Meerlingzwangerschap

Initiatief: NVOG Aantal modules: 9

Startpagina - Meerlingzwangerschap

Onderzoek 
Binnen het NVOG consortium loopt op dit moment de TWIN Cerclage studie, die de effectiviteit van een cerclage onderzoekt bij een korte cervix in meerlingzwangerschappen. De NVOG adviseert de cervixlengte te meten bij de SEO/GUO bij een meerlingzwangerschap en bij een korte cervix ≤ 25 mm patiënte te counselen voor deelname aan de TWIN Cerclage studie danwel te verwijzen naar een deelnemend centrum. Zie ook www.zorgevaluatienederland.nl.

 

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor moeder en kind rondom een meerlingzwangerschap. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Welke interventies zijn zinvol om vroeggeboorte te voorkomen bij tweeling?
  • Welke modus partus heeft de voorkeur bij een tweeling?
  • Wat is de waarde van het preventief toediening van Tranexaminezuur ter preventie van HPP?
  • Wat is de optimale termijn van de bevalling bij monochoriale tweelingen?
  • Wat is de optimale termijn van de bevalling bij dichoriale tweelingen?
  • Wat is het optimale geboorte-interval tussen kind 1 en kind 2 voor de uitkomsten van het tweede kind?
  • Wat is de plaats van een sectio vergeleken met een vaginale partus bij een ongecompliceerde drielingzwangerschap?

De flowchart Zorgpad begeleiding meerlingen is geüpdatet. De oude richtlijn Meerlingzwangerschap 3.0 is komen te vervallen.

Meer informatie over monochoriale tweelingen en de aanverwante ziekten is te vinden op www.foetaletherapie.nl

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor vrouwen met een meerlingzwangerschap.

 

Voor patiënten

Voor patiënten is Thuisartsinformatie ontwikkeld.

 

Een meerlingzwangerschap wil zeggen dat er sprake is van een zwangerschap van meer dan 1 kind. Meerlingen ontstaan meestal na bevruchting van 2 of meer eicellen. Men spreekt dan van een twee-eiige of (bijvoorbeeld) drie-eiige meerling. Het komt ook voor dat uit 1 eicel 2 kinderen groeien, een zogenoemde eeneiige tweeling. Van elke 1000 zwangerschappen in Nederland zijn er ongeveer 15 een tweelingzwangerschap. Spontane drielingzwangerschappen zijn zeldzaam: in Nederland zijn dat er gemiddeld 20-25 per jaar. De meeste zwangerschappen van 3 of meer kinderen zijn het gevolg van zwangerschapsbevorderende behandelingen, zoals reageerbuisbevruchting (IVF of ICSI). Een meerlingzwangerschap vergt over het algemeen meer van de vrouw dan een eenlingzwangerschap. Er is een hogere kans op klachten en complicaties tijdens de zwangerschap, zoals vroeggeboorte en het achterblijven in groei. Andere problemen die vaker voorkomen zijn een hoge bloeddruk en bloedarmoede. De zwangerschap zal daarom door een gynaecoloog worden begeleid.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De richtlijn is opgesteld door een werkgroep bestaande uit gynaecologen, verloskundigen, kinderartsen en patiëntvertegenwoordigers.

Volgende:
Tranexaminezuur ter preventie van HPP bij meerlingzwangerschap