Startpagina - Non-invasieve beademing bij COPD
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is bij de non-invasieve beademing van COPD-patiënten. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Redenen om te starten met NIV bij een COPD-patiënt op de intensive care (IC) of buiten de IC
- Effecten van NIV bij COPD-patiënten met acuut longfalen
- Technische voorwaarden om te mogen starten met NIV bij een COPD-patiënt
- Beleid bij het starten van en doorgaan met NIV en het beleid na afronding van NIV
- Samenwerking en communicatie met patiënten en diens familie rondom de NIV
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling met NIV van COPD-patiënten met acuut longfalen.
Voor patiënten
Chronisch obstructief longlijden (‘chronic obstructive pulmonary disease’, COPD) is een veelvoorkomende chronische longziekte. De ziekte kenmerkt zich door obstructie van de luchtwegen, die meestal verergert in de loop van de tijd. Soms kunnen patiënten met COPD onvoldoende zelf ademen en hebben zuurstof nodig. Non-invasief beademen (afgekort NIV) betekent dat de patiënt door een machine wordt beademd: lucht wordt onder druk de longen ingeblazen.
Bij aanverwante informatie staat de Zorgstandaard COPD.
Meer informatie over COPD is te vinden op Thuisarts:
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT). De richtlijn is opgesteld door een commissie met vertegenwoordigers vanuit de longartsen en intensivisten. Het perspectief vanuit patiënten is meegenomen in de module 'Samenwerking en communicatie met patiënten en diens familie'.