Overdracht in de keten
Uitgangsvraag
Hoe dient de overdracht binnen de zorgketen te worden vormgegeven voor oudere patiënten met een heupfractuur?
Deelvraag 1: Welke onderdelen moeten ten minste deel uitmaken van de overdracht in de keten voor oudere patiënten met een heupfractuur?
Deelvraag 2: Welke onderdelen van de overdracht in de keten dragen bij aan optimaal geïntegreerde zorg voor oudere patiënten met een heupfractuur?
Aanbeveling
Overweeg een start te maken met de integratie van zorg voor oudere patiënten met een heupfractuur, door rekening te houden met de volgende aspecten van zorg:
- Maak duidelijke afspraken met betrekking tot ketenzorg, en leg deze vast in een lokaal protocol. Zorg voor continuïteit van de zorg.
- Volg de Richtlijn gegevensuitwisseling huisarts en specialist (HASP) voor de berichtgeving naar de huisarts of specialist ouderengeneeskunde bij ontslag. Een ontslagbrief bevat standaard de volgende elementen: beloop, eventuele complicaties, belastbaarheid, interventies, en behandelbeperkingen/-grenzen.
- Zorg voor een warme overdracht bij complexe patiënten.
- In geval van een niet-operatieve behandeling dient samen met de patiënt en naaste(n) een ontslagbestemming gekozen te worden, waarbij het noodzakelijk is dat hier adequate palliatieve zorg wordt aangeboden. Dit dient geverifieerd te worden, gevolgd door een warme overdracht, ook aan eventueel in te schakelen paramedici.
- Vermeld de bevindingen van het CGA in de brief. Benoem het verhoogde fractuurrisico door osteoporose in de ontslagbrief, en benoem ook de gestarte behandeling of de reden om daarvan af te zien. Neem daarnaast bijzonderheden die follow-up behoeven op in de brief, zoals eventuele nadere cognitieve analyse.
- Bij ontslag moet de patiënt een brief meekrijgen waarin onder andere verwachtingsmanagement, belastbaarheid en doelen aan bod komen.
Overwegingen
Idealiter is de zorg voor de kwetsbare oudere patiënt gevat in een regionale (RTA) of een lokale transmurale afspraak, zodat duidelijk is wie wat en op welk moment doet. Ten tijde van de opname voor een heupfractuur, is men bij de overdacht naar de eerste lijn gebonden aan de Richtlijn gegevensuitwisseling huisarts en specialist (HASP) voor het intercollegiale informatieverkeer. De zorgverlener, die de zorg op de ontslagbestemming overneemt, dient op het moment van ontslag van de patiënt al op de hoogte zijn van het verblijf van de patiënt in het ziekenhuis. De HASP-richtlijn omvat standaard een aantal elementen (beloop, complicaties, belastbaarheid, interventies en behandelbeperkingen), maar deze volstaan doorgaans niet bij de geriatrische patiënt.
De medebehandeling en conclusies van de klinische geriatrie/interne ouderengeneeskunde dienen ook in de ontslagbrief opgenomen worden voor een goede overdracht. De conclusie na CGA van de vijf assen omvat informatie over de heupfractuur, maar ook over de psychische/cognitieve toestand, het breder functioneren, en de sociale situatie van de patiënt. Het verhoogde fractuurrisico door osteoporose dient in de ontslagbrief benoemd te worden, evenals de gestarte behandeling of de reden om daarvan af te zien. Een voorbeeld van een format voor een medische ontslagbrief is te vinden in deel 3 van bijlage B.
Idealiter krijgt de patiënt bij het ontslag een brief mee (op B1-taalniveau), waarin ten minste belastbaarheid, behandeldoelen en verwachtingsmanagement aan bod komen. Richting ontslag dient er met de patiënt en diens familie een gesprek plaats te vinden over de ontslagbestemming. Veelal wordt er een vorm van revalidatie aangeboden, om het functioneren van de patiënt, indien mogelijk, zo veel mogelijk te verbeteren richting het oorspronkelijke niveau (van vóór het trauma dat heeft geleid tot de heupfractuur). Deze revalidatie valt ofwel onder de geriatrische revalidatiezorg (GRZ), danwel onder een ZZP-9B-indicatie. Een klein deel van de patiënten, die in een relatief goede staat zijn (ASA 1-2), kan terugkeren naar huis.
In het gesprek dient ook het verwachtingsmanagement met betrekking tot de duur en organisatie van de GRZ aan de orde te komen: het is belangrijk dat de patiënt en diens naasten op de hoogte zijn dat de duur van de GRZ individueel aan de hand van minimale ontslagcriteria en persoonlijke revalidatiedoelen wordt bepaald. Nadien kan een deel ambulant gegeven worden. Een voorbeeld van de opzet van een familiegesprek is te vinden in deel 3 van bijlage B.
De behandeling tijdens de revalidatie in de GRZ dient zo goed mogelijk aan te sluiten op de postoperatieve behandeling in het ziekenhuis. Om dit te bereiken dienen er afspraken gemaakt te worden in de keten met betrekking tot:
- Zorglogistiek: de gewenste dag en het gewenste tijdstip van overplaatsing
- Indicaties voor GRZ en ontslag naar huis
- Ontslagcriteria en verblijfsduur van Wlz-patiënten
- Zorginhoudelijke zaken:
- Absolute contra-indicaties voor overplaatsing naar GRZ, huis of Wlz
- Welke behandeling van lekkende wonden in ziekenhuis of GRZ gekozen wordt, wordt bij voorkeur vastgelegd in een transmuraal behandelprotocol
- Wie wanneer voor de vervolgbehandeling van osteoporose en valpreventie verantwoordelijk is
- Hoe beperkte mate van belastbaarheid tijdens revalidatie vorm te geven
- Afbouw analgetica/antistolling
- Eventueel aanvullende evaluatie van cognitie, mobiliteit of andere geriatrische syndromen/andere diagnostische vragen
- Verwachtingsmanagement
Idealiter wordt er een transmuraal zorgpad ontwikkeld met de mogelijkheid tot eerdere overplaatsing vanuit het ziekenhuis naar de GRZ, mits hierover aanvullende logistieke afspraken zijn gemaakt. Laagdrempelige communicatie tussen het ziekenhuis en de GRZ is hierbij wenselijk. In deel 3 van bijlage B is een voorbeeld opgenomen van een laagdrempelige communicatiewijze tussen ziekenhuis en GRZ.
Enkele kanttekeningen dienen hierbij gemaakt te worden:
- Er bestaan nog weinig gestructureerde processen voor de ketenoverdracht. Een structurele evaluatie van de keten (PDCA-cyclus) kan van meerwaarde zijn.
- De ontwikkelingen in de ambulante GRZ gaan snel, en in 2025 zal een landelijke module verschijnen. De systematische review van Preitschopf (2023) laat zien dat ambulante zorg niet minder effectief is dan klinische zorg, met betrekking tot functional performance, en mogelijk de klinische verblijfsduur kan verkorten (Preitschopf, 2023).
In geval van een niet-operatieve behandeling dient samen met de patiënt en naaste(n) een ontslagbestemming gekozen te worden, waarbij het noodzakelijk is dat hier adequate palliatieve zorg wordt aangeboden. Indien de patiënt terug gaat naar de eigen thuissituatie dient hulp vanuit de thuiszorg en paramedici geverifieerd, dan wel ingeschakeld te worden voordat de patiënt naar huis gaat. Hierna dient een warme overdracht plaats te vinden, ook aan eventueel in te schakelen paramedici.
Elke klinisch opgenomen patiënt moet geïnformeerd zijn over het verblijf in het ziekenhuis en het ontslag. Er vindt een ontslaggesprek plaats met de patiënt en eventuele familie. Hierbij dient onder andere rekening te worden gehouden met eventuele laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden.
Verder dient een ontslagbericht in duidelijke taal te worden opgesteld. Deze is zo opgebouwd dat het voor de patiënt duidelijk is waarvoor hij werd opgenomen, aan welke leefregels de patiënt zich dient te houden, welke medicatie voorgeschreven is, wat de adviezen en vervolgafspraken zijn, en bij wie de patiënt terecht kan voor vragen. Hierin komen dus de elementen belastbaarheid, behandeldoelen, en verwachtingsmanagement aan bod. Op deze manier is de patiënt op de hoogte van het beleid. Een voorbeeld van een format voor een patiëntenbrief is te vinden in deel 3 van bijlage B.
Onderbouwing
Achtergrond
Om uiteindelijk tot een zo optimaal mogelijk resultaat van behandeling van de heupfractuur te komen, dient er ingezet te worden op een zo goed mogelijke behandeling/revalidatie in vervolg op de opname in het ziekenhuis. Om dit te bevorderen dient er een adequate overdracht plaats te vinden richting de eerste lijn en zo nodig paramedici. Ook moet de patiënt adequaat worden voorgelicht over het te verwachten beloop.
Referenties
- https://www.nhg.org/ [Internet]. [cited 2024 May 27]. Richtlijn Informatieuitwisseling
tussen huisarts en medisch specialist (Richtlijn HASP).
- Preitschopf A, Holstege M, Ligthart A, Groen W, Burchell G, Pol M, Buurman B. Effectiveness of outpatient geriatric rehabilitation after inpatient geriatric rehabilitation or hospitalisation: a systematic review and meta-analysis. Age Ageing. 2023 Jan 8;52(1):afac300. doi: 10.1093/ageing/afac300. PMID: 36626320; PMCID: PMC9831263.
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 19-02-2025
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2023 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor kwetsbare ouderen met een heupfractuur.
Werkgroep
- Dr. H.C. (Hanna) Willems, klinisch geriater en internist, werkzaam in het Amsterdam UMC te Amsterdam, NVKG, voorzitter van de werkgroep
- Dr. R.A. (Richard) Faaij, klinisch geriater, werkzaam in het Diakonessenhuis te Utrecht, NVKG, vicevoorzitter van de werkgroep
- Dr. E.R. (Elvira) Flikweert, traumachirurg, werkzaam in het Deventer Ziekenhuis te Deventer, NVvH, vicevoorzitter van de werkgroep
- Drs. H.H. (Hugo) Wijnen, klinisch geriater, werkzaam in het Rijnstate te Arnhem, NVKG
- Dr. B.P.A. (Bart) Spaetgens, internist-ouderengeneeskunde, werkzaam in het MUMC te Maastricht, NIV
- Drs. A.J. (Arthur) Kievit, orthopedisch chirurg, werkzaam in het Amsterdam UMC te Amsterdam, NOV
- Dr. H.P.A. (Eric) van Dongen, anesthesioloog-pijnspecialist, werkzaam in het St. Antoniusziekenhuis te Nieuwegein, NVA
- Dr. N.P. (Nanda) Gubbels, SEH-arts, werkzaam in het St. Antoniusziekenhuis te Utrecht, NVSHA
- Mw. A. (Agnes) Bruijn-Leemrijse, bestuurslid, werkzaam bij de Osteoporose Vereniging te Den Haag, Osteoporose Vereniging
- Mw. S. (Sophie) Osseweijer-Bronsgeest, verpleegkundig specialist AGZ, werkzaam in het Spaarne Gasthuis te Haarlem, V&VN
- Mw. D. (Debbie) Loeters, geriatriefysiotherapeut, werkzaam in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk, KNGF/NVFG
Klankbordgroep
- Drs. J. (Janita) Minderhoud, huisarts/specialist ouderengeneeskunde, werkzaam bij Laego te Utrecht, Laego
- Mw. J. (Joyce) Vink, voorzitter bestuur, werkzaam bij de Vereniging Diëtisten Geriatrie & Ouderen (DGO) te Alkmaar, NVD
- Dr. E.F. (Leonoor) van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde, werkzaam bij Pieter van Foreest te Delft, Verenso
- Mw. L. (Linda) Vink-van Klooster, beleidsmedewerker, werkzaam bij EN te Utrecht, EN
Met ondersteuning van
- Drs. E.A. (Emma) Gans, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Dr. J.F. (Janke) de Groot, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Drs. M. (Mischa) Lenaers, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en klankbordgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Betrokkenen |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Werkgroep |
||||
Bruijn-Leemrijse |
Bestuurslid Osteoporose Vereniging |
Al meer dan 12 jaar met pensioen, alleen onbetaald bestuurslid
|
Mogelijk: meer bekendheid onze vereniging |
Geen actie |
Dongen, van |
Anesthesioloog-pijnspecialist. Maatschap anesthesiologie, intensive care en pijnbestrijding |
Geen |
Geen, ter info medeoprichter AGE project St Antonius ziekenhuis, bestuurslid E infuse |
Geen actie |
Faaij |
Vice-voorzitter |
Coördinatie/ redacteur van het Handboek GTU |
Geen |
Geen actie |
Flikweert |
Traumachirurg Deventer Ziekenhuis |
Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie Voorzitter Clinical Audit Board DHFA |
Geen |
Geen actie |
Gubbels |
SEH-arts St. Antonius ziekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Kievit |
Orthopedisch chirurg, AUMC, betaald |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Loeters |
Geriatriefysiotherapeut bij Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk, betaald. Secretaris bij Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Geriatrie, betaald. Docent Fysiotherapie bij Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, betaald. |
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, onbetaald |
Geen |
Geen actie |
Osseweijer-Bronsgeest |
Spaarne gasthuis |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Spaetgens |
Internist-Ouderengeneeskunde, Maastricht UMC+ |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Wijnen |
Klinisch geriater Rijnstate Arnhem |
Geen |
Geen |
Geen actie |
Willems* |
Klinisch geriater en internist, Amsterdam UMC |
Wervelfracturen richtlijn NOV, Bestuurder stichting zorgevaluatie en voorzitter werkgroep Leading the change 0,1 FTE. Betaald, hoofd afdeling ouderengeneeskunde. Betaald omvang 0,9FTE |
Advisoryboard AMGEN en UCB, gelden werden gedoneerd aan onderzoek van de afdeling ouderengeneeskunde, neergelegd per 2021. Speakersfee voor neutrale nascholingen over osteoporose, welke gesponsord worden door industrie.
FRAIL HIP 2018 gefinancierd door ZonMW (grant 843004120) en Osteosynthese and traumacare foundation nederland (OTC) (grant 2019-PJKP). Reeds afgerond, HW was niet de principal investigator. |
Geen actie
Onderwerp van de gesponsorde nascholing valt buiten de afbakening van het handboek. |
Klankbordgroep |
||||
Minderhoud |
Huisarts/specialist ouderengeneeskunde |
Bestuurslid van LAEGO |
Nee |
Geen actie |
Van Dam van Isselt |
Specialist Ouderengeneeskunde, Pieter van Foreest; 0.5fte Senior onderzoeker, LUMC; 0.5fte |
Geen |
Extern gefinancierd onderzoek: ZonMw |
Geen actie |
Vink |
Voorzitter bestuur Vereniging Diëtisten geriatrie & Ouderen (DGO) - Vacatiegelden. Careyn Dietist Utrecht West werkzaam op de GR, 1e lijn zorg, beleid - loondienst |
Netwerk DGO De leden zijn belangrijk bij de vakinhoudelijke ontwikkeling en de positionering van het eigen specialisme.
|
Geen |
Geen actie |
Vink-Van Klooster |
Clusterexpertise groep Vaatchirurgie. Beleidsmedewerker Ergotherapie Nederland. |
Geen |
Geen |
Geen actie |
*Voorzitter van de werkgroep
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het betrekken van een afgevaardigde van de Osteoporose Vereniging in de werkgroep. Ook werden er patiënten betrokken in de Delphi-studie, waarvan de uitkomsten de basis voor de leidraad hebben gevormd. Tevens werd deze leidraad ter commentaar voorgelegd aan de Osteoporose Vereniging en andere patiëntenorganisaties zoals de Patiëntenfederatie Nederland.
Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz.
Bij de leidraad is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn leidraadmodules op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel. Hoewel de werkgroep wel aanbevelingen doet over een – voor sommige ziekenhuizen – nieuwe organisatie van zorg, is dit geen vereiste of verplichting.
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Module Overdracht in de keten |
Geen financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (tussen 5.000 en 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht. |