Opvang en afvoer van urine en feces

Initiatief: SRI Aantal modules: 25

Startpagina - Opvang en afvoer van urine en feces

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn is gericht op het opvangen en afvoeren van urine en feces. In deze richtlijn komen de volgende onderwerpen aan bod:

  1. Opvang van urine en feces
  2. Vervoer van opvangmaterialen met urine en feces
  3. Afvoer van urine en feces
  4. Persoonlijke hygiëne rondom opvang en afvoer van urine en feces
  5. Organisatie van zorg

In de bijlagen staan onder andere de literatuurverantwoording en de verantwoording van het ontwikkelproces van de richtlijn.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor iedereen die werkzaam is in de medisch specialistische zorg. Aangezien de opvang en afvoer van urine en feces een generiek onderwerp is waar veel zorgprofessionals dagelijks mee te maken hebben, zijn de gebruikers van deze richtlijn zowel degenen die (kwaliteits)beleid maken op het gebied van infectiepreventie als infectieziektebestrijding (zoals de deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog, internist-infectioloog) als de zorgprofessionals die dagelijks de richtlijn toepassen tijdens hun werkzaamheden (verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen).

 

Daarnaast kan de richtlijn ook gebruikt worden door naasten, mantelzorgers of andere (informele) zorgverleners.

 

Wat is het doel van deze richtlijn?

Het doel van de richtlijn Opvang en afvoer van urine en feces is om transmissie van (pathogene) micro-organisme van urine en feces naar de (zorg)medewerker, patiënt en/of omgeving en materialen te voorkomen. De uitvoering van infectiepreventiemaatregelen op de juiste momenten in het proces vermindert de kans op transmissie. En de kans dat een patiënt of zorgmedewerker een infectieziekte of een resistente bacterie oploopt.

 

Bij het opstellen van de infectiepreventiemaatregelen is het uitgangspunt risicoreductie geweest. Hierbij zijn de voor- en nadelen van de maatregelen tegen elkaar afgewogen. Het geadviseerde beleid leidt volgens de expertgroep tot acceptabele risico's.

 

Voor patiënten

Dagelijks wordt door het lichaam urine en feces (ontlasting) uitgescheiden. In de meeste gevallen verloopt de opvang en afvoer van de urine en feces via het toilet. Maar op het moment dat dit niet gaat of niet meer mogelijk is, wordt gekeken naar alternatieve methoden waarmee urine en/of feces kan worden opgevangen, bijvoorbeeld via een po, incontinentiemateriaal of een stoma.

 

Bij het gebruiken van deze alternatieve opvangmethoden, zijn ook de afvoermethoden vaak anders dan via het toilet. Een po moet worden geleegd en gereinigd in een pospoeler. Als het gaat om materialen die eenmalig gebruikt worden, dan kan het afvoeren via een vermaler of de afvalbak plaatsvinden.

 

In deze richtlijn zijn maatregelen opgenomen om de opvang en afvoer van urine en feces op een veilige manier te laten verlopen en zo de verspreiding van infecties te minimaliseren en de veiligheid van patiënten en zorgverleners te waarborgen.

 

Afbakening van de richtlijn

Deze richtlijn betreft de herziening van de onderstaande richtlijnen:

  • WIP-richtlijn Pospoelers en vermaalsystemen (generiek) (2013, revisie 2016)
  • WIP-richtlijn Urinelozing en stoelgang (verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige woonvoorzieningen) (2016, revisie 2016)
  • WIP-richtlijn Verzorging: urinelozing en stoelgang (revalidatiecentra) (2011, revisie 2016)

Deze richtlijn hangt samen met andere SRI-richtlijnen:

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

De richtlijn is in eerste instantie generiek opgesteld door een multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers uit de relevante domeinen, afkomstig van Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten, Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers, Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, en Nederlandse Associatie Physician Assistants. Tijdens de commentaarfase is de richtlijn voorgelegd aan onder andere de Patiëntenfederatie Nederland (PFNL), de koepelorganisaties van ziekenhuizen en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Op 1 juli 2025 is de richtlijn vervolgens gespecificeerd voor de medisch specialistische zorg. Hierbij zijn uitsluitend tekstuele aanpassingen gedaan (dus geen inhoudelijke wijzigingen), zodat alleen de aanbevelingen en adviezen relevant voor ziekenhuizen zijn opgenomen. Elk domein maakt deze vertaalslag afzonderlijk. Dit zorgt voor een betere aansluiting bij de praktijk en maakt toekomstige herzieningen eenvoudiger.

 

Het SRI is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. SKILZ heeft namens het SRI de leidende rol gehad bij de richtlijnontwikkeling. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn, delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

 

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 21-02-2024

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie
Volgende:
Opvang van urine en feces