Startpagina - Littekenbreuken
Waar gaat deze richtlijn over?
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor volwassen patiënten met één of meerdere littekenbreuken in de voorste buikwand. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De diagnostische waarde van beeldvormend onderzoek
- Classificatie van littekenbreuken
- Fysiotherapie voorafgaand aan de operatie
- Behandelopties voor een littekenbreuk
- De meest optimale positie voor mesh bij een buikwandreconstructie
- Materiaal van de mesh bij een schone of gecontamineerde buikwandreconstructie
- Het sluiten van een littekenbreukpoort
- Nazorg
- Wondbehandeling
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
De richtlijn is primair bedoeld voor de behandelend medisch specialisten en andere zorgprofessionals die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met complexe littekenbreuken.
Voor patiënten
Littekenbreuken komen veel voor. Eén op de tien abdominale incisies ontwikkelt zich tot een breuk. Hoeveel littekenbreuken in Nederland vastgesteld worden is onbekend, maar het aantal patiënten dat hieraan geopereerd wordt, wordt ingeschat op 8500 per jaar. Klachten van ongemak tot pijn, met invloed op de kwaliteit van leven, kunnen redenen zijn voor een operatief herstel. Bij operatief herstel wordt meestal gebruikgemaakt van een mesh. Operaties worden ongeveer twee keer zo vaak met een open benadering verricht dan via een laparoscopische route.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de chirurgen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door patiënten te vragen naar hun ervaringen met de zorg rondom een littekenbreuk tijdens een groepsgesprek. De belangrijkste knelpunten die tijdens dat groepsgesprek naar voren kwamen, zijn verwerkt in de richtlijn. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de Patiëntenfederatie Nederland.