Aanrijtijd intensivist
Uitgangsvraag
Binnen hoeveel tijd dient een intensivist aan bed te zijn wanneer deze wel en niet in het ziekenhuis aanwezig is?
Aanbeveling
Zorg ervoor dat de aanrijtijd van een intensivist, die niet in het ziekenhuis is buiten kantooruren, maximaal 30 minuten is. De aanrijtijd is gedefinieerd als de tijd die verstrijkt tussen de oproep om naar het ziekenhuis te komen en het daadwerkelijk aanwezig zijn bij de patiënt. Voor ziekenhuis locaties zonder een IC-afdeling kunnen naar lokaal inzicht en oordeel andere afspraken gemaakt worden, zolang de opvang voor de vitaal bedreigde patiënt maar goed geregeld is.
Bepaal op lokaal niveau of een kortere aanrijdtijd dan 30 minuten nodig wordt geacht, rekening houdend met het type IC, personele bezetting en het type patiënten liggend op de IC.
Zorg dat er altijd binnen 5 minuten tenminste een FCCS/ICF of gelijkwaardig geschoolde IC-voorwacht, SEH-arts KNMG, anesthesioloog of intensivist aanwezig kan zijn bij de patiënt.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
Alles samenvattend tonen de studies uit de resultatensectie geen eenduidige consensus over de meerwaarde van nachtelijke aanwezigheid van een intensivist met betrekking tot de mortaliteit, complicaties, opnameduur of heropname. De uitdaging in studie-opzet in combinatie met variabiliteit in patiënten en verschil in organisaties en personele bezetting van de IC’s maken studies lastig met elkaar vergelijkbaar en leiden tot wisselende uitkomsten.
De werkgroep conformeert zich daarom aan het landelijke kader spoedzorg (Kwaliteitsstandaard Intramurale Spoedzorg, 2019) dat een aanrijtijd van 30 minuten voorschrijft. De werkgroep is van mening dat, als deze eis van toepassing is op andere specialismen, de intensivist dan ook maximaal binnen deze termijn aanwezig moet zijn.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Vanuit het perspectief van de IC-patiënt en diens naasten, betekent ‘optimale zorg’ met betrekking tot beschikbaarheid:
- toegankelijk en bereikbare IC-zorg (binnen de eigen regio, 24/7 beschikbaar);
- in een acute situatie is er zo snel mogelijk adequate professionele zorg beschikbaar.
Voor de patiënt is het van belang dat de juiste diagnostiek wordt verricht met de daarbij behorende juiste behandeling in een minimale tijdsperiode.
Kosten (middelenbeslag)
De nadelen van 24/7 aanwezigheid van intensivisten zijn hogere kosten en belasting van intensivisten.
De kosteneffectiviteit blijft een punt van discussie. Voorstanders geven aan dat 24/7 aanwezigheid van intensivisten mogelijk resulteert in een kortere opname duur, minder heropnames en er minder vaak of minder lang invasieve beademing nodig is. Tegenstanders noemen de toegenomen kosten van de aanwezigheid van een intensivist en trekken de eerder genoemde voordelen in twijfel.
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Een ander belangrijk nadeel is de toegenomen kans op overbelasting van intensivisten en burn-out.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventie
Al deze afwegingen samen maken dat de werkgroep 24/7 aanwezigheid van intensivisten niet heeft opgenomen als harde aanbeveling in deze leidraad. Op lokaal niveau zal bepaald moeten worden of een kortere aanrijdtijd dan 30 minuten nodig wordt geacht, rekening houdend met het type IC, personele bezetting, en het soort patiënten liggend op de IC. Leg deze overwegingen en keuze vast in het ZBP-IC.
Onderbouwing
Achtergrond
Tot op heden bestaat er geen literatuur over de maximale aanrijtijd van een intensivist om in het ziekenhuis te arriveren in het geval van urgent vereiste zorg. De maximale aanrijtijd zal gesteld worden op 30 minuten gebaseerd op kwaliteitsstandaard spoedzorgketen uit 2019, waarin voor alle overige acute specialismen (gynaecologie/obstetrie, chirurgie, interne geneeskunde, cardiologie, kindergeneeskunde, KNO-heelkunde, neurologie, anesthesiologie, radiologie en longziekten) de regel gesteld wordt dat zij buiten kantooruren binnen 30 minuten aanwezig dienen te zijn (Kwaliteitsstandaard Intramurale Spoedzorg, 2019).
Derhalve richt deze module zich op de noodzaak van continue aanwezigheid van de intensivist in het ziekenhuis. De beschikbaarheid en aanwezigheid van een intensivist buiten kantooruren (kantooruren gedefinieerd als maandag tot en met vrijdag van 8:00 uur tot 18:00 uur) is niet vanzelfsprekend. De meerwaarde versus de vergaande consequenties die dit kan hebben maken dit een frequent onderwerp van discussie.
Samenvatting literatuur
De overwegingen en aanbevelingen zijn opgesteld door de werkgroepleden op basis van kennis uit de praktijk, op basis van de evaluatie van de kwaliteitsstandaard uit 2016 en waar mogelijk onderbouwd door niet-systematisch literatuuronderzoek.
Uit de literatuuranalyse in de kwaliteitsstandaard uit 2016 bleek dat bij een voldoende intensivistenbezetting binnen kantooruren, aanwezigheid van een intensivist in de nacht geen eenduidig effect had op de opnameduur en mortaliteit. Een voordeel van nachtelijke aanwezigheid van een intensivist werd gezien in de snelheid waarmee besluitvorming en beleidsbepaling plaats vond, een nadeel in de toename van kosten en overbelasting van intensivisten.
Sinds de publicatie van de vorige richtlijn is een aantal artikelen verschenen die de aanwezigheid van intensivisten 24/7 tegen het licht houden.
Resultaten
In een in 2016 gepubliceerde voor/na interventie trial werd het effect onderzocht van 24/7 aanwezigheid van intensivisten op het aantal urineweginfecties, centrale lijn infecties en VAP’s (ventilator geassocieerde pneumonieën). Er werd geen verschil gevonden in het voorkomen van de genoemde infecties of IC-opnameduur (Geva, 2017).
In 2019 werd op een medisch-chirurgische IC en cardiale IC van een academisch ziekenhuis met in totaal 42 bedden, een retrospectieve, single centrum studie verricht naar het effect van de nachtelijke aanwezigheid van intensivisten. Het betreft hier wederom een voor/na interventie trial. In totaal werden in 2 jaar tijd meer dan 5000 patiënten opgenomen: 2100 voor invoering van 24/7 aanwezigheid van intensivisten en 2900 na invoering van 24/7 aanwezigheid van intensivisten. Er werd geen verschil gezien in mortaliteit, opnameduur (zowel intensive care als ziekenhuis) en beademingsduur (Ramakrishnan, 2019).
Een grote meta-analyse uit 2018 welke het tijdstip van IC-opname relateerde aan de mortaliteit vond dat opnames op doordeweekse avonden en nachten niet gepaard gingen met een hogere mortaliteit in vergelijking met opname binnen kantooruren. Opnames op weekenddagen gingen gepaard met een hogere mortaliteit. Dit laatste was minder uitgesproken als er sprake was van 24/7 aanwezigheid van intensivisten in het weekend (Galloway, 2018).
In 2017 werd een survey interview verricht met 13 nachtdienst draaiende IC-verpleegkundige op een academisch medische IC. Ze rapporteerden allen een door hen ervaren betere en snellere besluitvorming, efficiëntie en communicatie met de nachtelijke aanwezigheid van een intensivist (Stanton, 2017).
Een tweetal studies hebben zich specifiek gericht op post-cardiochirurgie patiënten. Post cardiochirurgie patenten hebben een postoperatief beloop dat mogelijk vaker gekenmerkt wordt door hemodynamische instabiliteit in de nachtelijke uren. Onderzoekers suggereren dat juist deze groep daarom baat heeft bij 24/7 aanwezigheid van een intensivist (Benoit, 2017).
In 2018 vond een single center voor/na studie plaats welke 1509 post cardiochirurgie patiënten met 24/7 intensivisten vergeleek met nachtelijk niet in huis intensivisten en vond een lagere incidentie van majeure complicaties, kortere ventilatie duur en minder heropnames (Lane-Fall, 2017).
Daarentegen vond een andere studie uit 2018 met 43 cardiochirurgische IC’s geen relatie tussen mortaliteit of betere zorg ervaren door IC-verpleegkundige en de aanwezigheid van intensivisten in de nacht (Galloway, 2018; Stanton, 2017).
In de zoektocht naar een zo optimaal mogelijke bezetting van de IC door artsen gedurende de avond-/nachturen is in 2020 onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van een “nocturnist”. Dat is een dokter die extra vaardigheden heeft in luchtwegmanagement en inbrengen van centraal veneuze katheters, maar geen intensivist betreft. Deze dokter heeft dienst naast de op afstand aanwezige intensivist gedurende de nacht. Dit is grotendeels vergelijkbaar met de Nederlandse situatie waarin een arts-assistent op IC beschikbaar is. Uit deze single center voor/na studie blijkt de aanwezigheid van deze “nocturnist” de mortaliteit en opname duur op de IC te verminderen (Tanios, 2020).
Referenties
- Benoit, M. A., Bagshaw, S. M., Norris, C. M., Zibdawi, M., Chin, W. D., Ross, D. B., & van Diepen, S. (2017). Postoperative complications and outcomes associated with a transition to 24/7 intensivist management of cardiac surgery patients. Critical care medicine, 45(6), 993-1000.
- Galloway, M., Hegarty, A., McGill, S., Arulkumaran, N., Brett, S. J., & Harrison, D. (2018). The effect of ICU out-of-hours admission on mortality: a systematic review and meta-analysis. Critical care medicine, 46(2), 290-299.
- Geva, A., Landrigan, C. P., Van der Velden, M. G., & Randolph, A. G. (2017). Simulation of a novel schedule for intensivist staffing to improve continuity of patient care and reduce physician burnout. Critical care medicine, 45(7), 1138.
- Kwaliteitsstandaard Intramurale Spoedzorg. 2019. URL: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/kwaliteitsstandaard_intramurale_spoedzorg/basiseisen.html.
- Lane-Fall, M. B., Ramaswamy, T. S., Brown, S. E., He, X., Gutsche, J. T., Fleisher, L. A., & Neuman, M. D. (2017). Structural, nursing, and physician characteristics and 30-day mortality for patients undergoing cardiac surgery in Pennsylvania. Critical care medicine, 45(9), 1472.
- Ramakrishnan, M., Taduru, S. S., Patel, P., Younis, M., & Hamarshi, M. (2019). External Intensivists Versus In-House Intensivists: Analysis of Outcomes of Nighttime Coverage of ICUs by External On-Call and In-House On-Call Intensivists. Missouri medicine, 116(4), 331–335.
- Stanton, E. S., Hilbert, C., Maillie, S., Dine, C. J., Halpern, S. D., & Kerlin, M. P. (2017). Nurses’ perceptions of in-hospital versus telephone availability of an intensivist at night in an intensive care unit. American Journal of Critical Care, 26(3), 203-209.
- Tanios, M. A., Teres, D., Park, H., Beltran, A., Sehgal, A., & Leo, J. D. (2020). The impact of implementing an intensivist model with nighttime in-hospital nocturnist and effect on ICU outcomes. Journal of Intensive Care Medicine, 35(5), 461-467.
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 16-10-2025
Algemene gegevens
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze. Relevante informatie voor de ontwikkeling/herziening van deze leidraad is hieronder weergegeven.
De ontwikkeling/herziening van deze module werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de module.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de module is in 2023 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die zijn opgenomen op de Intensive Care.
Werkgroep
Dr. I.A. (Iwan) Meynaar (voorzitter), internist-intensivist, HagaZiekenhuis, NVIC
Drs. B. (Ben) de Jong, internist-intensivist, Saxenburgh Medisch Centrum, NVIC
Dr. M. (Marieke) Zegers, Associate Professor, Radboudumc, NVIC
Drs. T.C. (Corien) Veenstra, longarts-intensivist, UMCG, NVIC
Dr. J. (Jasper) van Bommel, anesthesioloog-intensivist, Erasmus MC, NVIC
Dr. P. (Peter) van Vliet, neuroloog-intensivist, Haaglanden Medisch Centrum, NVN/NVIC
Dr. G.J. (Jan) Zijlstra, longarts-intensivist, Amsterdam UMC, NVALT
Dr. M.A.M. (Miriam) Moviat, internist-intensivist, Jeroen Bosch Ziekenhuis, NIV
Dr. M.V. (Mark) Koning, anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, NVA
Drs. R.W.L. (Rens) van de Weyer, cardioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVVC
Drs. J.M.R. (Joost) Meijer, chirurg-intensivist, Noordwest Ziekenhuisgroep, NVvH
Drs. L. (Lea) van Duijvenbode-den Dekker, IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis, V&VN-IC
Dr. W. (Willemke) Stilma (vanaf maart 2024), Hoofddocent en postdoc onderzoeker, Hogeschool van Amsterdam, V&VN-IC
Dr. P.J.T. (Paul) Rood (tot maart 2024), bestuurder V&VN-IC, senior onderzoeker HAN University of applied sciences & Ziekenhuis Rijnstate
Dr. M.M.C. (Margo) van Mol, Assistant Professor, Erasmus MC, FCIC/IC-Connect
Klankbordgroep
Mevr. J.E. (Janine) de Kleijn, MSc, Physician Assistant, Catharina Ziekenhuis, NAPA
Dr. J.M. (Joep) Droogh, intensivist, UMCG, NVIC (namens de transportcommissie)
Dr. D.J. (David) van Westerloo, intensivist, LUMC, NVIC (namens de LHIC)
Drs. C.J.G.M. (Crétien) Jacobs, anesthesioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVIC (namens de werkgroep beroepsprofiel intensivisten)
Drs. C. (Coby) Heij, anesthesioloog-intensivist, Spaarne Gasthuis, NVIC (namens de commissie beroepsbelangen intensivisten)
Drs. J. (Jacco) Rozendaal, Verpleegkundig Specialist IC/MC, St. Antonius Ziekenhuis, V&VN-VS
Met dank aan
Dr J. J. Spijkstra, intensivist, AmsterdamUMC (namens de taakgroep formatie)
Drs. A. (Arianne) Doorduin-Schmeets, Unithoofd Intensive Care, Jeroen Bosch Ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch (namens het LHIC)
Dhr. F. (Frank) van der Zee, IC verpleegkundige/Avond-nacht-weekend Hoofd, Frisius MC locatie Leeuwarden, Leeuwarden (namens LNICV)
Mw. I. (Iepie) Plagge van der Vliet, manager intensive care en medium care, Martini ziekenhuis, Groningen (namens LHIC)
Dhr. D.R. (Dick) Streefkerk, hoofd IC, Alrijne ziekenhuis, Leiderdorp, namens LHIC
Drs. T. (Toine) Klarenbeek, Intensive Care Verpleegkundige/Klinisch epidemioloog, Maxima medisch centrum, Veldhoven (namens LNICV)
Mevr, L. (Lisette) Epping - Tijdhof, Adviseur Kwaliteit en Veiligheid / niet-praktiserende IC verpleegkundige, Medisch Spectrum Twente, Enschede (namens V&VN IC expertise kwaliteit en veiligheid)
Dhr. R. (Renze) Jongstra, IC-verpleegkundige volwassenen en kinderen, Circulation Practitioner (namens bestuur V&VN-IC)
Met ondersteuning van
Drs. F.M. (Femke) Janssen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Dr. S.N. (Stefanie) Hofstede, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten via secretariaat@kennisinstituut.nl.
|
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
|
Meynaar, voorzitter |
Intensivist, HagaZiekenhuis |
Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, onbetaald behoudens een onkostenvergoeding, onderzoeker |
Leren van Juiste Diagnoses, door ZonMw gesubsidieerd onderzoek 160.000 euro (inmiddels afgerond 2021-2023)
|
Geen restricties |
|
De Jong |
Internist-intensivist |
- Cliëntenraad Prinses Maxima Centrum (onkostenvergoeding) |
Eenmalige deelname binnen adviesraad voor Paion t.a.v. positionering van giapreza binnen intensive care geneeskunde
|
Geen restricties |
|
Veenstra |
Intensivist
|
Instructeur NVIC bronchoscopie cursus (onbetaald) Lid NVIC commissie pulmonale diagnostiek en interventies (onbetaald) Lid NVIC commissie simulatie (onbetaald) FCCS instructeur (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG) Medisch visiteur externe kwaliteitsvisitaties NVIC (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG) Lid Zinnige Zorg traject Zorginstituut VTE (NVIC afgevaardigde, onbetaald) Secretaris sectie IC, NVALT (onbetaald) Lid sectie pulmonale interventies, NVALT (onbetaald) |
Geen |
Geen restricties |
|
Zijlstra |
Longarts-Intensivist, Dijklander Ziekenhuis, betaald |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
|
Van Bommel |
Intensivist, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Werkzaam als staflid op de Intensive Care Volwassenen (betaald). |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
|
Meijer |
Chirurg-intensivist bij de Noordwest Ziekenhuisgroep (1,0 FTE) |
Lid toelatingscommissie binnen Noordwestziekenhuisgroep (onbetaald) |
Geen |
Geen restricties |
|
Van Duijvenbode – den Dekker |
IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis |
Docent Erasmus MC Academie |
Geen |
Geen restricties |
|
Van Mol |
Assistant Professor |
Bestuurslid Stichting FCIC (onbezoldigd) |
1. ZonMw - hoofdonderzoeker van de ICNaVen-studie, ontwikkelen digitale ondersteuning in IC-nazorg voor naasten van een IC-patiënt. Dit is een multicenter studie (nationale en internationale samenwerking) waarbij eerst de behoeften en prioritering wordt verkend en vervolgens een daarop aangepaste interventie wordt ontwikkeld. (Projectleider) 2. ZonMw - hoofdonderzoeker van de DIPIC-studie, een implementatiestudie voor een digitaal dagboek op de IC, als opmaat naar persoonsgerichte zorg. Dit is een multicenter studie in een multi-methods benadering, om het gebruik van een digitaal dagboek op de IC te stimuleren. (Projectleider) 3. ZonMw - Ik ben mede-onderzoeker bij het ontwikkelen van een PGO-IC(na)zorg. Hierbij wordt in co-creatie met verschillende stakholders en Quli een digitale omgeving specifiek ingericht op de voormalig IC-patiënt. Stichting FCIC is penvoerder. (Projectleider) |
Geen restricties |
|
Zegers |
Associate Professor Radboudumc |
Geen |
1. Zorginstituut - Evaluatie van IC Nazorg (Projectleider) 2. ZonMw/NWO- Evaluatie van de kosten-effectivieti van IC-zorg (Projectleider) 3. NFU-Zire (Projectleider) 4. ZonMw - Safety 2 (Projectleider) |
Geen restricties |
|
Koning |
Anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem |
Geen
|
Geen |
Geen restricties |
|
Moviat |
Intensivist Jeroen Bosch ziekenhuis
|
FCCS instructeur
|
Geen |
Geen restricties |
|
Rood (tot 11-03-2024) |
Senior onderzoeker - Projectleider, HAN University of applied sciences |
Vicevoorzitter, V&VN-IC, beroepsvereniging van IC verpleegkundigen |
Ja, NWO Raak SIA |
Geen restricties |
|
Stilma (vanaf 11-03-2024) |
Hogeschool hoofddocent bij cluster verpleegkunde, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam (0,8 FTE) |
Bestuurslid V&VN-IC |
1. NWO - NWO docentenbeurs - promotietraject (Projectleider) 2. KIEM-MV - Circulaire kansen beademingszorg (Projectleider) |
Geen restricties |
|
Van Vliet |
Intensivist / Haaglanden Medisch Centrum |
Bestuursvoorzitter MuzIC (onbetaald) ATLS instructeur (onbetaald) Docent bij de Hogeschool Utrecht bij de PA-opleiding (betaald) |
Geen |
Geen restricties |
|
Weyer |
Cardioloog-intensivist Elkerliek ziekenhuis Helmond |
FCCS instructeur |
Geen |
Geen restricties |
|
De Kleijn |
Physician assistant Intensive care Catharina ziekenhuis Eindhoven |
Commissielid NVIC richtlijnontwikkeling lid NAPA vakgroep intensive care |
Geen |
Geen restricties |
|
Droogh |
Intensivist, UMCG |
Voorzitter commissie transport NVIC, onbetaald Hoofd MICU UMCG |
Geen |
Geen restricties |
|
Van Westeloo |
Intensivist LUMC |
MICU Zuidwest Nederland Eurocross |
Circadiaan onderzoek Philips |
Geen restricties |
|
Jacobs |
Intensivist |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
|
Heij |
Intensivist, Spaarne Gasthuis |
Bestuurslid NVIC, onkostenvergoeding Voorzitter cie Beroepsbelangen NVIC Lid ledenraad LAD, onkostenvergoeding |
Geen |
Geen restricties |
|
Rozendaal |
Verpleegkundig Specialist IC/MC |
Docent respiratie en beademing, St. Antoniusacademie (parttime) |
Geen |
Geen restricties |
|
Janssen |
Adviseur Kennisinstituut FMS |
Promovendus UMCU |
Geen |
Geen restricties |
|
Hofstede |
Senior adviseur Kennisinstituut FMS |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door een afgevaardigde patiëntenvereniging in de werkgroep (FCIC/IC-Connect). De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptleidraad is tevens voor commentaar voorgelegd aan de FCIC/IC-Connect en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de leidraad voerde de werkgroep conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uit om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema bij Werkwijze).
| Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
|
Aanrijtijd intensivist |
geen financiële gevolgen |
De aanrijdtijd was 60 minuten en is nu 30 minuten geworden. De 4,5 fte is gebaseerd op dat je al aanwezig bent. Dit is al dagelijkse praktijk voor de meerderheid van de IC’s en zal voor enkele IC's betekenen dat iemand in huis moet slapen i.p.v. thuis en dat betekent mogelijk iets in de toeslagen (ORT) en een kleine, niet substantiële, toename in kosten.
Aanbeveling over de IC-voorwacht is onveranderd t.o.v. de vorige versie. |
Werkwijze
Achtergrond voor de herziening
In 2006 is de eerste kwaliteitsstandaard over de organisatie van de intensive care gepubliceerd en in werking getreden (NVA, 2006). In 2016 werd een herziene kwaliteitsstandaard gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland (2016). Deze kwaliteitsstandaard werd vanuit de NVIC aangevuld met de zogenaamde blauwdruk (NVIC, 2021). Daaruit werd een visitatie normenkader ontwikkeld, wat deel uit maakt van de feitelijke handhaving en controle op de kwaliteit door de NVIC (NVIC, 2022).
De kwaliteitsstandaard uit 2016 had een looptijd van vijf jaar en moest na vijf jaar worden geëvalueerd en herzien. Door de COVID-19 pandemie kon de evaluatie pas in 2022 plaatsvinden. De NVIC benoemde een werkgroep die de evaluatie uitvoerde door middel van een enquête die werd gevolgd door interviews (NVIC, 2023). Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten ondersteunde deze evaluatie. In 2023 is gestart met de herziening van de kwaliteitsstandaard. Gezien de organisatorische aard van de uitgangsvragen, wordt de herziene versie een leidraad genoemd. Dit sluit aan bij de beschreven definities in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0.
Tijdens de voorbereidende fase voor deze herziening inventariseerde de werkgroep middels de evaluatie van kwaliteitsstandaard en een invitational conference de knelpunten met betrekking tot de organisatie van intensive care afdelingen. Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Aan de start van het proces is met de werkgroep besproken hoe de uitgangsvragen onderbouwd kunnen worden. De werkgroep heeft gekozen voor een combinatie van uitgangsvragen met en zonder literatuursearch. Dit vanwege het organisatorische karakter van de leidraad en specifieke situaties die alleen in Nederland van toepassing zijn. Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht. Daar waar de literatuur geen antwoord leverde, werd gebruik gemaakt van expert opinie.
Relevante conceptmodules zijn vóór de commentaar- en autorisatiefase eerst nog langs partijen uit de klankbordgroep gestuurd voor input. Binnen de NVIC en de V&VN betrof het de beroepsbelangen commissie, de visitatiecommissie NKIC, de richtlijncommissie, de werkgroep beroepsprofiel, het landelijk netwerk van ICs, de transportcommissie van de NVIC, de V&VN-IC, de V&VN-VS en de besturen van NVIC en V&VN. Buiten de NVIC betrof het, VPned (de vereniging voor practitioners) en NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants), de NICE (Nationale Intensive Care Evaluatie), en de LHIC (landelijke IC hoofden overleg).
De conceptleidraadmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Tijdens de commentaarfase heeft tevens een Webinar plaatsgevonden (d.d. 07-01-2025). Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptleidraadmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraadmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze.