Startpagina - Meconiumhoudend vruchtwater (MHVW)
Bij aanverwante informatie is de PDF versie van deze richtlijn te vinden.
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor zwangeren met gebroken vliezen bij wie meconiumhoudend vruchtwater is vastgesteld. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Algemene informatie betreffende meconiumhoudend vruchtwater
- Onderzoek voor het vaststellen van meconiumhoudend vruchtwater
- Risico’s voor moeder en kind in het geval van meconiumhoudend vruchtwater
- Het beleid ten aanzien van de bevalling en de zorg voor het pasgeboren kind indien sprake is van meconiumhoudend vruchtwater
- De belangrijkste aanbevelingen voor bevallingen na 37 weken zwangerschapsduur met kinderen in hoofdligging, in het geval van meconiumhoudend vruchtwater.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor zwangeren bij wie (mogelijk) sprake is van meconiumhoudend vruchtwater.
Voor patiënten
De eerste poep van een pasgeboren kind heet meconium. Meconiumhoudend vruchtwater wil zeggen dat het kind, al voor de geboorte, in het vruchtwater gepoept heeft. Het vruchtwater is dan groenig van kleur. Het kan een aanwijzing zijn dat het kind het moeilijk heeft, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. De aanwezigheid van meconium in het vruchtwater wordt geassocieerd met complicaties bij het pasgeboren kind zoals zuurstofgebrek, infecties of ademhalingsproblemen. Het vóórkomen van meconiumhoudend vruchtwater is gerelateerd aan de zwangerschapsduur. Bij een normale zwangerschapsduur treedt meconiumhoudend vruchtwater op in ongeveer 5 tot 25 procent van de gevallen. Bij een langere zwangerschapsduur kan dit oplopen tot 50 procent.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).