Startpagina - Premenstrueel syndroom (PMS)
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor vrouwen met PMS. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De definitie van PMS
- Op welke manier de diagnose PMS kan worden gesteld
- De medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelingen van patiënten met PMS
Voor wie is de richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor vrouwen met PMS.
Voor patiënten
Veel vrouwen hebben last van milde klachten voorafgaand aan de menstruatie. Wanneer deze klachten zo hevig zijn dat ze het dagelijks leven belemmeren, kan er sprake zijn van het premenstrueel syndroom (PMS). Hierbij ontstaan lichamelijk en/of psychische klachten in de tweede helft van de menstruatiecyclus. Deze nemen weer af vanaf het begin van de menstruatie. Vele klachten zijn bij PMS beschreven, zoals pijnlijke borsten, een opgeblazen gevoel, prikkelbaarheid of wisselende stemmingen. Naar schatting heeft ongeveer 5 procent van alle vrouwen tussen de 15 en 45 jaar last van PMS.
Bij aanverwante informatie is een patiëntenfolder te vinden.
Meer informatie over PMS is te vinden op Thuisarts:
http://www.thuisarts.nl/premenstrueel-syndroom/ik-heb-premenstrueel-syndroom
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de gynaecologen en gezondheidspsychologen. In de beginfase van de richtlijnontwikkeling is een groepsinterview gehouden met een groep patiënten met het premenstrueel syndroom. Het doel was om in kaart te brengen op welke manier de zorg aan deze vrouwen patiëntgerichter kan worden gemaakt.