Mesothelioom

Initiatief: NVALT Aantal modules: 15

Pathologie bij mesothelioom

Uitgangsvraag

Welk pathologisch onderzoek dient verricht te worden om mesothelioom vast te stellen?

Aanbeveling

Overweeg bij mesotheelproliferaties en verdenking op mesothelioom (in histologie of cytologie) zonder morfologisch en/of klinisch eenduidige diagnose, het uitvoeren van BAP1 immuunhistochemie.

Overweeg bij BAP1 proficiënte proliferaties, synchroon of in tweede instantie, CDKN2A/P16 deletie detectie middels P16 FISH of MTAP immuunhistochemie.

 

Verricht alsnog, of aanvullend, histologisch onderzoek bij cytologische of histologische preparaten die binnen de juiste klinische/radiologische context met deze technieken zijn beoordeeld, maar waarbij de diagnose onduidelijk blijft.

Overwegingen

Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs

Een literatuuronderzoek werd verricht naar de diagnostische accuratesse van het gecombineerd gebruik van BAP1 IHC en CDKN2A(P16) FISH markers, dan wel gecombineerd gebruik van BAP1 en MTAP IHC markers in vergelijking met het gebruik van één van deze markers om maligne mesothelioom te onderscheiden van een reactieve (benigne) proliferatie in patiënten met atypische mesotheel proliferaties.

 

Voor de cruciale uitkomstmaten lijkt er geen verschil te zijn in specificiteit en positief voorspellende waarde, en geen verschil in het aantal ‘true negatives’ en ‘false positives’ bij het gecombineerde gebruik van BAP1 IHC en CDKN2A(P16) FISH ten opzichte van deze markers alleen. De bewijskracht hiervoor is laag vanwege beperkingen in de onderzoeksopzet en het lage aantal geïncludeerde cases. Belangrijke uitkomstmaten laten ook een lage bewijskracht zien. Het lijkt dat bij gecombineerd gebruik van BAP1 IHC en CDKN2A(P16) FISH de sensitiviteit hoger is, het aantal ‘true positives’ hoger is en het aantal ‘false negatives’ lager is ten opzichte van gebruik van een enkele marker. Ook lijkt de negatief voorspellende waarde hoger te zijn bij het gecombineerde gebruik van BAP1 IHC en CDKN2A(P16) FISH ten opzichte van deze markers alleen.

 

Voor het gecombineerde gebruik van BAP1 en MTAP IHC ten opzichte van BAP1 of MTAP IHC alleen, is het effect onzeker. De zeer lage bewijskracht wordt ook hier veroorzaakt door beperkingen in de studieopzet van de enige geïncludeerde studie met daarin een klein aantal geanalyseerde cases.

 

Verder blijkt uit het literatuuronderzoek dat de specificiteit van het gebruik van BAP1 IHC of CDKN2A/P16 deletie analyse (middels FISH of MTAP immuunhistochemie) als enkelvoudige test, zeer hoog ligt, en daarmee fout positieve uitslagen onwaarschijnlijk zijn. Voorts wordt met name BAP1 IHC als enkelvoudige test gekenmerkt door een acceptabele sensitiviteit / negatieve voorspellende waarde (0.63 to 0.74), zodat een benadering waarbij in ieder geval een BAP1 IHC kleuring onderdeel uitmaakt van het testalgoritme, zou kunnen volstaan. Deze kan aangevuld worden met een CDKN2A/P16 deletie analyse, ofwel synchroon, of in tweede instantie bij het ontbreken van BAP1 verlies. Door het technisch uitdagende karakter van zowel de MTAP IHC kleuringen als de CDKN2A/P16 deletie analyse zou overwogen kunnen worden om deze slechts op indicatie en gecentraliseerd uit te voeren.

 

Het stellen dan wel uitsluiten van de diagnose maligne mesothelioom in cytologische preparaten kan zeer uitdagend zijn, omdat maligne mesotheliomen soms maar beperkte cytonucleaire atypie vertonen, terwijl vice versa reactieve mesotheelproliferaties vaak juist zeer atypisch kunnen zijn. In dit literatuuronderzoek is geen specifieke aandacht besteed aan de waarde van de onderzochte markers in cytologische preparaten. De predictieve waarde van een BAP1 IHC kleuring of CDKN2A/P16 deletieanalyse die is geoptimaliseerd voor cytologie, is echter, naar verwachting, vergelijkbaar. Het is derhalve aannemelijk dat cytologie van een verdacht maligne mesotheelproliferatie zou kunnen volstaan voor een zekere diagnose van het maligne mesothelioom, mits de uitslagen adequaat interpreteerbaar zijn en de klinische/radiologische context passend is. Hiermee zou meer ingrijpend histologisch onderzoek kunnen worden voorkomen (Andrici, 2015; Cigognetti, 2015; Hatem, 2019; Hiroshima, 2021). Een niet-afwijkende uitslag sluit, evenals bij de histologie, een diagnose maligne mesothelioom echter niet uit, te meer daar pleurale/peritoneale exfoliatieve cytologie als techniek, door wisselende cellulaire opbrengst, ook inherent een beperkte sensitiviteit heeft.

 

Waarden en voorkeuren van patiënten (en eventueel hun verzorgers)

Aanvullende bepalingen zoals bovenstaand besproken (markers in isolatie uitgevoerd dan wel gecombineerd), zullen naar verwachting leiden tot een afname van het aantal benodigde ingrepen voor de te onderzoeken patiëntenpopulatie, omdat met kleinere biopten en cytologische preparaten een zekerdere diagnose kan worden gesteld. Dit leidt tot minder herhalen van cytologie, (her)biopteren middels (CT-geleide) naaldbiopten, en chirurgische (VATS) biopten. Dit zal zich vertalen in verminderde procedure-gerelateerde morbiditeit. Patiënten zullen daarnaast liever kiezen voor een veel minder belastende pleurapunctie waarmee cytologische preparaten kunnen worden verkregen.

 

Kosten (middelenbeslag)

Aanvullende bepalingen zoals bovenstaand besproken zullen naar verwachting leiden tot een afname van het aantal benodigde ingrepen voor de te onderzoeken patiëntenpopulatie, omdat met kleinere biopten en cytologische preparaten een zekerdere diagnose kan worden gesteld. Dit leidt tot minder herhalen van cytologie, (her)biopteren middels (CT-geleide) naaldbiopten, en chirurgische (VATS) biopten. Dit zal zich vertalen in afname van procedure-gerelateerde kosten. Daartegenover staat een (beperkte) toename van kosten voor aanvullende pathologie bepalingen.

 

Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie

BAP1 IHC is een standaardprocedure die in principe door alle pathologielaboratoria in Nederland zou moeten kunnen worden opgezet en beoordeeld. MTAP IHC is eveneens een technisch laagdrempelige bepaling, maar optimalisatie en beoordeling vereisen enige ervaring door de sterke aankleuring van niet-neoplastische cellen. Ook de CDKN2A/P16 FISH vereist ervaring met de techniek en beoordeling ervan. Gezien de lage incidentie van het mesothelioom en de hogere complexiteit van de MTAP IHC en de CDKN2A/P16 FISH, is het zinnig om deze aanvullende diagnostiek alleen aan te bieden in grotere regionale centra. De diagnostiek kan dan getrapt uitgevoerd worden, met in eerste instantie een BAP1 kleuring in het lokale laboratorium, en bij ontbreken van lokale beschikbaarheid van technieken voor CDKN2A/P16 deletie analyse, consultatie van een regionaal centrum voor het uitvoeren en verslaan van de aanvullende diagnostiek.

 

Mutatie analyse voor BAP1 of CDKNA middels DNA sequencing kan in een enkel geval noodzakelijk zijn voor het bevestigen van een afwijkend patroon bij BAP1 of P16 / MTAP analyse, of bij blijvende verdenking op maligniteit bij niet-afwijkende BAP1 IHC of P16 FISH / MTAP IHC. Dit behoort echter niet tot de standaard work-up en dient alleen uitgevoerd te worden in hiertoe uitgeruste laboratoria.

 

Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies

Het literatuuronderzoek laat zien dat BAP1 immuunhistochemie en/of CDKN2A/P16 deletie analyse in staat lijkt te zijn om met zeer hoge specificiteit reactieve mesotheelproliferatie uit te sluiten. De sensitiviteit om mesothelioom aan te tonen lijkt redelijk, waarbij de sensitiviteit van de combinatie iets beter lijkt te zijn dan BAP1 immuunhistochemie alleen. Hoewel de bewijslast laag tot zeer laag is, zijn deze bepalingen relatief eenvoudig te implementeren en de kosten ervan beperkt. De toepassing hiervan bij zowel cytologische als histologische preparaten, kan leiden tot een toename van de diagnostische accuratesse en een reductie van aanvullende (invasieve) ingrepen voor het verkrijgen van additioneel cytologisch of histologisch materiaal.

Onderbouwing

De diagnose van maligne mesothelioom op basis van cytologie en histologie is in de praktijk vaak lastig. Dit is enerzijds, omdat de differentiaaldiagnose andere maligne tumoren kan omvatten, zoals (adeno)carcinoom, en anderzijds omdat een benigne van een maligne atypische mesotheelproliferatie dient te worden onderscheiden.

 

Het differentiëren tussen mesothelioom en andere maligne tumoren wordt gedaan op basis van morfologie in combinatie met 2 immunohistochemische (IHC) mesotheelmarkers en 2 IHC carcinoommarkers. Dit wordt uitgebreid behandeld in diverse actuele richtlijnen (zoals van de IMIG (Noor Husain, 2018) en BTS (Woolhouse, 2018)). Bovenstaande werd niet als knelpunt voor de pathologie diagnostiek beschouwd.

 

Daarom richten wij ons in deze module met name op diagnostische mogelijkheden voor het onderscheid tussen benigne versus maligne atypische mesotheelproliferaties. De diagnosestelling wordt vaak bemoeilijkt door het ontbreken van informatie in het preparaat over eventuele invasieve groei van een aangetroffen atypische mesotheliale celpopulatie, met name in cytologische en kleine histologische preparaten. BAP1-mutaties en CDKN2A-deleties komen, in tegenstelling tot in benigne mesotheelproliferaties, vaak voor in mesotheliomen. Celgebonden markers van deze moleculaire alteraties, zoals IHC voor BAP1 of MTAP (een eiwit waarvan het gen vaak ge-codeleteerd is bij CDKN2A-deletie) en CDKN2A/P16 FISH, kunnen wellicht helpen in dit onderscheid tussen benigne en maligne mesotheelproliferaties.

Low

GRADE

The use of a combined test (BAP1 IHC & CDKN2A(P16) FISH) may result in an increase in sensitivity, an increase in negative predictive value, an increase in the number of true positive cases and/or a decrease in the number of false negative cases compared to BAP1 IHC or P16 FISH test alone in patients with atypical mesothelial proliferations.

 

Sources: (Pilippa, 2018; Sheffield, 2015; Walts, 2016; Yoshimura, 2019)

 

Low

GRADE

The use of a combined test (BAP1 IHC & CDKN2A(P16) FISH) may result in little to no difference in specificity, positive predictive value, the number of false positive cases and/or the number of true negative cases compared to a BAP1 IHC or P16 FISH test alone in patients with atypical mesothelial proliferations.

 

Sources: (Pilippa, 2018; Sheffield, 2015; Walts, 2016; Yoshimura, 2019)

 

Very low GRADE

It is very uncertain whether the use of a combined test (BAP1 & MTAP IHC) results in differences in sensitivity, specificity, positive predictive value, negative predictive value and/or the number of true positive, true negative, false positive and/or false negative cases when compared to BAP1 or MTAP IHC alone in patients with atypical mesothelial proliferations.

 

Source: (Yoshimura, 2019)

Description of studies

Four studies (Pilippa, 2018; Sheffield, 2015; Walts, 2016; Yoshimura, 2019) investigated the sensitivity and specificity of (the combination) markers in diagnosing malignant mesothelioma in patients with atypical mesothelial proliferations. All studies compared the combination of BAP1 IHC and P16 FISH with BAP1 IHC and P16 FISH alone. Yoshimura (2019) also compared the combination of BAP1 and MTAP with BAP1 and MTAP alone. Relevant study characteristics are shown in table 2. In all studies, there may be risk of bias as case selection may have been selective and blinding during measurements was unclear.

 

Table 2 Study characteristics

(MM = malignant mesothelioma)

 

Cases

Age

Gender

Prevalence

Reference standard

Pilippa, 2018

MM: Epithelioid, biphasic type

 

Non-MM: atypical mesothelial proliferation

All cases:
median 68.3 years (95%CI 33.8 to 89)

 

All cases:

67.7% male

35.3% female

44.1%

Clinically confirmed or pathologically confirmed diagnosis

 

Sheffield, 2015

MM: epithelioid, sarcomatoid, biphasic type

 

Non-MM:

Benign mesothelioma

Not reported

Not reported

37.3%

Pathologically confirmed diagnosis

Walts, 2016

MM: epithelioid, biphasic, papillary tumor

 

Non-MM: reactive effusions showing atypical mesothelial cells

MM: median 69 years (range 37 to 84)

 

Non-MM: median 69 years (range 18 to 94)

MM:
68.8% male
31.2% female

 

Non-MM:

54.3% male

45.7% female

47.7%

MM: Biopsy confirmed

 

Non-MM: Followed for a median of 36 months (range 13-204)

Yoshimura, 2019

MM: epithelioid, biphasic, sarcomatoid

 

Non-MM: reactive mesothelial hyperplasia

MM: mean 65.3 years (range 33 to 86)

 

Non-MM: mean 32.5 years (range 18 to 78)

MM:

81.6% male

18.4% female

 

Non-MM:

100% male

56.7%

MM: histological diagnosis

 

Non-MM: immunohistochemistry confirmed

 

Results

BAP1 IHC and/or CDKN2A(P16) FISH

Sensitivity, FN, TP

Four studies (Pilippa, 2018; Sheffield, 2015; Walts, 2016; Yoshimura, 2019) investigated the sensitivity of a combination of BAP1 IHC and CDKN2A(P16) FISH tests compared to these markers alone (if at least one of the combined tests showed a positive result, the final test-score was reported as positive). Results are shown in figure 1. The sensitivity for the use of the combination of BAP1 IHC and P16 FISH varied from 0.43 (95%CI 0.18 to 0.71) to 0.82 (95%CI 0.66 to 0.92). In the same study population, sensitivity for the use of BAP1 IHC alone varied from 0.27 (95%CI 0.12 to 0.48) to 0.74 (95%CI 0.57 to 0.87) and for CDKN2A(P16) FISH alone varied from 0.00 (95%CI 0.00 to 0.23) to 0.52 (95%CI 0.32 to 0.71). In most studies, the sensitivity and the number of TP patients was higher and the number of FN patients was smaller when the combination of BAP1 IHC and P16 FISH was used for diagnostic testing compared to the use of BAP1 IHC or P16 FISH alone, which was clinically relevant.

 

Specificity, FP, TN

Four studies (Pilippa, 2018; Sheffield, 2015; Walts, 2016; Yoshimura, 2019) investigated the specificity of a combination of BAP1 IHC and CDKN2A(P16) FISH tests compared to these markers alone (see figure 1). The specificity for the use of the combination of BAP1 IHC and P16 FISH marker was 1.00 (95%CI 0.84 to 1.00 and 95%CI 0.91 to 1.00, respectively). In the same study population, specificity for the use of BAP1 IHC alone varied from 0.81 (95%CI 0.58 to 0.95) to 1.00 (95%CI 0.93 to 1.00) and for CDKN2A(P16) FISH alone varied from 1.00 (95%CI 0.79 to 1.00) to 1.00 (95%CI 0.91 to 1.00). In most studies, the specificity and the number of FP and TN patients did not differ when the combination of BAP1 IHC and P16 FISH was used for diagnostic testing compared to the use of BAP1 IHC or CDKN2A(P16) FISH alone.

 

Figure 1 Sensitivity and specificity of studies comparing BAP1 IHC and/or CDKN2A(P16) FISH

F1

 

PPV and NPV

From data in figure 1, PPV and NPV could be calculated for four studies (Pilippa, 2018; Sheffield, 2015; Walts, 2016; Yoshimura, 2019). Values are reported in table 3. In most studies, the combined markers did not result in higher PPV compared to markers alone. Differences in NPV were mostly clinically relevant in favor of the combined test.

 

Table 3 Positive and negative predictive values

 

Positive predictive value (95%CI)

Negative predictive value (95%CI)

BAP1 IHC & CDKN2A(P16) FISH

Pilippa 2018

1.00

0.67 (0.56 to 0.76)

Sheffield 2015

1.00

0.79 (0.70 to 0.86)

Walts 2016

1.00

0.78 (0.65 to 0.87)

Yoshimura 2019

1.00

0.81 (0.68 to 0.89)

BAP1 IHC

Pilippa 2018

1.00

0.67 (0.56 to 0.76)

Sheffield 2015

1.00

0.72 (0.67 to 0.77)

Walts 2016

0.64 (0.38 to 0.83)

0.63 (0.52 to 0.73)

Yoshimura 2019

1.00

0.74 (0.63 to 0.83)

CDKN2A(P16) FISH

Pilippa 2018

-

0.53 (0.53 to 0.53)

Sheffield 2015

1.00

0.75 (0.68 to 0.82)

Walts 2016

1.00

0.68 (0.59 to 0.76)

Yoshimura 2019

1.00

0.59 (0.52 to 0.66)

 

BAP1 and/or MTAP IHC

Sensitivity, FN, TP

Yoshimura (2019) reported sensitivity for the use of the combination of BAP1 and MTAP IHC markers and for the markers alone (see table 4). The sensitivity and the number of TP patients was higher and the number of FN patients smaller when the combination of BAP1 and MTAP IHC was used for diagnostic testing compared to the use of MTAP IHC alone. The reported differences were clinically relevant. The sensitivity and the number of FP and TN patients were not different when the combination of BAP1 and MTAP IHC was used for diagnostic testing compared to BAP1 IHC alone.

 

Specificity, FP, TN

Yoshimura (2019) reported specificity for the use of the combination of BAP1 and MTAP IHC marker and for the markers alone (see table 4). The specificity and the number of FP and TN patients did not differ when the combination of BAP1 and MTAP IHC was used for diagnostic testing compared to the use of BAP1 or MTAP IHC alone.

 

PPV and NPV

From data reported in Yoshimura (2019), PPV and NPV could be calculated. Values are reported in table 3. The combined markers did not result in higher PPV compared to markers alone. Differences in NPV were clinically relevant in favor of the combined test compared to MTAP IHC alone, but not compared to BAP1 IHC alone.

 

Table 4 Sensitivity and specificity of studies comparing BAP1 and/or MTAP IHC (Yoshimura, 2019)

 

TP

FP

FN

TN

Sensitivity (95%CI)

Specificity

(95%CI)

Positive predictive value (95%CI)

Negative predictive value (95%CI)

BAP1 or MTAP IHC

28

0

10

29

0.74 (0.57 to 0.87)

1.00 (0.88 to 1.00)

1.00

0.74 (0.63 to 0.83)

BAP1 IHC

28

0

10

29

0.74 (0.57 to 0.87)

1.00 (0.88 to 1.00)

1.00

0.74 (0.63 to 0.83)

MTAP IHC

18

0

20

29

0.47 (0.31 to 0.64)

1.00 (0.88 to 1.00)

1.00

0.59 (0.52 to 0.66)

 

Level of evidence of the literature

BAP1 IHC & CDKN2A(P16) FISH compared to BAP1 IHC or P16 FISH alone

Sensitivity, FN, TP

The level of evidence regarding the outcome measures was downgraded to low level because of risk of bias (one level, see risk of bias table) and imprecision (one level, wide confidence intervals).

 

Specificity, FP, TN

The level of evidence regarding the outcome measures was downgraded to low level because of risk of bias (one level, see risk of bias table) and imprecision (one level, wide confidence intervals).

Positive predictive value, Negative predictive value

The level of evidence regarding the outcome measures was downgraded to low level because of risk of bias (one level, see risk of bias table) and imprecision (one level, wide confidence intervals).

 

BAP1 & MTAP compared to BAP1 or MTAP alone

Sensitivity, FN, TP

The level of evidence regarding the outcome measures was downgraded to very low level because of risk of bias (one level, see risk of bias table) and imprecision (two levels, only one study and low number of cases).

 

Specificity, FP, TN

The level of evidence regarding the outcome measures was downgraded to very low level because of risk of bias (one level, see risk of bias table) and imprecision (two levels, only one study and low number of cases).

 

Positive predictive value, Negative predictive value

The level of evidence regarding the outcome measures was downgraded to very low level because of risk of bias (one level, see risk of bias table) and imprecision (two levels, only one study and low number of cases)

The working group performed an explorative search to find out whether studies investigating the effect of diagnostic methods for malignant mesothelioma on survival, were available. As these studies were not found, a systematic review of the literature was performed to answer the following question: What is the diagnostic accuracy of BAP1 immunohistochemistry and P16 FISH (9p21) or MTAP immunohistochemistry (IHC) compared to the use of these markers alone to distinguish malignant mesothelioma from benign mesothelioma or reactive mesothelial hyperplasia in patients with atypical mesothelial proliferations?

 

P: patients with atypical mesothelial proliferations (clinically proven malignant or benign reactive mesothelial hyperplasia);

I: BAP1 IHC and (CDKN2A(P16) FISH or MTAP IHC);

C: BAP1, or CDKN2A(P16) FISH or MTAP IHC, or standard immunohistochemistry alone;

R: definite diagnosis by biopsy/resection, clinical follow-up;

O: sensitivity, specificity, positive predictive value, negative predictive value.

 

Relevant outcome measures

The guideline development group considered specificity (see table 1) as critical outcome measure for decision making, and sensitivity and positive- and negative predictive values as important outcome measures for decision making.

 

Table 1 Consequences of diagnostic test characteristics

Outcome

Consequences

Relevance

True positives (TP), high sensitivity

Patients are justifiably diagnosed with malignant mesothelioma; giving treatment is justified

Important

 

True negatives (TN), high specificity

Patients are justifiably not diagnosed with malignant mesothelioma; not giving treatment is justified

Crucial

 

False positives (FP), low specificity

Patients are unjustifiably diagnosed with malignant mesothelioma; giving treatment is unjustified

Crucial

 

False negatives (FN), low sensitivity

Patients are unjustifiably not diagnosed with malignant mesothelioma; not giving treatment is unjustified

Important

 

 

A priori, the working group did not define the outcome measures listed above but used the definitions used in the studies.

 

The working group defined a difference of 5% in sensitivity, specificity, positive predictive value (PPV) and negative predictive value (NPV) and a difference of 50 per 1000 patients in TP, TN, FP and FN as a minimal clinically (patient) important difference.

 

Search and select (Methods)

The databases Medline (via OVID), Embase (via Embase.com), Trip, Gin and Cochrane were searched with relevant search terms until August 22th, 2020 and the search was updated on February 8th, 2021. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 924 hits. Studies were selected based on the following criteria:

  • Peer reviewed systematic reviews, RCTs or observational studies.
  • Studies included patients with atypical mesothelial proliferations (malignant or benign mesothelioma or reactive mesothelial hyperplasia).
  • Studies included at least 20 patients (at least 10 patients per subgroup (mesothelioma versus non mesothelioma)).
  • Definite diagnosis available (clinical follow-up or diagnosis by biopsy/resection was noted).
  • Studies compared a combination of the diagnostic tests BAP1 IHC and P16 FISH, or BAP1 and MTAP IHC with BAP1 IHC, P16 FISH (also defined as CDKN2A / 9p21 FISH), MTAP IHC or standard IHC alone.
  • Sensitivity and specificity (by FP, FN, TP, TN) were reported.

Forty studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 32 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and eight studies were included. Five studies used data from the same database (Hida, 2016; Hida, 2017; Kinoshita, 2017; Kinoshita, 2018; Yoshimura, 2019). To prevent for multiple inclusion of the same patients, only the most recent study reporting multiple combinations of markers and including several types of malignant mesothelioma (Yoshimura, 2019), was included in the analysis of the literature, together with the three additional studies (Pilippa, 2018; Sheffield, 2015; Walts, 2016).

 

Results

Four studies were selected from the search and select process. Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables.

  1. Andrici, J., Sheen, A., Sioson, L., Wardell, K., Clarkson, A., Watson, N., …& Gill, A.J. (2015). Loss of expression of BAP1 is a useful adjunct, which strongly supports the diagnosis of mesothelioma in effusion cytology. Modern Pathology, 28, 1360–1368.
  2. Cigognetti, M., Lonardi, S., Fisogni, S., Balzarini, P., Pellegrini, V., Tironi, A., …& Facchetti, F. (2015).BAP1 (BRCA1-associated protein 1) is a highly specific marker for differentiating mesothelioma from reactive mesothelial proliferations. Modern Pathology, 28, 1043–1057.
  3. Hatem, L., McIntire, P.J., He, B., Gogineni, S., Ho, M., Mathew, S., …& Rao, R.A. (2019). The role of BRCA1-associated protein 1 in the diagnosis of malignant mesothelioma in effusion and fine-needle aspiration cytology. Diagn Cytopathology, 47(3), 160-165.
  4. Hida, T., Hamasaki, M., Matsumoto, S., Sato, A., Tsujimura, T., Kawahara, K.,... & Nabeshima, K. (2016). BAP1 immunohistochemistry and p16 FISH results in combination provide higher confidence in malignant pleural mesothelioma diagnosis: ROC analysis of the two tests. Pathology international, 66(10), 563-570.
  5. Hida, T., Hamasaki, M., Matsumoto, S., Sato, A., Tsujimura, T., Kawahara, K.,... & Nabeshima, K. (2017). Immunohistochemical detection of MTAP and BAP1 protein loss for mesothelioma diagnosis: comparison with 9p21 FISH and BAP1 immunohistochemistry. Lung Cancer, 104, 98-105.
  6. Hiroshima, K., Wu, D., Hamakawa, S., Tsuruoka, S., Ozaki, D., Orikasa, H., …& Imai, K. (2021). HEG1, BAP1, and MTAP are useful in cytologic diagnosis of malignant mesothelioma with effusion. Diagnostic Cytopathology, 49, 622–632.
  7. Kinoshita, Y., Hamasaki, M., Yoshimura, M., Matsumoto, S., Sato, A., Tsujimura, T.,... & Nabeshima, K. (2018). A combination of MTAP and BAP1 immunohistochemistry is effective for distinguishing sarcomatoid mesothelioma from fibrous pleuritis. Lung Cancer, 125, 198-204.
  8. Kinoshita, Y., Hida, T., Hamasaki, M., Matsumoto, S., Sato, A., Tsujimura, T.,... & Nabeshima, K. (2018). A combination of MTAP and BAP1 immunohistochemistry in pleural effusion cytology for the diagnosis of mesothelioma. Cancer cytopathology, 126(1), 54-3.
  9. Noor Husain, A., Colby, T., Ordonez, N., Allen, T., Attanoos, R., Beasley, M.,... & Wick, M. (2018). Guidelines for Pathologic Diagnosis of Malignant Mesothelioma. 2017 Update of the Consensus Statement From the International Mesothelioma Interest Group Arch Pathol Lab Med.;142:89–108.
  10. Pillappa, R., Maleszewski, J. J., Sukov, W. R., Bedroske, P. P., Greipp, P. T., Boland, J. M.,... & Roden, A. C. (2018). Loss of BAP1 expression in atypical mesothelial proliferations helps to predict malignant mesothelioma. The American journal of surgical pathology, 42(2), 256-263.
  11. Sheffield, B. S., Hwang, H. C., Lee, A. F., Thompson, K., Rodriguez, S., Tse, C. H.,... & Churg, A. (2015). BAP1 immunohistochemistry and p16 FISH to separate benign from malignant mesothelial proliferations. The American journal of surgical pathology, 39(7), 977-82.
  12. Walts, A. E., Hiroshima, K., McGregor, S. M., Wu, D., Husain, A. N., & Marchevsky, A. M. (2016). BAP1 immunostain and CDKN2A (p16) FISH analysis: clinical applicability for the diagnosis of malignant mesothelioma in effusions. Diagnostic cytopathology, 44(7), 599-606.
  13. Woolhouse, I., Bishop, L., Darlison, L., de Fonseka, D., Edey, A., Edwards, J.,.... & Maskell, N. (2018). BTS guideline for the investigation and management of malignant pleural mesothelioma. BMJ Open Resp Res, 5(1):e000266.
  14. Yoshimura, M., Kinoshita, Y., Hamasaki, M., Matsumoto, S., Hida, T., Oda, Y.,... & Nabeshima, K. (2019). Highly expressed EZH2 in combination with BAP1 and MTAP loss, as detected by immunohistochemistry, is useful for differentiating malignant pleural mesothelioma from reactive mesothelial hyperplasia. Lung Cancer, 130, 187-93.

Evidence table for diagnostic test accuracy studies

Study reference

Study characteristics

Patient characteristics

 

Index test

(test of interest)

Reference test

 

Follow-up

Outcome measures and effect size

Comments

Hida, 2016

Type of study:
cohort

 

Setting and country:
Fukuoka University Hospital, Japan

 

Funding and conflicts of interest:
Funding: Research Center for Advanced Molecular Medicine, Fukuoka University; Izumo City Supporting Cancer Research Project (ICSCRP); Ministry of the Environment
Conflicts of interest: non declared

Inclusion criteria:

- malignant pleural mesothelioma (MPM) or non-mesothelioma with reactive mesothelial hyperplasia (RMH)

- obtained from the pleural lesion files of the department of pathology between 2001 and 2015
- mesothelioma diagnosis and classification were performed according to the

World Health Organization (WHO) classification issued in 2015

- mesothelial nature of each tumor was confirmed using IHC assay

 

Exclusion criteria:

- Sarcomatoid -type tumors

 

N=
MPM: 40

RMH: 20

Prevalence: 40%

 

Mean age (range):

MPM: 63.0 years (range 33 to 81)

RMH: 34.5 years (range 18 to 78)

 

Sex: % M / % F
MPM: 85% male; 15% female
RMH: 100% male

 

Other important characteristics:

MPM cases:
source of specimen:

11/40 biopsy specimens; 29/40 surgical resection)
histologic subtype tumour:

35/40 epithelioid; 4/40 biphasic

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or Fluorescence In Situ

Hybridization (FISH) of P16

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 19.7%

Or

P16 HD at 11.0%

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 19.7%

 

Comparator test 2:
FISH P16 (9p21)

 

Cut-off point(s):

P16 HD at 11.0%

 

Describe reference test:

The mesothelial

nature of each tumor was confirmed using IHC assays.

 

Mesothelioma

diagnosis and classification was performed following the World Health Organization (WHO) guideline for 2015

 

Cut-off point(s):

Not applicable

 

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

N=0 (0%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?

Not applicable

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 loss or P16 HD loss:

 

Loss

No loss

MPM

37

3

RMH

0

20

 

Sensitivity: 92.5%

Specificity: 100%

P (versus BAP1): 0.0332

P (versus p16 HD): 0.0005

 

BAP1 IHC loss:

 

Loss

No loss

MPM

27

13

RMH

0

20

 

Sensitivity: 67.5%

Specificity: 100%

P (versus P16HD): 0.3153

 

P16 HD FISH loss:

 

Loss

No loss

MPM

27

13

RMH

0

20

 

Sensitivity: 67.5%

Specificity: 100%

P (versus BAP1): 0.3153

 

Author’s conclusions:

“BAP1 IHC and p16 FISH had independent diagnostic value for differentiation of MPM from RMH. Combining the results of the two assays increased the sensitivity of, and confidence in, the accuracy of the MPM diagnosis.”

Hida, 2017

Type of study:

cohort

 

Setting and country:

Fukuoka University Hospital, Japan

 

Funding and conflicts of interest:
Funding: Research Center for Advanced Molecular Medicine, Fukuoka University; Izumo City Supporting Cancer Research Project (ICSCRP); Ministry of the Environment

Conflicts of interest: non declared

Inclusion criteria:

- malignant pleural mesothelioma (MPM) or non-mesothelioma with reactive mesothelial hyperplasia (RMH)

- obtained from the pleural lesion files of the department of pathology between 2001 and 2015
- mesothelioma diagnosis and classification were performed according to the

World Health Organization (WHO) classification issued in 2015

- mesothelial nature of each tumor was confirmed using IHC assay

 

Exclusion criteria:

- Sarcomatoid -type tumors

 

N=

MPM: 51

RMH: 25

Prevalence: 67%

 

Mean age (range):

MPM: 63.8 years (range 33 to 81)

RMH: 34.4 years (range 18 to 78)

 

Sex: % M / % F
MPM: 80.4% male; 17.6% female
RMH: 100% male

 

Other important characteristics:

MPM cases:
source of specimen:

16/51 biopsy specimens; 35/51 surgical resection)
histologic subtype tumour:

44/51 epithelioid; 7/40 biphasic

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or 9p21 fluorescence in situ

Hybridization (FISH)

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 19.4%

Or

9p21 FISH HD at 11.0%

 

Index test 2:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) and MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 19.4%

Or

MTAP IHC loss at 32.2%

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 19.4%

 

Comparator test 2:
MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

MTAP IHC loss at 32.2%

 

Comparator test 3:
9p21 FISH

 

Cut-off point(s):

9p21 FISH HD at 11.0%

 

 

Describe reference test:

The mesothelial

nature of each tumor was confirmed using IHC assay.

 

Mesothelioma

diagnosis and classification was performed following the World Health Organization (WHO) guideline for 2015

 

Cut-off point(s):

Not applicable

 

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

N=0 (0%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?

Not applicable

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 IHC or 9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

43

8

RMH

0

25

 

Sensitivity: 84.3%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC or MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

39

12

RMH

0

25

 

Sensitivity: 76.5%

Specificity: 100%

P (versus BAP1 IHC): 0.0386

P (versus 9p21 FISH): 0.0229

 

BAP1 IHC:

 

Positive

Negative

MPM

31

20

RMH

0

25

 

Sensitivity: 60.8%

Specificity: 100%

 

MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

23

28

RMH

0

25

 

Sensitivity: 45.1%

Specificity: 100%

 

9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

31

20

RMH

0

25

 

Sensitivity: 60.8%

Specificity: 100%

 

Author’s conclusions:

“A combination of MTAP and/or BAP1 loss detected

by IHC can likely detect MPM with good sensitivity that is higher

than that of BAP1 IHC alone or 9p21 FISH alone. This combination

could therefore serve as a useful ancillary IHC method for the discrimination of MPM from RMH, although a combination of BAP1

IHC and 9p21 FISH remains the most accurate ancillary tool. However, it is important to confirm the mesothelial origin of the tumor

before applying combinations of MTAP and BAP1 IHCs or BAP1 IHC

and 9p21 FISH for MPM diagnosis.”

Kinoshita, 2017

Type of study:

cohort

 

Setting and country:

Fukuoka University Hospital, Japan

 

Funding and conflicts of interest:

Japanese Society for the Promotion of Science; Research Center for Advanced Molecular Medicine, Fukuoka University; the Ministry of the Environment; Fukuoka Foundation for Sound Health Cancer Research Fund

Conflicts of interest: non declared

Inclusion criteria:

- malignant pleural mesothelioma (MPM) or non-mesothelioma with reactive mesothelial hyperplasia (RMH)

- obtained from the pleural lesion files of the department of pathology between 2001 and 2016
- mesothelioma diagnosis and histological subtypes of tumors were identified using the World Health Organization (WHO) classification
- mesothelial origin of the tumor was determined by IHC

 

Exclusion criteria:

None described

 

N=

Initially

MPM: 52

RMH: 30

Prevalence: 63%

 

After exclusion due to insufficient mesothelial cells or inadequate immunostaining of internal control cells or monosomy of chromosome 9 detected.
MPM: 45

RMH: 21

Prevalence: 63%

 

Mean age (range):

MPM: 69.7 years (range 47 to 94)

RMH: 70.5 years (range 44 to 89)

 

Sex: % M / % F
MPM: 75.6% male; 24.4% female
RMH: 57.1% male; 42.9% female

 

Other important characteristics:
MPM cases:
histologic subtype tumour:

42/45 epithelioid; 3/45 biphasic

RMH cases:

14/21 benign pleural effusions from patients with lung cancer; 3/21 pneumonia; 4/21 cardiovascular disease

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or 9p21 fluorescence in situ

Hybridization (FISH)

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 50%

Or

9p21 FISH HD at 10%

 

Index test 2:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 50%

Or

MTAP IHC loss at 50%

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 50%

 

Comparator test 2:
MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

MTAP IHC loss at 50%

 

Comparator test 3:
9p21 FISH

 

Cut-off point(s):

9p21 FISH HD at 10%

 

Describe reference test:

The mesothelial

Origin of the tumor was confirmed using IHC assay.

 

Mesothelioma

diagnosis and histological subtype were performed following the World Health Organization (WHO) classification

 

Cut-off point(s):

Not applicable

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

N=0 (0%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?

Not applicable

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 IHC or 9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

38

7

RMH

0

21

 

Sensitivity: 84.4%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC or MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

35

10

RMH

0

25

 

Sensitivity: 77.8%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC:

 

Positive

Negative

MPM

27

18

RMH

0

25

 

Sensitivity: 60.0%

Specificity: 100%

 

MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

19

26

RMH

0

25

 

Sensitivity: 42.2%

Specificity: 100%

 

9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

28

17

RMH

0

25

 

Sensitivity: 62.2%

Specificity: 100%

 

Author’s conclusions:

“A combination of MTAP and BAP1 IHC in cell

blocks from pleural effusions was found to be a reliable

and useful method for differentiating MPM cells from

reactive mesothelial cells when the results were interpreted

properly and accurately”

Kinoshita, 2018

Type of study:

cohort

 

Setting and country:

Fukuoka University Hospital, Japan

 

Funding and conflicts of interest:

Funding:Grants-in-Aid for Scientific Research from the Japanese Society for the Promotion of Science; Research Center for Advanced Molecular Medicine, Fukuoka UniversityCentral Research Institute of Fukuoka University.

Conflicts of interest: non declared

Inclusion criteria:

- malignant pleural mesothelioma (MPM) with a sarcomatoid component (biphasic or sarcomatoid) or fibrous pleuritis

- obtained from the pleural lesion files of the department of pathology between 2001 and 2017
- histological mesothelioma diagnosis and classification were performed according to the World Health Organization (WHO) guidelines and classification for 2015
- mesothelial nature of each tumor was determined by IHC
- fibrous pleuritis was diagnosed on tissue biopsy and finally confirmed when pleural involvement did not progress radiographically or clinically for at least a year.

 

Exclusion criteria:

- for fibrous pleuritis not able to follow clinical status for a year

 

N=

MPM: 30

Fibrous pleuritis: 17

Prevalence: 63.8%

 

Mean age (range):

MPM: 71.3 years (range 53 to 86)

Fibrous pleuritis: 69.2 years (range 49 to 83)

 

Sex: % M / % F
MPM: 90% male; 10% female
Fibrous pleuritis: 94.1 male; 5.9% female

 

Other important characteristics:
MPM cases:
histologic subtype tumour:

18/30 sarcomatoid; 12/30 biphasic

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or 9p21 fluorescence in situ

Hybridization (FISH)

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 50%

Or

9p21 FISH HD at 10%

 

 

Index test 2:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC at 50%

Or

MTAP IHC loss at 50%

 

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 50%

 

Comparator test 2:
MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

MTAP IHC loss at 50%

 

 

Comparator test 3:
9p21 FISH

 

Cut-off point(s):

9p21 FISH HD at 10%

Describe reference test:

The mesothelial

Origin of the tumor was confirmed using IHC assay.

 

Mesothelioma

diagnosis and histological subtype was performed following the World Health Organization (WHO) classification

 

Fibrous pleuritis
Fibrous pleuritis was diagnosed on tissue biopsy and finally confirmed when pleural involvement did not progress radiographically or clinically for at least a year.

 

 

Cut-off point(s):

Not applicable

 

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

N=5 (10.6%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?

N=2: MTAP IHC was judged as undeterminable

N=3: BAP1 IHC was judged as undeterminable

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 IHC or 9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

30

0

FP

0

17

 

Sensitivity: 100%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC or MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

27

3

FP

0

17

 

Sensitivity: 90%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC:

 

Positive

Negative

MPM

11

17

FP

0

16

 

Sensitivity: 36.7%

Specificity: 100%

 

MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

24

5

FP

0

16

 

Sensitivity: 80%

Specificity: 100%

 

9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

28

2

FP

0

17

 

Sensitivity: 93.3%

Specificity: 100%

 

Author’s conclusion:

“with an accurate interpretation of results, a combination of MTAP and BAP1 IHC was a reliable and effective method for

differentiating sarcomatoid MPM from fibrous pleuritis. When 9p21

FISH is not available for diagnosis, MTAP IHC is a useful alternative

detection assay”

Pilippa, 2018

Type of study:
cohort

 

Setting and country:
Institutional pathology archives of Mayo Clinic Rochester, MN, USA

 

Funding and conflicts of interest:
no disclosures

Inclusion criteria:
- cases of atypical mesothelial proliferation

- obtained from institutional pathology archives of Mayo Clinic Rochester, MN (1993 to 2016)

- available histology slides of the atypical mesothelial proliferation and follow-up, with clinical or pathological confirmed diagnoses

 

Exclusion criteria:

None described

 

N=37, but three excluded because deeper tissue levels lacked sufficient material for further testing

--> N=34
(MM: 15; probable MM: 1; non-MM: 18)

 

Prevalence: 44.1%

 

Median age (range): 68.3 years (33.8 to 89)

 

Sex: 64.7% male; 35.3% female

 

Other important characteristics:

Location: 61.8% pleura; 8.8% pericardium; 29.4% peritoneum

Source of tissue:
70.6% needle core biopsy; 29.4% surgical biopsy

Subtype: 32/34 epithelioid; 2/34 biphasic.

Follow-up median 31.7 months (range 0.3 to 202)

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or 9p21 fluorescence in situ

Hybridization (FISH)

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss: no nuclear staining of mesothelial cells

(with positive internal control) was considered lost.

Or

9p21 FISH HD at 9.0%

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss: no nuclear staining of mesothelial cells

(with positive internal control) was considered lost.

 

Comparator test 2:
9p21 FISH

 

Cut-off point(s):

9p21 FISH HD at 9.0%

 

 

Describe reference test:

Clinical or pathological confirmed diagnosis

 

 

Cut-off point(s):

Not applicable

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

N=3/34 (8.8%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?

No

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 IHC or 9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MM

6

8

Non-MM

0

16

 

Sensitivity/specificity: not reported

 

BAP1 IHC:

 

Positive

Negative

MM

6

8

Non-MM

0

16

 

Sensitivity: 43.7%

Specificity: 100%

 

9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MM

0

14

Non-MM

0

16

 

Sensitivity/specificity: not reported

 

 

Author’s conclusion:

“loss of BAP1 expression can be useful

in making a definitive diagnosis of MM, even in the absence

of invasion or tumefactive growth. However, retained

expression of BAP1 in atypical mesothelial proliferations

cannot be used to predict the absence of MM. Although

homozygous CDKN2A deletion has been shown to be

specific for MM and has not been described in reactive

mesothelial proliferations, in our study, this marker did not

prove to be useful in the prediction of MM in cases of

atypical mesothelial proliferation.”

Sheffield, 2015

Type of study:

cohort

 

Setting and country:

Vancouver General Hospital, Canada; PhenoPath Laboratories, Seattle, W.A. USA

 

Funding and conflicts of interest:

none

Inclusion criteria:

- mesotheliomas with typical histologic patterns and characteristic traditional immunohistochemical staining were

selected (Lee, 2013)
- For benign mesothelial reactions, only cases in

which the clinical features were unequivocally those of a benign process and in which microscopic examination

showed nothing to suggest a malignant process were used (Lee, 2013)
- obtained from the archives

of the Vancouver General Hospital and from the consultation files of 1 of the authors (A.C.) (Lee, 2013)

- having epithelial, spindled, or mixed epithelial and spindled morphology

 

Exclusion criteria:

None described

 

N=

MM: 31

Benign mesoth.: 52

Prevalence: 37.3%

 

Mean age ± SD:

Not reported

 

Sex: % M / % F
Not reported

 

Other important characteristics:
MM cases:
site of origin:

27/31 pleural; 3/31 peritoneal; 1/31 pericardial;

Subtype:

15/31 epitheloid; 11/31 sarcomatoid; 5/31 biphasic.

BM: site of origin
24/52 pleural; 25/52 peritoneal

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or fluorescence in situ

Hybridization (FISH) of P16

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC not reported (homogenous loss of nuclear staining in tumor cells)

Or

P16 FISH HD at 12.0%

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC not reported (homogenous loss of nuclear staining in tumor cells)

 

Comparator test 2:
P16 FISH (9p21)

 

Cut-off point(s):

P16 HD at 12.0%

 

Describe reference test:

original clinical diagnosis

 

Cut-off point(s):

Not applicable

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

BAP1: N=8 (7%)

FISH p16: N=16 (19%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?
BaP1: technical problems

FISH: technical issues

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 loss or FISH P16 loss:

 

Loss

No loss

MM

14

10

RMH

0

37

 

Sensitivity: 58% (95%CI 46 to 71)

Specificity: 100% (95%CI 100 to 100)

 

BAP1 IHC loss:

 

Loss

No loss

MPM

7

19

RMH

0

49

 

Sensitivity: 27% (95%CI 17 to 37)

Specificity: 100% (95%CI 100 to 100)

 

P16 FISH loss:

 

Loss

No loss

MPM

14

13

RMH

0

40

 

Sensitivity: 52% (95%CI 40 to 64)

Specificity: 100% (95%CI 100 to 100)

 

Author’s conclusion:

“Tissue invasion is the

best marker of malignancy with mesothelial processes,

and p16 FISH/BAP1 IHC testing should be reserved for cases in which invasion cannot be demonstrated or is equivocal.”

Walts, 2016

Type of study:

Cohort

 

Setting and country:
Cedars-Sinai Medical Center, Los Angeles, California, USA

 

Funding and conflicts of interest:
Not reported

Inclusion criteria:

- biopsy confirmed malignant mesothelioma

- or reactive effusions showing atypical mesothelial cells

- retrieved from the archives of the department of pathology and laboratory medicine at Cedras-Sinai Medical Center

Exclusion criteria:

 

N=

MM: 32
reactive effusion: 35

 

Prevalence: 47.7%

 

(only 38 cases analysed by FISH and bap1: 17 MM and 21 reactive effusion; prevalence 44.7%)

 

Medan age (range):

MM: 69 years (37 to 84)

Reactive effusion: 69 years (18 to 94)

 

Sex: % M / % F
MM: 68.8% male; 31.2% female

Reactive effusion: 54.3%; 45.7% female

 

Other important characteristics:

MM:
site of origin:
28/32 pleural; 4/32 peritoneal

Subtype:
25/32 epithelioid; 6/21 biphasic; 1/31 papillary tumor

Reactive effusion:
site of origin: 35/35 pleural

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) and/or fluorescence in situ

Hybridization (FISH) of P16

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC 50%

Or

CDKN2A (P16) FISH homozygous deletion pattern 15% or hemizygous deletion patten 41.5%

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC 50%

 

Comparator test 2:
CDKN2A (P16) FISH (9p21)

 

Cut-off point(s):

P16 homozygous deletion pattern 15% or hemizygous deletion patten 41.5%

 

Describe reference test:

Mesothelioma biopsy confirmed; patients with reactive effusions were followed for a median of 36 months (range 13-204)

 

Cut-off point(s):

Not applicable

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

N =0 (0%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?
not applicable

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 loss AND FISH P16 loss:

 

Loss

No loss

MM

3

14

Reactive effusion

4

17

 

Sensitivity: 17.6%

Specificity: 81.0%

 

BAP1 loss OR FISH P16 loss:

 

Loss

No loss

MM

11

6

Reactive effusion

0

21

 

Sensitivity: 64.7%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC loss:

 

Loss

No loss

MM

7

10

Reactive effusion

4

17

 

Sensitivity: 41.2%

Specificity: 81%

 

P16 FISH loss:

 

Loss

No loss

MM

7

10

Reactive effusion

0

21

 

Sensitivity: 41.2%

Specificity: 100%

 

 

Author’s conclusion:

“support the use of BAP1 IHC and

CDKN2A(P16) FISH for the evaluation of atypical mesothelial cells in effusion cytology specimens. Although

performance of both tests is preferable, CDKN2A(P16)

FISH may not be available in many cytology laboratories

and we, like Churg et al.8 find it reasonable to use BAP1

IHC to screen effusions with atypical mesothelial cells

followed by CDKN2A(P16) FISH confirmation in selected

cases where the clinical and imaging findings are not

strongly suggestive of MM”

Yoshimura, 2019

Type of study:

Cohort

 

Setting and country:

Setting and country:
Fukuoka University Hospital, Japan

 

Funding and conflicts of interest:

Funding: Grants-in-Aid for Scientific Research from the Japanese Society of the Promotion of Science; Research Center for Advanced Molecular Medicine, Fukuoka University; Central Research Institute of Fukuoka University

Inclusion criteria:

- malignant pleural mesothelioma and reactive mesothelial hyperplasia case

- obtained from the pleural lesion file of the department of pathology, Fukuoka University Hospital, Fukuoka, Japan, between 2001 and 201

- histological mesothelioma diagnosis and classification were performed following the World health Organization guidelines and classification for 2015.

- The mesothelial nature of each tumor was confirmed using IHC assays.

 

Exclusion criteria:

None described

 

N=

MPM: 38

RMH:29

 

Prevalence: 56.7%

 

Mean age (range):

MPM: 65.3 years (33-86)
RMH: 32.5 years (18-78)

 

Sex: % M / % F

MPM: 81.6% male; 18.4% female
RMH: 100% male

 

Other important characteristics:

MPM:
origin: “38/38” autopsy; 13/38 biopsy, “remainder” surgery

Histological subtype:

27/28 epithelioid; 6/38 biphasic; 5/38 sarcomatoid
Follow-up period ranged from 20-4248 days (mean 995 days)

RMH:
29/29 bullae information

Describe index test:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or 9p21 fluorescence in situ

Hybridization (FISH)

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 50%

Or

9p21 FISH HD at 11%

 

 

Index test 2:

BAP1 immunohistochemistry (IHC) or MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC at 50%

Or

MTAP IHC loss at 50%

 

 

Comparator test 1:
BAP1 IHC

 

Cut-off point(s):

BAP1 IHC loss at 50%

 

Comparator test 2:
MTAP IHC

 

Cut-off point(s):

MTAP IHC loss at 50%

 

Comparator test 3:
9p21 FISH

 

Cut-off point(s):

9p21 FISH HD at 11%

Describe reference test:

 

The mesothelial

nature of each tumor was confirmed using IHC assay.

 

Mesothelioma

diagnosis and classification were performed following the World Health Organization (WHO) guideline for 2015

 

 

Time between the index test and reference test:

Not reported

 

For how many participants were no complete outcome data available?

N=0 0(%)

 

Reasons for incomplete outcome data described?

Not applicable

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

BAP1 IHC or 9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

31

7

RMH

0

29

 

Sensitivity: 81.6%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC or MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

28

10

RMH

0

29

 

Sensitivity: 73.7%

Specificity: 100%

 

BAP1 IHC:

 

Positive

Negative

MPM

28

10

RMH

0

29

 

Sensitivity: 52.6%

Specificity: 100%

 

MTAP IHC:

 

Positive

Negative

MPM

18

20

RMH

0

29

 

Sensitivity: 47.9%

Specificity: 100%

 

9p21 FISH:

 

Positive

Negative

MPM

28

19

RMH

0

29

 

Sensitivity: 65.8%

Specificity: 100%

 

-

 

Risk of bias assessment

Study reference

Patient selection

 

Index test

Reference standard

Flow and timing

Comments with respect to applicability

Hida, 2016

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

No

 

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No
(only cases with definitive diagnosis included)

 

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

No
(definition based on study data)

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

Unclear
(Unclear whether RMH cases received same reference standard as MPM cases)

 

Were all patients included in the analysis?

Yes

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: HIGH

(thresholds were defined on study data)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: UNCLEAR
(description of reference standard is limited)

 

Hida, 2017

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

No

 

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No

(only cases with definitive diagnosis included)

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

No
(definition based on study data)

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

Unclear
(Unclear whether RMH cases received same reference standard as MPM cases)

 

Were all patients included in the analysis?

Yes

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: HIGH

(thresholds were defined on study data)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: UNCLEAR
(description of reference standard is limited)

 

Kinoshita, 2017

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

No

 

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No
(only cases with definitive diagnosis included)

 

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

Yes

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

Unclear
(Unclear whether RMH cases received same reference standard as MPM cases)

 

Were all patients included in the analysis?

Yes

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: UNCLEAR

(Blinding during measurements not described)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: UNCLEAR
(description of reference standard is limited)

 

Kinoshita, 2018

 

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

No

 

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No
(only cases with definitive diagnosis included)

 

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

Yes

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

No
(FP by clinical follow-up, while MPM by WHO 2015 principles)

 

Were all patients included in the analysis?

Yes

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: UNCLEAR

(Blinding during measurements not described)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: LOW

Pilippa, 2018

 

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

Yes

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No
(although cases were reviewed by a pathologist, only cases with definitive diagnosis and representative samples were included)

 

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

Yes

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

No
(clinical or pathological)

 

Were all patients included in the analysis?

No

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: UNCLEAR

(Blinding during measurements not described)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: LOW
(only few missing data that was equally divided over groups)

Sheffield, 2015

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

No

 

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No
(only cases with definitive diagnosis included)

 

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

Yes

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

No
(clinical or pathological)

 

Were all patients included in the analysis?

No

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: UNCLEAR

(Blinding during measurements not described)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH

(almost one third of patients had missing data)

Walts, 2016

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

No

 

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No
(only cases with definitive diagnosis included)

 

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

Yes

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

No
(mesothelioma was biopsy confirmed, while reactive effusions were confirmed by clinical follow-up)

 

Were all patients included in the analysis?

No

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: UNCLEAR

(Blinding during measurements not described)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH

(almost half of the included patients were not included in relevant analysis)

Yoshimura, 2019

Was a consecutive or random sample of patients enrolled?

Unclear
(not described)

 

Was a case-control design avoided?

No

 

Did the study avoid inappropriate exclusions?

No
(only cases with definitive diagnosis included)

 

 

Were the index test results interpreted without knowledge of the results of the reference standard?

Unclear
(not described)

 

If a threshold was used, was it pre-specified?

Yes

 

 

 

Is the reference standard likely to correctly classify the target condition?

Yes

 

Were the reference standard results interpreted without knowledge of the results of the index test?

Yes
(cases were selected based on this definitive diagnosis)

 

 

 

Was there an appropriate interval between index test(s) and reference standard?

Unclear
(not described)

 

Did all patients receive a reference standard?

Yes

 

Did patients receive the same reference standard?

Unclear
(Unclear whether RMH cases received same reference standard as MPM cases)

 

Were all patients included in the analysis?

Yes

Are there concerns that the included patients do not match the review question?

No

 

Are there concerns that the index test, its conduct, or interpretation differ from the review question?

No

 

Are there concerns that the target condition as defined by the reference standard does not match the review question?

No

 

CONCLUSION:

Could the selection of patients have introduced bias?

 

 

RISK: HIGH
(case selection may be selective)

CONCLUSION:

Could the conduct or interpretation of the index test have introduced bias?

 

RISK: UNCLEAR

(Blinding during measurements not described)

CONCLUSION:

Could the reference standard, its conduct, or its interpretation have introduced bias?

 

RISK: LOW

CONCLUSION

Could the patient flow have introduced bias?

 

 

RISK: UNCLEAR
(description of reference standard is limited)

 

Table of excluded studies

Author and year

Reason for exclusion

Althakfi, 2020

No comparison of malignant versus non-malignant mesothelioma

Berg, 2018

Reference was not described

Berg, 2020

No comparison with combined markers (BAP1 & Fish/MTAP) included

Bhardwaj, 2012

Paper discussion

Brich, 2020

Only malignant mesothelioma cases included

Bruno, 2020

Low number of cases

Chevrier, 2020

Only malignant mesothelioma cases included

Churg, 2020

Narrative review

Eccher, 2021

Narrative review

Fels Elliot, 2020

Narrative review

Galateay Salle 2018

Only malignant mesothelioma cases included

Girolami, 2020

Protocol article

Hiroshima, 2017

Abstract

Hiroshima, 2020

Low number of cases

Hung, 2020

Narrative review

Hwang, 2016a

Compares different types of malignant mesothelioma instead of malignant mesothelioma versus non-malignant mesothelioma

Hwang, 2016b

Low number of cases

Kinoshita, 2020

Other research question

Kinoshita, 2020

Abstract

Liu, 2018

No comparison with combined markers (BAP1 & Fish/MTAP) included

McGegor, 2017

Only malignant mesothelioma cases included

Pillappa, 2019

Narrative review

Ren, 2020

Reference was not described

Rozitis, 2020

Narrative review

Schulte, 2020

Narrative review

Shahi, 2018

Abstract

Shahi, 2020

Abstract

Sheaff, 2020

Narrative review

Siddiqui, 2019

Proceedings

Singhi, 2016

Only malignant mesothelioma cases included

Wu, 2017

Only malignant mesothelioma cases included

Zaleski, 2020

Only malignant mesothelioma cases included

Hida, 2016

Same database as Yoshimura, 2019

Hida, 2017

Same database as Yoshimura, 2019

Kinoshita, 2017

Same database as Yoshimura, 2019

Kinoshita, 2018

Same database as Yoshimura, 2019

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 09-03-2022

Laatst geautoriseerd  : 09-03-2022

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2028

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
  • Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie
  • Vereniging Klinische Genetica Nederland
  • Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Asbestslachtoffers Vereniging Nederland

Algemene gegevens

De Nederlandse Vereniging voor Radiologie heeft een verklaring van geen bezwaar afgegeven. 

 

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van Medisch Specialisten en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2020 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met een mesothelioom.

 

Werkgroep

  • Dr. J.M.M.F. Quispel, longarts, NVALT (voorzitter)
  • Dr. J.A. Burgers, longarts, NVALT
  • Dr. R. Cornelissen, longarts, NVALT
  • Drs. B.I. Hiddinga, longarts, NVALT
  • Dr. H.M. Klomp, chirurg, NVvH
  • Dr. E.V.E. Madsen, oncologisch en gastro-intestinaal chirurg, NVvH
  • Prof. dr. D.K.M. de Ruysscher, radiotherapeut-oncoloog, NVRO
  • Drs. A.P.W.M. Maat, cardiothoracaal chirurg, NVT
  • Dr. J.H. von der Thüsen, patholoog, NVVP
  • Dr. M. Nielsen, klinisch geneticus, VKGN
  • C.J. van den Boom-Bernaards, patiëntvertegenwoordiger, Asbestslachtoffers Vereniging Nederland (tot en met januari 2021)
  • T.J.H. Koopman, patiëntvertegenwoordiger/bestuurslid, Asbestslachtoffers Vereniging Nederland

 

Meelezers:

  • Dr. A. Bartels-Rutten, radioloog, NVvR

 

Met ondersteuning van

  • Dr. J. Boschman, senior adviseur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten (tot en met oktober 2020)
  • Drs. I. van Dusseldorp, senior informatiespecialist, Kennisinstituut van Medisch Specialisten
  • Dr. S.N. Hofstede, senior adviseur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten (vanaf november 2020)
  • Dr. J.C. Maas, adviseur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten
  • Drs. M. van der Maten, medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Quispel-Janssen

(voorzitter)

Longarts Haaglanden Medisch Centrum Antoniushoeve

* lid Sectie Asbestgerelateerde Aandoeningen, onbetaald
* lid Sectie Oncologie, onbetaald

Subinvestigator bij Investigator Initiated trial NivoMes (nivolumab in mesothelioma) mede gefinancierd met unrestricted grant van BMS. Eerst auteur bij studie, gepubliceerd in 2018;

Bijdrage voor het drukken van mijn proefschrift ontvangen waarvoor presentatie gegeven bij BMS over NivoMes studie

Restrictie, uitsluiten met betrekking tot besluitvorming nivolumab. Vicevoorzitter Hiddinga neemt het hier over.

Madsen

Oncologisch en gastro-intestinaal chirurg, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam

Geen

"Extern gefinancierd onderzoek door KWF en stichting Coolsingel: trial naar de feasibility van dendritische cel immunotherapie (DCBI) als adjuvante behandeling na chirurgische behandeling vanwege peritoneaal mesothelioom.

 

Extern gefinancierd onderzoek door Machiel vd Wouden stipendium (IAS) om het effect van tumor debulking op de effectiviteit van DCBI te beoordelen."

Restrictie; wordt niet betrokken bij de literatuurselectie en literatuurbeoordeling van modules ten aanzien van immunotherapie na chirurgische behandeling vanwege peritoneaal mesothelioom en modules ten aanzien van immunotherapie en tumor debulking

Nielsen

Klinisch Geneticus LUMC

Geen

"In het LUMC wordt, onder andere door werkgroeplid, onderzoek gedaan naar erfelijke aanleg voor mesothelioom (en oog/huidmelanoom en nierkanker) veroorzaakt door kiembaan mutaties in het BAP1-gen,.

Het betreft beschrijvend onderzoek van het phenotype (type tumoren, kanker risico's).

Tevens is wordt er een database bijgehouden waarin data worden geregistreerd van patiënten met een BAP1 mutatie wat de uitkomsten zijn van de jaarlijkse controles van de betrokken organen.

 

Er is een kleine subsidie van het oogfonds (ongeveer 80000 euro) vanuit de oogheelkunde verkregen voor een PhD student die de database en families bijhoudt.

 

Ik kan op dit moment geen conflict verzinnen / of belang van een bepaalde uitkomst van deze richtlijn direct"

Geen

Boom, van den

Geen

Geen

Geen

Geen

Ruysscher, de

Radiotherapeut-Oncoloog Maastro

Alle volgende nevenwerkzaamheden worden betaald aan Maastro (dus geen persoonlijke inkomsten):
* Advisory board: Bristol-Myers Squibb, Celgene, Merkc/Pfizer, Roche/Genentech, AstraZeneca, MSD, Seattle Genetics, Philips

Research Funding (nooit persoonlijke ontvangsten): Boehringer Ingelheim, Bristol-Myers Squibb, AstraZeneca, Philips, Olink, KWF, ZonMw, EU

Geen, nevenwerkzaamheden betreffen niet mesothelioom.

 

Advies om adviesraden te stoppen tijdens de richtlijnontwikkeling.

Koopman

* Bestuurslid bij Asbestslachtoffer Vereniging Nederland (AVN).
* Lotgenotencontact bbij AVN. Dit houdt onder andere in dat wij spreekuren houden in 2 ziekenhuizen (Erasmus En Antoni ziekenhuis)

Geen

Ik heb alleen belang bij een duidelijke richtlijn als mede bestuurslid van het AVN

Geen

Klomp

Chirurg, NKI - AVL

Raad van Toezicht IJsselland Ziekenhuis

Peer review – onbetaald

 

Vertrouwenspersoon – onbetaald

 

Docent AVL academie – onbetaald

 

Docent CASH – onbetaald

 

Geen persoonlijke inkomsten, contracten via Technology Transfer NKI-AVL

 

(patent (ongerelateerd aan mesothelioom) WO2010116003), dus: Geen

 

Educational grants, consultancy, speaker fees via Pfizer, Roche, Medtronic uitsluitend contracten via Technology Transfer NKI-AVL

Geen, patent wordt niet in de richtlijn aangehaald en/of benoemd

Maat

Cardiothoracaal chirurg Erasmus MC Rotterdam, full time dienstverband

Onbetaald:
* docent aan de zorgacademie ErasmusMC voor OK en anesthesie assistenten hart- en longchirurgie (vergoeding wordt uitbetaald via Zorgacademie)
* bijdrage landelijke onderwijs dagen AIO's cardiothoracale chirurgie
* lid werkgroep longchirurgie NVT
* lid wetenschappelijke cie DLCA-S van DICA (presentatievergoeding)
* lid ROTS (Rotterdamse Onoclogische Thoracale Studiegroep)
* lid data safety monitoring board RETHO studie (reirradiation for recurrent lung cancer in the thorax
* docent Erasmus Anatomy Research project (EARP)
* docent VECTOR: avondonderwijs cardiothoracale chirurgie medisch studenten Erasmus Universiteit
* beoordelen abstracts annual ESTS en EACTS meetings (Eur Society Thoracic Surgery en Eur Assoc Cardio Thoracic Surgery)
* lid EORTC lung group
* docent training Mobiel Medisch Team

“Geen”

 

Betaald:

* voordrachten tijdens diverse ROTS review symposia

* organisator landelijke cursussen voor VATS segmentectomie en VATS lobectomie (inkomsten gaan naar onze afdeling)

* lessen aan de Amstel Academie voor de landelijke opleiding OK en anesthesie assistenten van de cardio-thoracale chirurgische centra

* reviewer voor wetenschappelijke aanvragen van de DLCA-S werkgroep

* incidenteel uitvoeren van expertises bij medische aansprakelijkheid zaken"

Geen

Cornelissen

Longarts Erasmus MC

Geen

"* Speakers fee Roche, Pfizer, BMS

* Advisory board Roche, MSD, Boehringer

";

subinvestigator:
BMS (checkmate 743)

NVALT (NVALT 5 en 19)

Boehringer (Lume meso studie)

Novocure (stellar studie)

Astra (determine studie)

Verastem (command studie)

Bayer (anetumab ravitansine versus vinorelbine)

Restrictie:

Wordt geen trekker van modules ten aanzien van immunotherapie (nivolumab +ipilimab)

Burgers

Longarts Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis

* Voorzitter SAGA, onbetaald
* Voorzitter IK-longgroep, regio Amsterdam. Tot 2017 onbetaald
* Board member van de iMig, The International Mesothelioma Interest Group, onbetaald
* Medische vraagbaak bij de patiëntenvereniging voor Asbestslachtoffers, onbetaald

Lid van een Independent Data Monitoring Committee bij een studie van Hoffmann-La Roche Ltd. Het AVL krijgt hiervoor een financiële tegemoetkoming. Lidmaatschap van een adviesraad van Astra Zeneca en Boehringer Ingelheim. Beide voor het laatst in 2017. Het AVL kreeg hiervoor een financiële tegemoetkoming. Geen van deze taken betreft/betrof de ziekte mesothelioom;

Mijn studie 'Lenvatinib and pembrolizumab in malignant pleural mesothelioma: a singel arm phase II trial'. Wordt gefinancierd door Merck & Co met een unrestricted grant. Mijn studie 'Switch maintenance gemcitabine after first line platinum pemetrexed therapy': a randomised phase II study wordt gefinancierd door het KWF.

 

Geeft aan dat er ‘actieve’ conflicten zijn met Roche (IDMC) en die met MSD (sponsoring investigator initiated studie)

Restrictie; uitsluiten bij besluitvorming over lenvatinib and pembrolizumab.

Hiddinga
(vice-voorzitter)

Longarts UMCG Groningen

NVALT, lid sectie asbest gerelateerde aandoeningen, onbetaald; lid sectie Oncologie, onbetaald; lid sectie Endoscopie, onbetaald.

Geen

Geen

Von der Tűssen

Patholoog, Erasmus MC

Geen

Geen

 

Geeft aan bezig te zijn met mesothelioom gerelateerde aanvraag bij BMS, maar is nog niet toegekend.

Geen

Bartels-Rutten

Radioloog, Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis

Geen

Geen

Geen

Boschman

Tot oktober 2020

(senior) adviseur kennisinstituut

 

Managing Editor/Researcher Cochrane Work, Amsterdam UMC

Geen

Financiering Health research (NIHR, UK): Projectleider updaten van Cochrane review over stress-interventies voor werknemers in de gezondheidszorg

 

Hofstede

Vanaf oktober 2020

(senior) adviseur kennisinstituut

Geen

Geen

Geen

Maas

Adviseur kennisinstituut

Onderzoeker in opleiding VU Medisch Centrum 1-4-2009 tot 1-9-2017, vanaf 1-10-2013 onbetaald;

Dienstverband National Cardiovascular Data Registry 1 januari 2014 tot en met 31 augustus 2019;

Dienstverband Nederlandse Hart Registratie 1 september 2018 tot en met 31 juli 2019

Geen, onderzoek inmiddels volledig afgerond, financiering van PhD onderzoek of de sponsors van het proefschrift hebben geen enkele invloed op de huidige werkzaamheden.

Geen actie nodig.

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het opnemen van afgevaardigden namens Asbestslachtoffers Vereniging Nederland (die tevens een enquête onder leden hebben uitgestuurd waarvan een verslag is opgenomen in de bijlagen) in de werkgroep. Daarnaast zijn de Asbestslachtoffers Vereniging Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland uitgenodigd voor het deelnemen aan de schriftelijke knelpuntenanalyse. De resultaten hiervan zijn besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Asbestslachtoffers Vereniging Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland. De eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

 

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz. Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst.

 

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

 

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Module [Erfelijkheid]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Diagnostiek - pathologie]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Diagnostiek – beeldvormende technieken]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Systemische behandeling - immuuntherapie]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Systemische behandeling - gemcitabine]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Systemische behandeling - onderhoudsbelandeling]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Systemische behandeling – startpunt van de behandeling]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Chirurgie - peritoneaal]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Chirurgie - pleuraal]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Palliatie - chirurgie]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Palliatie – adjuvante radiotherapie]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Palliatie – radiotherapie symptoomreductie]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Informatieverstrekking aan de patiënt]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Module [Organisatie van zorg]

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).

 

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten met een mesothelioom. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door verschillende partijen via een vragenlijst. Een verslag hiervan is opgenomen in de bijlagen.

 

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.

 

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur en de beoordeling van de risk-of-bias van de individuele studies is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).

 

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dicht bij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello, 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

 

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

 

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet.

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen.

 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. https://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/richtlijnontwikkeling.html.

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Diagnostiek - Beeldvormende technieken