Startpagina - Oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO)
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor paren met subfertiliteit. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De vragen die gesteld moeten worden aan paren met subfertiliteit.
- Het lichamelijk onderzoek van de man en van de vrouw.
- De aanbevelingen rondom de verschillende vruchtbaarheidsonderzoeken:
- Ovulatiedetectie
- Postcoïtum-test (PCT)
- Antrale Follikel Count (AFC)
- Bloedonderzoek op verschillende hormoonbepalingen
- Chlamydia Antistof Test (CAT)
- Diagnostische (kijk)operatie van de baarmoeder (hysterosalpingografie/laparoscopie)
- Een flowchart van het oriënterend fertiliteitsonderzoek.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met subfertiliteit.
Voor patiënten
Oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO) is een basisonderzoek dat uit verschillende onderzoeken bestaat met als doel het opsporen van stoornissen die het ontstaan van een zwangerschap in de weg kunnen staan. Het OFO kan plaatsvinden wanneer geen zwangerschap is ontstaan binnen één jaar onbeschermd seksueel contact. Men spreekt dan van subfertiliteit. Bij het OFO wordt stap voor stap een aantal mogelijke oorzaken van het uitblijven van een zwangerschap onderzocht. Uiteindelijk zal een schatting worden gemaakt van de kans op een spontane zwangerschap. Van de Nederlandse paren bezoekt ongeveer 15% op enig moment een huisarts met de klacht geen kinderen (meer) te kunnen krijgen. Uiteindelijk wordt 10% van deze paren doorverwezen naar een specialist.
Meer informatie over vruchtbaarheidsonderzoeken is te vinden op Thuisarts:
https://www.thuisarts.nl/vruchtbaarheidsonderzoek
Meer informatie over vruchtbaarheidsonderzoeken is ook te vinden op de website van de gynaecologen:
Meer informatie over vruchtbaarheidsonderzoeken en -behandelingen is ook te vinden op de website van de patiëntenvereniging Freya:
https://www.freya.nl/brochures/
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de gynaecologen en een patiëntvertegenwoordiger vanuit de patiëntenvereniging Freya.
Onderbouwing
Referenties
- NICE clinical guideline 156: Fertility, assessment and treatment for people with fertility problems Issued: February 2013.
- Landelijke netwerkrichtlijn subfertiliteit, NVOG, 2010.
- van der Steeg JW, Steures P, Eijkemans MJ, Habbema JD, Hompes PG, Broekmans FJ, van Dessel HJ, Bossuyt PM, van der Veen F, Mol BW; CECERM study group (Collaborative Effort for Clinical Evaluation in Reproductive Medicine).Pregnancy is predictable: a large-scale prospective external validation of the prediction of spontaneous pregnancy in subfertile couples.
- Luttjeboer et al. The value of medical history taking as risk indicator for tuboperitoneal pathology: a systematic review.BJOG 2009 april 116/5:612-25
- European Society of Human Reproduction and Embyology Guidelines. ESHRE guideline: management of women with endometriosis; 2013.