Primaire Idiopathische Klompvoet

Initiatief: NOV Aantal modules: 22

Startpagina - Primaire Idiopathische Klompvoet

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor kinderen met een klompvoet. Deze richtlijn is alleen van toepassing op de situatie dat de diagnose voor de leeftijd van zes maanden is gesteld en de klompvoet nog niet eerder is behandeld. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

    • Diagnostiek van de klompvoet
    • Behandeling van de klompvoet
    • Informatie over het effect dat de ouders kunnen verwachten van de behandeling van hun kind
    • Controle op het ontstaan van heupafwijkingen bij een kind met een klompvoet

 

Voor wie is de richtlijn bedoeld?

De richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met klompvoeten.

 

Voor patiënten

Een klompvoet is een afwijking van de stand van de voet. De volgende vier afwijkingen geven het onderbeen en de voet een stand die kenmerkend is voor een klompvoet:

    • De voet is naar binnen gedraaid
    • De voet staat in spitsstand
    • De voet is een holvoet
    • De achtervoet wijst naar binnen

Deze stand lijkt op de vorm van een golfclub. De artsen kunnen niet verklaren waarom de voet zo gegroeid is. Daarom noemen ze de aandoening idiopathisch. En omdat het kindje met de klompvoet wordt geboren, is primaire idiopathische klompvoet de officiële benaming van de aandoening.

Meestal is de afwijkende voetstand al bij de 20-wekenecho te zien. Soms is pas bij de geboorte duidelijk dat een kindje één of twee klompvoetjes heeft. Ieder jaar worden in Nederland tussen de 200 en 300 kinderen met een klompvoet geboren.

 

Bij aanverwante informatie staat een link naar patiënteninformatie van de orthopedisch chirurgen.

 

Informatie over heupafwijkingen die kunnen ontstaan bij kinderen met een klompvoet is te vinden op Thuisarts:

http://thuisarts.nl/stoornis-in-ontwikkeling-van-heup/mijn-kind-heeft-afwijkende-heup

 

Meer informatie over klompvoet is ook te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging van Klompvoetjes:

http://www.klompvoet.nl

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

De patiëntenvereniging Nederlandse Vereniging Klompvoetjes had behoefte aan een eenduidig advies en uitvoering van de behandeling van klompvoetjes. Zij vroegen de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) om de zorg te optimaliseren. Een groep kinderorthopedisch chirurgen en twee vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging Klompvoetjes hebben de richtlijn opgesteld. Daarvoor hebben zij ook een enquête onder de leden van de patiëntenvereniging gehouden.

Onderbouwing

  1. Bensahel, H., Guillaume, A., Czukonyi, Z., & Desgrippes, Y. (1990). Results of physical therapy for idiopathic clubfoot: a long-term follow-up study. J Pediatr Orthop, 10, 189-92.
  2. Hoogland, T. (1986). De congenitale idiopathische klompvoet. Thesis, Rijksuniversiteit Groningen. Geraadpleegd via http://irs.ub.rug.nl/ppn/861504585.
  3. Kite, J.H. (1972). The classic: Principles involved in the treatment of congenital clubfeet by J.Hiram Kite, MD. Reprinted from J Bone Joint Surg, 21, 595-606, 1939. Clin Orthop Relat Res, 84, 4-8.
  4. Ponseti, I.V. (1996). Congenital clubfoot. Fundamentals of treatment. New York, Oxford University Press.
  5. Richards, B.S., Faulks, S., Rathjen, K.E., Karol, L.A., Johnston, C.E., & Jones, S.A. (2008). A comparison of two nonoperative methods of idiopathic clubfoot correction: the Ponseti method and the French functional (physiotherapy) method. J Bone Joint Surg Am, 90, 2313-21.
  6. Turco, V.J. (1971). Surgical correction of the resistant clubfoot. One-stage posteromedial release with internal fixation: a preliminary report. J Bone Joint Surg Am, 53, 477-97.
  7. Wallander, H., Hovelius, L., & Michaelsson, K. (2006). Incidence of congenital clubfoot in Sweden. Acta Orthop, 77, 847-852.
Volgende:
Inleiding - klompvoet