Effectiviteit wearables
Uitgangsvraag
Wat is het effect van wearables/het meten van fysieke activiteit op beweeggedrag en gewichtsverlies bij de behandeling van volwassenen met overgewicht (in combinatie met een vergrote buikomvang en/of comorbiditeit) of obesitas?
Aanbeveling
- Adviseer een wearable indien het inzichtelijk maken van beweeggedrag en/of sedentair gedrag gewenst is. Houd hierbij rekening met de vaardigheden en financiële mogelijkheden van de patiënt.
- Stel samen met de patiënt een doel op ten aanzien van bewegen en evalueer deze met gebruik van de wearable.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
Op basis van de geïncludeerde studies zijn we onzeker over het effect van wearables voor het meten van fysieke activiteit en/of sedentair gedrag op de cruciale uitkomstmaten (relatief) gewichtsverlies en fysieke activiteit in volwassenen met obesitas of overgewicht. De bewijskracht van de resultaten wordt met name beperkt door het risico op bias, indirectheid en ernstige imprecisie (zeer lage GRADE). De overall bewijskracht is hiermee zeer laag. Er is hier sprake van een kennislacune. Echter, regelmatig bewegen leidt tot een breed scala aan gezondheidsvoordeel voor alle volwassen in alle BMI-categorieën, ook al vindt er geen gewichtsreductie plaats (Boulé, 2020). De Vries (2016) benoemt het belang van doelen stellen, deze doelen kunnen door middel van wearables gemonitord worden en voorzien van feedback. Groepen die liever veel fietsen of een andere activiteit doen (zoals fitness), die niet gemeten wordt door de wearable kunnen de bewijskracht beïnvloeden. Deze groepen kunnen wel degelijk meer gaan bewegen, maar dit wordt mogelijk niet gedetecteerd door de wearable. Het is niet voor elk type wearable mogelijk om inzicht te geven in de intensiteit of hartslag tijdens de betreffende fysieke activiteit.
Aangezien de bewijskracht beperkt is hebben we ook gekeken naar internationale richtlijnen. De Canadese richtlijn geeft ook aan dat het gebruik van wearables onderdeel zou moeten uitmaken van de behandeling (Tytus, 2020). Dit wordt onderbouwd middels de studie van Cheatman (2018). Cheatman (2018) includeerde 25 RCTs naar de effectiviteit van wearables ten opzichte van standaard interventie of een controlegroep.
Hiermee voldeed deze studie niet aan onze PICO, en daarom is deze niet in de literatuursamenvatting beschreven. De conclusie van deze studie is dat wearables op korte termijn een toegevoegde waarde hebben, met name in volwassenen van middelbare leeftijd.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Een wearable dragen om te voldoen aan de beweegrichtlijn, verbeteren van de kwaliteit van leven en lichaamsbeeld (Boulé, 2020). Nadelen voor het gebruik van wearable is dat de gebruiker van de wearable druk kan ervaren om bijvoorbeeld te voldoen aan 10.000 stappen per dag, wanneer dit niet haalbaar of mogelijk is. Het is daarom aan te raden om gepersonaliseerde, realistische doelen op te stellen.
Kosten (middelenbeslag)
Wearables zijn beschikbaar in verschillende prijsklasse. Het is een keuze van de patient of zorgverlener om te bepalen waar geld aan uit te geven. Voor patiënten in de bijstand en patiënten met een kleine beurs kan dit wel een probleem zijn.
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Ondersteunend gebruik maken van wearable bij een beweeginterventie is haalbaar voor patiënten die zelf een wearable kunnen aanschaffen en tevens beschikken over de kennis en kunde om gebruik te kunnen maken van de wearable.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
Het kwaliteit van het bewijs ten aanzien van gewichtsverlies is beoordeeld als zeer laag. Voornamelijk door beperkingen in de studieopzet. Echter zijn de ervaringen in praktijk positief ten aanzien van het stimuleren van bewegen en vergroten van het inzicht ten aanzien van beweeg- en sedentair gedrag. Gebruik van een wearable kan bijdragen aan het vergroten van het inzicht ten aanzien van het bewegen en/of sedentair gedrag. Ook is de wearable geschikt voor het stellen van beweegdoelen en het voorzien van feedback. Daarnaast vergt een wearable de vaardigheden om hiermee om te gaan. Nadeel is dat er aanschafkosten gemaakt moeten worden en daarmee niet voor iedere patiënt toegankelijk zal zijn. Het is belangrijk dat er aangesloten wordt bij de startsituatie en dat de patiënt niet te veel druk ervaart door het gebruik van een wearable.
De aanbeveling is tot stand gekomen door de gegevens uit de studies te combineren met de ervaringen vanuit de huidige praktijk van ondersteuning en zorg voor volwassenen met overgewicht of obesitas.
Onderbouwing
Achtergrond
Het is niet bekend wat de invloed van wearables is op het bewegingsgedrag van mensen met overgewicht of obesitas op de lange termijn. De commissie van gezondheidsraad pleit voor het monitoren van fysieke inspanning met een beweegmeter (Gezondheidsraad, 2017). Het is echter ook niet bekend of wearables geschikt zijn voor het zelfmonitoren van deBeweegrichtlijnen 2017, dan wel meten van matig intensieve activiteit. En hoe deze informatie dan kan worden ingezet in de begeleiding van mensen met overgewicht of obesitas, om een eventueel gunstig effect op de lange termijn te bewerkstelligen.
Introduction
It is not known what the long-term impact is of wearables on exercise behaviour in adults with overweight or obesity. It is also not known whether wearables can be used for self-monitoring of moderate intensity physical activity. And how those monitors can be used in the treatment of adults with overweight and comorbidities or overweight, in order to establish weight maintenance in the long term.
Conclusies
very low GRADE |
Moderate intensity physical activity
It is unclear what the effect is of wearables for monitoring physical activity and/or sedentary behavior on moderate to vigorous intensity physical activity as compared to no wearables, in adults with obesity or overweight.
Sources: de Vries, 2016 and Jakicic, 2016 |
very low GRADE |
Sedentary behavior
It is unclear what the effect is of wearables for monitoring physical activity and/or sedentary behavior on sedentary behavior as compared to no wearables, in adults with obesity or overweight.
Sources: Jakicic, 2016 |
very low GRADE |
Weight
It is unclear what the effect is of wearables for monitoring physical activity and/or sedentary behavior on weight loss (kg) or relative weight change (%) as compared to no wearables, in adults with obesity or overweight.
Sources: de Vries,2016 and Jakicic, 2016 |
very low GRADE |
Body composition
It is unclear what the effect is of wearables for monitoring physical activity and/or sedentary behavior on body composition (fat mass, lean mass and % body fat) as compared to no wearables, in adults with obesity or overweight.
Sources: Jakicic, 2016 |
No GRADE |
Weight maintenance/quality of life/achieving recommendations on physical activity
The included studies did not report on the outcome measures weight maintenance, quality of life and achieving recommendations on physical activity. |
Samenvatting literatuur
Description of studies
De Vries (2016) performed a systematic review and meta-analysis on the effect of activity monitors on physical activity in adults with overweight or obesity. They searched several databases, including Medline, Embase, CINAHL, PsycINFO, CENTRAL, and PEDro, until 1 July 2015. 14 randomized controlled trials were included, with a total of 1157 adults. 7 out of the 14 trials were focusing on the comparison between an intervention using activity monitor (BPAI+) versus a control group without activity monitor (BPAI-). In order to be included in the meta-analysis, the control group had to be provided with a similar physical activity intervention as that of the intervention group but without activity monitor feedback. 5 trials did report on the outcome measures of interest; those trials are included in our literature analysis. All trials took place in industrial countries (USA or Australia). One of the trials was supported by a commercial company. Length of the trials varied between 12 weeks and 6 months. The included studies were assessed using the Cochrane Collaboration’s tool, which revealed considerable risk of bias in most of the trials (see Table 9.1). Table 9.1 included more details on the interventions that were applied in the included studies.
Table 9.1 Characteristics of the intervention and control intervention of the included studies in de Vries (2016). *Further details are provided in the evidence tables and/or in the publication of de Vries (2016).
Author, year |
Intervention* |
Control group* |
Study duration |
Risk of bias |
Pal, 2009 |
PA: Pedometer (Yamax SW-200) PA goal: small achievable goals, weekly increase to (1) walking ≥30 min/d and (2) 10,000 steps/d. Other: review of PA guidelines, maintain diet |
PA: Sealed pedometer PA goal: small achievable goals like 10 min walks, gradually increase goal weekly to ≥30 min/d. No step goals were set. Other: see intervention |
12 weeks |
Random sequence (unclear), allocation concealment (unclear), blinding of outcome assessment (unclear), bias to self-reporting of steps |
Pal, 2011 |
PA: Pedometer (Yamax SW-200) PA goal: : ≥10,000 steps/d Other: discussion on PA guidelines, maintain diet |
PA: Sealed pedometer PA goal: ≥30 min/d walking on top of baseline activity Other: see intervention |
12 weeks |
Random sequence (unclear), allocation concealment (unclear), no blinding of outcome assessment, bias to self-reporting of steps |
Pellegrini, 2012 |
PA: 1: BodyMedia Fit and additional digital display Other: weekly meetings, behavioral strategies, no dietary advice PA goal: progressive engagement in moderate-intensity PA 100-300 min/wk. PA: 2: see 1 PA goal: see 1 Other: weekly mailed behavioral sessions, no dietary advice, one instruction and weight loss information session.
|
PA: None PA goal: see intervention Other: see intervention |
6 months |
Random sequence (unclear), allocation concealment (unclear), blinding of personnel (unclear), blinding of outcome assessment (unclear), high risk of attrition bias due to incomplete outcome data |
Polzien, 2007 |
PA: 1: Sensewear Pro armband and internet monitoring (weeks 1, 5, and 9) PA goal: moderate-intensity exercise increase from 20 to 40 min/d, 5 d/wk. Other: 7 counseling sessions, social cognitive theory, internet-monitoring of diet and PA PA: 2: Continuous availability of Sensewear Pro armband and Internet monitoring PA goal: see 1 Other: see 1 |
PA: None PA goal: see intervention Other: see intervention |
12 weeks |
Random sequence (unclear), allocation concealment (unclear), no blinding of personnel, blinding of outcome assessment (unclear), risk of attrition bias (unclear) |
Unick, 2012 |
PA: BodyMedia Fit (armband, digital watch) PA goal: progression to 250 min/wk of exercise Other: weekly group meetings, behavioral approaches, advice to reduce intake to 1500 to 1800 kcal/day. |
PA: None PA goal: see intervention Other: see intervention |
6 months |
Random sequence (unclear), allocation concealment (unclear), blinding of personnel (unclear), blinding of outcome assessment (unclear), risk of attrition bias (unclear), high risk of reporting bias, significant between group-age differences at baseline. |
Jakicic (2016) performed a randomized controlled trial at the University of Pittsburgh on the effectiveness of wearable technology in young adults with overweight or obesity (18 to 35 years). A total of 470 young adults were included. All participants were instructed to follow a energy restricted diet, to increase their physical activity levels and had counselling sessions in groups. During the first six months of the intervention period, all participants had to keep diaries on dietary intake and physical activity. After six months, the participants in the intervention group (n=56) had a wearable device to monitor physical activity and energy expenditure and a web interface to self-monitor dietary intake. Participants in the control group used a website for monitoring their physical activity and dietary intake. Baseline characteristics were not different between the intervention groups. Participants were followed for 24 months. In the intervention group and in the control group, respectively 23.6% and 26.9% of the participants was lost to follow-up at 24 months.
Results
Weight maintenance/quality of life/achieving recommendations on physical activity
The included studies did not report on the outcome measures weight maintenance, quality of life and achieving recommendations on physical activity.
Moderate intensity physical activity
De Vries (2016) reported on the outcome measure moderate to vigorous intensity physical activity (MVPA). In their meta-analysis they included three studies which reported on change in MVPA in minutes per time unit between baseline and follow-up (Pal, 2009; Pal, 2011 and Unick, 2012). Follow-up of the studies varied between twelve weeks (Pal, 2009 and Pal, 2011) and six months (Unick, 2012). Results of the meta-analysis on the change in MVPA between baseline and follow-up are reported in Figure 9.1. In total, the standardized mean difference (95%CI) in change of MVPA (min/time unit) between the wearable group and the control group was 0.43 (-0.00 to 0.87), in favor of the wearable group. This difference is not clinically relevant (<0.5 SMD).
Figure 9.1: Moderate to vigorous physical activity (min/time unit) while using wearables for monitoring physical activity, compared to no use of wearables, in adults with obesity or overweight.
Jakicic (2016) also reported on change in MVPA between baseline and six, twelve, eighteen and 24 months of follow-up. In this literature analysis we focus on the changes between baseline and respectively six months and 24 months.
In the wearable group change in total MVPA (min/week) between baseline and six months of follow-up was −30.2 (−82.2 to 21.9) min/week, compared to 68.4 (16.4 to 120.5) min/week in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was 98.6 (25.0 to 172.2) min/week, in favor of the control group. This difference is not clinically relevant (< 2,5 hour/week).
In the wearable group change in total MVPA (min/week) between baseline and 24 months of follow-up was 14.5 (−217.9 to 247.0) min/week, compared to 124.0 (−109.1 to 357.1) min/week in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was 109.5 (−219.7 to 438.6) min/week, in favor of the control group. This difference is not clinically relevant (< 2,5 hour/week).
Sedentary behavior
De Vries (2016) did not report on the outcome measure change in sedentary behavior. Jakicic (2016) reported on change in sedentary behaviour in number of hours per day, between baseline and follow-up of six, twelve, eighteen and 24 months. In this literature analysis we focus on the changes between baseline and respectively six months and 24 months.
In the wearable group, mean difference (95%CI) in change of sedentary hours per day between baseline and 6 months was −0.1 (−0.4 to 0.2) hours, compared to −0.5 (−0.8 to −0.2) hours in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −0.4 (−0.8 to 0.0) hours, in favor of the control group. This difference is not clinically relevant.
At 24 months of follow-up, mean difference in change of sedentary hours per day was even lower as compared to 6 months of follow-up. In the wearable group, mean difference (95%CI) in change of sedentary hours between baseline and 24 months was 0.0 (−0.4 to 0.3) hours, compared to −0.3 (−0.7 to 0.0) hours in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −0.3 (−0.8 to 0.2), in favor of the control group. This difference is not clinically relevant.
Weight
Weight change in kg
De Vries (2016) reported on the outcome measure change in weight (kg). In their meta-analysis they included three studies which reported on weight change in kg between baseline and follow-up (Pal, 2009; Pellegrini, 2012 and Polzien, 2007). Follow-up of the studies varied between 12 weeks (Pal, 2009 and Polzien, 2007) and 6 months (Pellegrini, 2012).
De Vries (2016) did only report the pooled mean difference in weight change (kg) between the wearable group and the control group (forest plot not reported). Mean difference in weight change (kg) between the groups was -0.86 (-2.93 to 1.20) kg (I2 = 45%, P=0.14), in favor of the wearables group. This difference is not clinically relevant (<3 kg).
Jakicic (2016) also reported on weight change in kg between baseline and follow-up of six, twelve, eighteen and 24 months. In this literature analysis we focus on the changes between baseline and respectively six months and 24 months.
In the wearable group change in weight (kg) between baseline and follow-up of six months was −8.0 (−8.8 to −7.1) kg, compared to −8.6 (−9.5 to −7.7) kg in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −0.7 (−1.9 to 0.6) kg, in favor of the control group. This difference is not clinically relevant (<3 kg).
In the wearable group change in weight (kg) between baseline and follow-up of 24 months was −3.5 (−4.5 to −2.6) kg, compared to -5.9 (−6.8 to −5.0) kg in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −2.4 (−3.7 to −1.0) kg, in favor of the control group. This difference is not clinically relevant (<3 kg).
Relative weight change
De Vries (2016) reported on the outcome measure relative weight change. In their meta-analysis they included two studies which reported on relative weight change (%) between baseline and follow-up (Polzien, 2007 and Unick, 2012). De Vries (2016) did only report the pooled mean difference in relative weight change (%) between the wearable group and the control group (forest plot not reported). Mean difference (95%CI) between the groups was -0.75 (-3.10 to 1.59), in favor of the wearable group. This difference is not clinically relevant (<5%).
Jakicic (2016) also reported on relative weight change between baseline and follow-up of six, twelve, eighteen and 24 months. In this literature analysis we focus on the changes between baseline and respectively six months and 24 months.
In the wearable group relative change in weight (%) between baseline and follow-up of six months was −8.4 (−9.3 to −7.6), compared to −9.4 (−10.2 to −8.5) in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −0.9 (−2.2 to 0.3), in favor of the control group. This difference is not clinically relevant (<5%).
In the wearable group relative change in weight (%) between baseline and follow-up of 24 months was −3.6 (−4.5 to −2.7), compared to −6.4 (−7.4 to −5.5) in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −2.8 (−4.2 to −1.5), in favor of the control group. This difference is (not) clinically relevant (<5%).
Body composition
Jakicic (2016) reported on changes in fat mass (kg), lean mass (kg) and body fat (%) between baseline and follow-up of six, twelve, eighteen and 24 months. In this literature analysis we focus on the changes between baseline and respectively six and 24 months of follow-up.
Fat mass (kg)
In the wearable group, mean difference (95%CI) in fat mass (kg) between baseline and 6 months was −6.5 (−7.2 to −5.8) kg, compared to −7.0 (−7.8 to −6.3) kg in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −0.6 (−1.6 to 0.5), in favor of the control group. This difference is not clinically relevant.
In the wearable group the mean difference (95%CI) between baseline and 24 months was −3.4 (−4.3 to −2.6), compared to −5.1 (−6.0 to −4.3) in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −1.7 (−2.9 to −0.6), in favor of the control group. This difference is not clinically relevant.
Lean mass (kg)
In the wearable group, mean difference (95%CI) in fat mass (kg) between baseline and 6 months was −1.2 (−1.5 to −1.0) kg, compared to −1.3 (−1.5 to −1.1) kg in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was 0 (−0.4 to 0.3) kg. This difference is not clinically relevant.
In the wearable group the mean difference (95%CI) between baseline and 24 months was −0.6 (−0.8 to −0.3) kg, compared to −0.9 (−1.1 to −0.6) kg in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −0.3 (−0.7 to 0) kg, in favor of the control group. This difference is not clinically relevant.
Body fat (%)
In the wearable group, mean difference (95%CI) in body fat (%) between baseline and 6 months was −4.1 (−4.6 to −3.6), compared to −4.7 (−5.2 to −4.2) in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −0.6 (−1.3 to 0.1), in favor of the control group. This difference is not clinically relevant.
In the wearable group the mean difference (95%CI) between baseline and 24 months was −2.4 (−3.0 to −1.9) %, compared to −3.5 (−4.0 to −3.0) % in the control group. Mean difference (95%CI) between the groups was −1.1 (−1.9 to −0.3), in favor of the control group. This difference is not clinically relevant.
Level of evidence of the literature
Weight maintenance/quality of life/achieving recommendations on physical activity
The included studies did not report on the outcome measures weight maintenance, quality of life and achieving recommendations on physical activity.
Moderate intensity physical activity
The level of evidence of RCTs starts high. The level of evidence regarding the outcome measure moderate intensity physical activity was downgraded to very low because of risk of bias, indirectness and imprecision. There was considerable risk of bias in all of the included trials, mainly due to ambiguity with regard to/absence of randomization, allocation concealment or blinding of the trial. Besides, we downgraded for indirectness, since the results also included vigorous intensity physical activity and the trial of Jakicic (2016) only included young adults. This might limit applicability of the results to other adults with obesity or overweight. The differences between the trials might also be an explanation for inconsistent results between the trial of Jakicic (2016) and the other trials. Therefore, we did not downgrade for inconsistency. Finally, the 95%CI of the effect estimate crossed the borders for clinical relevant differences and/or the null effect (imprecision).
The level of evidence for the data at 24 months of follow-up are also downgraded to very low because of risk of bias, indirectness and imprecision (for an explanation, see outcome measures body composition and sedentary behavior).
Weight
The level of evidence of RCTs starts high. The level of evidence regarding the outcome measure weight was downgraded to very low because of risk of bias, indirectness and imprecision. There was considerable risk of bias in all of the included trials, mainly due to ambiguity with regard to/absence of randomization, allocation concealment or blinding of the trial. Besides, we downgraded for indirectness, since the trial of Jakicic (2016) only included young adults. This might limit applicability of the results to other adults with obesity or overweight. The differences between the trials might also be an explanation for inconsistent results between the trial of Jakicic (2016) and the other trials. Therefore, we did not downgrade for inconsistency. Finally, the 95%CI of the effect estimate did not/crossed the borders for clinical relevant differences and/or the null effect (imprecision).
The level of evidence for the data at 24 months of follow-up are also downgraded to very low because of risk of bias, indirectness and imprecision (for an explanation, see outcome measure body composition and sedentary behavior).
Body composition/sedentary behavior
The level of evidence of RCTs starts high. The level of evidence regarding the outcome measures body composition and sedentary behavior was downgraded to very low because of risk of bias, indirectness and imprecision. There was high risk of bias, since it was not possible to blind the trial and numbers of loss to follow-up were high in both groups. Besides, we downgraded for indirectness, since the trial only included young adults. This might limit applicability of the results to other adults with obesity or overweight. Finally, the 95%CI of the effect estimate did not/crossed the borders for clinical relevant differences and/or the null effect (imprecision).
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question:
what are the (un)desirable effects of wearables/monitoring devices compared to no wearables/monitoring devices in the monitoring of physical activity in adults with overweight and comorbidities or obesity?
P: Adults with overweight (BMI ≥25 kg/m2) and comorbidities, adults with obesity.
I: Wearables/monitoring devices for monitoring moderate intensity physical activity or sedentary behavior.
C: No wearables/monitoring devices for monitoring moderate intensity physical activity or sedentary behavior.
O: Physical activity (moderate intensity physical activity, sedentary behavior), body weight (loss), weight maintenance, body composition, quality of life.
Relevant outcome measures
The guideline development group considered weight loss and physical activity (moderate intensity physical activity and sedentary behavior) as critical outcome measures for decision making; and achieving recommendations on physical activity, weight maintenance, body composition and quality of life as important outcome measures for decision making.
The working group defined the outcome measures as follows:
- Weight: weight loss in kg or %
- Body composition: fat mass, fat free mass, % body fat
- Physical activity includes:
- Metabolic equivalent (METS)
- Moderate to vigorous physical activity (MVPA)
- Sedentary behavior: sitting or lying down (with exception of sleeping)
A priori, the working group did not define the other outcome measures listed above but used the definitions used in the studies.
For the outcome measure weight, the working group defined weight loss of 5% or 3 kg as a minimal clinically important difference. Achieving the physical activity recommendations of 2,5 hour/week at moderate intensity was defined as a clinically important difference.
For all other outcome measures, the default thresholds proposed by the international GRADE working group were used: a 25% difference in relative risk (RR) for dichotomous outcomes, and 0.5 standardized mean differences (SMD) for continuous outcomes.
Search and select (Methods)
Since we expected an overwhelming amount of studies to be available on this topic, we decided to perform two different literature searches. At first we searched for systematic reviews and after this we performed an additional search to supplement the selected review(s) with RCT’s that were published after the search date of the selected review(s).
- Search 1: systematic reviews
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms until 20 July 2020. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 121 hits. Studies were selected based on the following criteria: systematic reviews focusing on the effect of wearables or monitoring devices for monitoring physical activity or sedentary behaviour, compared to no wearables or monitoring devices for monitoring physical activity or sedentary behaviour in adults with obesity or overweight. Intervention groups should only differ with regard to the use of wearables or monitoring devices; the overall physical activity intervention has to be similar between the groups. 15 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 14 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and 1 study was included (de Vries, 2016).
- Search 2: RCTs
De Vries (2016) searched several databases until 1 July 2015. Therefore, we performed an additional search on RCTs in the databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) with relevant search terms between 2015 and 7 September 2020. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 674 hits. Studies were selected based on the following criteria: RCT’s focusing on the effect of wearables or monitoring devices for monitoring physical activity or sedentary behaviour, compared to no wearables or monitoring devices for monitoring physical activity or sedentary behaviour in adults with obesity or overweight. Intervention groups should only differ with regard to the use of wearables or monitoring devices; the overall physical activity intervention has to be similar between the groups. 12 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 11 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and 1 study was included (Jakicic, 2016).
Results
Two studies were included in the analysis of the literature (de Vries, 2016 and Jakicic, 2016). Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables.
Referenties
- Boulé NG, Prud'homme D. Canadian Adult Obesity Clinical Practice Guidelines: Physical Activity in Obesity Management. Available from: https://obesitycanada.ca/guidelines/physicalactivity/. Accessed [29-01-2021].
- Jakicic, J. M., Davis, K. K., Rogers, R. J. et al (2016). Effect of wearable technology combined with a lifestyle intervention on long-term weight loss: the IDEA randomized clinical trial. Jama, 316(11), 1161-1171.
- Tytus R., Divalentino D.,Naji L.(2020). Canadian Adult Obesity Clinical Practice Guidelines: Emerging Technologies and Virtual Medicine in Obesity Management. Available from:https://obesitycanada.ca/guidelines/technologies. Accessed [29-01-2021].
- de Vries, H. J., Kooiman, T. J., van Ittersum, M. W., van Brussel, M., & de Groot, M. (2016). Do activity monitors increase physical activity in adults with overweight or obesity? A systematic review and meta?analysis. Obesity, 24(10), 2078-2091.
Evidence tabellen
Exclusietabel
Author and year |
Reason for exclusion |
Systematic reviews |
|
Fawcett, 2020 |
Narrative review |
Lewis, 2015 |
Wrong PICO (other population, did not focus on obesity/overweight) |
Kirk, 2019 |
Wrong PICO (did not focus on obesity/overweight and almost 40% in the control group also wore device) |
Schock, 2017 |
Wrong studie design (clinical inquiry) |
Liu, 2015 |
Wrong PICO (other intervention, mainly SMS/reminders) |
Wang, 2017 |
Wrong PICO (other population: no studies on adults with obesity or overweight) |
Wang, 2019 |
Wrong PICO (did not focus on physical activity alone and control group could differ in several aspects from the intervention group) |
Wang, 2020 |
Wrong PICO (control group could consist of usual care, no subgroup analysis) |
Yen, 2019 |
Wrong PICO (control group could consist of usual care, wait list etc., not focused on RCTs in adults with obesity or overweight) |
Cheatham, 2018 |
Wrong study design (evidence synthesis), wrong PICO (control group is not always clearly defined, other outcomes) |
Coons, 2012 |
Wrong PICO (included internet based interventions), no meta-analysis |
Levine, 2015 |
Wrong PICO (control group consist of usual care) |
Raaijmakers, 2015 |
Wrong PICO (the comparison group consisted of standard care, usual care, or wait-list control) |
Houser, 2019 |
Narrative review |
RCTs |
|
Holzmann, 2019 |
Wrong study design (review), wrong PICO (did not focus on overweight or obese adults, did not focus on wearables for PA) |
Coughlin, 2016 |
Wrong study design (review), wrong PICO (did not focus on overweight or obese adults) |
Hernández-Reyes, 2020 |
Wrong PICO (both intervention groups received Pedometer app, but intervention group also received structured information delivery, a personalized PA prescription and follow-up on number of steps per day) |
Takahashi, 2016 |
Wrong PICO (control group received standard care), wrong study design (after two months the control group also received intervention) |
Phan, 2018 |
Wrong PICO (other population, adolescents) |
Bentley, 2016 |
Wrong study design (feasability study, only descriptive statistics included for weight) |
Walsh, 2016 |
Wrong PICO (other population, young adults (not specifically overweight or obese young adults) |
Wang, 2016 |
Wrong PICO (both groups used a pedometer, in which the intervention group also received SMS based PA prompts) |
Fukuoka, 2015 |
Wrong PICO (other comparision, both groups used a pedometer, but intervention group also received a tailored diabetes prevention program and used a mobile app) |
Harris, 2015 |
Wrong PICO (other population, older adults, not specifically overweight or obese adults) |
DiFrancisco-Donoghue, 2018 |
Wrong PICO (other population, medical students, not specifically overweight or obese) |
Evidence table for systematic review of RCTs and observational studies (intervention studies)
Research question: What is the efficacy of wearables in the monitoring of physical activity in the treatment of adults with overweight and comorbidities or obesity?
Study reference |
Study characteristics |
Patient characteristics |
Intervention (I) |
Comparison / control (C)
|
Follow-up |
Outcome measures and effect size |
Comments |
De Vries, 2016
Study characteristics and results are extracted from the SR (unless stated with #) |
SR and meta-analysis of RCTs
Literature search up to July, 2015
A: Pal, 2009 25 B: Pal, 2011 26 C: Paschali, 2005 27 D: Pellegrini, 2012 29 E: Polzien, 2007 30 F: Stovitzet, 2005 32 G: Unick, 2012 34
Study design: RCT
Setting and Country: A: women, Australia B: women, Australia C: community sample, USA D: community sample, USA E: community sample, USA F: patients of a family medicine clinic, USA G: community sample, USA
Source of funding and conflicts of interest#: A: Healthway, Western Australia, no COI B: Healthway, Western Australia; no COI C: Grants from the National Institute for Diabetes and Digestive and Kidney Diseases, no COI reported D: University of Pittsburgh Obesity and Nutrition Research Center, no COI E: Roche Diagnostics, COI is not reported F: HealthPartners Center for Health Promotion (donated pedometers), no COI G: The Miriam Hospital by the National Heart, Lung, and Blood Institute at the National Institutes of Health, no COI
|
Inclusion criteria SR: RCT or CCT design, majority of participants were adults with overweight or obesity, intervention included issuing an unsealed activity monitor, the control group was on a wait list, received usual care, or were provided with a similar physical activity intervention as that of the intervention group but without activity monitor feed back; physical activity changes for both intervention and control groups were described; full text available in English.
Exclusion criteria SR: A conference abstract, research letter, editorial note, or commentary; study population consisted of mainly older adults (mean age = 60 year), pregnant women or patients limited in the ability to change physical activity due to serious comorbidity; the intervention included non-spontaneous physical activity; the intervention period was < two weeks.
14 studies included, of which 7 studies focused on BPAI+ versus BPAI-.
Important patient characteristics at baseline: N A: I:15, C:15 B: I:16 , C:16 C: I:15 , C:15 D: I1:17, I2:17, C:17 E: I1:19, I2: 19, C:19 F: I:50, C:44 G: I:15, C:14
Age (years±SD): A: I: 42±33.2 C: 44±24.9 B: I: 41.4±9.8 C: 45.3±8.4 C: I: 48.8±6.1 C: 47.0±7.2 D: I1: 43.3±9.1, I2: 44.1±8.1, C: 45.1±9.4 E: I1: 41.1±8.3 I2: 42.6±10.0 C: 40.2±8.0 F: I: 30.5±7.3 C: 31.5±9.8 G: I: 38.7±9.3 C: 46.1±9.1
Sex (% male): A: 0 B: 0 C: I: 47, C: 47 D: I1: 23.5, I2: 17.6, C: 0 E: 1.6 F: I: 38, C: 27.3 G: 18
BMI (±SD): A: I: 29.9±2.5 C: 28.6±2.7 B: I: 28.9±4.3 C: 29.7±4.1 C: >30 (not reported) D: I1: 34.7±3.4, I2: 33.4±3.6 C: 33.1±3.8 E: I1: 33.4±2.8, I2 32.6±2.7, C: 33.6±2.7 F: I: 30.5±7.3 C: 31.5±9.8 G: 45.0±3.9
Groups comparable at baseline? Groups were almost comparable, except for the study of Unick (2012), in which age differed between the groups. |
Describe intervention:
Physical activity monitor (BPAI+)
Details on interventions A: Contact/behavioral components: same as c. AM: pedometer (Yamax SW-200). Instruction AM: monitor daily steps, record on a calendar. PA goal: set small achievable goals, weekly increase to (1) walking ≥30 min/d and (2) 10,000 steps/d. Feedback: daily steps and calendar. Data recall from AM: 1 d. Resources/dietary advice/duration: same as c. B: Contact/behavioral components: same as c. AM: pedometer (Yamax SW-200). Instruction AM: record steps/d on a calendar. PA goal: ≥10,000 steps/d. Feedback: daily steps and calendar. Data recall from AM: 1 d. Resources/dietary advice/duration: same as c. C: Contact/behavioral components: Same as c. AM: triaxial accelerometer (BioTrainer). Instruction AM: wear the AM daily and monitor daily steps. PA goal: brisk walking or exercise of equivalent intensity ≥3 times per week. Feedback: activity units accumulated on accelerometer, monthly history displayed graphically on a computer and printed, paper diary. Discussion of the accelerometer data. Data recall from AM: 28 d. Resources/dietary advice/duration: same as c. D1: Contact/behavioral components: same as c. AM: BodyMedia Fit and additional digital display. Instruction AM: wear AM and digital display daily, download PA data on the website daily. PA goal: progressive engagement in moderate-intensity PA 100-300 min/wk. Feedback: digital display (real-time feedback), website, weekly feedback from interventionist. Data recall from AM: unlimited. Resources: website. Dietary advice/duration: same as c. D2: Same as D1 except: no weekly meetings but weekly mailed behavioral lessons. At baseline, one instruction and one weight loss information session. E1: Contact/behavioral components: same as c. AM: Sensewear Pro armband (weeks 1, 5, and 9). Instruction AM: wear the AM, upload AM data on website. PA goal: moderate-intensity exercise increase from 20 to 40 min/d, 5 d/wk. Feedback: daily steps and EE, Internet monitoring of PA and diet (weeks 1, 5, 9), paper diaries during the other weeks. Data recall from AM: daily in weeks 1, 5, and 9. Resources: website. Dietary advice/duration: same as c. E2: Same as E1 except: continuous availability of Sensewear Pro armband and Internet monitoring. F: Contact/behavioral components: same as c. AM: Yamax DigiWalker SW-200 (pedometer). Instruction AM: wear AM daily, record daily steps in the PA calendar. PA goal: increase daily average of steps by 400 each week. Feedback: 9-wk calendar to use as step-log. Data recall from AM: 1 d. Resources: one-page handout summarizing benefits of PA. Dietary advice/duration: same as c. G: Contact/behavioral components: same as c. AM: BodyMedia Fit (armband, digital watch). Instruction AM: wear AM and upload data daily. PA goal: progression to 250 min/wk of exercise. Feedback: website where PA data was shown, and food intake and weight were recorded, weekly written feedback from interventionist. Data recall from AM: unlimited. Resources: website. Dietary advice/duration: same as c.
|
Describe control:
No physical activity monitor (BPAI-)
Details on interventions A: Contact: review of PA guidelines at baseline. Behavioral components: - AM: sealed pedometer. Control participants wore this sealed pedometer for 12 wk with weekly recording. PA goal: set small achievable goals like 10 min walks, gradually increase goal weekly to ≥30 min/d. No step goals were set. Feedback: recording of total weekly steps. Resources: National Australian Physical Activity Guidelines. Dietary advice: maintain diet for duration of the study. Duration: 12 wk. B: Contact: discussion at baseline about PA guidelines. Behavioral components: - AM: sealed pedometer. Participants recorded weekly steps. PA goal: ≥30 min/d walking on top of baseline activity. Feedback: recording of total weekly steps. Resources: National Australian Physical Activity Guidelines. Dietary advice: maintain normal diet. Duration: 12 wk. C: Contact: monthly counseling by behavior therapist (15 min). Behavioral components: basic behavioral self-management principles, discussion of goals, problems encountered, and problem solving. AM: triaxial accelerometer (BioTrainer), display turned off. PA goal: brisk walking or exercise of equivalent intensity ≥3 times per week. Feedback: paper diary with discussion of self-reported exercise. Resources: 24-page manual with exercise instructions and self-management. Dietary advice: none. Duration: 3 mo. D: Contact: weekly meetings (three group meetings, one individual meeting per month). Behavioral components: behavioral strategies (not specified). AM: none. Feedback: paper diary (diet, PA, and weight), weekly written feedback from interventionist. PA goal: progressive engagement in moderate-intensity PA to 100-300 min/wk. Resources: - Dietary advice: reduce caloric intake to 1,200-1,800 kcal/wk and dietary fats to 20% of total calories. Elicit an energy deficit of 500 kcal/d. Duration: 6 mo. E: Contact: seven individualized counseling sessions. Behavioral components: Constructs of social cognitive theory (not specified). AM: none. PA goal: moderate-intensity exercise progressing from 20 to 40 min/d during 5 d/wk. Feedback: paper diary for self-monitoring of diet and PA behaviors. Resources: - Dietary advice: reduce energy intake to 1200-1500 kcal/d, reduce saturated fat to 20% of total intake. Duration: 12 wk. F: Contact: a brief scripted statement endorsing the benefits of increased PA (1 min), two phone calls (after week 1 and in week 5). Behavioral components: - AM: none. PA goal: increase PA level by 10% per week. Feedback: 9-wk calendar, with own recording of PA. Resources: one-page handout summarizing the benefits of PA. Dietary advice: - Duration: 9 wk. G: Contact: weekly group meetings. Behavioral components: behavioral approaches (not specified). AM: none. PA goal: progression toward 250 min/wk of exercise. Feedback: paper diary for self-monitoring PA and diet, weekly written feedback from interventionist. Resources: none. Dietary advice: reduce intake to 1,500 to 1,800 kcal/d. Duration: 6 mo. |
End-point of follow-up:
A: week 12 B: week 12 C: month 3 D: month 6 E: week 12 F: week 9 G: month 6
For how many participants were no complete outcome data available? # (intervention/control) A: 2/15 (I) and 2/15 (C), withdrew due to personal issues B: 3/16 (I) and 1/16 (C), withdrew due to personal issues C: 2/15 (I) and 2/15 (C) due to reasons independent of diabetes or intervention. D: 0/17 (D1), 4/17 (D2), 8/17 (C), withdrew due to several reasons (lack of time, lack of interest, pregnancy, unknown) E: 7/57 (not reported for each intervention group) F: 29/50 (I) and 21/44 (C) (of which n=45 no FU data, n=5 insufficient data) G: 3/14 (I) and 1/13 (C)
|
Total moderate to vigorous physical activity (MVPA)
Std. mean difference [95% CI]: A: 0.67 (-0.12 to 1.47) B: 0.18 (-0.57 to 0.92) G: 0.48 (-0.26 to 1.22)
Pooled effect (random effects model): 0.43 [95% CI -0.00 to 0.87] favoring BPAI+. Heterogeneity (I2): 0% N=83
Walking MET-minutes/week
Mean difference [95% CI]: A: 368.00 (127.68 to 608.32) B: 185.90 (-68.69 to 440.49)
Pooled effect (random effects model): 282.00 [95% CI 103.82 to 460.18] favoring BPAI+. Heterogeneity (I2): 4% N=54
(One study (Tudor-Locke, 2004) ) reported insufficient data on walking MET minutes per week to be included in meta-analysis. They used the nonparametric Mann-Whitney U test and found a significant (P =0.03) BPAI+ effect on total walking MET-minutes per week compared with BPAI-.)
Physical activity kilocalories per week
Std. mean difference [95% CI]: D: 0.22 (-0.45 to 0.89) E1: 0.41 (-0.23 to 1.06) E2: 0.72 (0.06 to 1.38) Pooled effect (random effects model): 0.45 [95% CI 0.07 to 0.83] favoring BPAI+. Heterogeneity (I2): 0% N=110
Weight change (kg) Mean difference [95% CI]: A: not reported D: not reported E: not reported Pooled effect (random effects model): -0.86 [95% CI -2.93 to 1.20] favoring BPAI+. Heterogeneity (I2): 45%
Weight change (%) Mean difference [95% CI]: E: not reported G: not reported Pooled effect (random effects model): -0.75 [95% CI -3.10 to 1.59] favoring BPAI+. Heterogeneity (I2): 46%
BMI change Mean difference [95% CI]: A: not reported B: not reported D: not reported Pooled effect (random effects model: -0.39 [95% CI -1.53 to 0.75] favoring BPAI+. Heterogeneity (I2): 27%
|
The control group was on a waitlist, received usual care or received a similar physical activity intervention as the intervention group but without activity monitor feedback. In our analysis we focus on the comparison between activity monitor and PA intervention without monitor.
Authors conclusion Behavioral physical activity interventions with an activity monitor increase physical activity in adults with overweight or obesity. Also, adding an activity monitor to behavioral physical activity interventions seems to increase the effect on physical activity, although current evidence does not yet provide conclusive evidence for its effectiveness.
Information with regard to risk of bias tool - Random sequence was unclear: A, B, D, E, F, G - Allocation concealment was unclear: A, B, C,D, E, G - No blinding of personnel/unclear: C, D, E, F, G - No blinding of outcome assessment/unclear: A, B, D, E, F, G - high risk of attrition bias/unclear: D, E, F, G - high risk of reporting bias: G - bias due to self-reporting of PA (steps): A, B
Other remarks This systematic review excluded original contributions that aimed at increasing the physical activity levels of older adults. This exclusion was necessary because lower effect sizes are typical in intervention studies comprising older adults (mean age ≥60 years) due to a lower compliance with BCTs that are often applied in BPAI, such as setting behavioral goals, prompting self-monitoring of behavior, planning for relapses, providing normative information, and providing feedback on performance (54).
|
Evidence table for intervention studies (randomized controlled trials and non-randomized observational studies [cohort studies, case-control studies, case series])1
This table is also suitable for diagnostic studies (screening studies) that compare the effectiveness of two or more tests. This only applies if the test is included as part of a test-and-treat strategy – otherwise the evidence table for studies of diagnostic test accuracy should be used.
Research question: What is the efficacy of wearables in the monitoring of physical activity in the treatment of adults with overweight and comorbidities or obesity?
Study reference |
Study characteristics |
Patient characteristics 2 |
Intervention (I) |
Comparison / control (C) 3
|
Follow-up |
Outcome measures and effect size 4 |
Comments |
Jakicic, 2016 |
Type of study: RCT
Setting and country: University of Pittsburgh, participants were recruited by direct mail, mass media or referral from clinical research registries.
Funding and conflicts of interest: This study was supported by grant from the NHLBI. Authors reported conflicts of interest (a.o. PI on a grant by Jawbone Inc, Weight Watchers International) |
Inclusion criteria: Age 18 to 35 years, BMI 25 to 40 kg/m2, access to cellular telephone that could receive messages and a computer with internet access.
Exclusion criteria: Past or planned weight loss surgery; current use of systemic steroids or weight loss medication, current treatment for an eating disorder, cardiovascular event procedure within the prior 6 months; current treatment for malignancy other than NMSC; pregnant or gave birth within the last 6 months, currently lactating or breastfeeding within the last 3 months, actively planning pregnancy within the study period; taking medication that would affect heart rate or blood pressure responses to exercise; self-reported weight loss of >5% of current body weight in the previous 3 months; current treatment for psychological issues or taking psychotropic medications within the previous 6 months; taking medication that could affect metabolism, appetite, or change body weight; current treatment for DM; history of heart disease, angina, heart attack, stroke, or cancer; taking medication for hypertension, high resting SBP or DBP; investigator discretion due to concerns related to study compliance;
N total at baseline: 470 Intervention: 237 Control: 233
Important prognostic factors2: age (median, IQR): I: 31.0 (27.4-33.3) C: 30.9 (28.0-33.9)
Sex: I: 29.1% M C: 28.8% M
BMI (kg/m2, median, IQR) I: 31.5 (28.2-34.3) C: 30.9 (28.7-34.2)
Education High school graduate or GED (%) I: 25.3 C: 24.5 College graduate or higher (%) I: 74.7 C: 75.5
Groups comparable at baseline? Yes
|
Monitoring of dietary patterns and moderate to vigorous physical activity using commercially available wearable technology, including a web-based interface (FIT core, BodyMedia, months 7-24).
This system included a multisensor device worn on the upper arm that provided feedback to the participant on energy expenditure and physical activity through a small display or through web-based software developed by the manufacturer. While the display provided information about total MVPA, the webbased software also provided feedback on MVPA performed in durations of 10 minutes or longer. The web-based software also allowed for self-monitoring of dietary intake.
In both groups, calorie intake was prescribed based on baseline weight and could be adjusted if weight loss exceeded 6% during each 4-week period or if BMI ≤22 kg/m2. Nonsupervised moderate to vigorous physical activity was prescribed at 100 min/week and increased at 4-week intervals until 300 min/week was achieved.
In both groups, participants were instructed to self-monitor dietary intake and physical activity in a diary during the first six months of the intervention.
|
Self-report of daily intake and moderate to vigorous physical activity using a website (months 7-24).
In both groups, calorie intake was prescribed based on baseline weighed and could be adjusted if weight loss exceeded 6% during each 4-week period or if BMI ≤22 kg/m2. Nonsupervised moderate to vigorous physical activity was prescribed at 100 min/week and increased at 4-week intervals until 300 min/week was achieved.
In both groups, participants were instructed to self-monitor dietary intake and physical activity in a diary during the first six months of the intervention. The intervention staff provided feedback.
|
Length of follow-up: 24 months
Loss-to-follow-up: Intervention: 56 (23.6%) Reasons: missed 24 months visit (n=33), refused to continue (n=5), safety concern or adverse event (n=1), had non-study-related medical condition (n=1), moved from geographical area (n=7) and removed from study due to pregnancy (n=9)
Control: 63 (26.9%) Reasons: missed 24 months visit (n=33), refused to continue (n=6), had non-study-related medical condition (n=1), nonadherent to intervention (n=1), moved from geographical area (n=2) and removed from study due to pregnancy (n=20)
Incomplete outcome data: Intervention: 56 (23.6%) Reasons: see loss to follow-up
Control: 63 (26.9%) Reasons: see loss to follow-up
|
Weight (kg) Baseline I: 96.3 (94.2 to 98.5) C: 95.2 (93.0 to 97.3) B to 6 mo I: −8.0 (−8.8 to −7.1) C:−8.6 (−9.5 to −7.7) Difference: −0.7 (−1.9 to 0.6) B to 24 mo: I: −3.5 (−4.5 to −2.6) C: −5.9 (−6.8 to −5.0) Difference: −2.4 (−3.7 to −1.0) P group*time: 0.003
Weight change from baseline (%) B to 6 mo I: −8.4 (−9.3 to −7.6) C: −9.4 (−10.2 to −8.5) Difference: −0.9 (−2.2 to 0.3) B to 24 mo: I: −3.6 (−4.5 to −2.7) C: −6.4 (−7.4 to −5.5) Difference: −2.8 (−4.2 to −1.5) P group*time: <0.001
BMI Baseline I: 32.3 (31.4 to 33.2) C: 32.4 (31.5 to 33.3) B to 6 mo I: −2.7 (−3.4 to −1.9) C: −2.9 (−3.7 to −2.2) Difference: −0.3 (−1.3 to 0.8) B to 24 mo: I: −1.1 (−1.9 to −0.3) C: −1.8 (−2.6 to −1.0) Difference: −0.7 (−1.9 to 0.4) P group*time: 0.63
Fat mass (kg) Baseline I:37.2 (35.7 to 38.7) C: 36.8 (35.4 to 38.3) B to 6 mo I: −6.5 (−7.2 to −5.8) C: −7.0 (−7.8 to −6.3) Difference: −0.6 (−1.6 to 0.5) B to 24 mo: I: −3.4 (−4.3 to −2.6) C: −5.1 (−6.0 to −4.3) Difference: −1.7 (−2.9 to −0.6) P group*time: >0.52
Lean mass (kg) Baseline I: 55.6 (54.7 to 56.6) C: 54.9 (53.9 to 55.8) B to 6 mo I: −1.2 (−1.5 to −1.0) C: −1.3 (−1.5 to −1.1) Difference: 0 (−0.4 to 0.3) B to 24 mo: I: −0.6 (−0.8 to −0.3) C: −0.9 (−1.1 to −0.6) Difference: −0.3 (−0.7 to 0) P group*time: >0.99
Body fat (%) Baseline I: 38.8 (37.8 to 39.7) C: 38.9 (38 to 39.8) B to 6 mo I: −4.1 (−4.6 to −3.6) C: −4.7 (−5.2 to −4.2) Difference: B to 24 mo: I: −2.4 (−3.0 to −1.9) C: −3.5 (−4.0 to −3.0) Difference: −1.1 (−1.9 to −0.3) P group*time: 0.52
Bone mass (kg) Baseline I: 3033.2 (2982.6 to 3083.8) C: 3008.5 (2957.5 to 3059.6) B to 6 mo I: −10.0 (−15.6 to −4.4) C: −13.4 (−19.0 to −7.8) Difference: −3.4 (−11.3 to 4.6) B to 24 mo: I: −9.2 (−15.6 to −2.9) C: −18.7 (−25.0 to −12.4) Difference: −9.5 (−18.4 to −0.5) P group*time:>0.99
Sedentary h/d Baseline I: 8.9 (8.6 to 9.2) C: 8.9 (8.6 to 9.2) B to 6 mo I: −0.1 (−0.4 to 0.2) C: −0.5 (−0.8 to −0.2) Difference: −0.4 (−0.8 to 0.0) B to 24 mo: I: 0.0 (−0.4 to 0.3) C: −0.3 (−0.7 to 0.0) Difference: −0.3 (−0.8 to 0.2) P group*time: >0.99
Total Moderate to vigorous PA (min/wk) Baseline I: 527.6 (468.4 to 586.8) C: 520.5 (461.2 to 579.7) B to 6 mo I: −30.2 (−82.2 to 21.9) C: 68.4 (16.4 to 120.5) Difference: 98.6 (25.0 to 172.2) B to 24 mo: I: 5.5 (−53.2 to 64.1) C: 35.5 (−23.3 to 94.3) Difference: 30.0 (−53.1 to 113.1) P group*time: >0.99
|
|
Notes:
- Prognostic balance between treatment groups is usually guaranteed in randomized studies, but non-randomized (observational) studies require matching of patients between treatment groups (case-control studies) or multivariate adjustment for prognostic factors (confounders) (cohort studies); the evidence table should contain sufficient details on these procedures
- Provide data per treatment group on the most important prognostic factors [(potential) confounders]
- For case-control studies, provide sufficient detail on the procedure used to match cases and controls
- For cohort studies, provide sufficient detail on the (multivariate) analyses used to adjust for (potential) confounders
Table of quality assessment for systematic reviews of RCTs and observational studies
Based on AMSTAR checklist (Shea et al.; 2007, BMC Methodol 7: 10; doi:10.1186/1471-2288-7-10) and PRISMA checklist (Moher et al 2009, PLoS Med 6: e1000097; doi:10.1371/journal.pmed1000097)
Study
First author, year |
Appropriate and clearly focused question?1
Yes/no/unclear |
Comprehensive and systematic literature search?2
Yes/no/unclear |
Description of included and excluded studies?3
Yes/no/unclear |
Description of relevant characteristics of included studies?4
Yes/no/unclear |
Appropriate adjustment for potential confounders in observational studies?5
Yes/no/unclear/notapplicable |
Assessment of scientific quality of included studies?6
Yes/no/unclear |
Enough similarities between studies to make combining them reasonable?7
Yes/no/unclear |
Potential risk of publication bias taken into account?8
Yes/no/unclear |
Potential conflicts of interest reported?9
Yes/no/unclear |
De Vries, 2016 |
Yes |
Yes
Search strategy is available and PubMed/MEDLINE, EMBASE, CINAHL, PsycINFO, PEDro and the Cochrane Central Register of Controlled Trials were searched. |
Yes
There were however no details available on excluded studies. |
Yes |
n.a. |
Yes
Cochrane collaboration’s tool was used. |
Unclear
Only a few studies were pooled per outcome measure. Statistical heterogeneity was low, but there are some differences in target groups and interventions between the studies. |
n.a.
Included studies <10 |
Yes
Authors of the reveiw declared to have no COI. Funding is not reported. COI are reported in all of the included studies, except for one. One of the included studies was funded by Roche Diagnostics. |
- Research question (PICO) and inclusion criteria should be appropriate and predefined
- Search period and strategy should be described; at least Medline searched; for pharmacological questions at least Medline + EMBASE searched
- Potentially relevant studies that are excluded at final selection (after reading the full text) should be referenced with reasons
- Characteristics of individual studies relevant to research question (PICO), including potential confounders, should be reported
- Results should be adequately controlled for potential confounders by multivariate analysis (not applicable for RCTs)
- Quality of individual studies should be assessed using a quality scoring tool or checklist (Jadad score, Newcastle-Ottawa scale, risk of bias table etc.)
- Clinical and statistical heterogeneity should be assessed; clinical: enough similarities in patient characteristics, intervention and definition of outcome measure to allow pooling? For pooled data: assessment of statistical heterogeneity using appropriate statistical tests (e.g. Chi-square, I2)?
- An assessment of publication bias should include a combination of graphical aids (e.g., funnel plot, other available tests) and/or statistical tests (e.g., Egger regression test, Hedges-Olken). Note: If no test values or funnel plot included, score “no”. Score “yes” if mentions that publication bias could not be assessed because there were fewer than 10 included studies.
- Sources of support (including commercial co-authorship) should be reported in both the systematic review and the included studies. Note: To get a “yes,” source of funding or support must be indicated for the systematic review AND for each of the included studies.
Risk of bias table for intervention studies (randomized controlled trials)
Research question: What is the efficacy of wearables in the monitoring of physical activity in the treatment of adults with overweight and comorbidities or obesity?
Study reference
(first author, publication year) |
Describe method of randomisation1 |
Bias due to inadequate concealment of allocation?2
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to inadequate blinding of participants to treatment allocation?3
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to inadequate blinding of care providers to treatment allocation?3
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to inadequate blinding of outcome assessors to treatment allocation?3
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to selective outcome reporting on basis of the results?4
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to loss to follow-up?5
(unlikely/likely/unclear) |
Bias due to violation of intention to treat analysis?6
(unlikely/likely/unclear) |
Jakicic, 2016 |
Randomization was done using a computer program (block randomization). Randomization was kept confidential to other investigators. |
Unlikely |
Likely
It was not possible to blind participants. |
Unclear
It was not reported whether care providers were blinded. |
Unclear
Assessment staff were aware that individuals were participating in a weight loss trial, but it was not reported whether they were blinded to treatment allocation. |
Unlikely
Outcome measures described in method section are also reported.
|
Likely
Loss to follow-up and reasons did not differ a lot between groups, but loss to follow up was large. |
Unlikely
Intention to treat analysis was performed. |
- Randomisation: generation of allocation sequences have to be unpredictable, for example computer generated random-numbers or drawing lots or envelopes. Examples of inadequate procedures are generation of allocation sequences by alternation, according to case record number, date of birth or date of admission.
- Allocation concealment: refers to the protection (blinding) of the randomisation process. Concealment of allocation sequences is adequate if patients and enrolling investigators cannot foresee assignment, for example central randomisation (performed at a site remote from trial location) or sequentially numbered, sealed, opaque envelopes. Inadequate procedures are all procedures based on inadequate randomisation procedures or open allocation schedules..
- Blinding: neither the patient nor the care provider (attending physician) knows which patient is getting the special treatment. Blinding is sometimes impossible, for example when comparing surgical with non-surgical treatments. The outcome assessor records the study results. Blinding of those assessing outcomes prevents that the knowledge of patient assignement influences the proces of outcome assessment (detection or information bias). If a study has hard (objective) outcome measures, like death, blinding of outcome assessment is not necessary. If a study has “soft” (subjective) outcome measures, like the assessment of an X-ray, blinding of outcome assessment is necessary.
- Results of all predefined outcome measures should be reported; if the protocol is available, then outcomes in the protocol and published report can be compared; if not, then outcomes listed in the methods section of an article can be compared with those whose results are reported.
- If the percentage of patients lost to follow-up is large, or differs between treatment groups, or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups, bias is likely. If the number of patients lost to follow-up, or the reasons why, are not reported, the risk of bias is unclear
- Participants included in the analysis are exactly those who were randomized into the trial. If the numbers randomized into each intervention group are not clearly reported, the risk of bias is unclear; an ITT analysis implies that (a) participants are kept in the intervention groups to which they were randomized, regardless of the intervention they actually received, (b) outcome data are measured on all participants, and (c) all randomized participants are included in the analysis.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 07-07-2023
Laatst geautoriseerd : 07-07-2023
Geplande herbeoordeling : 01-07-2027
Voor het beoordelen van de actualiteit van deze richtlijn is de werkgroep niet in stand gehouden. Uiterlijk in 2027 bepalen Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) en Care for Obesity/de Vrije Universiteit Amsterdam, of de modules van deze richtlijn nog actueel zijn. Bij het opstellen van de richtlijn heeft de werkgroep per module een inschatting gemaakt over de maximale termijn waarop herbeoordeling moet plaatsvinden. De geldigheid van de richtlijnmodules komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn om een herzieningstraject te starten.
Het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) en Care for Obesity/de Vrije Universiteit Amsterdam (C4O/VU) zijn respectievelijk regiehouder van het volwassenendeel en het kinderdeel en van de richtlijn. Daarnaast zijn ze eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van hun deel van de richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.
Algemene gegevens
De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en werd gefinancierd door de Vrije Universiteit Amsterdam en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De financiers hebben geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.
Doel en doelgroep
Doel
Het doel van deze richtlijn is bij te dragen aan de verbetering van de ondersteuning en zorg voor volwassenen en kinderen met obesitas of overgewicht in combinatie met risicofactoren en/of comorbiditeit. Deze richtlijn is volgens Medische Specialistische Richtlijnen 2.0 tot stand gekomen, waarin de huidige stand van wetenschappelijke kennis en praktijkervaring aangaande het onderwerp is meegenomen.
De obesitasrichtlijn is ontwikkeld in samenwerking met veel partijen (zie samenstelling werkgroepen en klankbordgroepen) en is bedoeld voor de verschillende bij de ondersteuning en zorg voor obesitas of overgewicht in combinatie met risicofactoren en/of comorbiditeit betrokken beroepsgroepen.
Deze richtlijn gaat over de diagnostiek en behandeling van volwassenen en kinderen met obesitas of overgewicht in combinatie met risicofactoren en/of comorbiditeit. Het betreft hier zorggerelateerde preventie (VWS, 2021).
Deze richtlijn richt zich op de beste diagnostiek, ondersteuning en zorg voor volwassene en kinderen met obesitas, gebaseerd op de meest recente literatuur en expert-/practice-based adviezen. Daarnaast is deze richtlijn relevant voor de geïndiceerde preventie (VWS, 2021) van obesitas bij volwassenen en kinderen. Dit betreft volwassenen en kinderen met overgewicht zonder risicofactoren en/of comorbiditeit.
Hierbij moet worden opgemerkt dat het gezondheidsrisico van overgewicht en obesitas wordt bepaald aan de hand van de BMI in combinatie met wel of geen aanwezigheid van risicofactoren en/of comorbiditeit. De BMI is ingedeeld in categorieën. Echter, de afkappunten van die categorieën zijn niet voor alle groepen precies hetzelfde. De mate van vervetting van het lichaam bij een bepaalde BMI is afhankelijk van het geslacht (vrouwen hebben een hoger vetpercentage dan mannen), de leeftijd (oudere mensen hebben een hoger vetpercentage dan jongere) en de etniciteit (mensen uit Azië hebben een hoger vetpercentage dan Europeanen). Daarnaast kunnen mensen met een grote spiermassa zoals sporters en mensen die zwaar lichamelijk werk doen een lager gezondheidsrisico hebben dan van hun BMI afgeleid kan worden met de bestaande afkappunten. Dit is de reden dat naast de BMI ook de buikomvang van groot belang is bij de bepaling van het gezondheidsrisico bij volwassenen met overgewicht of obesitas (Wharton, 2020).
Doelgroep
Deze richtlijn is primair bedoeld voor de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de diagnostiek, ondersteuning en zorg voor volwassenen en kinderen met obesitas of overgewicht in combinatie met risicofactoren en/of comorbiditeit.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2019 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van relevante specialismen die betrokken zijn bij de ondersteuning en zorg voor kinderen en volwassenen met obesitas of overgewicht in combinatie met risicofactoren en/of comorbiditeit.
De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.
Werkgroep
- Prof. dr. E.F.C. (Liesbeth) Van Rossum, PON, voorzitter
- W. (Wytse) Brongers, KNGF
- S.A. (Sione) Brugman, BLCN – tot februari 2023
- I. (Inge) Out, BLCN – vanaf februari 2023
- B. (Bernadette) Deenen, NVD
- K. (Karen) De Leest, KNMP
- Dr. K. (Karen) Freijer, PON
- E. (Ellen) Govers, NVD
- M. (Marc) Huls, NHG
- F. (Francoise) Langens, huisarts – tot februari 2021
- R.S.L. (Ronald) Liem, NVvH
- Dr. M. (Mattijs) Out, NIV
- E.M.J.N. (Evelyn) Sloots-Jongen, NIP
- N. (Nicolette) Slot, VvOCM
- I. (Inez) van den Anker, Stichting Over Gewicht (patiëntenorganisatie)
- J. (Jacqui) van Kemenade – van Vught, NHG
Klankbordgroep
- I.R.M. (Jurriaan) Blekemolen, NVAB
- Dr. G.J. (Gert-Jan) Braunstahl, NVALT
- D.O.A. (Darie) Daemers, KNOV
- D. (Dorenda) Dijken, NVOG
- S. (Sander) Galjaard, NVOG
- Prof. dr. A. (Annemieke) Hoek, NVOG
- M.M. (Maarten) Hoogbergen, NVPC
- Y.F.C. (Yvo) Kortmann, NVMDL
- P. (Patricia) Lottman, BLCN
- N. (Nienke) van der Putten, Hartstichting
- Dr. G.A.H. (Edgar) van Mil, NVK
- Dr. T.M. (Tessa) van Elten, Voedingscentrum
- Dr. M.E. (Janneke) Wittekoek, NVvC
Met ondersteuning van
- Dr. A.N. (Anh Nhi) Nguyen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Dr. B. (Bart) Versteeg, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Overzicht van de belangen van werkgroepleden
Achternaam werkgroeplid |
Hoofdfunctie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Van Rossum (voorzitter) |
Internist-endocrinoloog/ hoogleraar Gezond Gewicht en biologisch stressonderzoek in het Erasmus MC |
-Voorzitter Partnerschap Overgewicht Nederland – onbetaald (met in dat kader extra werkzaamheden zoals: *vertegenwoordiger PON bij de tafel Overgewicht voor het Nationaal Preventie Akkoord (onbetaald ) *adviseur keten/netwerkaanpak overgewicht bij volwassenen (tijdelijk betaald) en *lid commissie onderwijs leefstijl en overgewicht in de basiscurricula van zorgprofessionals (onbetaald) -Voorzitter Nationaal Obesitas Symposium – betaald -Bestuurslid stichting STRESS-NL (platform Nederlandse stress onderzoekers)– onbetaald -Lid Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen – onbetaald -Lid OPEN Policy working group European Association of the Study of Obesity (sinds Dec 2022) – onbetaald -Lid Voedingsbeleidadviesteam Erasmus MC – onbetaald -Lid Hogeschoolraad – onbetaald -Deelnemer netwerk NL2025 – onbetaald - Jurylid Heineken Award commissie - betaald - Lid voedingsbeleidcommissie Erasmus MC – onbetaald -Spreker /dagvoorzitter bij multipele (inter)nationale en regionale (wetenschappelijke) congressen, webinars, podcasts, media, en nascholingen voor zorgprofessionals. beleidsmakers of algemeen publiek : oa voor Langerhans symposia, Dutch Obesity Academy, Dutch Diabetes Academy, NVE Academy, E-wise, KOEL, SCEM, ASCEND, European Association of the Study of Obesity, International Medical Press, Food First Network, Obesitas Platform, overgewicht.tv, Breedenburg, Het Grote Obesitas Debat, POLITICO Health Care summit EU, European Commission, Diabetes Genootschap Zuid Nederland, Vereniging Arts en Leefstijl, Internistendagen – deels onbetaald en deels betaald (zonder belangenverstrengeling of bemoeienis over wetenschappelijke inhoud door commerciele partijen in geval van betaling).
Afgeronde nevenfuncties: Lid van diverse commissies en wetenschappelijke besturen (onbetaald) |
- In 2019 boek gepubliceerd met co-auteur Mariëtte Boon ""VET belangrijk: feiten en fabels over voeding, vetverbranding en verborgen dikmakers"". Inkomsten naar uitgever Ambo Anthos en boekwinkels en een klein deel naar de auteurs (Mariette Boon en Obesity Science). In 2020 is het boek internationaal gepubliceerd. - Elisabeth Fonds (ondergebracht bij Erasmus MC Trustfonds) financiert de ontwikkeling van de online diagnostische ObesEcare tool om oorzaken overgewicht op te sporen. Het Elisabeth Fonds is een maatschappelijk / charitatief fonds en heeft geen winstoogmerk. - Firma Rhythm financiert een internationale multicenter trial voor een nieuw geneesmiddel (setmelanotide) voor patiënten met een zeldzame vorm van genetische obesitas. - Bezoek aan internationale Masterclass: ''leading the change in the management of Obesity & T2D'', gesponsord door Johnson & Johnson, 2017 (geen honorarium ontvangen) - Actieve bijdrage aan de ontwikkeling van een gespecialiseerde leefstijlinterventie in het Erasmus MC en bij de ontwikkeling van een diagnostische (online) ondersteuningstool voor mensen met overgewicht of obesitas (ook in het Erasmus MC).
|
Geen |
Brongers |
Manager fysiotherapie, fysiotherapeut en leefstijlcoach (GLI aantekening). Werkgever: Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra |
Geen |
Geen |
Geen |
Brugman |
Zelfstandig Leefstijlcoach |
Bestuurslid BLCN, deel betaald |
Geen |
Geen |
De Leest |
Apotheker GHC de Roerdomp Nieuwegein 24 uur Apotheker Geneesmiddel Informatie Centrum KNMP 10 uur |
onbetaald redactie Vascazine/vrijwilliger Vasculitis Vereniging |
Geen |
Geen |
Freijer |
Algemeen manager Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) ondergebracht bij Erasmus MC te Rotterdam |
- Voorzitter van ISPOR Special Interest Group (SIG) Nutrition Economics. Werkzaamheden: het nieuw opgezette gebied binnen het bestaande gebied van gezondheidseconomie en daarbuiten vergroten.
- Eigenaar van eenmanszaak met naam Freijer4Food & Health Care Activiteitenomschrijving: Geven van lezingen op gebied van voeding; ontwikkelen van kennis/kunde omtrent voedingseconomie (Nutrition Economics); Schrijver/publicist van (wetenschappelijke) artikelen; geven van workshops op bovengenoemd gebied; projectmatig begeleiden van (commerciële) onderzoeken; consultancy op gebied van voeding. |
Geen |
Geen |
Govers |
Voorzitter van het NVD netwerk Obesitas (Kenniscentrum Diëtisten Overgewicht en Obesitas; www.KDOO.nl) Dit is een niet betaalde functie |
Vice-voorzitter van de ESDN Obesity van the European Federation of Associations of Dietitians. Een niet betaalde functie |
Geen |
Geen |
Langens |
Huisarts |
Ontwikkelen e-learnings/ webinar ( CME-online/accredidact/medonline): betaald Preventieconsult: medische begeleiding bij overgewicht/leefstijl : betaald Huisartsen Eemland: bevorderen wijkgericht werken: betaald Fieldlab obesitas Amersfoort: onbetaald |
Geen |
Geen |
Liem |
Gastro-intestinaal en traumachirurg
Groene Hart Ziekenhuis (GHZ) in Gouda (60%) Alrijne Ziekenhuis in Leiderdorp/Alphen ad Rijn (10%) Nederlandse Obesitas Kliniek West in Den Haag (20%) Keizer Kliniek in Voorschoten (10%) |
- Hoofd afdeling chirurgie in GHZ - Voormalig voorzitter Dutch Society for Metabolic and Bariatric Surgery - Lid Auditcommissie (Ned Ver v Heelkunde) - Lid Landelijke Commissie Chirurgische Complicatie Registratie (Ned Ver v Heelkunde) - Clinical Audit Board Audit voor de Behandeling van Obesitas van DICA - Lid Registry Committee of the Internationale Federation for the Surgery of Obesity and Metabolic Disorders - Lid Multi-National Advisory Group of IFSO-European Chapter
Al deze nevenfuncties zijn onbetaald |
Nederlandse Obesitas Kliniek. De chirurgische behandeling van obesitas en obesitas gerelateerde metabole ziekten maakt onderdeel uit van het behandel spectrum. Als ervaren bariatrisch en metabool chirurg maak ik derhalve ondereel uit van deze commissie. De uiteindelijke richtlijn heeft invloed op de positionering van deze behandeling in het behandel spectrum. Voor de chirurgische behandeling zelf, is in 2020 een herziene richtlijn gepubliceerd door de NVVH en het Kennisinstituut. Hiernaar zal worden verwezen in deze Zorgstandaard. Ik heb een beperkt belang in NOK West in Den Haag.
Ik ben daarnaast regelmatig een gevraagde spreker op (internationale) bijeenkomsten en congressen, soms gefaciliteerd door Johnson & Johnson Institute, Medtronic, Gore en Olympus. Daar staat soms een tijdvergoeding tegenover, conform Europese regelgeving. |
Geen |
Out |
Internist-vasculair geneeskunde (MST Enschede, fulltime) |
Klinisch Netwerk Obesitas (commissie NVE, lid) |
Van januari t/m juni 2020 heb ik één dag per week onbetaald verlof om de mogelijkheden te exploreren van het opzetten van een leefstijicentrum (bijvoorbeeld als anderhalvelijns centrum, al dan niet in naam van/in samenwerking met het MST). - Deelname aan deze richtlijncommissie kan mijn naam/reputatie als leefstijlarts versterken |
Geen |
Out-Hoiting |
Eigenaar Mijn leefstijl op recept
Vice-voorzitter BLCN (deel betaald, deel vrijwillig) |
Geen |
In mijn bedrijf maak ik oa producten voor GLI coaches. Deze coaches hebben belang bij een goed obesitasbeleid waarbij de GLI blijft bestaan. ik ben zelf geen GLI coach meer. |
Geen |
Sloots-Jongen |
Klinisch psycholoog bij Maasstad Ziekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen |
Slot |
VvOCM Nicolette Slot eigen praktijk voor oefentherapie, wandeltrainer en leefstijlcoach |
Oefentherapeut Mensendieck - betaald leefstijlcoach - betaald wandeltrainer - betaald voorzitter Drunens Wandelfestival - niet betaald voorzitter Avond4daagse Drunen - niet betaald |
Geen |
Geen |
Van den Anker |
Freelance opdracht HR bij WijzijnMeo (bedrijfsnaam Blue Wolf) Bestuurslid NSOG (Nederlandse stichtijng over gewicht) - Patiëntenorganisatie (onbezoldigd) |
Bestuurslid Pon (onbezoldigd) |
Als bestuurslid van de patiëntenorganisatie voor mensen die leven met obesitas kan de richtlijn ter uitleg en informatie gebruikt worden voor de patiënten |
Geen |
Van Kemenade |
Waarnemend huisarts (huisartspraktijk Biesbosch Made) |
Auteur Consult HZG (huisartszorggroep Breda) betaald per uur bij werkzaamheden Creeeren scholingen/presentaties op het gebied Diabetes/leefstijl. Betaald per scholing/presentatie |
Geen |
Geen |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door afgevaardigden van de patiëntenverenigingen in de werkgroepen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de Nederlandse Stichting Over Gewicht.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Effectiviteit wearables |
Geen substantiële financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, en het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht. |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerden de voorzitters van de werkgroep en de adviseurs knelpunten in de zorg voor kinderen en volwassenen met obesitas of overgewicht in combinatie met risicofactoren en/of comorbiditeit. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door AJN Jeugdartsen Nederland, Beroepsvereniging Gewichtsconsulenten Nederland, Beroepsvereniging Leefstijl Coaches Nederland, Care for Obesity (VU Amsterdam), Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd, Jongeren op Gezond Gewicht, GGD Har voor Brabant, Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (GGD Amsterdam), Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Tandheelkunde, Landelijke Verenging Medische Psychologie, Landelijke Huisartsen Vereniging, Nederlandse Associatie Physician Assistants, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, Nederlandse Diabetes Federatie, Nederlands Huisartsen Genootschap, Nederlandse Internisten Vereniging, Nederlands Jeugdinstituut, Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose, Nederlandse Vereniging van Diëtisten, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie, Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, Partnerschap Overgewicht Nederland, Pharos, Stichting over gewicht, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, Voedingscentrum, Vereniging Vertrouwensartsen Kindermishandeling, Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, Zorginstituut Nederland en Zelfstandige Klinieken Nederland via een Invitational conference. Een verslag van de Invitational conference is opgenomen in de bijlagen.
Uitgangsvragen en uitkomstmaten
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de voorzitters en de adviseur concept-uitgangsvragen opgesteld. Deze zijn met de werkgroepen besproken waarna de werkgroepen de definitieve uitgangsvragen hebben vastgesteld. Vervolgens inventariseerden de werkgroepen per uitgangsvraag welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. De werkgroepen waardeerden deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerden de werkgroepen ten minste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur
Er werd voor de afzonderlijke uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De databases waarin is gezocht, de zoekstrategie en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in de module met desbetreffende uitgangsvraag.
Gezien de hoge mate van uitval en terugval en daarmee het teruglopen van het percentage succesvolle resultaten na verloop van tijd zijn korte-termijn leefstijlinterventies weinig informatief voor de klinische praktijk. Vanwege het belang van een duurzaam effect zijn bij de selectie van de literatuur daarom alleen studies met een minimale duur van 2 jaar geïncludeerd bij de kinderrichtlijn (Reinehr, 2009).
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur en de beoordeling van de risk-of-bias van de individuele studies is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Samenvatten van de literatuur
De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidencetabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur. Bij een voldoende aantal studies en overeenkomstigheid (homogeniteit) tussen de studies werden de gegevens ook kwantitatief samengevat (meta-analyse) met behulp van Review Manager 5.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Formuleren van de conclusies
Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methodiek. De werkgroepleden maakten de balans op van elke interventie (overall conclusie). Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen. De overall bewijskracht wordt bepaald door de laagste bewijskracht gevonden bij een van de cruciale uitkomstmaten. Bij complexe besluitvorming waarin naast de conclusies uit de systematische literatuuranalyse vele aanvullende argumenten (overwegingen) een rol spelen, werd afgezien van een overall conclusie. In dat geval werden de gunstige en ongunstige effecten van de interventies samen met alle aanvullende argumenten gewogen onder het kopje 'Overwegingen'.
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk die meegewogen dienen te worden, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt (patient values and preferences), kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello, 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module ‘Organisatie van zorg’.
Kennislacunes
Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden. Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek van belang wordt geacht, is als aanbeveling in de Kennislacunes beschreven (onder aanverwante producten).
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Brouwers, M. C., Kho, M. E., Browman, G. P., Burgers, J. S., Cluzeau, F., Feder, G., et al. (2010). AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. Canadian Medical Association Journal, 182(18), E839-E842.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit.https://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/richtlijnontwikkeling.htMl Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen: stappenplan. Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Schünemann H., Brożek J., Guyatt G., et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013.
Schünemann, H. J., Oxman, A. D., Brozek, J., Glasziou, P., Jaeschke, R., Vist, G. E., et al. (2008). Rating Quality of Evidence and Strength of Recommendations: GRADE: Grading quality of evidence and strength of recommendations for diagnostic tests and strategies. BMJ: British Medical Journal, 336(7653), 1106.
Reinehr, T., Widhalm, K., l'Allemand, D., Wiegand, S., Wabitsch, M., Holl, R. W., & APV‐Wiss Study Group and German Competence Net Obesity. (2009). Two‐year follow‐up in 21,784 overweight children and adolescents with lifestyle intervention. Obesity, 17(6), 1196-1199.
Wessels, M., Hielkema, L., & van der Weijden, T. (2016). How to identify existing literature on patients' knowledge, views, and values: the development of a validated search filter. Journal of the Medical Library Association: JMLA, 104(4), 320.
Wharton, S., Lau, D. C., Vallis, M., Sharma, A. M., Biertho, L., Campbell-Scherer, D., ... & Boyling, E. (2020). Obesity in adults: a clinical practice guideline. CMAJ, 192(31), E875-E891.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.