Overige late effecten na Hodgkinlymfoom

Initiatief: NVRO Aantal modules: 6

Gewichtsproblemen na hodgkinlymfoom

Uitgangsvraag

Hoe hoog is het risico op gewichtsproblemen bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom, en wat zijn de risicofactoren hiervoor?

 

Zijn er methoden om gewichtsproblemen bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom te behandelen?

Aanbeveling

Er zijn voor deze module geen aanbevelingen geformuleerd.

Overwegingen

Er zijn voor deze module geen overwegingen geformuleerd.

Onderbouwing

Hoe hoog is het risico op gewichtsproblemen bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom, en wat zijn de risicofactoren hiervoor?

In een Amerikaanse studie onder 219 overlevers van hodgkinlymfoom (n=33) en non-hodgkinlymfoom (n=186) werd een progressieve gewichtstoename gezien van 1,5% van het oorspronkelijke lichaamsgewicht na 6 maanden tot 6,4% na 18 maanden.2 Voor behandeling had 65% van de overlevers een body mass index (BMI) ≥ 25 kg/m2, vergelijkbaar met de algemene Amerikaanse populatie; na de behandeling was dit 73%. Bij overlevers met een lagere leeftijd en/of B-symptomen bij diagnose werd een grotere gewichtstoename gezien (gecorrigeerd voor follow-upduur). Er werd geen verschil gezien tussen overlevers met hodgkinlymfoom of non-hodgkinlymfoom.

 

In een Amerikaanse studie onder 141 overlevers van hodgkinlymfoom en B-cellymfoom was 62% meer dan 2 kg aangekomen één tot drie jaar na de behandeling; 15% was meer dan 2 kg afgevallen.6 Er werd in deze studie geen onderscheid gemaakt tussen hodgkinlymfoom of B-cellymfoom. Na de behandeling was 74% van de deelnemers te zwaar (BMI ≥ 25 kg/m2) versus 63% voorafgaand aan de behandeling. Er werden geen verschillen gezien in BMI tussen verschillende subgroepen (medicatie, voeding, televisie kijken), met uitzondering van geslacht (mannen zwaarder dan vrouwen). Het is echter niet duidelijk of deze resultaten direct extrapoleerbaar zijn naar de Nederlandse situatie.

 

Mogelijk wordt de gewichtstoename deels veroorzaakt door beperkingen in lichamelijke activiteit, zoals die bij overlevenden van hodgkinlymfoom op de kinderleeftijd zijn beschreven.4 Bij gewichtsveranderingen na hodgkinlymfoom is het belangrijk om onderliggende oorzaken uit te sluiten, zoals schildklierpathologie en maag-darmproblemen.

 

Er zijn meer studies gedaan onder overlevers van hodgkinlymfoom op de kinderleeftijd. Deze studies laten wisselende effecten zien op gewicht en rapporteren zowel een verhoogd risico op ondergewicht als overgewicht.1,3,5 Deze resultaten kunnen echter moeilijk geëxtrapoleerd worden naar overlevers van hodgkinlymfoom op volwassen leeftijd, omdat het effect van de ziekte en de behandeling op kinderen in de groei anders is dan bij volwassenen.

 

Zijn er methoden om gewichtsproblemen bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom te behandelen?

De werkgroep ziet geen redenen om aan te nemen dat dit anders is dan in de algemene bevolking. Verwijzing naar een diëtist is aangewezen bij ongewenste gewichtstoename en gewichtsverlies c.q. overgewicht en ondergewicht na de behandeling van hodgkinlymfoom. Zie ook de Artsenwijzer Diëtetiek van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten op http://www.artsenwijzer.info.

Na analyse van de knelpunten door de werkgroepen zijn de uitgangsvragen voor de wetenschappelijke onderbouwing opgesteld. Hierbij werd gebruik gemaakt van de PICO-systematiek (PICO = patient problem or population, intervention, comparison (C), outcome(s)).1 Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een systematische literatuuranalyse verricht naar de wetenschappelijke vraagstelling met PICO:

 

P: 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom
O1: Risico op gewichtsproblemen ≥5 jaar na diagnose van hodgkinlymfoom: relatief risico (RR), standardized incidence ratio (SIR), cumulative (actuarial estimated) risk, absolute excess risk (AER)
O2: Risicofactoren voor gewichtsproblemen ≥5 jaar na diagnose van hodgkinlymfoom
Studiedesign: cohort studies, case-control studies

 

 

  1. 1 - Van Beek R, et al. Bone mineral density, growth, and thyroid function in long-term survivors of pediatric Hodgkin’s lymphoma treated with chemotherapy only. J Clin Endocrinol Metab 2009; 94:1904–9.
  2. 2 - Lynce F, et al. Obesity in adult lymphoma survivors. Leuk Lymphoma 2012;53:569-74.
  3. 3 - Meacham L, et al. Body mass index in long-term adult survivors of childhood cancer: a report of the Childhood Cancer Survivor Study. Cancer 2005;103:1730–9.
  4. 4 - Ness K, et al. Limitations on physical performance and daily activities among long-term survivors of childhood cancer. Ann Intern Med 2005;143:639-47.
  5. 5 - Nysom K, et al. Degree of fatness after treatment of malignant lymphoma in childhood. Med Pediatr Oncol 2003;40:239–43.
  6. 6 - Russell N, et al. Dietary and weight changes after treatments for lymphoma. Nutrition and Cancer 2007;57:168-76.
  7. 7 - Vose J, et al. Other complications of the treatment of Hodgkin lymphoma. In: R.T. Hoppe et al. Hodgkin Lymphoma. Lippincott Williams & Wilkins Philadelphia 2007.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 01-12-2016

Laatst geautoriseerd  : 01-12-2016

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2018

Uiterlijk in 2017 bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) of deze richtlijn of module nog actueel is. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.

De NVRO is als houder van deze richtlijn(module) de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie

Algemene gegevens

Deze richtlijn werd ontwikkeld in het kader van het BETER-project (Beter na Hodgkin: Evaluatie van de langeTermijnEffecten van chemo- en Radiotherapie). De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd met een subsidie van KWF-Alpe d’HuZes (projectnummer NKI 2011-5270).

Doel en doelgroep

Het doel van de BETER-richtlijnen is het ondersteunen van hoogkwalitatieve en uniforme langetermijn-nazorg voor overlevers van hodgkinlymfoom. De richtlijnen gaan over relevante late effecten waarvan bekend is dat zij relatief vaak optreden na behandeling voor hodgkinlymfoom.

Samenstelling werkgroep

Voor elk van de BETER-richtlijnen is in 2011 een multidisciplinaire werkgroep opgericht, bestaande uit leden van het BETER-consortium en waar nodig aangevuld met externe experts. Elke werkgroep had twee voorzitters en werd ondersteund door één van de BETER-projectcoördinatoren voor het uitwerken van de richtlijnen en de wetenschappelijke onderbouwing. Voor de BETER-richtlijn ‘Overige late effecten na hodgkinlymfoom’, waar de richtlijn ‘Longschade na hodgkinlymfoom’ deel van uitmaakt, bestond de werkgroep uit:

  • Dr. F. Ong, radiotherapeut-oncoloog, Medisch Spectrum Twente, Enschede
  • Dr. L. Dorresteijn, neuroloog, Medisch Spectrum Twente, Enschede
  • Dr. B. Witsenburg, oncologisch kaakchirurg, Medisch Spectrum Twente, Enschede
  • Drs. W. Veldman-Boonen, arbeids- en organisatiepsycholoog en patiëntenvertegenwoordiger, Stichting Hematon, Utrecht
  • Dr. N. Dekker, arts en coördinator BETER-project, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam

Belangenverklaringen

De werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar een (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. Tevens is navraag gedaan naar persoonlijke financiële belangen, belangen door persoonlijke relaties, belangen d.m.v. reputatiemanagement, belangen vanwege extern gefinancierd onderzoek, en belangen door kennisvalorisatie. De belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (KiMS), een overzicht vindt u hieronder:

 

Naam werkgroeplid

Belangen

Toelichting

Dr. F. Ong

Geen

 

Dr. L. Dorresteijn

Geen

 

Dr. B. Witsenburg

Geen

 

Drs. W. Veldman-Boonen

Raadslid gemeente Zwartewaterland

Betaald (vergoeding)

Dr. N. Dekker

Geen

 

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de inbreng van afgevaardigden van patiëntenorganisatie Stichting Hematon tijdens de commentaar- en autorisatiefase van de BETER-richtlijnen.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Implementatie

De BETER-richtlijnen worden gratis beschikbaar gesteld via de landelijke richtlijnendatabase van KiMS en IKNL. De huidige versie van de richtlijnen is bedoeld voor zorgverleners. Een versie voor de overlevers van hodgkinlymfoom zelf en een Engelstalige versie voor zorgverleners worden in 2015 ontwikkeld. De implementatie van de richtlijnen zal verder bevorderd worden door het gebruik van een persoonlijk nazorgplan op de BETER-poliklinieken en het aanbieden van een applicatie waarmee zorgverleners kunnen bepalen voor welke nazorg de hodgkinlymfoom-overlevers in aanmerking komen. Daarnaast zullen er publicaties aangeboden worden in Nederlandse en internationale medische tijdschriften, om de kennis van zorgverleners over het BETER-project en deze richtlijnen te vergroten. Ook zullen de richtlijnen worden besproken tijdens vergaderingen en congressen. Het vergroten van deze kennis leidt niet alleen tot een betere toepassing van de richtlijnen op de BETER-poliklinieken, maar ook tot een beter bewustzijn bij zorgverleners over het verwijzen van hun patiënten naar deze nazorgpoliklinieken.

Werkwijze

Voor het ontwikkelen van alle BETER-richtlijnen is gebruik gemaakt van de Richtlijn voor Richtlijnen van de Regieraad Kwaliteit van Zorg 2012.

In 2010-2011 is door de richtlijnwerkgroepen binnen het BETER-consortium een samenvatting gemaakt met de belangrijkste aanbevelingen voor alle BETER-richtlijnen. In 2012-2014 is de wetenschappelijke onderbouwing uitgewerkt door de projectcoördinatoren en voorzitters van de werkgroepen. De verschillende versies van deze richtlijnen zijn per e-mail rondgestuurd en in landelijke vergaderingen van het BETER-consortium besproken. De richtlijnen zijn in 2013-2014 geaccordeerd door het BETER-consortium. De richtlijnen zijn in 2014 overgenomen door de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie en in 2014-2015 ter accordering naar de betreffende wetenschappelijke en beroepsverenigingen gestuurd.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Tandheelkundige schade na hodgkinlymfoom