden bieden om seksuele gezondheid te bespreken en het is belangrijk om te zorgen voor goede communicatieve vaardigheden, kennis en training.

 

  • Mogelijkheid van psychoseksuele begeleiding en seksuele revalidatie

Psychoseksuele begeleiding door daarvoor geschoolde en getrainde professionals moet worden aangeboden aan alle prostaatkankerpatiënten, met als doel het verbeteren van seksuele respons, lichaamsbeeld, intimiteit en relatieproblemen, en algemeen seksueel functioneren en tevredenheid. Een gesprek tussen de patiënt en de zorgverlener over seksuele revalidatie is vereist, ongeacht de leeftijd of de relatiestatus van de patiënt.

Vanzelfsprekend moeten medische of andere behandelbare factoren die bijdragen aan eventuele seksuele problemen en stoornissen behandeld worden.

 

Kosten (middelenbeslag)

Om aan de bestaande behoefte aan hulpverlening op het gebied van seksuele gezondheid te voldoen, zijn goede voorzieningen en goed opgeleide zorgverleners, zoals consulenten seksuele gezondheid NVVS en seksuologen NVVS noodzakelijk. Dit kan leiden tot toename in zorgkosten maar waarschijnlijk ook tot verbetering in kwaliteit van zorg met als gevolg betere kwaliteit van leven.

 

Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies

Diagnose en behandeling van prostaatkanker kunnen ernstige lichamelijke en psychische gevolgen hebben. De meest voorkomende lichamelijke bijwerkingen zijn urine-incontinentie, darmstoornissen en seksuele stoornissen en problemen. De aard en mate van seksuele disfunctie zijn afhankelijk van veel factoren: de seksuele functie voor de diagnose, het communicatiepatroon van het koppel, het verloop van de behandeling, de fysieke en mentale veranderingen en emotionele gevolgen van een kankerdiagnose, prognose en behandelingsmogelijkheden, of een combinatie van deze factoren. Seksuele problemen hebben niet alleen betrekking op de feitelijke mogelijkheid van penetratie gerichte seks, maar ook op het individu, de relatie en intimiteit. Veranderingen in de seksuele gezondheid hebben niet alleen invloed op mannen, maar ook op hun partners.

Professionele steun ontbreekt vaak op dit gebied. De behandelend specialist besteedt meestal alleen aandacht aan de fysieke aspecten van deze problemen en niet of weinig aan de psychoseksuele en relationele gevolgen. Seksuele gezondheid speelt een belangrijke rol bij de kwaliteit van leven en moet een structureel onderdeel zijn in het behandeltraject. Veel patiënten en partners vinden het belangrijk dat dit onderwerp proactief wordt besproken, vooral door zorgverleners. Het is belangrijk dat op verschillende momenten in het behandeltraject deze langetermijngevolgen en de invloed hiervan op de kwaliteit van het leven van de patiënten en hun partners worden besproken. Hierbij moet betrouwbare en op het individu en de situatie toegesneden informatie worden verstrekt. Het is van belang dat oncologische zorgprofessionals opgeleid worden op het gebied van (het bespreken van) seksuele gezondheid. Daarnaast is het belangrijk dat alle patiënten met prostaatkanker en hun partners toegang krijgen tot ondersteuning in hun seksuele gezondheid en indien nodig verwezen kunnen worden naar gespecialiseerde zorg. Hierbij is het PLISSIT-model een goede leidraad als gespreksmodel. PLISSIT vormt een acronym van Permission, Limited Information, Specific Suggestions en Intensive Therapy. Het is een stepped care model waarbij de interventies worden onderscheiden van eenvoudig (die door alle disciplines kunnen worden uitgevoerd) naar complex (die voorbehouden zijn aan medisch specialisten en seksuoloog NVVS) en het verenigt zowel preventieve als curatieve elementen in zich. Het PLISSIT- model is inmiddels 40 jaar oud en heeft zijn robuustheid als waardevol gespreksmodel internationaal bij uiteenlopende doelgroepen bewezen (zie bijlage).

Onderbouwing

Momenteel is er discussie gaande over de behoefte aan informatie over en behandeling van seksuele gezondheid van patiënten met prostaatkanker en hun partners. De aangeboden hulp door zorgverleners (zoals seksuologen NVVS, medisch psychologen, artsen, verpleegkundig specialist, etc) is nog niet ingebed in richtlijnen en niet georganiseerd. Voor een juiste inschatting van de benodigde omvang en soort hulp die nodig is, moet de behoefte vastgesteld worden.

Not applicable.

Description of studies

Not applicable.

 

Results

Not applicable.

 

Level of evidence of the literature

Not applicable.

No systematic analysis of the literature was performed for this clinical sub-question.

The guideline working group based their answers on expert opinion and consensus of the guideline working group (elaborated under the tab Considerations/’Overwegingen’).

  1. 1 - Albers LF, van Belzen MA, van Batenburg C, Engelen V, Putter H, den Ouden MEM, Pelger RCM, Elzevier HW. Sexuality in Intimate Partners of People with Cancer: Information and Communication Needs: A Brief Communication. J Sex Marital Ther. 2021;47(2):197-203. doi: 10.1080/0092623X.2020.1828206.
  2. 2 - Badr, H., & Taylor, C. L. C. Sexual dysfunction and spousal communication in couples coping with prostate cancer. Psycho-Oncology. 2009;18(7):735-746
  3. 3 - Chambers, S.K., Hyde, M.K., Smith, D.P., Hughes, S., Yuill, S., Egger, S., O'Conell, D.L., Stein, K., Frydenberg, M., Wittert, G., & Dunn, J. New challenges in psycho-oncology Research III: A systematic review of psychological interventions for prostate cancer survivors and their partners: Clinical and research implications. Psycho-Oncology. 2017;26(7):273-913
  4. 5 - Eymech, Omar, et al. "The impact of radical prostatectomy on the social well?being of prostate cancer survivors: A qualitative meta?synthesis." European Journal of Cancer Care 31.4 (2022): e13630.
  5. 6 - Fennell R, Grant B. Discussing sexuality in health care: A systematic review. J Clin Nurs. 2019;28:3065-3076.
  6. 7 - Gilbert E, Perz J, Ussher JM. Talking about sex with health professionals: the experience of people with cancer and their partners. Eur J Cancer Care 2016;25(2):280-293. doi:10.1111/ecc.12216
  7. 8 - Grondhuis Palacios LA, Krouwel EM, den Oudsten BL, den Ouden MEM, Kloens GJ, van Duijn G, Putter H, Pelger RCM, Elzevier HW. Suitable sexual health care according to men with prostate cancer and their partners. Support Care Cancer. 2018;26(12):4169-4176. doi: 10.1007/s00520-018-4290-2.
  8. 9 - Grondhuis Palacios LA, den Ouden MEM, den Oudsten BL, Putter H, Pelger RCM, Elzevier HW. Treatment-Related Sexual Side Effects From the Perspective of Partners of Men With Prostate Cancer. J Sex Marital Ther. 2019;45(5):440-451. doi:10.1080/0092623X.2018.1549636
  9. 10 - King A.J.L., Evans M., Moore T.H.M., Paterson C., Sharp D., Persad R. & Huntley A.L. Prostate cancer and supportive care: a systematic review and qualitative synthesis of men’s experiences and unmet needs. European Journal of Cancer Care 2015: 24, 618–634
  10. 11 - Knight SJ, Latini DM. Sexual side effects and prostate cancer treatment decisions: patient information needs and preferences. Cancer J. 2009;15(1):41-44. doi:10.1097/PPO.0b013e31819764cc
  11. 12 - Martin-Tuite PJ, Shindel AW. Prostate cancer and sexual consequences among men who have sex with men. Int J Impot Res. 2021 May;33(4):473-479. doi: 10.1038/s41443-020-00392-6
  12. 13 - Matheson, L., et al., A qualitative metasynthesis exploring the impact of prostate cancer and its management on younger, unpartnered and gay men. European Journal of Cancer Care, 2017. 26(6).
  13. 14 - Naeyaert, S., Van Coillie, M., & Keygneart, I. (2021) Ondersteuning van de communicatie bij koppels omtrent seksualiteit en intimiteit na een prostaatkankerbehandeling. Tijdschrift voor Seksuologie 2021;45(4):200-208
  14. 16 - Saxion. Prostaatkanker verstoort intimiteit en seksualiteit: Maak het bespreekbaar! In opdracht van Prostaatkankerstichting, 2017. https://www.saxion.nl/binaries/content/assets/onderzoek/health-and-wellbeing/verpleegkunde/prostaatkanker-verstoort-intimiteit-en-seksualiteit.pdf
  15. 17 - Venderbos LDF, et al. Europa Uomo Patient Reported Outcome Study (EUPROMS): Descriptive Statistics of a Prostate Cancer Survey from Patients for Patients. Eur Urol Focus. 2020;3:S2405-4569(20)30297-2. https://doi.org/10.1016/j.euf.2020.11.002
  16. 18 - Venderbos LDF et al. Sexual Function of Men Undergoing Active Prostate Cancer Treatment Versus Active Surveillance: Results of the Europa Uomo Patient Reported Outcome Study touchREVIEWS in Oncology & Haematology. 2022;18(1):88-94. https://doi.org/10.17925/OHR.2022.18.1.88
  17. 21 - Wang K, Ariello K, Choi M, Turner A, Wan BA, Yee C, Rowbottom L, Macdonald R, Lam H, Drost L, Chow E. Sexual healthcare for cancer patients receiving palliative care: a narrative review.
  18. 22 - Watson E, Shinkins B, Frith E, et al. Symptoms, unmet needs, psychological well-being and health status in survivors of prostate cancer: implications for redesigning follow-up. BJU Int. 2016 ;117(6B):E10-9. Doi: 10.1111/bju.13122
  19. 23 - Watson E, Wilding S, Matheson L, Brett J, McCaughan E, Downing A, Wright P, Cross W, Selby P, Butcher H, Glaser A, Gavin A, Wagland R. Experiences of Support for Sexual Dysfunction in Men With
  20. 24 - Prostate Cancer: Findings From a U.K.-Wide Mixed Methods Study. J Sex Med. 2021 Mar;18(3):515-525. doi: 10.1016/j.jsxm.2020.12.017.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 22-12-2023

Laatst geautoriseerd  : 22-12-2023

Geplande herbeoordeling  :

Bij het opstellen van de module heeft de werkgroep een inschatting gemaakt over de maximale termijn waarop herbeoordeling moet plaatsvinden en eventuele aandachtspunten geformuleerd die van belang zijn bij een toekomstige herziening (update). De geldigheid van de richtlijnmodule komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Urologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Urologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging voor Seksuologie
  • ProstaatKankerStichting

Algemene gegevens

De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.kennisinstituut.nl) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). Patiënten participatie bij deze richtlijn werd medegefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC) binnen het programma KIDZ. De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.

Samenstelling werkgroep

Werkgroep

  • Prof. dr. R.J.A. van Moorselaar, uroloog, werkzaam in het Amsterdam Universitair Medische Centra, locatie VUmc, NVU, voorzitter
  • Prof. dr. J.O. Barentsz, radioloog, werkzaam in het RadboudUMC, NVvR
  • Drs. R.J. van Alphen, internist-oncoloog werkzaam in het ETZ
  • Drs. R. van der Giessen, patiënten vertegenwoordiger, Prostaatkankerstichting
  • Prof. dr. L. Incrocci, radiotherapeut-oncoloog, werkzaam in het Erasmus MC, NVRO
  • Dr. M.J.R. Janssen, nucleair geneeskundige, werkzaam in het RadboudUMC, NVvN
  • Dr. G.J.L.H. van Leenders, patholoog, werkzaam in het Erasmus Medisch Centrum, NVvP
  • Dr. I.M. van Oort, uroloog, werkzaam bij het RadboudUMC, NVU
  • Dr. I. Schoots, radioloog, werkzaam bij het Erasmus MC, NVvR
  • Dr. D.M. Somford, uroloog, werkzaam bij CWZ Nijmegen, NVU
  • Dr. Y. Reisman, uroloog, seksuoloog NVVS, Flare-Health, Amstelveen, NVVS
  • Drs. I. Zantingh, gz-psycholoog – seksuoloog NVVS, werkzaam bij Antoni van Leeuwenhoek, NVVS
  • C.N. Tillier, verpleegkundig specialist urologie, werkzaam bij Antoni van Leeuwenhoek, V&VN
  • Drs. H.A.M. Vanhauten, werkzaam bij het UMCG, radiotherapeut-oncoloog. NVRO
  • Dr. E. Vegt, nucleair geneeskundige, werkzaam in het Erasmus MC, NVNG
  • Dr. M. Tascilar, internist-oncoloog, werkzaam in Isala, NIV
  • Dr. A. Bergman, internist-oncoloog werkzaam bij Antoni van Leeuwenhoek, NIV

Met ondersteuning van:

  • Dr. I. Mostovaya, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. J. Boschman, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. M. van Son, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De KNMG-code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

* Van Moorselaar

Uroloog, Amsterdam UMC

Advisory board: Astellas, AstraZeneca Bayer, Janssen, Sanofi-Genzyme: Betaald

President European Board of Urology: onbetaald

Board member European School of Urology: onbetaald

geen

Geen actie.

In transparantieregister diverse keren honoraria genoemd voor Astellas, AstraZeneca Bayer, Janssen, Sanofi-Genzyme (2018-2020). Bij herziening RL 2017 zat Jeroen ook al in deze adviescommisies (alleen AstraZeneca is erbij gekomen)

Reisman

Directeur en Seksuoloog Flare-Health, Amstelveen (0.5 fte)

Hoofdopleider Seksuologie, RINO Amsterdam (zzp contract)

Past-President European Society for Sexual Medicine (ESSM) - ddel nemen aan het bestuur

 

Bestuurlid en Past-President Multidisciplinary Joint Committee for Sexual Medicine of the European Union for Medical Specialists (UEMS)

 

Co-director ESSM School and Advanced Course of Sexual Medicine

 

Voorzitter network workinggroup HPV information and education van European Cancer Organisation (ECCO)

 

Honorary Professor of Urology, Federal State Institute of Urology, Moscow

 

Visiting Professor of Andrology, Shanghai Jiao Tong University, China

 

Allemaal vrijwillig

Adviseur Besins Health Care

Spreker: Lundbeck, Lilly, Coloplast en Berlin-Chemie

 

Expertise op gebied van Onco-Seksuologie

Editor "Cancer, Intimacy and Sexuality"

Geen actie.

Tillier

Verpleegkundig Specialist Urologie NKI-AVL, Amsterdam

EAUN Chair Elect (onbetaald)

Consultant IPSEN bij het schrijven van informatie boekje voor patienten over hormonale behandeling bij prostaatkanker

Geen.

Geen actie.

Schoots

Radioloog, Radiologie & Nucleair Geneeskunde, Erasmus MC

(0.8 fte betaald)

Research appointment, Radiologie, AVL-NKI (0.2 fte betaald)

Advies functie - Quantib NV: radiologische software als hulp voor radiologische beoordeling van prostaat MRI - (betaald - aan werkgever Erasmus MC)

Geen actie. De UV's die we updaten hebben geen betrekking op de prostaat MRI.

Van der Giessen

Lid Kwaliteits Groep Prostaatkanker Stichting (vrijwilliger)

Lid Overleggroep NWO (Erasmus- vrijwilliger))

Geen.

Geen.

Geen actie.

Vegt

Nucleair geneeskundige - Erasmus MC Rotterdam

Geen.

Deelname aan de studie "ROTOR registry'' naar uitkomsten van Ra-223-therapie bj prostaatcarnicoom, gefinancieerd door Bayer.

ROTOR registry heeft mogelijk enige betrekking op UV1 hormoongevoelig prostaatcarcinoom. Werkgroeplid is niet als trekker/meelezer betrokken bij deze UV.

Van Oort

Oncologisch Uroloog, Radboudumc Nijmegen

Geen.

adviseurschap bij

Astellas, Sanofi, Janssen, Roche, Bayer

 

gefinancieerd onderzoek door: Astellas, Janssen, Bayer

 

Radboudumc heeft de SelectMdx urinetest ontwikkeld, eigendom ligt nu extern

Geen actie.

In transparantieregister diverse keren honoraria genoemd voor Astellas, Bayer, Janssen, Sanofi-Genzyme (2018-2020). Bij herziening RL 2017 zat Inge ook in deze adviescommisies. Onderzoek gefinancierd door de industrie (was bij 2017 werkgroep ook zo).

Incrocci

Radiotherapeut-oncoloog, Erasmus MC, Rotterdam

Geen.

Geen.

Geen actie.

Barentsz

Hoogleraar Radiologie Radboudumc

Geen.

onbetaald adviseur van SPL Medical en Soteria Medical

Geen actie.

Bergman

Internist-Oncoloog, Nederlands Kanker Instituut, Antoni van Leeuwenhoek

'Bezoldigde sprekers/organisatie vergoedingen van Bayer, Astellas, Sanofi

Participatie Advisory boards: Astelas, Jansen, Bayer, Sanofi.

 

Financiering Investigator Initiated Studies door: Astellas, Sanofi, Bayer, Amgen

Participatie industry sponsored Studies van: Merck, Astellas, Jansen, Bayer, Astra Zeneca.

 

Bestuurslid Dutch Uro Oncology Study Group.

Geen actie.

Vergoedingen industrie en onderzoek gefinancierd door industrie

Vanhauten

Radiotherapeut oncoloog UMCG

Bestuurslid Prostaatcentrum Noord-Nederland, onbetaald.

Enkele malen per jaar lezing/panellid Astellas, Jansen, Prevents waarvoor sprekersvergoeding.

Geen.

Geen actie.

Tascilar

Internist-Oncoloog

Isala, Zwolle

Lid commissie  OOM (NVMO), aanvragen van off label indicaties voor oncologische middelen, vacatie

lid Raad van Advies Prostaatkankerstichting, onbetaald

DUOS werkgroep gemetastaseerd prostaatcarcinoom, onbetaald

Geen.

Geen actie.

Mensink

VrÍjwilliger, Belangenbehartiger Kwliteit van Zorg bij Prostaatkankerstichting

Geen.

Geen.

Geen actie.

Janssen

nucleair geneeskundige Radboudumc

Voorzitter onderwijscommissie NVNG (onbetaald)

lid onderwijscommissie NVvR (onbetaald

lid commissie wetenschappelijke ontmoetingen NVNG

docent landelijk differentiantenonderwijs nucleaire radiologie (onkostenvergoeding)

PROPER-ABX studie, vergelijkende studie waarin Axumin en PSMA-1007 woren vergeleken qua diagnostische waarbij bij patienten met biochemische recidief prostaatcarcinoom, gefinancieerd door ABX.

Geen actie. De UV's die we updaten hebben geen betrekking op Axumin en PSMA-1007.

Van Alphen

internist oncoloog bij ETZ te Tilburg fulltime

bestuurslid NVMO 3 uur per week (betaald aan het MSB)

Bestuurslid NVMO vacatie gelden 3 uur per week aan MSB

NIV platform kwaliteit 4 avonden per jaar vacatie -> MSB

Richtlijnen commissie NVMO 2 uur per maand vacatie -> MSB

Richtlijnen commissie NIV 1 uur per maand vacatie -> MSB

Commissie kwaliteit NVMO: 1 uur per maand vacatie MSB

Inval vanuit NIV voor module hormoonsensitief prostaat carcinoom.

ja, Studies met Pfizer, Bayer, Astellas, eigenlijk alle firma's die met prostaatkanker werken.

Ik ken geen oncoloog in een groter perifeer ziekenhuis of academie die hier nee kan invullen. Hooguit neutraal als je voor alle firma's studies hebt lopen.

Geen actie???

Zantingh

gz-psycholoog / seksuoloog NVVS

Antoni van Leeuwenhoek

Centrum kwaliteit van leven

 

docent cursus Seksuologie in de GZ opleiding

RINO Amsterdam

 

eigenaar / praktijkhouder

Seksuologie Praktijk Utrecht

onbetaald

lid mediacommissie NVVS

 

onbetaald

voorzitter NVVS Special Interest Group onco-seksuologie

Geen.

Geen actie.

Van Leenders

Patholoog, Erasmus MC, Rotterdam

Bestuurslid Nederlandse Expertgroep Urologische Pathologie (NEUP), European Network of Uropathology (ENUP), International Society of Urological Pathology (ISUP)

 

Wetenschappelijke raad ProstaatKankerStichting (PKS) en stichting Egidius

 

Lidmaatschap EAU guideline committee prostate cancer, en International Collaboration on Cancer Reporting (ICCR) prostate cancer

Geen

Geen actie.

Somford

Uroloog CWZ  en Prosper (1.0 FTE)

 

Uroloog Radboudumc (detachering)

Voorzitter Werkgroep Oncologische Urologie (WOU) van de NVU

 

Voorzitter Clinical Audit Board (CAB) Multidisciplinaire Kwaliteitstregistratie Prostaakanker (DICA)

 

Voorzitter Lokale Toetsingscommissie CWZ

 

Lid Wetenschappelijke Commissie (NVU)

 

Associate Editor Frontiers in Oncology

Research Grants (CWZ): KWF, Besins Health Care

 

Contracted research (CWZ): Janssen, Eli Lilly, Astellas, Blue Earth Diagnostics, Bayer, SPL Medical, QED Therapeutics

 

Advisory Boards:

Astellas, Janssen, MSD, Bayer

 

Consultancy:

Patient+

 

Lectures:

Bayer, Janssen

 

 

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door een afgevaardigde van een patiëntenvereniging, de ProstaatKankerStichting, in de werkgroep te laten participeren.

Implementatie

In de verschillende fasen van het ontwikkelproces is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijnmodule en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de module in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. De implementatietabel is te vinden bij de aanverwante producten.

Werkwijze

AGREE

Deze module is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. Voor een stap-voor-stap beschrijving hoe een evidence-based module tot stand komt wordt verwezen naar het stappenplan Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Knelpuntenanalyse

Uit de inventarisatie van de knelpunten door werkgroep/commissie Prostaatcarcinoom van de NVU (2017) bleek dat er een noodzaak was voor (revisie) van deze richtlijnmodule.

 

Uitgangsvraag en uitkomstmaten

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse is door de werkgroepleden en de adviseur een uitgangsvraag opgesteld. Vervolgens inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als kritiek, belangrijk (maar niet kritiek) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de kritieke uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

Aan de hand van specifieke zoektermen werd gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De geselecteerde databases waarin is gezocht en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in de module met desbetreffende uitgangsvraag. De zoekstrategie is opvraagbaar bij de Richtlijnendatabase, zie het tabblad Zoekverantwoording voor verdere details.

 

Kwaliteitsbeoordeling individuele studies

Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (risk of bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de Risk of Bias (RoB) tabellen. De gebruikte RoB instrumenten zijn gevalideerde instrumenten die worden aanbevolen door de Cochrane Collaboration:

•          AMSTAR – voor systematische reviews.

 

Samenvatten van de literatuur

De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidence-tabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur. Indien van toepassing: Bij een voldoende aantal studies en overeenkomstigheid (homogeniteit) tussen de studies werden de gegevens ook kwantitatief samengevat (meta-analyse) met behulp van Review Manager 5.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor: Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation (zie http://www.gradeworkinggroup.org/).

 

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie (Schünemann, 2013).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie verandert wanneer er  resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is mogelijk dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • er is een reële kans dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Formuleren van de conclusies

Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methodiek. De werkgroepleden maakten de balans op van elke interventie (overall conclusie). Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen. De overall bewijskracht wordt bepaald door de laagste bewijskracht gevonden bij een van de kritieke uitkomstmaten. Bij complexe besluitvorming waarin naast de conclusies uit de systematische literatuuranalyse vele aanvullende argumenten (overwegingen) een rol spelen, werd afgezien van een overall conclusie. In dat geval werden de gunstige en ongunstige effecten van de interventies samen met alle aanvullende argumenten gewogen onder het kopje Overwegingen.

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt, kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje Overwegingen.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.

 

Randvoorwaarden (Organisatie van zorg)

Bij de ontwikkeling van de module is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die een randvoorwaarde zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag, randvoorwaarden die van invloed zijn op de implementatie van de aanbeveling zijn opgenomen in de implementatietabel.

 

Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van deze module is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvraag. Er is nagegaan of (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden. Mocht dit bij deze module het geval zijn, dan is er een aanbeveling voor het doen van onderzoek opgenomen in de bijlage Kennislacunes. Deze bijlage is te vinden onder de aanverwante producten.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, instanties en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve module werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd. De commentaartabel is op te vragen bij het Kennisinstituut via secretariaat@kennisinstituut.nl

 

1.5 Literatuur

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, et al. AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348.

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0. Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html. 2012.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html. 2013.

Schünemann HJ, Oxman AD, Brozek J, et al. Grading quality of evidence and strength of recommendations for diagnostic tests and strategies. BMJ. 2008;336(7653):1106-10. doi: 10.1136/bmj.39500.677199.AE. Erratum in: BMJ. 2008;336(7654). doi: 10.1136/bmj.a139. PubMed PMID: 18483053.

Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen: stappenplan. Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Informatie en nazorg