Medisch specialistische revalidatie bij oncologie

Initiatief: VRA Aantal modules: 27

Medisch specialistische revalidatie bij oncologie - Indicatoren

Indicatorenset Oncologische revalidatie 2011

Aanleiding 

De indicatorenset Oncologische revalidatie is opgesteld ter ondersteuning van de implementatie van aanbevelingen uit de richtlijn Oncologische Revalidatie en voor de evaluatie van het richtlijngebruik. Registratie van de indicatoren Oncologische revalidatie vindt plaats bij de richtlijnimplementatie vanaf 2012. Deze wordt projectmatig ingezet door IKNL en bij voorkeur met online monitoring. Met als uiteindelijk overstijgend doel dat elke oncologische patiënt die daarvoor op basis van signalering in aanmerking komt tijdig en ‘op maat', conform de aanbevelingen in de richtlijn, oncologische revalidatie aangeboden krijgt.

Methodiek
De indicatorenset Oncologische revalidatie is opgesteld door de werkgroep indicatorenset oncologische revalidatie. Dit is een subwerkgroep van de gehele richtlijnwerkgroep Oncologische revalidatie aangevuld met een expert vanuit het IKNL op het gebied van de Nederlandse Kankerregistratie. Er is gewerkt volgens de RAND modified Delphi procedure. Dit houdt in dat meningen van experts worden gecombineerd met het beschikbare wetenschappelijke bewijs. Alle leden van de richtlijnwerkgroep hebben alle aanbevelingen uit de richtlijn gescoord via een schriftelijke ronde op de mate waarin men de aanbeveling bruikbaar vindt als indicator. De score varieerde tussen 1 (helemaal niet bruikbaar) tot 9 (zeer bruikbaar). Ook is hen gevraagd een top-3 op te stellen van de belangrijkste aanbevelingen die geschikt zijn als indicator. Op basis van deze scoring zijn berekeningen uitgevoerd waarbij op basis van een hoge mediane score (≥ 8), een hoog percentage top-3 score (≥ 20%) en hoge mate van consensus (≥ 70% in hoogste tertiel) potentiële indicatoren zijn geïdentificeerd. In een vergadering met de werkgroep indicatorenset oncologische revalidatie zijn deze potentiële indicatoren bediscussieerd en op basis van consensus is een conceptset vastgesteld. Na verdere uitwerking van deze set door de procesbegeleiders is de set vastgesteld door de werkgroep indicatorenset oncologische revalidatie en vervolgens door de gehele richtlijnwerkgroep.

Indicatorenset Medisch Specialistische Revalidatie bij Oncologie 2017
Bij de herziening van de richtlijn in 2017 is ook de indicatorenset herzien in samenwerking met de IQ Healthcare, de werkgroep indicatorenset Medisch Specialistische Revalidatie bij Oncologie en in afstemming met de Werkgroep Oncologische Revalidatie van de Nederlandse Vereniging van Revaldiatieartsen (VRA). De set is vastgesteld door de gehele richtlijnwerkgroep.

 

Uitkomstindicatoren
1. Effectevaluatie revalidatie tijdens de in opzet curatieve behandeling van kanker
2. Effectevaluatie revalidatie na afloop van de in opzet curatieve behandeling van kanker

3. Effectevaluatie revalidatie in de palliatieve fase

Deze indicatoren worden in de volgende bijlage nader beschreven.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  : 01-03-2018

Geplande herbeoordeling  :

Actualisatie

Voorwaarden voor revisie en beoordelingsfrequentie zijn vastgelegd in de richtlijn. De geldigheidstermijn voor de richtlijn (maximaal 5 jaar na vaststelling) wordt vanuit het Integraal Kankercentrum Nederland bewaakt. Om verscheidene redenen kan actualisatie eerder dan beoogd nodig zijn. Zo nodig zal de richtlijn tussentijds op onderdelen worden bijgesteld.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen
Geautoriseerd door:
  • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie
  • Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde

Algemene gegevens

Er komen in de dagelijkse oncologische praktijk problemen voor op lichamelijk, cognitief, emotioneel of sociaal vlak en/of met betrekking tot rolfunctioneren en/of zingeving. Deze problemen kunnen aanleiding geven, na signalering en bespreking, tot verwijzing van de desbetreffende patiënt met kanker of die kanker heeft gehad. De (ex-)patiënt kan verwezen worden voor verdere diagnostiek, een leefstijladvies, behandeling door één psychosociale of paramedische zorgverlener, door zorgverleners van verschillende disciplines, of naar medisch specialistische revalidatie. De richtlijn beschrijft hoe tot goede verwijzing naar medisch specialistische revalidatie bij oncologie te komen.

Daarnaast beschrijft de richtlijn:

  • Klachten na curatieve behandeling en in de palliatieve fase
  • Voorspellende factoren voor een gezonde levensstijl
  • Het intakeproces voorafgaand aan medisch specialistische revalidatie bij oncologie
  • Revalidatie(-interventies)
  • Meetinstrumenten voor effectevaluatie
  • Empowerment van de patiënt
  • Ondersteuning/adviezen/(verpleegkundige) interventies gericht op arbeid
  • Kosteneffectiviteit
  • Organisatie van zorg
  • Signalering en nazorg/revalidatiezorg bij kwetsbare (veelal) oudere patiënten met kanker

Doel en doelgroep

De richtlijn richt zich op patiënten van 18 jaar en ouder. Dit betreft patiënten tijdens of na afronding van de in opzet curatieve behandeling en tijdens de palliatieve fase van alle oncologische aandoeningen. Voor de patiënten in de palliatieve fase, de fase die intreedt wanneer duidelijk wordt dat er geen zicht meer is op genezing, richt de richtlijn zich op patiënten in de ziektegerichte- en symptoomgerichte palliatieve fase en expliciet niet op de fase van terminale palliatie.

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
De richtlijn is bedoeld voor zowel primaire oncologische behandelaars (internist-oncologen, chirurgisch oncologisch behandelaars en radiotherapeut oncologen), (gespecialiseerd) verpleegkundig(en) (specialisten), physician assistants, huisartsen en bedrijfsartsen als voor professionals in de psychosociale, paramedische en revalidatiezorg. Voor primaire oncologische behandelaars (internist-oncologen, chirurgisch oncologisch behandelaars en radiotherapeut oncologen), (gespecialiseerd) verpleegkundig(en) (specialisten), physician assistants, huisartsen en bedrijfsartsen die signaleren en verwijzen zijn vooral de uitgangsvragen over klachten na curatieve behandeling en in de palliatieve fase, signalering, bespreking en verwijzing en de modules over kwetsbare (veelal) oudere patiënten met kanker van belang. Voor professionals in de psychosociale, paramedische en medisch specialistische revalidatiezorg (revalidatieartsen, fysiotherapeuten, psychologen, maatschappelijk werkers, ergotherapeuten, etc.) zijn alle uitgangsvragen van belang.

Samenstelling werkgroep

Alle werkgroepleden zijn afgevaardigd namens wetenschappelijke verenigingen en hebben daarmee het mandaat voor hun inbreng. Bij de samenstelling van de werkgroep is geprobeerd rekening te houden met landelijke spreiding, inbreng van betrokkenen uit zowel academische als algemene ziekenhuizen/instellingen en vertegenwoordiging van de verschillende verenigingen/ disciplines. De patiëntenvereniging is eveneens vertegenwoordigd en in het geval er literatuuronderzoek is gedaan, is er een methodoloog of literatuuronderzoeker betrokken.

Belangenverklaringen

Aan alle werkgroepleden is gevraagd een belangenverklaring in te vullen, waarin ze hun banden met de industrie aangeven bij de start en einde van het richtlijntraject. De werkgroepleden hebben verklaard op dit moment of in de laatste drie jaar geen activiteiten te hebben ontplooid op uitnodiging van of met subsidie/ sponsoring van de industrie.

Inbreng patiëntenperspectief

De richtlijnwerkgroep bestaat uit zorgverleners van verschillende psychosociale en (para)medische disciplines en patiëntvertegenwoordigers van de Nederlandse Federatie van Kankerpatientenorganisaties.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.