Bij kinderen met downsyndroom komen veel orthopedische afwijkingen voor die zowel discomfort als bewegingsbeperkingen en ernstig functieverlies kunnen geven. Ook zonder klachten kunnen deze orthopedische afwijkingen verergeren en vaak lastig op te sporen zijn. Musculaire hypotonie en laxiteit liggen ten grondslag aan de orthopedische afwijkingen die bij downsyndroom (DS) frequent voorkomen. Niet per se in volgorde van incidentie maar meer praktisch gekozen van algemeen naar topografisch, van craniaal naar caudaal en van proximaal naar distaal gerubriceerd:
- Arthropathie
- Wervelkolom: Cervicale instabiliteit, scoliose.
- Heup: Epifysiolysis capitis femoris, heupinstabiliteit en –dysplasie.
- Knie: Patellofemorale instabiliteit, genu valgum, exotorsio tibiae.
- Voet: Pes plano valgus, metatarsus primus varus en hallux valgus.
Er bestaat onduidelijkheid over of en de wijze waarop men precies zou moeten screenen op orthopedische afwijkingen bij kinderen met DS. Wel is het duidelijk dat deze afwijkingen een grote impact kunnen hebben op de kwaliteit van leven van deze groep patiënten en vroege onderkenning van de orthopedische afwijkingen en behandeling erger kunnen voorkomen en daardoor een positief effect hebben op de kwaliteit van leven van de patiënt.
Zie de module Orthopedische screening bij kinderen met downsyndroom voor een uitgebreide beschrijving.
Aanbevelingen
|
Orthopedische screening bij kinderen met downsyndroom:
- Wees alert op symptomen van het bewegingsapparaat en controleer dat jaarlijks.
- Roep zo nodig hulp in van deskundigen, zoals een (kinder)fysiotherapeut, een kinderorthopedisch chirurg of een kinderrevalidatiearts, bij voorkeur met expertise op het gebied van downsyndroom.
- Wees alert op symptomen van arthropathie (zwelling, pijn en vermindering van activiteit van gewrichten), met name voorkomend in de metacarpophalangeale gewrichten, in de cervicale wervelkolom, heupen, patellofemorale gewrichten en enkels.
- Wees alert op symptomen van atlantoaxiale instabiliteit en CO-C1 instabiliteit: nekpijn, gevoelsstoornissen, incontinentie voor urine, verminderde tolerantie voor activiteiten, verandering in het looppatroon of verlies van mobiliteit; en bijpassende afwijkingen bij lichamelijk onderzoek: breedbasisch lopen, afwijkende nekpositie, verminderde nekbewegingen, hyperreflexie, Babinski reflexen, clonus van de triceps surae of zwakte.
- Bij een vermoeden op scoliose bij een positieve buktest, vraag x-scoliose staand aan en verwijs laagdrempelig naar de kinderorthopedisch chirurg.
Screening van de heupen: dit onderzoek wordt belangrijk vanaf de leeftijd dat kinderen met downsyndroom gaan lopen.
- Dit is het moment van de 1e röntgenfoto van het bekken in voor-achterwaartse richting in belaste toestand om de uitgangswaarde vast te leggen.
- Maak laagdrempelig een röntgenfoto van de heupen.
- Bij enige twijfel over instabiliteit, vermindering van activiteitenniveau en in ieder geval bij afwijkende radiologische bevindingen, verwijzen naar een kinderorthopedisch chirurg met expertise op het gebied van downsyndroom.
Wees alert op epifysiolysis capitis femoris:
- Bij enig vermoeden vraag röntgenfoto’s van het bekken in voor-achterwaartse richting en de heupen in Lauenstein aan bij afwijkingen in het looppatroon en verminderd belasten.
- Bij verdenking directe consultatie van een kinderorthopedisch chirurg.
- Controleer de schildklierfunctie bij bewezen epifysiolysis capitis femoris.
- Wees alert op overbeweeglijkheid van de patellae en valgus deformiteit van de benen (X-benen).
- Wees alert op voetstandsafwijkingen, zoals de pes planovalgus, metatarsus primus varus en hallux valgus.
|
Aangezien er bij kinderen met downsyndroom specifieke aandoening gezien worden, de anatomische verhoudingen vaak net iets anders zijn en er vaak sprake is van meervoudige problematiek wordt geadviseerd behandeling te verrichten door professionals met expertise op het gebied van downsyndroom.
Aanbevelingen
|
Behandeling van orthopedische afwijkingen bij kinderen met downsyndroom:
- Vraag zo nodig een (kinder)fysiotherapeut, kinderorthopedisch chirurg of een kinderrevalidatiearts met expertise op het gebied van downsyndroom in consult bij kinderen met downsyndroom en orthopedische afwijkingen.
- Vraag expertise van de kinderreumatoloog of kinderorthopedisch chirurg bij arthropathie.
- Cervicale instabiliteit: Overweeg stabilisatie bij symptomatische instabiliteit.
- Bij vermoeden op een scoliose, schakel een kinderorthopedisch chirurg in.
- Heupinstabiliteit en –dysplasie: Verwijs naar een kinderorthopedisch chirurg met expertise op het gebied van downsyndroom voor consultatie in geval van een afwijkende röntgenfoto van het bekken, instabiliteit en progressie van heupklachten bij kinderen met downsyndroom, waarbij opvolging van afwijkingen noodzakelijk is en een goede afweging gemaakt kan worden tussen conservatieve of operatieve behandeling.
- Bij vermoeden op epifysiolysis capitis femoris en/of afwijkend looppatroon vraag x-bekken in voor-achterwaartse richting en de heupen in Lauenstein aan en schakel een kinderorthopedisch chirurg in.
- Herken instabiliteit van de patella(e) en valgusdeformiteit van het been en schakel daarbij een kinderorthopedisch chirurg en (kinder)fysiotherapeut in.
- Behandel bij klachten milde pedes plani met een inlay of (semi-)orthopedisch schoeisel in combinatie met rekoefeningen voor de achillespezen. Schakel voor behandeling van matige en ernstige standsafwijkingen van de voet en enkel de kinderorthopedisch chirurg in.
|
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 17-04-2025