Meetinstrumenten chronische pijn
Uitgangsvraag
Welke meetinstrumenten kunnen het best gebruikt worden voor de beoordeling van de mate van (unidimensionele) chronische pijn bij pre verbale kinderen/neonaten, kinderen, adolescenten en kinderen met neurobiologische ontwikkelingsstoornissen?
Aanbeveling
Gebruik de volgende unidimensionele vragenlijsten voor het bepalen van de intensiteit van chronische pijn bij verbale kinderen en adolescenten:
- 6-8 jaar: VAS
- 8-18 jaar: PROMIS kinderpijnintensiteit schaal (NRS als alternatief)
Overweeg voor kinderen jonger dan 6 jaar, nonverbale kinderen of kinderen met een neurobiologische ontwikkelingsstoornis, een gedragsobservatieschaal (instellingsafhankelijk), de interpretatie van de ouders en/of verzorgers en verpleegkundigen te gebruiken om de intensiteit van chronische pijn te meten. Gebruik geen unidimensionele vragenlijst in deze groepen.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
Er is een systematische literatuur analyse uitgevoerd naar welke meetinstrumenten het beste gebruikt kunnen worden voor de beoordeling van de mate van (unidimensionele) chronische pijn bij pre verbale kinderen/neonaten, kinderen, adolescenten en kinderen met neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (Birnie, 2019). Er werd alleen literatuur gevonden voor de subgroepen verbale kinderen en adolescenten.
In de systematische literatuuranalyse van Birnie werd de validiteit van de Color Analogue Scale (CAS), Wong-Baker FACES Pain Rating Scale, Faces Pain Scale-Revised, Eleven-point Numeric Rating Scale (NRS-11) en Visual Analogue Scale (VAS) onderzocht voor kinderen en adolescenten met chronische pijn. Voor CAS, NRS-11 en VAS werd een lage validiteit (hypotheses testing, criterion validity) gevonden terwijl voor de FACES en FPS-R een zeer lage validiteit (content validity (FPS-R), hypotheses testing, criterion validity) werd gevonden. Voor de betrouwbaarheid werden geen gegevens gerapporteerd. Op basis van de validiteit zijn de CAS, NRS-11 en VAS (lage bewijskracht voor de validiteit) te prefereren boven de FACES en FPS-R (zeer lage bewijskracht voor de validiteit). Over de betrouwbaarheid van deze meetinstrumenten (CAS, FACES, FPS-R NRS-11 en VAS) kunnen geen conclusies getrokken worden.
Mara (2021) rapporteerde de Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) pediatric pain intensity measure voor kinderen en adolescenten met chronische pijn. Een gemiddelde validiteit (structural validity, convergent validity) en betrouwbaarheid (internal consistency) werden gevonden. Daarom kan ook de PROMIS worden overwogen als meetinstrument voor de beoordeling van de mate van (unidimensionele) chronische pijn bij kinderen en adolescenten.
Evidence-based recommendations
Birnie (2019) reported evidence-based recommendations for self-reported measures of chronic pain intensity in children and adolescents (figure 1). Weak evidence based recommendations were reported for the VAS for children between 6 and 18 years old and for the NRS-11 for children between 8 and 18 years old. However, weak evidence based recommendations against were demonstrated for the VAS for children below 6 years of age and for the FPS-R for children between 4 and 18 years old.
Figure 1. Evidence-based recommendations for self-reported measures of chronic pain intensity. Adapted from Birnie (2019). VAS, Visual Analogue Scale; FPS-R, Faces Pain Scale-Revised (and Faces Pain Scale); NRS-11, Eleven-point Numeric Rating Scale; CAS, Color Analogue Scale; FACES, Wong-Baker FACES Pain Rating Scale).
Birnie (2019) heeft voor de volgende vragenlijsten VAS, NRS, CAS, FACES en FPS-R gradaties van bewijs (weak recommendation for, weak recommedation against en inconclusive) aanbevolen voor verschillende leeftijdscategorieën:
- VAS:
- 3-6 jaar: weak recommendation against
- 6-18 jaar: weak recommendation
- FPS-R:
- 4-18 jaar: weak recommendation against
- NRS:
- 6-8 jaar: inconclusive
- 8-18 jaar: weak recommendation
- CAS:
- 6-8 iaar: inconclusive
- 12-18 jaar inconclusive
- FACES:
- 8-18 jaar inconclusive
De PROMIS kinderpijnintensiteit Schaal is alleen gevalideerd voor 8-18 jaar.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
PROMIS en NRS geven een beter beeld van de mate van ervaren pijnintensiteit in de afgelopen week. Er is geen verschil in tijd om de vragenlijst in te vullen.
Kosten (middelenbeslag)
Kosten zijn niet van toepassing bij meetinstrumenten voor chronische pijn.
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Meetinstrumenten voor chronische pijn hebben geen invloed op de gezondheidsgelijkheid. In Nederland heeft iedereen in principe dezelfde toegang tot medische hulp.
Er zijn geen voorwaarden aan de haalbaarheid. Voor implementatie zouden geen specifieke investeringen of kennis nodig zijn.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
Voor het beoordelen van de intensiteit van chronische pijn bij verbale kinderen en adolescenten (6-18 jaar) moeten unidimensionele vragenlijsten worden gebruikt.
Op basis van de literatuur (Birnie, 2019; Mara, 2021) zijn geschikte unidimensionele vragenlijsten voor het beoordelen van de intensiteit van chronische pijn bij verbale kinderen en adolescenten:
- PROMIS kinderpijnintensiteit schaal (5 punten schaal): leeftijdscategorie 8-18 jaar
- VAS: leeftijdscategorie 6-18 jaar
- NRS: leeftijdscategorie 8-18 jaar
Van alle unidimensionele vragenlijsten heeft alleen de PROMIS kinderpijnintensiteit schaal een waarschijnlijke interne validatie; voor de overige onderzochte vragenlijsten is dit onzeker. Hierdoor heeft de PROMIS kinderpijnintensiteit schaal de voorkeur boven de VAS en NRS in de leeftijdscategorie 8-18 jaar.
Voor de leeftijdscategorie onder de 6 jaar moeten geen unidimensionele vragenlijsten worden gebruikt voor het beoordelen van de intensiteit van chronische pijn. De werkgroep is van mening dat in deze groep een gedragsobservatieschaal moet worden gebruikt in combinatie met de interpretatie van de ouders en/of verzorgers en verpleegkundigen om de intensiteit van chronische pijn te meten. Er is geen systematische literatuurstudie gedaan maar de werkgroep adviseert op basis van expert opinion de Behavioural Observational Pain Scale (BOPS) of de Children's Hospital of Eastern Ontario Pain Scale (CHEOPS). Omdat de Behavioural Observational Pain Scale (BOPS) eenvoudiger is af te nemen heeft deze de voorkeur (Hesselgard, 2007).
Onderbouwing
Achtergrond
Bij het beoordelen van chronische pijn bij kinderen, en vervolgens bij het behandelen van de klacht en het begeleiden van de patiënt, is het van belang het beloop van ervaren pijn in de loop van de tijd te vervolgen. Bij chronische pijn wordt onderscheid gemaakt tussen unidimensionele vragenlijsten (pijn intensiteit) en multidimensionele vragenlijsten (psychologische, sociale en functionele dimensies van pijn). Deze module richt zich alleen op unidimensionele vragenlijsten.
Conclusies
Color Analogue Scale (CAS)
Low GRADE |
The Color Analogue Scale (CAS) could possibly be a valid measurement tool (hypotheses testing, criterion validity) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (6-8 and 12-18 years old).
Source: Birnie, 2019 |
No GRADE |
No evidence was found regarding the reliability of the Color Analogue Scale (CAS) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents. |
Wong-Baker FACES Pain Rating Scale (FACES)
Very low GRADE |
It is unclear whether the FACES could be a valid measurement tool (hypotheses testing, criterion validity) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (8-18 years old).
Source: Birnie, 2019 |
No GRADE |
No evidence was found regarding the reliability of the FACES for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents. |
Faces Pain Scale-Revised (FPS-R)
Very low GRADE |
It is unclear whether the Faces Pain Scale-Revised (FPS-R) could be a valid measurement tool (content validity, hypotheses testing, criterion validity) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (4-18 years old).
Source: Birnie, 2019 |
No GRADE |
No evidence was found regarding the reliability of the Faces Pain Scale-Revised (FPS-R) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents. |
Eleven-point Numeric Rating Scale (NRS-11)
Low GRADE |
The Eleven-point Numeric Rating Scale (NRS-11) could possibly be a valid measurement tool (hypotheses testing, criterion validity) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (6-18 years old).
Source: Birnie, 2019 |
No GRADE |
No evidence was found regarding the reliability of the Eleven-point Numeric Rating Scale (NRS-11) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents. |
Visual Analogue Scale (VAS)
Low GRADE |
The Visual Analogue Scale (VAS) could possibly be a valid measurement tool (hypotheses testing, criterion validity) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (2-18 years old).
Source: Birnie, 2019 |
No GRADE |
No evidence was found regarding the reliability of the Visual Analogue Scale (VAS) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (2-18 years old). |
Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS)
Moderate GRADE |
The Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) is probably a valid measurement tool (structural validity, convergent validity) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (8-18 years old).
Source: Mara, 2021 |
Moderate GRADE |
The Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) is probably a reliable measurement tool (internal consistency) for the assessment of chronic pain in verbal children and adolescents (8-18 years old).
Source: Mara, 2021 |
Samenvatting literatuur
Description of studies
Birnie (2019) performed a systematic review to evaluate the measurement properties of single-item self-report pain intensity measures in children 3 to 18 years old. In addition, evidence-based recommendations for measurement of child and adolescent self-report of acute, postoperative, and chronic pain were developed. MEDLINE, EMBASE, PsycINFO, Cochrane Central Register of Controlled Trials (CENTRAL), Web of Science and CINAHL were searched from 2005 up to 13 November 2017 for articles published since the original systematic review (Stinson 2006). Reference lists from included studies were also checked. Peer-reviewed English language research studies with the primary objective of examining measurement properties of self-report single-item measures of pain intensity in children and adolescents 3 to 18 years of age were included. Pain measures have been included if they met Cohen’s criteria of “well-established assessment”. Unpublished manuscripts, reviews, guidelines, commentaries, and other descriptive articles were excluded. In total, 80 studies were included in the qualitative synthesis, but only fifteen studies reported about chronic pain (Berntson 2001, da Silva 2011, Castarlenas 2013&2015, Gupta 2016, Hirschfeld 2013&2014, Miró 2009&2016&2017, Ruskin 2014, Sánchez-Rodríguez 2012&2015, Scott 1977, Stinson 2014). COnsensus based Standards for the selection of health Measurement INstruments (COSMIN) was used to assess methodological quality and sufficiency of measurement properties for reliability, validity, responsiveness, and interpretability. Each item was only assessed with a poor, fair, good or excellent quality, but no quantitative data was presented.
Birnie (2019) reported the following single-item self-report pain intensity measures for chronic pain in children and adolescents:
- Color Analogue Scale (CAS): range from small and white to wider and deep red reflecting pain intensity
- Wong-Baker FACES Pain Rating Scale: six black and white faces ranging from a smiling face to a sad and tearful face indicating as much hurt as you can imagine
- Faces Pain Scale-Revised (and Faces Pain Scale): six faces representing ‘no pain’ to ‘very much pain’
- Eleven-point Numeric Rating Scale (NRS-11): range from 0 to 10
- Visual Analogue Scale (VAS): range from 0 to 100 or 0 to 10
Mara (2021) outlines the development and initial validation of a pain intensity measure (Had] no pain / Mild / Moderate / Severe / Very Severe) for pediatric patients with chronic pain using Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) methodology. Pediatric patients between 8 and 18 years old with a diagnosis of a painful chronic condition, including juvenile idiopathic arthritis (JIA), non-inflammatory chronic pain, such as juvenile fibromyalgia (JFM) and sickle cell disease (SCD) were included. Exclusion criteria were patients with concurrent medical conditions (e.g., diagnosis of chronic disease conditions other than the primary painful condition), psychiatric conditions that could in themselves result in decreased health related quality of life, or cognitive impairment (e.g., autism, developmental delay) that would preclude completion of self-report items. Children completed self-report items relating to their pain experience that were developed as part of a larger pool of new candidate PROMIS pediatric pain domain items (4 candidate PROMIS pediatric pain intensity items) as well as measures of pain interference, depressive symptoms, fatigue, pain behavior, pain intensity (NRS), and pain catastrophizing (Pain Catastrophizing Scale – Child Version). A total of 442 children were enrolled in the study. The mean age was 13.54 (SD 2.78) years old, 71.27% was female and 63.49% was Caucasian. Most children had JIA (n=175) followed by JFM (n=151) and SCD (n=115) (n=1 was missing).
Results
The results of the outcomes of the included studies were summarized in table 1 and described here.
1. Validity (critical outcome)
The domain validity refers to the degree to which an outcome measure measures the construct it purports to measure and contains the measurement properties content validity (including face validity), construct validity (including structural validity, hypotheses testing, and cross-cultural validity/measurement invariance) and criterion validity.
1.1 Content validity
Birnie (2019) reported a poor content validity for the FSP-R (n=1).
1.2 Construct validity
1.2.1 Structural validity
Mara (2021) reported that the CFA for the 4 candidate PROMIS pediatric pain intensity items had good fit to a unidimensional model (χ2 (2) = 1.51, P = 0.47, root mean square error of approximation = 0, Tucker-Lewis Index = 1.00, comparative fit index = 1.00). Each item was strongly related to the underlying construct.
1.2.2 Hypotheses testing
A poor hypotheses testing was demonstrated for the FPS-R (n=2) and VAS (n=3) in the study of Birnie (2019). For FACES and NRS-11, fair hypotheses testing was found (n=1 and n=4, respectively). Excellent hypotheses testing was shown for CAS (n=1).
1.2.3 Cross-cultural validity
Not reported.
1.2.4. Convergent validity
The domain convergent validity refers to the degree to which the measurement is related to other measurements that measure the same (or similar) constructs.
Mara (2021) reported strong correlations between the T-scores on the PROMIS pediatric pain intensity measure and the NRS (r = 0.85). Moderate to strong correlations were demonstrated between scores on the PROMIS pediatric pain intensity measure and scores on the PROMIS pediatric pain interference short form (r = 0.67), PROMIS pediatric pain behavior short form (r = 0.60), PROMIS pediatric fatigue short form (r = 0.58), PROMIS pediatric depressive symptoms (r = 0.42) and pain catastrophizing scale (r = 0.58).
1.3 Criterion validity
Birnie (2019) reported a poor criterion validity for NRS-11 (n=6) and VAS (n=4), and a fair criterion validity for CAS (n=2), FACES (n=1) and FPS-R (n=2).
2. Reliability (important outcome)
The domain reliability refers to the degree to which the measurement is free from measurement error, and it contains the measurement properties internal consistency, reliability, and measurement error.
No studies included in the systematic review of Birnie (2019) reported reliability as outcome measure.
2.1 Internal consistency
Mara (2021) reported a Cronbach’s alpha of 0.82 for the final 3 items of the PROMIS pediatric pain intensity measure.
2.2 Reliability
Not reported.
2.3 Measurement error
Not reported.
Table 1. Validity and reliability of measures of chronic pain intensity
*Risk of bias assessment based on COSMIN risk of bias tool: lowest score counts
**Measurement properties of each study could be rated as: sufficient (+), insufficient (–), or indeterminate (?)
Level of evidence of the literature
The level of evidence for all outcome measures of chronic pain measurements starts at a high GRADE.
Color Analogue Scale (CAS)
The level of evidence regarding the outcome hypotheses testing was downgraded by one level because of imprecision (1 level, because there is only 1 study) to MODERATE.
The level of evidence regarding the outcome criterion validity was downgraded by two levels because of risk of bias (2 levels, because of fair quality) to LOW.
The level of evidence regarding the outcomes content validity, structural validity, cross-cultural validity, convergent validity, internal consistency, reliability, measurement error and responsiveness were not assessed because no studies were included investigating these outcomes.
Wong-Baker FACES Pain Rating Scale (FACES)
The level of evidence regarding the outcome hypotheses testing was downgraded by three levels because of risk of bias (2 levels, because of fair quality) and imprecision (1 level, because there is only 1 study) to VERY LOW.
The level of evidence regarding the outcome criterion validity was downgraded by three levels because of risk of bias (2 levels, because of fair quality) and imprecision (1 level, because there is only 1 study) to VERY LOW.
The level of evidence regarding the outcomes content validity, structural validity, cross-cultural validity, convergent validity, internal consistency, reliability, measurement error and responsiveness were not assessed because no studies were included investigating these outcomes.
Faces Pain Scale-Revised (FPS-R)
The level of evidence regarding the outcome content validity was downgraded by three levels because of risk of bias (2 levels, because of poor quality) and imprecision (1 level, because there is only 1 study) to VERY LOW.
The level of evidence regarding the outcome hypotheses testing was downgraded by two levels because of risk of bias (2 levels, because of poor quality) to LOW.
The level of evidence regarding the outcome criterion validity was not downgraded.
The level of evidence regarding the outcomes structural validity, cross-cultural validity, convergent validity, internal consistency, reliability, measurement error and responsiveness were not assessed because no studies were included investigating these outcomes.
Eleven-point Numeric Rating Scale (NRS-11)
The level of evidence regarding the outcome hypotheses testing was not downgraded.
The level of evidence regarding the outcome criterion validity was downgraded by two levels because of risk of bias (2 levels, because of poor quality) to LOW.
The level of evidence regarding the outcomes content validity, structural validity, cross-cultural validity, convergent validity, internal consistency, reliability, measurement error and responsiveness were not assessed because no studies were included investigating these outcomes.
Visual Analogue Scale (VAS)
The level of evidence regarding the outcome hypotheses testing was downgraded by two levels because of risk of bias (2 levels, because of poor quality) to LOW.
The level of evidence regarding the outcome criterion validity was downgraded by two levels because of risk of bias (2 levels, because of poor quality) to LOW.
The level of evidence regarding the outcomes content validity, structural validity, cross-cultural validity, convergent validity, internal consistency, reliability, measurement error and responsiveness were not assessed because no studies were included investigating these outcomes.
Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS)
The level of evidence regarding the outcome structural validity was downgraded by one level because of imprecision (1 level, because there is only 1 study) to MODERATE.
The level of evidence regarding the outcome convergent validity was downgraded by one level because of imprecision (1 level, because there is only 1 study) to MODERATE.
The level of evidence regarding the outcome internal consistency was downgraded by one level because of imprecision (1 level, because there is only 1 study) to MODERATE.
The level of evidence regarding the outcomes content validity, hypotheses testing, cross-cultural validity, criterion validity, reliability, measurement error and responsiveness were not assessed because no studies were included investigating these outcomes.
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
What is the validity and reliability of measures for the assessment of chronic pain in preverbal children/neonates, verbal children, adolescents and children with neurodevelopmental disorders?
P: |
P1. preverbal children/neonates (<1 month) P2. verbal children P3. Adolescents (up to 18 years) P4. children with neurodevelopmental disorders |
I: |
Measures for the assessment of chronic pain I1 Neonatal Infant Pain Scale, Neonatal Pain, Agitation, and Sedation Scale, Neonatal Facial Coding System, Leuven Neonatal Pain Scale, CRIES, Premature Infant Pain Profile. Facial Affective Scale / McGrath faces scale, Faces Pain Scale-Revised (FPS-R) / Face Pain Scale - Revised, FLACC (adapted for Developmental Delay/Nonverbal Children), Behavioral pain Scale I2 COMFORT Scale, Children's Hospital of Eastern Ontario Pain Scale I3 Children's Hospital of Eastern Ontario Pain Scale, NRS, VAS I4 FLACC (adapted for Developmental Delay/Nonverbal Children), Non-Communicating Children’s Pain Checklist – Revised (NCCPC- R), Behavioral pain Scale |
C: | Other measures for the assessment of chronic pain |
O: | Validity, reliability |
Relevant outcome measures
The guideline development group considered validity as a critical outcome measure for decision making; and reliability as an important outcome measure for decision making.
The measurement properties were defined following the taxonomy of the Consensus-based Standards for the selection of health Measurement INstruments (COSMIN) (Mokkink, 2010).
The working group defined the discriminate validity of the screening tools as follows:
AUC < 0.7: poor; 0.7 ≤ AUC < 0.8: acceptable; 0.8 ≤ AUC < 0.9: excellent; AUC ≥ 0.9: outstanding. The working group defined the reliability of the screening tools as follows: ICC < 0.5: poor; 0.5 ≤ ICC < 0.75: moderate; 0.75 ≥ ICC < 0.9: good; ICC≥ 0.9: excellent.
Search and select (Methods)
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms from 2007 until 1 September 2022. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 473 hits. Studies were selected based on the following criteria:
- Being a systematic review or meta-analysis or observational study (cohort study or case control study)
- Reporting the validity and/or reliability of measures for the assessment of chronic pain in preverbal children/neonates, verbal children, adolescents and children with neurodevelopmental disorders
Nineteen studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, seventeen studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and two studies were included.
Results
Two studies were included in the analysis of the literature. The studies only concern subgroups 2 (verbal children) and 3 (adolescents). No studies were included for subgroups 1 (pre-verbal children) and 4 (children with neurobiological developmental disorders). Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables. The COSMIN Risk of Bias tool was used to assess the quality of single studies for each measurement property.
Referenties
- 1 - Birnie KA, Hundert AS, Lalloo C, Nguyen C, Stinson JN. Recommendations for selection of self-report pain intensity measures in children and adolescents: a systematic review and quality assessment of measurement properties. Pain. 2019 Jan;160(1):5-18. doi: 10.1097/j.pain.0000000000001377. PMID: 30180088.
- 2 - Hesselgard K, Larsson S, Romner B, Strömblad LG, Reinstrup P. Validity and reliability of the Behavioural Observational Pain Scale for postoperative pain measurement in children 1-7 years of age. Pediatr Crit Care Med. 2007 Mar;8(2):102-8. doi: 10.1097/01.PCC.0000257098.32268.AA. PMID: 17273124.
- 3 - Mara CA, Kashikar-Zuck S, Cunningham N, Goldschneider KR, Huang B, Dampier C, Sherry DD, Crosby L, Farrell Miller J, Barnett K, Morgan EM. Development and Psychometric Evaluation of the PROMIS Pediatric Pain Intensity Measure in Children and Adolescents with Chronic Pain. J Pain. 2021 Jan;22(1):48-56. doi: 10.1016/j.jpain.2020.04.001. Epub 2020 Jun 21. PMID: 32580059.
Evidence tabellen
Evidence table for systematic review of RCTs and observational studies (intervention studies)
Study reference |
Study characteristics |
Patient characteristics |
Intervention (I) |
Comparison / control (C)
|
Follow-up |
Outcome measures and effect size |
Comments |
Birnie, 2019
[individual study characteristics deduced from [Birnie, 2019]]
PS., study characteristics and results are extracted from the SR (unless stated otherwise) |
SR of peer-reviewed English language research studies (study design not reported)
Literature search up to November 2017
Study design: Not reported
Setting and Country: Not reported
Source of funding and conflicts of interest: The authors have no conflict of interest to declare (not reported for individual studies) |
Inclusion criteria SR: - Peer-reviewed English language research studies with the primary objective of examining measurement properties of self-report single-item measures of pain intensity in children and adolescents 3 to 18 years of age - Pain measures met Cohen’s criteria of “well-established assessment”
Exclusion criteria SR: Unpublished manuscripts, reviews, guidelines, commentaries, and other descriptive articles
80 studies included (n=15 about chronic pain)
Important patient characteristics at baseline: CAS
FACES
FPS-R
NRS-11
VAS
|
Measures for assessment of chronic pain:
|
No comparison
|
Endpoint of follow-up: NA
For how many participants were no complete outcome data available? Missing data reported in the study but not specified for chronic pain.
|
Content validity Poor for FSP-R
Hypotheses testing Poor: FPS-R, VAS Fair: FACES, NRS-11 Excellent: CAS
Criterion validity Poor: NRS-11, VAS Fair: CAS, FACES, FPS-R
|
Personal remarks: No raw data about measurement properties for the single-item self-report pain intensity measures
|
Evidence table for intervention studies (randomized controlled trials and non-randomized observational studies [cohort studies, case-control studies, case series])
Study reference |
Study characteristics |
Patient characteristics |
Intervention Measure for assessment of chronic pain |
Comparison / control (C)
|
Follow-up |
Outcome measures and effect size |
Comments |
Mara, 2021 |
Type of study: Not reported (probably prospective cohort study)
Setting and country: Three paediatric medical centres in 3 regions of the United States
Funding and conflicts of interest: Funded by cooperative agreements with a Statistical Centre, a Technology Centre, a Network Centre, and thirteen Primary Research Sites which may include more than one institution. No conflicts of interest exist for any of the study authors. |
Inclusion criteria: Pediatric patients between 8 and 18 years old with a diagnosis of a painful chronic condition, including juvenile idiopathic arthritis (JIA), non-inflammatory chronic pain, such as juvenile fibromyalgia (JFM) and sickle cell disease (SCD)
Exclusion criteria: Patients with concurrent medical conditions (e.g., diagnosis of chronic disease conditions other than the primary painful condition), psychiatric conditions that could in themselves result in decreased health related quality of life, or cognitive impairment (e.g., autism, developmental delay) that would preclude completion of self-report items.
N total at baseline: 442
Important prognostic factors2: Age, mean ± SD: 13.54 ± 2.78
Sex: 71.27% F |
PROMIS paediatric pain intensity measure
|
NRS
PROMIS paediatric pain interference short form
PROMIS paediatric pain behaviour short form
PROMIS paediatric fatigue short form
PROMIS paediatric depressive symptoms
Pain catastrophizing scale
|
Length of follow-up: NA
Loss-to-follow-up, N (%) 1 (0.23%) Missing data.
|
Construct validity and reliability CFA for the 4 candidate PROMIS pediatric pain intensity items had good fit to a unidimensional model (x2 (2) = 1.51, P = .47, root mean square error of approximation = 0, Tucker-Lewis Index = 1.00, comparative fit index = 1.00).
Cronbach’s alpha for the final 3 items of the PROMIS pediatric pain intensity measure was 0.82
Convergent validity Strong correlation with NRS (r=0.85) Moderate to strong for: - PROMIS pediatric pain interference short form (r = 0.67) - PROMIS pediatric pain behavior short form (r = 0.60) - PROMIS pediatric fatigue short form (r = 0.58) - PROMIS pediatric depressive symptoms (r = 0.42) - Pain catastrophizing scale (r = 0.58).
|
|
Table of excluded studies
Reference |
Reason for exclusion |
Breau LM, Burkitt C. Assessing pain in children with intellectual disabilities. Pain Research and Management. 2009 Mar 1;14(2):116-20. |
Wrong study design: no systematic review (overview article) |
Castarlenas E, Jensen MP, von Baeyer CL, Miró J. Psychometric Properties of the Numerical Rating Scale to Assess Self-Reported Pain Intensity in Children and Adolescents: A Systematic Review. Clin J Pain. 2017 Apr;33(4):376-383. doi: 10.1097/AJP.0000000000000406. PMID: 27518484. |
More recent systematic review available that included the same studies |
Ceniza-Bordallo G, Fraile AG, Martín-Casas P, López-de-Uralde-Villanueva I. Validity and reliability of Spanish PROMIS pediatric pain interference short form. J Pediatr Nurs. 2022 Sep-Oct;66:79-85. doi: 10.1016/j.pedn.2022.05.015. Epub 2022 Jun 7. PMID: 35687928. |
Wrong intervention: pain interference (Spanish scale) |
Cunningham NR, Kashikar-Zuck S, Mara C, Goldschneider KR, Revicki DA, Dampier C, Sherry DD, Crosby L, Carle A, Cook KF, Morgan EM. Development and validation of the self-reported PROMIS pediatric pain behavior item bank and short form scale. Pain. 2017 Jul;158(7):1323-1331. doi: 10.1097/j.pain.0000000000000914. PMID: 28394851; PMCID: PMC5996986. |
Wrong intervention: pain behavior |
Huguet A, Stinson JN, McGrath PJ. Measurement of self-reported pain intensity in children and adolescents. J Psychosom Res. 2010 Apr;68(4):329-36. doi: 10.1016/j.jpsychores.2009.06.003. Epub 2009 Oct 2. PMID: 20307699. |
Wrong study design: no systematic review (overview article) |
Kingsnorth S, Orava T, Provvidenza C, Adler E, Ami N, Gresley-Jones T, Mankad D, Slonim N, Fay L, Joachimides N, Hoffman A, Hung R, Fehlings D. Chronic Pain Assessment Tools for Cerebral Palsy: A Systematic Review. Pediatrics. 2015 Oct;136(4):e947-60. doi: 10.1542/peds.2015-0273. PMID: 26416940. |
Wrong study design: selection of pain assessment tools for cerebral palsy |
Laird KT, Sherman AL, Smith CA, Walker LS. Validation of the Abdominal Pain Index using a revised scoring method. J Pediatr Psychol. 2015 Jun;40(5):517-25. doi: 10.1093/jpepsy/jsu118. Epub 2015 Jan 22. PMID: 25617048; PMCID: PMC4502391. |
Wrong intervention: composite measure of overall abdominal pain severity (frequency, intensity, duration) |
Lee RR, Rashid A, Ghio D, Thomson W, Cordingley L. Chronic Pain Assessments in Children and Adolescents: A Systematic Literature Review of the Selection, Administration, Interpretation, and Reporting of Unidimensional Pain Intensity Scales. Pain Res Manag. 2017;2017:7603758. doi: 10.1155/2017/7603758. Epub 2017 Aug 21. PMID: 28912638; PMCID: PMC5585620. |
Wrong study design: SR about use and interpretation of pain measures (no validity outcomes reported) |
Marec-Berard P, Gomez F, Combet S, Thibault P, Moine PL, Bergeron C. HEDEN Pain Scale: A Shortened Behavioral Scale for Assessment of Prolonged Cancer or Postsurgical Pain in Children Aged 2 to 6 Years. Pediatr Hematol Oncol. 2015;32(5):291-303. doi: 10.3109/08880018.2015.1005324. Epub 2015 Apr 14. PMID: 25871337. |
Wrong intervention: multidimensional questionnaire |
Marti F, Paladini A, Varrassi G, Latina R. Evaluation of Psychometric and Linguistic Properties of the Italian Adolescent Pain Assessment Scales: A Systematic Review. Pain Ther. 2018 Jun;7(1):77-104. doi: 10.1007/s40122-018-0093-x. Epub 2018 Feb 22. PMID: 29470789; PMCID: PMC5993683. |
More recent systematic review available (not only focused on Italian situation) |
Miró J, Castarlenas E, de la Vega R, Solé E, Tomé-Pires C, Jensen MP, Engel JM, Racine M. Validity of three rating scales for measuring pain intensity in youths with physical disabilities. Eur J Pain. 2016 Jan;20(1):130-7. doi: 10.1002/ejp.704. Epub 2015 Mar 31. PMID: 25833415; PMCID: PMC4591090. |
Included in SR of Birnie 2019 |
Pedersen LK, Rahbek O, Nikolajsen L, Møller-Madsen B. The revised FLACC score: Reliability and validation for pain assessment in children with cerebral palsy. Scand J Pain. 2015 Oct 1;9(1):57-61. doi: 10.1016/j.sjpain.2015.06.007. PMID: 29911640. |
Wrong intervention: acute postoperative pain measured |
Ruskin D, Lalloo C, Amaria K, Stinson JN, Kewley E, Campbell F, Brown SC, Jeavons M, McGrath PA. Assessing pain intensity in children with chronic pain: convergent and discriminant validity of the 0 to 10 numerical rating scale in clinical practice. Pain Res Manag. 2014 May-Jun;19(3):141-8. doi: 10.1155/2014/856513. Epub 2014 Apr 7. PMID: 24712019; PMCID: PMC4158959. |
Included in SR of Birnie 2019 |
Santos M, Santanelli JP, Zempsky WT. Preliminary Validation of the Pain Burden Inventory in a Pediatric Chronic Pain Population. Clin J Pain. 2021 Nov 1;37(11):820-824. doi: 10.1097/AJP.0000000000000974. PMID: 34419973. |
Wrong intervention: multidimensional questionnaire |
Schiariti V, Oberlander TF. Evaluating pain in cerebral palsy: comparing assessment tools using the International Classification of Functioning, Disability and Health. Disabil Rehabil. 2019 Nov;41(22):2622-2629. doi: 10.1080/09638288.2018.1472818. Epub 2018 Jun 11. PMID: 29888977. |
Wrong study design: overview of measures, no validation outcomes |
von Baeyer CL, Spagrud LJ. Systematic review of observational (behavioral) measures of pain for children and adolescents aged 3 to 18 years. Pain. 2007 Jan;127(1-2):140-50. doi: 10.1016/j.pain.2006.08.014. Epub 2006 Sep 25. PMID: 16996689. |
Wrong study design: overview of measures, validaty outcomes not reported of separate studies |
Wager J, Hechler T, Darlington AS, Hirschfeld G, Vocks S, Zernikow B. Classifying the severity of paediatric chronic pain - an application of the chronic pain grading. Eur J Pain. 2013 Oct;17(9):1393-402. doi: 10.1002/j.1532-2149.2013.00314.x. Epub 2013 Apr 9. PMID: 23576527. |
Wrong study design: associations with several outcomes (no validity outcomes) Wrong intervention: multidimensional questionnaire (pain intensity and disability) |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 19-04-2024
Laatst geautoriseerd : 19-04-2024
Geplande herbeoordeling : 19-04-2029
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2021 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met pijn.
Kernwerkgroep
- Drs. M.A. (Maarten) Mensink, kinderanesthesioloog en pijnarts, werkzaam in het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie te Utrecht, NVA, voorzitter
- Drs. J.F. (Joanne) Goorhuis, algemeen kinderarts, werkzaam in het Medisch Spectrum Twente, NVK
- Dr. F (Felix) Kreier, algemeen kinderarts, werkzaam in het OLVG te Amsterdam, NVK
- Drs. M.S. (Sukru) Genco, algemeen kinderarts, werkzaam in het OLVG te Amsterdam, NVK
- Dr. S.H. (Steven) Renes, anesthesioloog-pijnspecialist, werkzaam in het Radboud UMC te Nijmegen, NVA
- Dr. P. (Petra) Honig-Mazer, psychotherapeut, werkzaam in het Erasmus MC Sophia te Rotterdam, NIP/LVMP
- Drs. M. (Marjorie) de Neef, kinder-IC verpleegkundige, werkzaam in het Amsterdam UMC, V&VN
- R. (Rowy) Uitzinger, junior projectmanager en beleidsmedewerker, Stichting Kind en Ziekenhuis, tot 1 juni 2022
- E.C. (Esen) Doganer, junior projectmanager en beleidsmedewerker, Stichting Kind en Ziekenhuis, vanaf 1 juni 2022
Werkgroep
- Drs. L.A.M. (Lonneke) Aarts, algemeen kinderarts, werkzaam in het RadboudUMC Amalia kinderziekenhuis te Nijmegen, NVK
- Prof. dr. W.J.E. (Wim) Tissing, kinderoncoloog, werkzaam in het UMCG te Groningen en Prinses Máxima Centrum te Utrecht, NVK
- Prof. dr. S.N. (Saskia) de Wildt, kinderintensivist, werkzaam in het RadboudUMC te Nijmegen, NVK (tot 9-9-2022)
- Prof. dr. N.M. (Nico) Wulffraat, kinderreumatoloog, werkzaam in het UMC Utrecht te Utrecht, NVK (tot 1-11-2022)
- Drs. P. (Petra) Hissink-Muller, kinderreumatoloog, werkzaam in het Erasmus MC Sophia te Rotterdam (vanaf 1-11-2022)
- Drs. A.M. (Arine) Vlieger, algemeen kinderarts, werkzaam in het St. Antonius Ziekenhuis te Utrecht, NVK
- Dr. S.H.P. (Sinno) Simons, kinderarts-neonatoloog, werkzaam in het Erasmus MC Sophia te Rotterdam, NVK
- Drs. K. (Karina) Elangovan, kinderanesthesioloog, werkzaam in het Erasmus MC Sophia te Rotterdam, NVA
- Dr. C.M.G. (Claudia) Keyzer – Dekker, kinderchirurg, werkzaam in het Erasmus MC Sophia te Rotterdam, NVvH
- A.P. (Annette) van der Kaa, kinderfysiotherapeut, werkzaam in het Erasumc MC Sophia te Rotterdam, NVFK en KNGF
- Drs. A. H. (Agnes) Dommerholt, klinisch psycholoog, werkzaam in het OLVG te Amsterdam, NIP/LVMP (vanaf 1-1-2023)
Klankbordgroep
- Drs. J. (Judig) Blaauw, kinderrevalidatiearts, VRA
- Dr. H. (Hanneke) Bruijnzeel, AIOS, werkzaam in het UMC Utrecht te Utrecht, NVKNO
- Dr. A.M.J.W. (Anne-Marie) Scheepers, ziekenhuisapotheker, werkzaam in het MUMC te Maastricht, NVZA
- Dr. S.A. (Sylvia) Obermann-Borst, ervaringsdeskundige ouder & huisarts-epidemioloog, Care4Neo (voorheen Vereniging van Ouders van Couveusekinderen - VOC)
- Dr. I.H. (Ilse) Zaal-Schuller, arts voor verstandelijk gehandicapten/kaderarts palliatieve zorg i.o., werkzaam bij Prinsenstichting Purmerend/ AmsterdamUMC locatie AMC, NVAVG
- M. (Miep) van der Doelen, CliniClowns Nederland (tot 1-9-2023)
- Dr. E. (Eva) Schaffrath, anesthesioloog, werkzaam in het Maastricht UMC te Maastricht, PROSA Kenniscentrum
- M. (Mirjam) Jansen op de Haar, HME-MO Vereniging Nederland
Met ondersteuning van
- Dr. J. (Janneke) Hoogervorst – Schilp, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Dr. C. (Cécile) Overman, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Dr. T. (Tim) Christen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Drs. D.A.M. (Danique) Middelhuis, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Drs. M. (Mark) van Eck, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Drs. L. (Liza) van Mun, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van (kern)werkgroepleden en klankbordgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Betrokkenen |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Werkgroep |
||||
Aarts |
Algemeen kinderarts in het Amalia kinderziekenhuissinds november 2017 |
Interne functies onbetaald: 1. voorzitter Pijn werkgroep Amalia kinderziekenhuis. 2. Verbonden aan werkgroep procedurele sedatie bij kinderen. 3. Implementatie VR in Amalia. |
Onderzoek naar effect comfort talk technieken; maar eenmalige subsidie gekregen voor uitvoer. Geen extern belang qua uitkomst. |
Geen actie |
Dommerholt |
Klinisch psycholoog KJ, vakgroep kindergeneeskunde OLVG |
Praktijk Dommerholt, praktijk voor kinder- en jeugdpsychotherapie, supervisie en doceren. (momenteel inactief). Lid vakgroep en medische staf, uitvoeren van psychologische diagnostiek en behandeling van kinderen en hun systeem, opleider. |
Geen |
Geen actie |
Elangovan |
Universitair medisch specialist Anesthesioloog-pijnspecialist; ErasmusMC |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Genco |
Kinderarts, OLVG, Amsterdam |
- Eigenaar Genco Med. Beheer B.V. |
Directe belangen bij eigen B.V. maar geen relatie met de bezigheden van de werkgroep. Bijvangst van het project kan zijn: nieuwe kennis en ervaring om binnen onze organisatie te delen. |
Geen actie |
Goorhuis |
Algemeen kinderarts - acute kindergeneeskunde |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Hissink-Muller |
Kinderreumatoloog, Erasmus MC Sophia |
|
|
|
Kaa, van der |
Kinderfysiotherapeut |
-Docent Master Kinderfysiotherapie bij Breederode Hogeschool - Universitair docent -Kinderfysiotherapeut 1e lijn (Fysio van der Linden) |
Geen |
Geen actie |
Keyzer-Dekker |
Kinderchirurg Sophia Kinderziekenhuis ErasmusMC te Rotterdam |
APLS instructeur SSHK Riel, dagvergoeding |
Geen |
Geen actie |
Kreier |
Kinderarts OLVG Amsterdam |
Medeauteur en -oprichter “De hamster in je brein” |
Geen |
Geen actie |
Mensink* |
kinderanesthesioloog - pijnarts - Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie |
Bestuurslid sectie Pijn&palliatieve geneeskunde NVA - onbetaalde functie |
Geen |
Geen actie |
Neef, de |
Verpleegkundig onderzoeker, Kinder IC, Amsterdam UMC |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Petra Honig-Mazer |
Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis Afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie/psychologie Unit Psychosociale Zorg Psychotherapeut BIG |
Kleine eigen praktijk: Praktijk voor Psychotherapie Honig-Mazer, betaald |
Geen |
Geen actie |
Renes |
Anesthesioloog-pijnspecialist Radboudumc |
Kwaliteitsvisitaties Nederlandse Vereniging Anesthesiologie, vacatiegeld |
Geen |
Geen actie |
Simons |
Kinderarts - neonatoloog - klinisch farmacoloog (Universitair Medische Specialist) |
Lid geneesmiddelencommissie Erasmus MC (onbetaald) |
Geen |
Geen actie |
Tissing |
Kinderoncoloog, Hoogleraar supportive care in de kinderoncologie. 0.6 fte Prinses Maxima Centrum, 0,4 fte UMCG |
PI van onderzoek naar app over invloed van laagdrempelig contact op pijn bij patiënten met kanker. |
Geen |
Geen actie |
Uitzinger |
Junior Project manager en beleidsmedewerker Stichting kind en ziekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Vlieger |
1. Kinderarts St Antonius ziekenhuis Nieuwegein |
1. Les geven via Cure en Care en via het Prinses MAxima Centrum op het gebiedvan hypnose bij kinderen. Dit is betaald. |
Aangezien ik les geef op het gebied van non-farmacologische methoden om pijn en angst te voorkomen cq te behandelen kan ik daar theoretisch voordeel van ondervinden als nog meer afdelingen hun personeel geschoold wilt hebben in non-farmacologische technieken. in de richtlijn komen uiteraard geen namen van bedrijven te staan, dus ik verwacht geen evident voordeel. Mijn mede eigenaars van het skills4comfort bedrijf. Overigens loopt dit al heel goed. Iedereen is gelukkig al overtuigd van het belang van het aanleren van positief taalgebruik, afleiden, echt contact maken en een vertrouwensband opbouwen. |
Uitsluiten van besluitvorming voor modules over non-farmacologische pijnbestrijding. Mag wel meelezen. |
Wildt, de |
Kinderarts-intensivist, hoogleraar klinische farmacologie, Radboudumc |
Directeur stichting Nederlands Kenniscentrum Farmacotherapie Kinderen (detachering |
Patent: Gebruik van PENK voor nierfunctiebepaling bij kinderen (aangevraagd). Bill and Melinda Gates Foundation: model-informed dosing for pediatric dosing |
Geen actie |
Wulffraat |
Hoogleraar kinderimmunologie/reumatologie. UMCU |
Voorzitter (coordinator) ERN-RITA (european reference network (onbetaald). |
Onze vakgroep heeft zeer veel extern gefinancierd onderzoek. Er is geen direct belang van de financier bij deze richtlijn. Onderzoekslijn chronische pijn bij jeugdreuma is puur academisch. Mensink (aangesteld in PMC) is hier de promovendus. Ik ben de promotor. |
Geen actie |
Klankbordgroep |
||||
Bruijnzeel |
Arts-assistent Keel-, Neus- en Oorheelkunde, UMC Utrecht |
Kerngroep Pediatrie (KNO vereniging) - onbetaald |
Geen |
Geen actie |
Scheepers |
ziekenhuisapotheker, Maastricht UMC+ |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Obermann-Borst |
Coördinator Wetenschap bij Care4Neo 10 u per week |
Coördinator Wetenschap bij Care4Neo 75% betaald/25% vrijwillig verzorgen van bijdrage vanuit patientenperspectief aan wetenschap, richtlijnen en kwaliteit van zorg namens de patientenvereniging voor ouders van en voor kinderen die te vroeg, te klein en/of ziek geboren zijn. |
Geen |
Geen actie |
Zaal Schuller |
Arts voor verstandelijk gehandicapten |
Arts voor verstandelijk gehandicapten, betaald. |
Geen |
Geen actie |
Schaffrath |
Kinderanesthesioloog MUMC |
Faculty member PROSA (tegen dagvergoeding) |
Geen |
Geen actie |
Blaauw |
Kinderrevalidatiearts |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Bruijn, de (interim) |
Kinderrevalidatiearts bij Revalidatie Friesland |
Lid kwaliteitscommissie VRA (deels betaald, vacatiegeld) |
Geen |
Geen actie |
Doelen |
CliniClown bij stichting CliniClowns 28 uur per week |
Bestuurslid theaterproducties Natuurtheater de Kersouwe in Heeswijk Dinther (onbetaald) |
Hoofddoel van mijn bijdrage aan de werkgroep is de kennis en ervaring van CliniClowns in te zetten bij het geven van feedback op de gemaakte stukken. |
Geen actie |
Haar, van der |
Freelance consultant Moonshot |
Bestuurslid HME-MO Vereniging Nederland |
Geen |
Geen actie |
* Voorzitter
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door afvaardiging van Stichting Kind en Ziekenhuis in de kernwerkgroep en Care4Neo, CliniClowns Nederland en HME-MO Vereniging Nederland in de klankbordgroep. Op verschillende momenten is input gevraagd tijdens een invitational conference en bij het opstellen van het raamwerk. Het verslag van de invitational conference [zie aanverwante producten] is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de patiëntenorganisaties en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Module Meetinstrumenten chronische pijn |
Geen financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt ook uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen substantiële financiële gevolgen verwacht. |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Voorafgaand aan de voorbereidende fase is een invitational conference georganiseerd over herkenning en behandeling van pijn binnen de kindzorg. Een verslag hiervan is opgenomen onder aanverwante producten. Daarnaast werd tijdens de voorbereidende fase van de richtlijn een schriftelijke knelpunteninventarisatie gehouden. Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur en de beoordeling van de risk-of-bias van de individuele studies is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie https://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
COSMIN
The COSMIN Risk of Bias tool was used to assess the quality of single studies for each measurement property. Thereby, the worst-score-counts method was used to determine the risk of bias, this means that the lowest rating given in a box determines the final rating, i.e. the quality of the study. The result of each study on a measurement property were rated against the updated criteria for good measurement properties (Table 1). Each result was rated as either sufficient (+), insufficient (–), or indeterminate (?).
Table 1. Criteria for good measurement properties (Mokkink, 2018)
Measurement property |
Rating[1] |
Criteria |
Structural validity |
+ |
CTT: CFA: CFI or TLI or comparable measure >0.95 OR RMSEA <0.06 OR SRMR <0.08[2] IRT/Rasch: No violation of unidimensionality[3]: CFI or TLI or comparable measure >0.95 OR RMSEA <0.06 OR SRMR <0.08 AND no violation of local independence: residual correlations among the items after controlling for the dominant factor < 0.20 OR Q3's < 0.37 AND no violation of monotonicity: adequate looking graphs OR item scalability >0.30 AND adequate model fit: IRT: χ2 >0.01 Rasch: infit and outfit mean squares ≥ 0.5 and ≤ 1.5 OR Z-standardized values > ‐2 and <2 |
? |
CTT: Not all information for ‘+’ reported IRT/Rasch: Model fit not reported |
|
- |
Criteria for ‘+’ not met |
|
Internal consistency |
+ |
At least low evidence[4] for sufficient structural validity[5] AND Cronbach's alpha(s) ≥ 0.70 for each unidimensional scale or Subscale.[6] |
? |
Criteria for “At least low evidence for sufficient structural validity” not met |
|
- |
At least low evidence4 for sufficient structural validity5 AND Cronbach’s alpha(s) < 0.70 for each unidimensional scale or Subscale.6 |
|
Reliability |
+ |
ICC or weighted Kappa ≥ 0.70 |
? |
ICC or weighted Kappa not reported |
|
- |
ICC or weighted Kappa < 0.70 |
|
Measurement error |
+ |
SDC or LoA < MIC |
? |
MIC not defined |
|
- |
SDC or LoA > MIC |
|
Hypotheses testing for construct validity |
+ |
The result is in accordance with the hypothesis[7] |
? |
No hypothesis defined (by the review team) |
|
- |
The result is not in accordance with the hypothesis |
|
Cross‐cultural validity\measurement invariance |
+ |
No important differences found between group factors (such as age, gender, language) in multiple group factor analysis OR no important DIF for group factors (McFadden's R2 < 0.02) |
? |
No multiple group factor analysis OR DIF analysis performed |
|
- |
Important differences between group factors OR DIF was found |
|
Criterion validity |
+ |
Correlation with gold standard ≥ 0.70 OR AUC ≥ 0.70 |
? |
Not all information for ‘+’ reported |
|
- |
Correlation with gold standard < 0.70 OR AUC < 0.70 |
|
Responsiveness |
+ |
The result is in accordance with the hypothesis OR AUC ≥ 0.70 |
? |
No hypothesis defined (by the review team) |
|
- |
The result is not in accordance with the hypothesis OR AUC < 0.70 |
|
AUC: area under the curve, CFA: confirmatory factor analysis, CFI: comparative fit index, CTT: classical test theory, DIF: differential item functioning, ICC: intraclass correlation coefficient, IRT: item response theory, LoA: limits of agreement, MIC: minimal important change, RMSEA: Root Mean Square Error of Approximation, SEM: Standard Error of Measurement, SDC: smallest detectable change, SRMR: Standardized Root Mean Residuals, TLI = Tucker‐Lewis Index |
[1] “+” = sufficient, ” –“ = insufficient, “?” = indeterminate
[2] To rate the quality of the summary score, the factor structures should be equal across studies
[3] unidimensionality refers to a factor analysis per subscale, while structural validity refers to a factor analysis of a (multidimensional) patient‐reported outcome measure
[4] As defined by grading the evidence according to the GRADE approach
[5] This evidence may come from different studies
[6] The criteria ‘Cronbach alpha < 0.95’ was deleted, as this is relevant in the development phase of a PROM and not when evaluating an existing PROM.
[7] The results of all studies should be taken together and it should then be decided if 75% of the results are in accordance with the hypotheses
The level of evidence of the literature was evaluated as described in the COSMIN user manual for systematic reviews of patient-reported outcome measures (Mokkink, 2018). The following four factors were taken into account: (1) risk of bias (i.e. the methodological quality of the studies), (2) inconsistency (i.e. unexplained inconsistency of results across studies), (3) imprecision (i.e. total sample size of the available studies), and (4) indirectness (i.e. evidence from different populations than the population of interest in the review). The quality of evidence could be downgraded with one level (e.g. from high to moderate evidence) if there is serious risk of bias, with two levels (e.g. from high to low) if there is very serious risk of bias, or with three levels (i.e. from high to very low) if there is extremely risk of bias. The quality of the evidence could be downgraded with one or two levels for inconsistency, imprecision (-1 if total N=50-100; -2 if total N<50) and indirectness.
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Referenties
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Schünemann HJ, Oxman AD, Brozek J, Glasziou P, Jaeschke R, Vist GE, Williams JW Jr, Kunz R, Craig J, Montori VM, Bossuyt P, Guyatt GH; GRADE Working Group. Grading quality of evidence and strength of recommendations for diagnostic tests and strategies. BMJ. 2008 May 17;336(7653):1106-10. doi: 10.1136/bmj.39500.677199.AE. Erratum in: BMJ. 2008 May 24;336(7654). doi: 10.1136/bmj.a139.
Schünemann, A Holger J [corrected to Schünemann, Holger J]. PubMed PMID: 18483053; PubMed Central PMCID: PMC2386626.
Wessels M, Hielkema L, van der Weijden T. How to identify existing literature on patients' knowledge, views, and values: the development of a validated search filter. J Med Libr Assoc. 2016 Oct;104(4):320-324. PubMed PMID: 27822157; PubMed Central PMCID: PMC5079497.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.