Perinataal beleid bij Extreme vroeggeboorte

Initiatief: NVK Aantal modules: 12

Startpagina - Perinataal beleid bij Extreme vroeggeboorte

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor zwangere vrouwen met een dreigende extreme vroeggeboorte. In Nederland worden 2 tot 4 per 1000 kinderen veel te vroeg geboren. De definitie van extreme vroeggeboorte van de WHO is geboorte bij een zwangerschapsduur korter dan 28 weken; in deze richtlijn spreken we van extreme vroeggeboorte bij een zwangerschapsduur tussen 22 en 26 weken. De kans op overleving voor deze kinderen neemt toe met elke week dat de zwangerschap langer duurt. Onder perinataal beleid verstaan we in deze richtlijn de zorg voor de zwangere vrouw en de keuze tussen actieve opvang en op comfort gerichte zorg. Deze behandelingen worden, hoewel niet gelijk, en medisch en emotioneel verschillend, beide als respectvolle behandelopties gezien, waarbij de voorkeuren en waarden van ouders een belangrijke rol spelen in de besluitvorming. Wanneer gesproken wordt over actieve opvang wordt bedoeld dat de pasgeborene actief ondersteund wordt bij de transitie direct na de geboorte. In de praktijk betekent dit warmte- en vochtverlies beperken en ondersteuning bieden van de luchtweg en ademhaling, bestaande uit het geven van zuurstof, CPAP (Continuous Positive Airway Pressure) en zo nodig intubatie en beademing waarna opname op de NICU volgt. Op comfort gerichte zorg betekent dat de pasgeborene zo comfortabel mogelijk wordt opgevangen (bij voorkeur bij vader of moeder op de borst wordt gelegd) maar geen ondersteuning van de vitale functies krijgt. Gedurende het proces van overlijden zal voor comfort van het kind worden gezorgd, zo nodig aangevuld met het toedienen van medicatie. Je zou dit ook palliatieve zorg kunnen noemen.

 

In deze richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Overwegingen ten aanzien van beleid bij extreme vroeggeboorte waarbij de prognose wordt ingeschat op basis van zwangerschapsduur en individueel voorspellende factoren (geslacht, gewicht, meerlingzwangerschap, etniciteit, antenatale corticosteroïden). 
  • Counseling van en samen beslissen met ouders.
  • Verwijzing naar een gespecialiseerd centrum van een zwangere vrouw met een dreigende vroeggeboorte.
  • Actief obstetrisch beleid waaronder de behandeling met corticosteroïden van de moeder met een dreigende vroeggeboorte en foetale bewaking.
  • Modus partus bij een vrouw met een (dreigende) extreme vroeggeboorte.
  • Overwegingen bij het staken van de ingezette IC behandeling. 
  • Aanbevelingen over de organisatie van zorg.

Voor wie is deze richtlijn bedoeld? 

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor zwangere vrouwen met een dreigende extreme vroeggeboorte en/of de zorg voor extreem vroeggeboren kinderen.

 

Voor patiënten

Meer informatie over veel te vroeg bevallen is te vinden op Thuisarts:

Veel te vroeg bevallen

Zwanger tussen 24 en 26 weken en ik ga bevallen

Mijn baby wordt veel te vroeg geboren

Mijn veel te vroeg geboren baby wordt behandeld

Mijn veel te vroeg geboren baby gaat overlijden

 

Juridische kader

Een richtlijn is geen dwingend voorschrift. Richtlijnen bevatten expliciete, zo veel mogelijk op evidence gebaseerde aanbevelingen en inzichten waaraan zorgverleners zouden moeten voldoen om kwalitatief optimale zorg te verlenen. Er is ook ruimte om af te wijken van een richtlijn en diens aanbevelingen. Afwijking van de richtlijn gebeurt wel gemotiveerd en dient vastgelegd te worden. 

Belangrijk is te realiseren dat een richtlijn de kennis over de stand van de wetenschap en praktijk bevat ten tijde van het moment van opstellen van de richtlijn. Daarnaast hebben richtlijnen vooral een medische inhoud. Ze worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de beroepsgroepen zelf. Externe ontwikkelingen, op politiek of maatschappelijk en/of wetgevend vlak (denk bijvoorbeeld aan te aanpassing van de Wkkgz inzake de toetsing op substantiële financiële consequenties) worden daarbij niet genegeerd maar zijn bij het ontwikkelen niet leidend. Het gaat bij het opstellen van een richtlijn primair om de medische inhoud. De richtlijn is goede zorg en geldt daarmee in beginsel als de norm voor het handelen. 

 

Deze richtlijn is opgesteld door de beroepsgroep en geeft adviezen over actieve opvang bij een korte zwangerschapstermijn. De richtlijn staat los van de Wet afbreking zwangerschap, waarin de regels zijn opgenomen voor het actief beëindigen van een zwangerschap. Die wetgeving heeft een ander uitgangspunt en behandelt een ander onderwerp. Deze richtlijn brengt geen verandering in de grens van levensvatbaarheid maar biedt een kader om in individuele gevallen de kans op overleving te vergroten.

*Consultatie over deze paragraaf vond plaats bij juridisch medewerkers van FMS, KNMG en enkele ziekenhuizen

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 07-02-2024

Laatst geautoriseerd  : 07-02-2024

Geplande herbeoordeling  : 01-12-2024

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Volgende:
Beleid bij dreigende extreme vroeggeboorte