Epidemiologie bij lichen planus
Uitgangsvraag
Wat is de epidemiologie van de verschillende subtypen van lichen planus?
Overwegingen
Er is weinig bekend over het voorkomen van LP in Nederland. Vanuit de patiëntenvereniging komt naar voren dat relatief veel patiënten langdurig met klachten rondlopen voordat de juiste diagnose wordt gesteld. Hoewel het hierbij vooral gaat om de mucosale vormen van LP, wordt de cutane LP ook niet zelden aanvankelijk voor een andere aandoening aangezien. Patiënten met LP worden door veel verschillende specialisten gezien. Een probleem is dat deze specialisten niet altijd vragen naar klachten of symptomen op andere locaties. Daarnaast wordt genitale LP nogal eens voor LS aangezien of wordt de klinische diagnose overlap LS/LP gesteld.
Onderbouwing
Samenvatting literatuur
Algemeen
De prevalentie van lichen planus varieert van 0,2% tot 13,75%. Omdat de studiepopulatie per studie er verschillend is, kan er geen gemiddelde worden berekend.
Yew et al. beschrijven alle patiënten met LP in een tertiair dermatologisch centrum in Singapore. Van alle 385.492 patiënten van de kliniek werd bij 814 (0,2%) de diagnose LP gesteld, alle diagnoses werden gesteld middels een biopt. De prevalentie van subtypes was als volgt: 65,9% had uitsluitend cutane LP, 18,8% had uitsluitend orale LP, 8,8% had zowel cutane als orale LP, 2,4% had LP van zowel de huid als de nagels, 4,1% had genitale mucosale LP en 4,4% had lichen planopilaris (LPP). De gemiddelde leeftijd van de LP patiënten was 47,1 jaar en 52,9% van de patiënten was man.
Rosenbaum et al. voerden een vergelijkbaar onderzoek uit in Ghana. Bij patiënten die een tertiair dermatologisch centrum bezochten werd bij 52 patiënten (9,9%) de diagnose LP gesteld, bij slechts één patiënt gebeurde dit middels biopt. De gemiddelde leeftijd van de patiënten met LP was 28 jaar (range: 1 maand tot 105 jaar) en 44,3% van de patiënten was man.
Schwager et al. beschrijven 444 patiënten met de diagnose LP uit twee tertiaire centra in de Verenigde staten. De diagnose werd gesteld middels biopt. De subtypes waren als volgt verdeeld: 19,1% had orale LP, 11,9% genitale LP, 7,7% zowel oraal als genitaal en 1,1% had LP van de nagels. De gemiddelde leeftijd was 46,4 jaar±17,6 en 39% van de patiënten was man.
Pariath et al. beschrijven de prevalentie van verschillende dermatosen bij postmenopauzale vrouwen in India. Gedurende één jaar werden 150 vrouwen die een tertiair dermatologisch centrum bezochten met huidklachten uitgebreid onderzocht met onder andere een KOH-preparaat, biopt en onderzoek onder een Wood’s lamp. Van de 90 vrouwen met een extra-genitale dermatose was LP de op één na meest voorkomende, namelijk bij 11,22% van de patiënten. Van de 90 genitale dermatosen werd de diagnose genitale LP bij 4,44% van de patiënten gesteld. Van de 80 patiënten met een orale klachten was de diagnose bij 13,75% OLP.
Genitale lichen planus
Er werden vier artikelen gevonden die de prevalentie van genitale LP beschrijven
(Goncalvez, 2019; You, 2016, Shah 2017, Fahy 2017). Goncalvez et al. beschreven in een retrospectieve studie de populatie vrouwen die het vulvaspreekuur bezochten in een tertiair centrum over een periode van vier jaar. Van de 136 patiënten met vulvaklachten werd bij 8,8% de diagnose LP gesteld, bij 72% werd dit middels een biopt gedaan. Na lichen sclerosus (64,7% van de diagnosen) was lichen planus de meest voorkomende aandoening.
You et al. voerden een vergelijkbaar opgezette studie uit in Zuid-Korea. Zij registreerden de diagnoses van alle patiënten die zich in een universitair centrum presenteerden met een dermatose van de glans penis over een periode van 10 jaar. Bij de 65 patiënten was LP, samen met seborroïsch eczeem, de meest voorkomende aandoening (beide bij 18,5% van de patiënten). Alle diagnoses waren bevestigd middels biopt.
In de studie van Shah et al. werden 600 mannen beschreven die werden verwezen naar een centrum voor genitale dermatosen bij mannen. Bij 44 patiënten (7,3%) werd de diagnose LP gesteld. De meerderheid van de patiënten was besneden (27 versus 17).
Caoimhe et al. beschreven 100 patiënten met vulvaire lichen planus. Van deze groep had 31% uitsluitend vulvaire laesies. Andere aangedane locaties waren orofaryngeale mucosa (47%), vaginale mucosa (46%), huid (20%), scalp (11%), oesofagus (4%) en de ogen (2%).
Orale lichen planus
De prevalentie van orale lichen planus (OLP) varieert van 0,14% tot 10,91%. De studiepopulatie en definitie van OLP verschillen per studie, wat vergelijking van de studies lastig maakt.
Al-Nasser et al. includeerden in hun meta-analyse drie studies die de prevalentie van OLP in Arabische landen onderzochten binnen populaties patiënten van tertiaire tandheelkundige centra. (Al-Mobeeriek, 2019; Salem, 1989; Mani 1985) De prevalentie van OLP varieerde van 0,35% tot 1,7%. Byakodi et al. en Rivera et al. beschreven de prevalentie van OLP binnen patiëntenpopulaties van tertiaire tandheelkundige centra in respectievelijk India en Chili. Byakodi et al. rapporteerden een prevalentie van 0,14% binnen de gehele studiepopulatie en 5,6% binnen de patiëntengroep met orale mucosale laesies. Rivera et al. beschrijven een prevalentie van 5,8% binnen de gehele studiepopulatie. Mohan et al. beschreven binnen een populatie van patiënten die een tandheelkundig centrum bezochten de subgroep perimenopauzale vrouwen. Van de 1576 vrouwen werd bij 10,91% de diagnose OLP gesteld. Feng et al. onderzochten de prevalentie van OLP binnen de algemene populatie. Inwoners van Shanghai werden geïncludeerd middels een at-random getrokken gestratificeerde steekproef. In totaal werden er 11.054 deelnemers geïncludeerd. Van de deelnemers hadden 10,8% een orale laesie waarvan bij 7,5% de diagnose lichen planus werd gesteld, dit kwam neer op 0,81% van alle geïncludeerde patiënten. Yagav et al. beschreven de prevalentie van orale mucosale laesies bij een populatie ouderen in een verpleegtehuis. Alle 464 deelnemers werden klinisch onderzocht. Bij 4,4% werd de diagnose OLP gesteld.
Oesofageale lichen planus
Quispel et al. onderzochten oesofageale betrokkenheid bij 24 patiënten met cutane of mucosale LP. Patiënten ondergingen endoscopisch en histologisch onderzoek. Bij 50% van de patiënten werd de diagnose oesofageale LP gesteld. Kern et al. voerden een vergelijkbaar onderzoek uit bij 32 patiënten met LP van de huid, slijmvliezen of nagels. Twintig patiënten (62%) kregen op basis van endoscopische beelden de diagnose oesofageale LP. Bij 10 (31%) hiervan werd de diagnose uiteindelijk bewezen.
Lichen planus bij kinderen
Drie studies beschreven de prevalentie van LP bij kinderen (Amadori, 2017; Bakhtiari, 2017; Kanwar 2010). Amadori et al. onderzochten orale mucosale laesies bij adolescenten en includeerden alle patiënten tussen de 13 en 18 jaar van een universitair tandheelkundig centrum in Italië gedurende een periode van zes jaar. Van de 6374 kinderen hadden 1544 patiënten (31,7%) een mucosale laesie. Van deze groep werd bij twee patiënten (0,13%) de diagnose OLP gesteld. Bakhtiari et al. includeerde patiënten onder de 18 jaar in een dermatologisch centrum in Iran gedurende een periode van 12 jaar. Van de 564 patiënten hadden 36 (6,4%) LP. De meeste kinderen hadden cutane LP. De orale mucosa was bij 5,5% van de kinderen aangedaan, de nagels bij 2,2% en 2,7% had genitale LP. Kanwar et al. beschreven 100 kinderen met LP die gevolgd werden gedurende 12 jaar. Van de 100 kinderen had 17% betrokkenheid van orale mucosa,19% laesies aan de nagels en 11% uitsluitend laesies aan de nagels.
Zoeken en selecteren
Er werd een algemene, systematische zoekstrategie uitgevoerd in de elektronische databases Embase en Medline. De zoekstrategie is toegevoegd als bijlage [bijlage 2]. Verder werden de studies uit de richtlijn 2012 nagelopen. Voor deze module werden studies geïncludeerd die de epidemiologie van de verschillende subtypes van LP beschrijven. Er zijn alleen studies in het Engels en Nederlands meegenomen. Er werden 29 studies uit de zoekstrategie 2019 geselecteerd op basis van titel/abstract. Hiervan werden na full text screening 21 studies geïncludeerd. Daarnaast is er één studie uit de richtlijn van 2012 toegevoegd die niet in de search naar voren kwam. De geïncludeerde studies zijn observationeel. Er worden daarom geen conclusies getrokken op basis van de geïncludeerde studies. De bevindingen uit de studies worden hieronder kort toegelicht.
Referenties
- Al-Mobeeriek A, AlDosari AM. Prevalence of oral lesions among Saudi dental patients. Ann Saudi Med 2009; 29: 365–8.
- Al-Nasser L, El-Metwally A.Oral lichen planus in Arab countries: a review. J Oral Pathol Med. 2014 Nov;43(10):723-7.
- Amadori F, Bardellini E, Conti G, Majorana A. Oral mucosal lesions in teenagers: a cross-sectional study. Ital J Pediatr. 2017 May 31;43(1):50.
- Bakhtiari S, Taheri JB, Toossi P, Azimi S, Kawosi Nezhad S. Prevalence of oral lichen planus in Iranian children and adolescents: a 12 year retrospective study. Eur Arch Paediatr Dent. 2017 Dec;18(6):419-422.
- Byakodi R, Shipurkar A, Byakodi S, Marathe K. Prevalence of Oral Soft Tissue Lesions in Sangli, India. J Community Health. 2011 Oct;36(5):756-9.
- Fahy CMR, Torgerson RT, Davis MDP. Lichen planus affecting the female genitalia: A retrospective review of patients at Mayo Clinic. J Am Acad Dermatol. 2017 Dec;77(6):1053-1059.
- Feng J, Zhou Z, Shen X, Wang Y, Shi L, Wang Y, Hu Y, Sun H, Liu W. Prevalence and distribution of oral mucosal lesions: a cross-sectional study in Shanghai, China. J Oral Pathol Med. 2015 Aug;44(7):490-4.
- Goncalves DLM, Romero RL, Ferreira PL, Santi CG. Clinical and epidemiological profile of patients attended in a vulvar clinic of the dermatology outpatient unit of a tertiary hospital during a 4-year period. Int J Dermatol. 2019 Nov;58(11):1311-1316.
- Kanwar AJ, De D. Lichen planus in childhood: report of 100 cases. Clin Exp Dermatol. 2010 Apr;35(3):257-62.
- Kern JS, Technau-Hafsi K, Schwacha H. Esophageal involvement is frequent in Lichen planus: study in 32 patients with suggestion of clinicopathologic citeria and therapeutic implications. Europ J Gastroenterol Hepatol 2016;28:1374-1382
- Mani N. Preliminary report on prevalence of oral cancer and precancerous lesions among dental patients in Saudi Arabia. Commun Dent Oral Epidemiol 1985; 13: 2.
- Mohan RPS, Gupta A, Kamarthi N, Malik S, Goel S, Gupta S. Incidence of Oral Lichen Planus in Perimenopausal Women: A Cross-sectional Study in Western Uttar Pradesh Population. J Midlife Health. 2017 Apr-Jun;8(2):70-74.
- Pariath K, Nair PA. A cross-sectional study on the dermatoses in postmenopausal patients at a rural-based tertiary health care center. Indian J Dermatol. 2019 Sep-Oct;64(5):360-365.
- Quispel R, van Boxtel OS, Schipper Me. High prevalence of Esophageal involvement in Lichen planus: A study using magnification chromoendoscopy. Endoscopy 2009;41:187-193
- Rivera C, Jones-Herrera C, Vargas P, Venegas B, Droguett D. Oral diseases: a 14-year experience of a Chilean institution with a systematic review from eight countries. Med Oral Patol Oral Cir Bucal. 2017 May 1;22(3):e297-e306.
- Rosenbaum BE, Klein R, Hagan PG, Seadey MY, Quarcoo NL, Hoffmann R, Robinson M, Lartey M, Leger MC. Dermatology in Ghana: a retrospective review of skin disease at the Korle Bu Teaching Hospital Dermatology Clinic. Pan Afr Med J. 2017 Mar 3;26:125.
- Salem G. Oral lichen planus among 4277 patients from Gizan, Saudi Arabia. Commun Dent Oral Epidemiol 1989; 17: 322–4.
- Schwager Z, Stern M, Cohen J, Femia A. Clinical epidemiology and treatment of lichen planus: A retrospective review of 2 tertiary care centers. J Am Acad Dermatol. 2019 Dec;81(6):1397-1399.
- Shah M. Clinical outcomes in a specialist male genital skin clinic: prospective follow-up of 600 patients. Clin Exp Dermatol. 2017 Oct;42(7):723-727.
- Yadav NR, Jain M, Sharma A, Yadav R, Pahuja M, Jain V. Distribution and prevalence of oral mucosal lesions in residents of old age homes in Delhi, India. Nepal J Epidemiol. 2018 Jun 30;8(2):727-734.
- Yew YW, Lai YC, Chan R. A Retrospective Cohort Study of Epidemiology and Clinical Outcome in Lichen Planus. Ann Acad Med Singapore. 2016 Nov;45(11):516-519.
- You HS, Kim GW, Kim WJ, Mun JH, Song M, Kim HS, Ko HC, Kim BS, Kim MB. Dermatoses of the Glans Penis in Korea: A 10-Year Single Center Experience. Ann Dermatol. 2016 Feb;28(1):40-4.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 17-12-2021
Laatst geautoriseerd : 17-12-2021
Geplande herbeoordeling : 01-01-2027
Algemene gegevens
De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd vanuit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.
Doel en doelgroep
Doel
Deze richtlijn is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en discussie met input van experts uit verschillende vakgebieden en patiëntvertegenwoordigers. De richtlijn geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van patiënten met lichen planus.
Doelgroep
De richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met lichen planus, zoals dermatologen, gynaecologen, urologen, apothekers, kinderartsen, MDL-artsen, huisartsen, tandartsen, MKA-chirurgen, pathologen, seksuologen, bekkenfysiotherapeuten, verloskundigen, psychologen, verpleegkundigen en mondhygiënisten. Voor patiënten werd informatie op www.thuisarts.nl en een patiëntenfolder ontwikkeld.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn werd in 2018 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld.
Bij het samenstellen van de werkgroep werd rekening gehouden met de geografische spreiding van de werkgroepleden en met een evenredige vertegenwoordiging van academische en niet-academische achtergrond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en geen enkel lid ontving gunsten met het doel de richtlijnen te beïnvloeden.
Naast de afgevaardigden van de verschillende beroepsgroepen is er ook een
patiëntenvertegenwoordiger betrokken geweest bij de ontwikkeling van de richtlijn. Voor een volledig overzicht van voorgaande werkgroepen en alle betrokken partijen wordt verwezen naar tabel 2 en tabel 6 in bijlage 1.
Werkgroepleden – 2021 |
Affiliatie en vereniging |
Drs. C.L.M. van Hees, voorzitter, dermatoloog |
Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
Drs. M.L. Bandell, gynaecoloog, seksuoloog NVVS/FECSM |
Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht, Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie (NVVS) |
E. Bol-van den Hil, mondhygiënist
|
Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) |
C.W.L. van den Bos, bekkenfysiotherapeut, MSPT |
Nederlandse Vereniging voor Bekkenfysiotherapie (NVFB) |
Drs. T. Breedveld, tandarts |
Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen (NWVT) |
Dr. G.R. Dohle, uroloog |
Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) |
Dr. J.J.E. van Everdingen, dermatoloog n.p. |
Directeur NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
Drs. A. Glansdorp, huisarts en kaderhuisarts urogynaecologie |
Leiden, Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) |
S. Groot, patiëntvertegenwoordiger, voorzitter Lichen Planus Vereniging Nederland |
Lichen Planus Vereniging Nederland (LPVN) |
Dr. W.A. ter Harmsel, gynaecoloog |
Roosevelt Kliniek, Leiden, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) |
J. Janssens, verpleegkundig specialist |
Bravis Ziekenhuis, Bergen op Zoom en Roosendaal, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) |
Dr. M.J. ten Kate-Booij, gynaecoloog |
Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) |
Dr. E.H. van der Meij, MKA-chirurg |
Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) |
Drs. E.J. Mendels, dermatoloog
|
Sophia Kinderziekenhuis - Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
Dr. J.M. Oldhoff, dermatoloog |
Universitair Medisch Centrum Groningen, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
Drs. M.C. Raadgers, bekkenfysiotherapeut, bewegingswetenschapper |
Nederlandse Vereniging voor Bekkenfysiotherapie (NVFB) |
Drs. M.J. Ramakers, arts-seksuoloog NVVS/FECSM |
Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging Voor Seksuologie (NVVS) |
Drs. L.M.T. van der Spek-Keijser, dermatoloog |
Bravis Ziekenhuis, Bergen op Zoom en Roosendaal, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
E. Swanborn, patiëntvertegenwoordiger, voorzitter stichting Lichen Sclerosus |
Stichting Lichen Sclerosus (SLS) |
Dr. R.A. Veenendaal |
Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL) |
Drs. H. Vermaat, dermatoloog |
Spaarne Gasthuis, Haarlem, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV), Nederlandse Vereniging voor Vulva Pathologie (NVvVP) |
Drs. A.H.I. Witterland, ziekenhuisapotheker |
Nederlandse Vereniging van ZiekenhuisApothekers (NVZA) |
Drs S.A.A. Wolt-Plompen, kinderarts |
Universitair Medisch Centrum Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) |
Ondersteuning werkgroep |
Vereniging |
S.L. Wanders, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) vanaf juli 2021 |
Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
E. de Booij, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) t/m juni 2021 |
Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
L.S. van der Schoot, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) t/m november 2019 |
Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
M. Hofhuis, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) t/m oktober 2019 |
Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
Dr. W.A. van Enst, epidemioloog |
Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) |
Belangenverklaringen
De KNMG-code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in bijlage 2.
Inbreng patiëntenperspectief
In de huidige richtlijn wordt het belang onderschreven van het patiëntenperspectief in het algemeen en van behandeltevredenheid en kwaliteit van leven in het bijzonder. Veel van de aandachtspunten die de Lichen Planus Vereniging Nederland (LPVN) heeft aangedragen zijn verweven in deze richtlijn. Om het patiëntenperspectief meer kracht bij te zetten is er op verzoek van de LPVN een landelijk vragenlijstonderzoek uitgevoerd naar behandeltevredenheid en kwaliteit van leven bij patiënten met LP. In totaal werden 138 LP-patiënten door de LPVN aangeschreven voor deelname aan dit onderzoek, met een respons van 76,1% (88 patiënten). In dit onderzoek werden specifieke vragen gesteld over behandeltevredenheid. Bij de behandeling blijken patiënten effectiviteit het belangrijkste vinden, gevolgd door arts-patiënt relatie, veiligheid en informatieverschaffing. Ongeveer de helft van de patiënten (49,3%) is tevreden over de huidige behandeling, waarbij patiënten het meest tevreden waren over de arts-patiënt relatie, en het minst over effectiviteit van de behandeling. Tevens werden specifieke vragen gesteld over kwaliteit van leven. Uit het vragenlijstonderzoek kwam naar voren dat patiënten met LP een lichte tot middelmatige vermindering van kwaliteit van leven ervaren. De grootste vermindering wordt veroorzaakt door symptomen. Voor een volledig verslag van dit vragenlijstonderzoek zie bijlage 10. Tevens heeft de LPVN een lijst met aandachtspunten voor de zorgverlener aangedragen. Deze lijst geeft de zorgverlener in vogelvlucht een inzicht in de wensen van patiënten met lichen planus. Deze lijst met aandachtspunten is te vinden in bijlage 11.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Werkwijze
Voor een overzicht van alle aspecten van de ontwikkeling van een richtlijn wordt verwezen naar bijlage 1.