TNM classificatie longcarcinoom
Uitgangsvraag
Welke editie van de TNM classificatie dient gebruikt te worden bij de stadiëring van patiënten met longcarcinoom (kleincellig of niet-kleincellig)?
Aanbeveling
Gebruik bij stadiëring van iedere patiënt met kleincellig of niet-kleincellig longcarcinoom de 9e editie van de TNM classificatie (IASLC).
Klik hier om de volledige versie van de negende editie van de TNM classificatie voor maligne thoracale tumoren te raadplegen.
*Van juni 2020 tot september 2025 werd door de niet-kleincellig longcarcinoom werkgroep de 8e IASLC TNM classificatie uit 2017 geadviseerd. Via deze link kunt u TNM 8 bekijken.
Overwegingen
Eind 2024 is de negende editie van de Tumor, Node, Metastasis (TNM) Classification voor maligne thoracale tumoren ontwikkeld en gepubliceerd door de International Association for the Study of Lung Cancer (IASLC). Deze vervangt de achtste editie van de TNM classificatie, die in 2017 in gebruik werd genomen.
In deze richtlijnmodule worden de doorgevoerde wijzigingen toegelicht, inclusief de afwegingen en onderbouwingen die ten grondslag liggen aan de classificatie van tumoren in de negende editie. Deze zijn afkomstig uit de Staging Manual in Thoracic Oncology, IASLC, third edition (Asamura, 2024). Dit document is te raadplegen via de website van de IASLC.
De TNM classificatie en stadiumindeling is gebaseerd op de prognostische betekenis van tumorkarakteristieken van patiënten met longkanker en niet op therapie. In de afgelopen jaren is de database van patiënten met longkanker uitgebreid, waarbij een meer evenredige inclusie van patiënten over de hele wereld heeft plaatsgevonden. Op basis van de huidige database met 124,581 patiënten (Asamura, 2023) zijn de N en M factor opnieuw gedefinieerd. Hieronder worden de veranderingen in de negende editie ten opzichte van de achtste editie (Rami-Porta, 2016) van de TNM classificatie voor longkanker beschreven.
T-status
De T-status is niet aangepast in de negende editie van de TNM classificatie.
In Figuur 1 wordt de totale overleving van patiënten met klinisch en pathologisch tumorstadium weergegeven. Significante en klinisch relevante overlevingsverschillen werden voornamelijk gevonden in univariate analyses, maar deze verschillen verdwenen in multivariabele analyses. Dit was met name het geval bij cT2b versus cT3. Daarnaast werd specifiek gekeken naar T3-tumoren met borstwandinvasie. Hoewel deze tumoren significante overlevingsverschillen lieten zien bij patiënten met een pathologisch stadium tumor, waren deze verschillen niet aanwezig bij een klinisch stadium tumor. Aangezien klinische besluitvorming afhangt van het klinisch stadium, was er onvoldoende aanleiding om wijzigingen in de T-status door te voeren (Asamura, 2024).
Figuur 1. Validatie van de T-categorieën uit de 8e TNM editie in de database van de 9e TNM editie
Algehele overleving van patiënten met (A) klinisch stadium en (B) pathologisch stadium N0 M0 R0 tumoren. (Bron: Asamura, 2024)
N-status
Bij de N-status is de N2 categorie opgesplitst in de negende editie van de TNM classificatie.
Er zijn twee extra subcategorieën toegevoegd aan de N2-categorie om de mate van lymfeklierbetrokkenheid in het mediastinum beter te kwantificeren. De nieuwe subcategorie N2a beschrijft metastasen die beperkt zijn tot één ipsilateraal mediastinaal of subcarinaal lymfeklierstation. Subcategorie N2b beschrijft metastasen in meerdere mediastinale stations. Overlevingsanalyses toonden een duidelijk en consistent prognostisch verschil tussen betrokkenheid van één station en meerdere stations bij zowel klinische als pathologische stadia (Figuur 2, Tabel 1).
Bij het N1-niveau werden dergelijke duidelijke verschillen tussen één station en meerdere stations niet consistent waargenomen in zowel klinische als pathologische stadia. Daarom is besloten om geen verdere onderverdeling van de N1-categorie door te voeren (Asamura, 2024).
Figuur 2. Algehele overleving van patiënten uit (A) klinische N-categorieën en (B) pathologische N-categorieën
(Bron: Asamura, 2024)
Tabel 1. Aangepaste Hazard Ratio’s voor algehele overleving van patiënten tussen N-categorieën van de 9e TNM editie
(Bron: Asamura, 2024)
M-status
Bij de M-status is de M1c categorie opgesplitst in de negende editie van de TNM classificatie.
De M1c-categorie, die oorspronkelijk werd gebruikt voor meerdere extrathoracale metastasen in één of meerdere orgaansystemen, is nu opgesplitst in twee subcategorieën: M1c1 en M1c2 (Figuur 3). Hiermee wordt een meer gedetailleerde classificatie mogelijk gemaakt, afhankelijk van het aantal aangetaste orgaansystemen (Asamura, 2024).
- M1c1: Meerdere extrathoracale metastasen in één orgaansysteem. Bijvoorbeeld, wanneer er meerdere metastasen in één specifiek orgaan zijn, zoals de botten (skelet) of de lever, wordt dit geclassificeerd als M1c1. In dit geval wordt het hele bot- of levergebied beschouwd als één orgaansysteem, zelfs als meerdere botten of delen van de lever zijn aangetast.
- M1c2: Meerdere extrathoracale metastasen in meerdere orgaansystemen. Dit wordt toegepast wanneer metastasen aanwezig zijn in verschillende organen, bijvoorbeeld in zowel de lever als de botten.
Figuur 3. Algehele overleving van patiënten volgens de 9e TNM editie M-status
(Bron: Asamura, 2024)
Stadium
Er zijn vier wijzigingen doorgevoerd in de stadiëring van de negende editie van de TNM classificatie (Tabel 2):
- T1N2a wordt toegewezen aan stadium IIB.
- T1N1 gaat van stadium IIB naar stadium IIA.
- T2N2b wordt toegewezen aan stadium IIIB.
- T3N2a wordt toegewezen aan stadium IIIA.
Deze stadiëring weerspiegelt de prognostische impact van de anatomische tumoromvang beter en is afgestemd op de kenmerken die de behandeling beïnvloeden (Figuur 4 en 5) (Asamura, 2024).
Tabel 2. Stadiëring volgens de 9e editie van de TNM classificatie
Figuur 4. Overleving van patiënten met klinisch stadium tumoren gestratificeerd per stadium volgens de 9e TNM editie
(Bron: Asamura, 2024)
Figuur 5. Overleving van patiënten met pathologisch stadium tumoren gestratificeerd per stadium volgens de 9e TNM editie
(Bron: Asamura, 2024)
Residual Tumor (R) Status
Bij de TNM classificatie wordt geen rekening gehouden met therapie. Ter aanvulling is de R-status opgenomen, die de aan- of afwezigheid van resterende tumor na resectie categoriseert (tabel 3) (Asamura, 2024).
Voor meer informatie over de R-status verwijst de werkgroep naar de volledige versie van de negende versie van de TNM classificatie voor maligne thoracale tumoren.
Tabel 3. Resterende tumor na resectie
(Bron: Asamura, 2024)
Meerdere primaire tumoren
Er zijn geen wijzigingen aangebracht in de definities voor de vier ziektepatronen, noch in de toepassing van TNM op deze entiteiten, in de negende editie van de TNM classificatie (Asamura, 2024).
Bij verdenking op meerdere longtumoren is de eerste stap het uitsluiten van goedaardige afwijkingen, zoals kleine knobbels <6 mm, die veel voorkomen en zelden kwaadaardig zijn. Vervolgens wordt bepaald om welk van de vier ziektepatronen het gaat: synchrone primaire longkanker, afzonderlijke tumoren, multifocaal GG/L (ground glass/lepidic) adenocarcinoom of pneumonisch-type adenocarcinoom (Tabel 4). Deze patronen verschillen biologisch en vereisen daarom specifieke TNM classificatieregels (Asamura, 2024).
Meer informatie is te vinden in de de volledige versie van de negende versie van de TNM classificatie voor maligne thoracale tumoren.
Tabel 4. Schematische samenvatting van ziektepatronen en TNM classificatie bij patiënten met longkanker met meerdere primaire tumoren
(Bron: Asamura, 2024)
Haalbaarheid en implementatie
De meeste studies die tot behandelingen hebben geleid zijn met eerdere classificaties gedaan en dit heeft tot gevolg dat dit niet rechtstreeks te vergelijken is. Het is daarom belangrijk om de gebruikte classificatie bij inclusie van de studiepopulatie, in ogenschouw te nemen.
Onderbouwing
Achtergrond
Het doel van de TNM classificatie is het bieden van een consistente nomenclatuur voor de omvang en uitgebreidheid van een tumor. In januari 2025 is de negende editie van de TNM classificatie voor longkanker gepubliceerd. Deze classificatie zal de oude achtste editie van de TNM classificatie vervangen. In deze module worden de doorgevoerde wijzigingen toegelicht.
Samenvatting literatuur
Voor deze vraag is er geen literatuursearch verricht omdat de uitgangsvraag zich niet liet omvatten door een zoekvraag en PICO. De meest recente internationale TNM classificatiestandaard is gevolgd.
Referenties
- 1 - Asamura H, Nishimura KK, Giroux DJ, Chansky K, Hoering A, Rusch V, Rami-Porta R; Members of the IASLC Staging and Prognostic Factors Committee and of the Advisory Boards, and Participating Institutions. IASLC Lung Cancer Staging Project: The New Database to Inform Revisions in the Ninth Edition of the TNM Classification of Lung Cancer. J Thorac Oncol. 2023 May;18(5):564-575. doi: 10.1016/j.jtho.2023.01.088. Epub 2023 Feb 10. PMID: 36773775.
- 2 - Asamura, H. (2024). Staging Manual of Thoracic Oncology, Third Edition. Editorial Rx Press: https://www.iaslc.org/research-education/publications-resources-guidelines/staging-manual-thoracic-oncology-3rd-edition
- 4 - Rami-Porta R. (2016). IASLC Staging Manual in Thoracic Oncology. 2nd ed. North Fort Meyers: Editorial Rx Press: https://www.iaslc.org/research-education/publications-resources-guidelines/staging-manual-thoracic-oncology-2nd-edition
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 16-09-2025
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodules werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodules.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodules is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met niet kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom. Deze werkgroep is ingesteld in het kader van het cluster longoncologie.
Samenstelling van de werkgroep
Werkgroep Niet kleincellig longcarcinoom
- dr. A. (Annemarie) Becker (voorzitter), Longarts, Amsterdam UMC, NVALT
- dr. A.J. (Anthonie) van der Wekken, Longarts, UMCG, NVALT
- dr. A. (Annemarieke) Bartels – Rutten, Radioloog, AVL, NVvR
- prof. dr. V. (Volkher) Scharnhorst, Klinisch chemicus, Catharina Ziekenhuis, NVKC
- prof. dr. E.F.I. (Emile) Comans, Nucleaire geneeskundige, Amsterdam UMC, NVNG
- dr. J. (Joost) Verhoeff (tot januari 2025), Radiotherapeut, Amsterdam UMC, NVRO
- prof. dr. J. (Jerry) Braun, Hoogleraar Cardio-thoracale chirurgie, LUMC, NVT
- dr. K.J. (Koen) Hartemink, Hoogleraar Longchirurgie, LUMC, NVvH
- dr. R.A.M. (Ronald) Damhuis, Arts-onderzoeker, IKNL
- drs. L.A. (Lidia) Barberio, Directeur Longkanker Nederland
- dr. B.J.M. (Bas) Peters, Ziekenhuisapotheker, St. Antonius Ziekenhuis, NVZA
- dr. R. (Rob) ter Heine, Ziekenhuisapotheker- klinisch farmacoloog, Radboudumc, NVZA
- drs. D.C.M. (Desirée) Verheijen, Klinisch geriater, ZGV, NVKG
- dr. J.H. (Jan) von der Thüsen, Patholoog, Erasmus MC, NVVP
- dr. W. (Wouter) van Geffen, Longarts, MCL, NVALT
- dr. L.E.L. (Lizza) Hendriks, Longarts, MUMC+, NVALT
- dr. A. (Arifa) Moons-Pasic, Longarts, OLVG, NVALT
- dr. I. (Idris) Bahce, Longarts, Amsterdam UMC, NVALT
- prof. dr. E. (Ed) Schuuring, Hoogleraar in de Moleculaire Oncologische Pathologie, UMCG, NVVP
- dr. J.M.J. (Josephine) Stoffels, Internist Ouderengeneeskunde, NIV
- dr. J.W. (Joost) van den Berg, Internist Ouderengeneeskunde i.o., NIV
- drs. H. (Hîlal) Tekatli, Radiotherapeut-oncoloog, UMC Utrecht, NVRO
- dr. C.J. (Corneline) Hoekstra, Nucleair geneeskundige, JBZ, NVNG
- drs. Z. (Zeno) Gouw, Radiotherapeut-oncoloog, NKI, NVRO
- T. (Tineke) Lammers, Verpleegkundig specialist, OLVG, V&VN
- M.J.C. (Marjon) Natris-Geerts, Verpleegkundig specialist, Diakonessenhuis, V&VN
Werkgroep Kleincellig longcarcinoom
- dr. D. (Daphne) Dumoulin (voorzitter), Longarts, Erasmus MC, NVALT
- dr. A. (Annemarieke) Bartels – Rutten, Radioloog, AVL, NVvR
- prof. dr. E.F.I. (Emile) Comans, Nucleaire geneeskundige, Amsterdam UMC, NVNG
- prof. dr. V. (Volker) Scharnhorst, klinisch chemicus, Catharina ziekenhuis, NVKC
- dr. J. (Joost) Verhoeff (tot januari 2025), Radiotherapeut, Amsterdam UMC, NVRO
- dr. K.J. (Koen) Hartemink, Hoogleraar Longchirurgie, LUMC, NVvH
- dr. J.H. (Jan) von der Thüsen, Patholoog, Erasmus MC, NVVP
- drs. D.C.M. (Desirée) Verheijen, Klinisch geriater, ZGV, NVKG
- dr. R. (Rob) ter Heine, Ziekenhuisapotheker- klinisch farmacoloog, Radboudumc, NVZA
- drs. L.A. (Lidia) Barberio, Directeur Longkanker Nederland
- dr. B. (Birgitta) Hiddiga, Longarts, UMCG, NVALT
- J.D. (Joris) Veltman, Longarts-oncoloog, Amsterdam UMC, NVALT
- dr. P.S.N. (Peter) van Rossum, Radiotherapeut-oncoloog, Amsterdam UMC, NVRO
- dr. I. (Ingeborg) Bosma, Neuroloog-Neuro-oncoloog, UMCG, NVN
- T. (Tineke) Lammers, Verpleegkundig specialist, OLVG, V&VN
- M.J.C. (Marjon) Natris-Geerts, Verpleegkundig specialist, Diakonessenhuis, V&VN
Met ondersteuning van
- M.L. (Miriam) te Lintel Hekkert, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- S.N. (Sarah) van Duijn, adviseur, Kennisinstituut van de Fedratie Medisch Specialisten
- dr. R.J.S. (Rayna) Anijs, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- dr. D. (Dagmar) Nieboer, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- dr. I.M. (Irina) Mostovaya, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- A. (Alies) Oost, medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
De NVALT heeft vastgesteld dat het niet mogelijk was werkgroepleden af te vaardigen met voldoende expertise zonder potentiële belangenverstrengeling. Het gaat daarbij met name om werkgroepleden die deelnemen aan adviesraden/kennisuitwisselingsbijeenkomsten met de farmaceutische industrie. Daarom heeft afstemming plaatsgevonden tussen de werkgroepvoorzitter, de belangencommissie van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de NVALT over passende acties naar aanleiding van de gemelde belangen.
Restricties voor de modules over onderwerpen (medicamenteuze behandeling) waar de adviesraden betrekking op hebben:
- Werkgroeplid werkt niet als enige inhoudsdeskundige aan de module;
- Werkgroeplid werkt tenminste samen met een werkgroeplid met een vergelijkbare expertise in alle fasen (zoeken, studieselectie, data-extractie, evidence synthese, Evidence-to-decision, aanbevelingen formuleren) van het ontwikkelproces. Indien nodig worden werkgroepleden toegevoegd aan de werkgroep;
- In alle fasen van het ontwikkelproces is een onafhankelijk methodoloog betrokken;
- Overwegingen en aanbevelingen worden besproken en vastgesteld tijdens een werkgroepvergadering onder leiding van een onafhankelijk voorzitter (zonder gemelde belangen).
Aansluitend op de reguliere commentaarronde bij de achterban van de bij de richtlijn betrokken wetenschappelijke verenigingen, heeft een methodoloog van het Kennisinstituut die niet betrokken was bij ontwikkeling van de modules, aanvullend beoordeeld of de aanbevelingen logischerwijs aansluiten bij het gevonden bewijs en de overwegingen, om de onafhankelijkheid van de richtlijn te waarborgen.
Wellicht ten overvloede willen wij erop wijzen dat medisch specialistische richtlijnen niet worden vastgesteld door de betreffende richtlijnwerkgroep maar door de besturen/ledenvergadering van de betrokken verenigingen.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Niet kleincellig longcarcinoom
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenwerkzaamheden |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Becker |
Longarts Amsterdam UMC |
Geen |
Extern gefinancierd onderzoek: SYMPRO studie (tot Q1 2025) Project over beeldvorming in de follow-up na behandeling voor longkanker (gefinancierd door ZIN) |
geen restricties |
Bartels-Rutten |
Radioloog, NKI-AVL |
Geen |
Geen |
geen restricties |
van der Wekken |
UMCG - longarts |
Geen |
Extern gefinancierd onderzoek: Lid bestuur Sectie oncologie NVALT Lid dure geneesmiddelen commissie NVALT Lid Cie Geneesmiddelen FMS Specialisten panel Longkanker Nederland Consortium partner 3D modeling in MTB Adviesraden voor UMCG bij Lilly, Astra Zeneca, Roche, Janssen |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Comans |
Nucleair geneeskundige HMC Den Haag (0.6 FTE) |
Hoogleraar nucleaire geneeskunde Amsterdam UMC lokatie VUmc (0.4 FTE). Lid geworden van het bestuur van de Dutch Thoracic Group (multidisciplinair thorax), onbezoldigd. |
Geen |
geen restricties |
Braun |
Hoogleraar Cardio-thoracale Chirurgie, Leids Universitair Medisch Centrum en Amsterdams Universitair Medisch Centrum. |
Lid bestuur Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (onbetaald). Lid Thoracic Domain, EACTS (European Association for Cardiothoracic Surgery). |
Geen |
geen restricties |
Hartemink |
Hoogleraar longchirurgie, LUMC Chirurg NKI-AVL, Amsterdam |
Hoogleraar Longchirurgie Universiteit Leiden/LUMC - Educational fee Intuitive (betaald, training AIOS chirurgie 1x/jaar), Benecke Medical Teaching Advisory Board (betaald), Educational fee MSD (betaald, eenmalig, voordracht), Chair Scientific Committee Dutch Thoracic Group (onbetaald), educational fee (BMS? Betaald (eenmalig), podcast), educational fee J&J (betaald, eenmalig, voordracht). Onbetaald: |
KWF-grant ontvangen (2021) voor het doen van onderzoek naar radiotherapie en chirurgie bij het vroeg-stadium NSCLC. |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Scharnhorst |
Klinisch chemicus, Catharina Ziekenhuis Eindhoven |
Deeltijdhoogleraar klinische chemie TU/e |
Extern gefinancierd onderzoek: |
geen restricties |
Moons-Pasic |
Longarts OLVG Amsterdam |
Niet van toepassing |
Extern gefinancierd onderzoek: |
geen restricties |
Peters |
Ziekenhuisapotheker |
Niet van toepassing |
Extern gefinancierd onderzoek: * Abbvie - Systematic evaluation of the efficacy-effectiveness gap of systemic treatmens in extensive disease - Geen projectleider |
geen restricties |
Verheijen |
Klinisch geriater, voor 0,8 fte. |
Geen |
Geen |
geen restricties |
Schuuring |
Senior staflid en lid van MT (Management Team) van de afdeling Pathologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. |
Adviseur/KMBP voor Moleculaire Pathologie voor de Stichting Pathologie Friesland in Leeuwarden, voor Martini Ziekenhuis te Groningen, voor Treant Zorggroep Bethesda ziekenhuis in Hoogeveen en voor ADCNV to Curacao (allen onbetaald) Bestuurslid van de cieKNT (commissie Klinisch Noodzakelijke Targets, gemandateerd door NVVP) Bestuurslid van de commissie Tripartite (samenwerking van cieKNT, cieBAG en NFK; vertegenwoordiger uit de cieKNT (onbetaald)) Lid FMS/NVALT van de NSCLC-Oncorichtlijn-commissie (vacatiegelden naar UMCG account) |
Adviseur/consultant m.b.t. (moleculaire) diagnostiek voor firma's (2019-2023): MSD/Merck, AstraZeneca, Astellas Pharma, Roche, Novartis, Bayer, BMS, Lilly, Amgen, Illumina, Agena Bioscience, Janssen Cilag (Johnson&Johnson), GSK, Diaceutics, CC Diagnostics (honoraria op UMCG rekening) Extern gefinancierd onderzoek: In UMCG-team heb ik financiele ondersteuning voor onderzoek ontvangen van: EU-IHI-Horizon: GUIDE.MRD - GUIding multi-moDal thErapies against MRD by liquid biopsies – steering committee/WP-leader KRF UMCG Kanker Researchfonds KRF - Development of a highly sensitive DNA methylation classifier for the identification of lung cancer in patients in a high-risk screening population and for the early detection of progression in advanced stage lung cancer using ctDNA from plasma – projectleider MSD-HPV Genotyping - HPV genotype distribution in cervical scrapings of low/high-grade intraepithelial lesions and cervical cancer in the Netherlands – an observational study – (mede) projectleider Guardant Health - Resistance on EGFR TKI osimertinib in ctDNA (POSITION20, trial registered under NL6705) – mede-projectleider SNN/EFRO - Innovatieve diagnostiek voor verbetering screening naar gynaecologische kanker – (mede) projectleider |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Bahce |
Commissielid |
Geen |
Geen dienstverband, eigendom, patent of anderszins Extern gefinancierd onderzoek: Diverse investigator-initiated onderzoeken op de longafdeling van het Amsterdam worden gefinancierd door de bedrijven Boehringer Ingelheim, AstraZeneca en BMS |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
von der Thüsen |
Patholoog |
Geen |
Honoraria en consulting fees van: Extern gefinancierd onderzoek: |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Barberio |
Directeur patiëntenorganisatie Longkanker Nederland (betaald) |
Geen (zie bijdrage aan extern gefinancierd onderzoek) |
Extern gefinancierd onderzoek: Betrokken bij verschillende studies (allemaal geen projectleider) Het gaat met name om studies m.b.t. de vroege opsporing van longkanker en bijna allemaal om het lidmaatschap van de user committee. LIAISON |
geen restricties |
Hendriks |
Longarts 0.55 FTE detachering Maastricht University (onderwijs -onderzoek) |
Voorzitter stichting NVALT studies. onbetaald. tot eind 2024 secretaris Vice-voorzitter wetenschappelijke commissie Dutch Thoracic Group Lid ESMO richtlijn commissies metastatic NSCLC en non-metastatic NSCLC, voormalig lid SCLC Lid ESMO faculty metastatic NSCLC |
Betaling voor webinars Benecke, MedTalks, VJOncology Extern gefinancierd onderzoek: Chair metastatic NSCLC Voorzitter stichting NVALT studies. onbetaald. tot eind 2024 secretaris Vice-voorzitter wetenschappelijke commissie Dutch Thoracic Group Lid ESMO richtlijn commissies metastatic NSCLC en non-metastatic NSCLC, voormalig lid SCLC Lid ESMO faculty metastatic NSCLC Adviesraden (betaald aan instituut, niet aan mij): Amgen, BMS, Boehringer Ingelheim, Janssen, Lilly, Merck, MSD, Novartis, Pfizer, Roche and Takeda Betaling voor educational webinars (betaald aan instituut niet aan mij) Janssen, podcasts Takeda, invited speaker AstraZeneca, Bayer, high5oncology, Lilly en Merck Sharp & Dohme (MSD), interview sessies Roche Betaling aan instituut voor lokale PI farma studies van AbbVie, AstraZeneca, Blueprint Medicines, Gilead, GlaxoSmithKline (GSK), Merck Serono, Mirati, MSD, Novartis, Roche en Takeda Speaker educationals/webinars: AstraZeneca, Bayer, Lilly, MSD, high5oncology, Takeda, Janssen, GSK, Sanofi, Pfizer (al het geld naar instituut) Advisory boards: Abbvie, Amgen, Anhearth, AstraZeneca, Bayer, BMS, Boehringer Ingelheim, Daiichi, GSK, Janssen, Lilly, Merck, MSD, Novartis, Pfizer, Pierre Fabre, Roche, Sanofi, Summit Therapeutics, Takeda (al het geld naar instituut) Local PI of clinical trials: AstraZeneca, GSK, Novartis, Merck, Roche, Takeda, Blueprint, Mirati, Abbvie, Gilead, MSD, Merck, Amgen, Boehringer Ingelheim, Pfizer, Daiichi, Amgen (al het geld naar instituut) |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
ter Heine |
Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog, Radboudumc |
Geen |
Ik heb een onkostenvergoeding ontvangen voor het geven van een scholing over de klinische farmacologie van sotorasib, een nieuw middel in de behandeling van longkanker, van de firma AMGEN. Extern gefinancierd onderzoek: |
geen restricties |
Damhuis |
Onderzoeker IKNL (betaald) |
Lid wetenschappelijke commissie DLCA-S (onbetaald) |
Extern gefinancierd onderzoek: |
geen restricties |
van Geffen |
Longarts Frisius MC tot oktober 2025 Vanaf oktober 2025 longarts Radboud UMC |
NVALT bestuur |
Lid van de Maatschap Friese longartsen Extern gefinancierd onderzoek: * Projectleider 1. Roche-International trial site (Projectleider NEE) |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Stoffels |
Internist ouderengeneeskunde Amsterdam UMC |
freelance nieuwsschrijver Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
|
Amsterdam UMC innovatiefonds Extern gefinancierd onderzoek: |
geen restricties |
van den Berg |
Internist Ouderengeneeskunde Amsterdam UMC |
Betaalde nevenfunctie: * Post-doctoraal onderzoek Professional Performance and Compassionate Care-onderzoeksgroep AmsterdamUMC (niet extern gefinancierd) |
Geen |
geen restricties |
Tekatli |
Radiotherapeut-oncoloog |
Lid Commissie Kwaliteit NVRO: onbetaald |
Geen |
geen restricties |
Hoekstra |
Nucleair geneeskundige Jeroen Bosch ziekenhuis te 's-Hertogenbosch |
Geen |
Geen |
geen restricties |
Gouw |
Radiotherapeut-oncoloog Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis |
Geen |
Mede-aanvrager en leider van een van de werkpaketten van een TKI-PPP aanvraag waarbij health holland publiek geld inzet bij public-private partnerships (in dit geval tussen AvL/NKI en Elekta). De grant bestaat uit 3 werkpaketten waarbij 1 gaat over preklinisch onderzoek naar resistentie tegen radiotherapie, 1 over imaging biomarkers en 1 over het voorspellen van respons bij radiotherapie door computer simulaties. |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Lammers |
Verpleegkundig Specialist Longoncologie OLVG Amsterdam |
Kernlid TWG PO van V&VN |
Geen |
geen restricties |
Natris-Geerts |
Verpleegkundig specalist longoncologie in het Diakonessenhuis Utrecht 28 uur per week Consulent palliatie team voor 4 uur per week |
Verzorgen scholing HU over longkanker, 2 x per jaar (1.5 uur), betaald |
Geen |
geen restricties |
*Restricties voor de modules over onderwerpen (medicamenteuze behandeling) waar de adviesraden betrekking op hebben: • Werkgroeplid werkt niet als enige inhoudsdeskundige aan de module; • Werkgroeplid werkt tenminste samen met een werkgroeplid met een vergelijkbare expertise in alle fasen (zoeken, studieselectie, data-extractie, evidence synthese, Evidence-to-decision, aanbevelingen formuleren) van het ontwikkelproces. Indien nodig worden werkgroepleden toegevoegd aan de werkgroep; • In alle fasen van het ontwikkelproces is een onafhankelijk methodoloog betrokken; • Overwegingen en aanbevelingen worden besproken en vastgesteld tijdens een werkgroepvergadering onder leiding van een onafhankelijk voorzitter (zonder gemelde belangen). |
Kleincellig longcarcinoom
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenwerkzaamheden |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Dumoulin |
Longarts Erasmus MC |
Advisory boards en praatjes verschillende farma Nascholingen o.a. ROTS symposium en Telereviews (benecke) Onbetaald: Voorzitter Longkanker Netwerk Zuidwest-Nederland Secretaris Stichting NVALT Studies Raad van Advies Continuum Longcontinuum Commissielid richtlijn Mediastinale Tumoren Voorzitter richtlijn SCLC |
Advisory boards en speakers fee bij Bristol Myers Squibb, MSD, Novartis, Pfizer, Roche, Astra Zeneca Principal investigator op verschillende studies wat betreft SCLC (Achiles study, Skyscraper 02, Triplex) Mede-auteur op publicaties (skyscraper en t.z.t. achiles en triplex study) Adviesraden en BMS, Amgen, MSD, Roche, AstraZeneca |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Bartels-Rutten |
Radioloog, NKI-AVL |
Geen |
Geen |
geen restricties |
Comans |
Nucleair geneeskundige HMC Den Haag (0.6 FTE) |
Hoogleraar nucleaire geneeskunde Amsterdam UMC lokatie VUmc (0.4 FTE). Lid geworden van het bestuur van de Dutch Thoracic Group (multidisciplinair thorax), onbezoldigd. |
Geen |
geen restricties |
Scharnhorst |
Klinisch chemicus, Catharina Ziekenhuis Eindhoven |
Deeltijdhoogleraar klinische chemie TU/e |
Extern gefinancierd onderzoek: |
geen restricties |
Hartemink |
Hoogleraar longchirurgie, LUMC Chirurg NKI-AVL, Amsterdam |
Hoogleraar Longchirurgie Universiteit Leiden/LUMC - Educational fee Intuitive (betaald, training AIOS chirurgie 1x/jaar), Benecke Medical Teaching Advisory Board (betaald), Educational fee MSD (betaald, eenmalig, voordracht), Chair Scientific Committee Dutch Thoracic Group (onbetaald), educational fee (BMS? Betaald (eenmalig), podcast), educational fee J&J (betaald, eenmalig, voordracht). Onbetaald: |
KWF-grant ontvangen (2021) voor het doen van onderzoek naar radiotherapie en chirurgie bij het vroeg-stadium NSCLC. |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
von der Thüsen |
Patholoog |
Geen |
Honoraria en consulting fees van: Extern gefinancierd onderzoek: |
restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling* |
Verheijen |
Klinisch geriater, voor 0,8 fte. |
Geen |
Geen |
geen restricties |
ter Heine |
Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog, Radboudumc |
Geen |
Ik heb een onkostenvergoeding ontvangen voor het geven van een scholing over de klinische farmacologie van sotorasib, een nieuw middel in de behandeling van longkanker, van de firma AMGEN. Extern gefinancierd onderzoek: |
geen restricties |
Barberio |
Directeur patiëntenorganisatie Longkanker Nederland (betaald) |
Geen (zie bijdrage aan extern gefinancierd onderzoek) |
Extern gefinancierd onderzoek: Betrokken bij verschillende studies (allemaal geen projectleider) Het gaat met name om studies m.b.t. de vroege opsporing van longkanker en bijna allemaal om het lidmaatschap van de user committee. LIAISON |
geen restricties |
Hiddinga |
Longarts Universitair Medisch Centrum Groningen |
Geen |
Geen |
geen restricties |
Veltman |
longarts oncoloog - Amsterdam UMC loondienst Amsterdam UMC - full time contract |
Geen |
Geen |
geen restricties |
van Rossum |
Radiotherapeut-oncoloog, Amsterdam UMC |
Bestuurslid (secretaris) Landelijk Platform voor Protonen Therapie (LPPT), onderdeel van NVRO - onbetaald |
Dienstverband Universitair Medisch Speclialist Amsterdam UMC Varian Medical Systems - Online adaptieve radiotherapie voor slokdarmcarcinoom Bekostiging promovendus PI: Prof. Arjen Bel - Geen projectleider |
geen restricties |
Bosma |
Neuroloog neuro-oncoloog UMCG |
Tevens deelname richtlijn hersenmetastasen Recent een adviserende rol farmaceutisch bedrijf voor registratie van een geneesmiddel maar betreft geen indicatie voor patiënten met longmaligniteit |
Geen |
geen restricties |
Lammers |
Verpleegkundig Specialist Longoncologie OLVG Amsterdam |
Kernlid TWG PO van V&VN |
Geen |
geen restricties |
Natris-Geerts |
Verpleegkundig specalist longoncologie in het Diakonessenhuis Utrecht 28 uur per week Consulent palliatie team voor 4 uur per week |
Verzorgen scholing HU over longkanker, 2 x per jaar (1.5 uur), betaald |
Geen |
geen restricties |
*Restricties voor de modules over onderwerpen (medicamenteuze behandeling) waar de adviesraden betrekking op hebben: • Werkgroeplid werkt niet als enige inhoudsdeskundige aan de module; • Werkgroeplid werkt tenminste samen met een werkgroeplid met een vergelijkbare expertise in alle fasen (zoeken, studieselectie, data-extractie, evidence synthese, Evidence-to-decision, aanbevelingen formuleren) van het ontwikkelproces. Indien nodig worden werkgroepleden toegevoegd aan de werkgroep; • In alle fasen van het ontwikkelproces is een onafhankelijk methodoloog betrokken; • Overwegingen en aanbevelingen worden besproken en vastgesteld tijdens een werkgroepvergadering onder leiding van een onafhankelijk voorzitter (zonder gemelde belangen). |
Inbreng patiëntenperspectief
Longkanker Nederland heeft bijgedragen aan de schriftelijke knelpunteninventarisatie voor het cluster Longoncologie. Daarnaast werd er aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de afvaardiging van Longkanker Nederland in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptmodule wordt tevens voor commentaar voorgelegd bij Longkanker Nederland (in afstemming met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties).
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Module ‘TNM Classificatie longcarcinoom’ |
Geen financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn, volgt ook uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen substantiële financiële gevolgen verwacht. |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de schriftelijke knelpuntenanalyse werden verschillende partijen uitgenodigd om input te geven op een concept-raamwerk voor de richtlijnen niet kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom. Deze richtlijnen zijn dermate verouderd, dat een grotere herziening noodzakelijk is om uiteindelijk goed mee te kunnen draaien in het modulair onderhoud zoals in de Koploperprojecten wordt beoogd.
Het doel van deze stakeholderraadpleging was om te inventariseren welke knelpunten men ervaart rondom de te herziene richtlijnen. De benoemde knelpunten werden vervolgens door de richtlijnwerkgroep geprioriteerd en vertaald in uitgangsvragen.
De volgende zes modules kregen prioriteit bij het uitvoeren van onderhoud aan de richtlijn:
Niet kleincellig longcarcinoom:
- Beeldvormend onderzoek
- Diagnostiek en besluitvorming bij (kwetsbare) ouderen met NSCLC
- Invloed van leeftijd en performance status op de effectiviteit en toxiciteit van oncologische systeemtherapie bij gemetastaseerd NSCLC
- Doorlooptijden analyse verdenking longcarcinoom
- TNM classificatie longcarcinoom (voor zowel Niet-kleincellig als Kleincellig carcinoom)
Kleincellig longcarcinoom:
- Diagnostiek en besluitvorming bij (kwetsbare) ouderen met SCLC.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model (Review Manager 5.4). De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: 10 het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello, 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule wordt aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt)organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren worden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren wordt de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule wordt aan de relevante deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt)organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 (2023). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.