Leidraad Benigne Speekselkliertumoren

Initiatief: NVKNO Aantal modules: 26

Hoe dient te worden omgegaan met een seroom en/of sialocèle?

Uitgangsvraag

Hoe dient te worden omgegaan met een seroom en/of sialocèle?

Aanbeveling

Behandeling seroom en/of sialocèle

Voer een afwachtend beleid bij een sialocèle of seroom.

 

Overweeg bij een gespannen huid met bijdragende kliniek een (herhaaldelijke) punctie.

 

Overweeg bij aanwezigheid van infectie van een seroom of sialocele een (herhaaldelijke) punctie.

 

Behandel bij een infectie de patiënt met antibiotica gericht op Staphylococcus Aureus.

 

Overweeg bij een speekselklierfistel een behandeling met scopolamine of glycopyrronium.

Overwegingen

Witt (2009) raadt in het geval van een sialocèle een afwachtend beleid aan. Een aspiratie kan overwogen worden, maar dit kent een hoge recidiefkans en is meestal niet noodzakelijk. In het geval van een speekselfistel wordt in eerste instantie ook een expectatief beleid geadviseerd. Sialocèles verdwijnen doorgaans spontaan binnen een maand (Witt, 2009). In het geval van een speekselfistel na parotidectomie zijn er verschillende ondersteunende therapeutische mogelijkheden, zoals transdermale toepassing van scopolamine (Gallo, 2013) of de toepassing van glycopyronium (Cavanaugh, 1999). In het geval van een langdurig fistel kan ook gebruik gemaakt worden van botox injecties in het nog in-situ zijnde deel van de glandula parotis (Guntinas-Lichius, 2001).

Onderbouwing

Een sialocèle is de onderhuidse ophoping van speeksel na chirurgie van een van de grote speekselklieren. Indien een sialocèle een verbinding naar de huid maakt alwaar het zich ontlast, kan er een speekselfistel ontstaan.

 

Een seroom is een ophoping van sereus vocht dat bestaat uit plasma en inflammatoire cellen. Dit is helder en gelig van kleur. Sereus vocht kan zich na een operatie onderhuids ophopen en zo een zwelling veroorzaken. Amylasebepaling kan helpen in differentiatie tussen seroom en speeksel.

  1. Cavanaugh K, Park A. Postparotidectomy fistula: a different treatment for an old problem. Int J Pediatr Otorhinolaryngol. 1999 Mar 15;47(3):265-8. doi: 10.1016/s0165-5876(98)00182-7. PMID: 10321782.
  2. Gallo A, Manciocco V, Pagliuca G, Martellucci S, de Vincentiis M. Transdermal scopolamine in the management of postparotidectomy salivary fistula. Ear Nose Throat J. 2013 Oct-Nov;92(10-11):516-9. PMID: 24170466.
  3. Guntinas-Lichius O, Sittel C. Treatment of postparotidectomy salivary fistula with botulinum toxin. Ann Otol Rhinol Laryngol. 2001 Dec;110(12):1162-4. doi: 10.1177/000348940111001214. PMID: 11768708.
  4. Witt RL. The incidence and management of siaolocele after parotidectomy. Otolaryngol Head Neck Surg. 2009 Jun;140(6):871-4. doi: 10.1016/j.otohns.2009.01.021. Epub 2009 Apr 1. PMID: 19467406.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 15-10-2024

Laatst geautoriseerd  : 15-10-2024

Geplande herbeoordeling  : 15-10-2028

De geldigheid van de leidraad komt te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgie

Algemene gegevens

De ontwikkeling van deze leidraad werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de leidraad is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met een benigne speekselkliertumor.

 

Werkgroep

  • Dr. S. (Stijn) van Weert, voorzitter, hoofd-hals oncologisch chirurg, werkzaam in het MUMC, NVKNO
  • Dr. J.M.J.A.A. (Jos) Straetmans, KNO-arts, werkzaam in het Zuyderland Ziekenhuis, NVKNO
  • Dr. D.A. (Derrek) Heuveling, KNO-arts, werkzaam in het Meander MC, NVKNO
  • S.T.H. (Sam) Reerds, KNO-AIOS, werkzaam in het Radboudumc, NVKNO
  • Dr. M.L. (Marc) Ooft, Patholoog, Pathologie DNA, werkzaam in Rijnstate, NVVP
  • Dr. M.H. (Matthijs) Valstar, MKA-chirurg, post-doc onderzoeker, werkzaam in respectievelijk Flevoziekenhuis Almere en Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam, NVMKA
  • Dr. M.M.L. (Maartje) de Win, Radioloog, werkzaam in Amsterdam UMC, NVvR

Klankbordgroep

  • Dr. M.F. (Martijn) Lutke Holzik, Chirurg-oncoloog, werkzaam in ZGT, NVvH

Met ondersteuning van

  • Dr. D. (Dagmar) Nieboer, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. A. (Anh Nhi) Nguyen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

van Weert (voorzitter)

voorzitter vanuit de Nederlandse vereniging voor KNO- heelkunde (NvKNO)

 

Fulltime hoofd-hals oncologisch chirurg MUMC+
tot 31-12-22 voorzitter van de plenaire commissie opleidingsvisitaties.
lid van de commissie hoofd-hals oncologie van de NvKNO
Voorzitter werkgroep hoofd-halsoncologie MUMC+

 

Geen

Niet van toepassing

Heuveling

KNO-arts Meander Medisch Centrum

Penningmeester MSB Midden Nederland U.A. (betaald)
Lid kerngroep Laryngologie van de NvKNO

Geen

Niet van toepassing

Straetmans

KNO-arts, vrijgevestigd
Zuyderland MC Heerlen-Sittard

Medisch Manager RVE Oncologie, Zuyderland Medisch Centrum

Geen

Niet van toepassing

de Win

Radioloog, Amsterdam UMC

Opleider radiologie Amsterdam UMC, lid concilium en PVC radiologie. Faculty Erasmus course H&N MRI

Geen

Niet van toepassing

Ooft

Patholoog

Pathologie DNA, locatie Rijnstate ziekenhuis, Arnhem

 

Extern gefinancierd onderzoek (PI; Neuoendocrine Research Grant)

Geen

Niet van toepassing

Valstar

MKA-chirurg, Flevoziekenhuis, Almere

 

Post-doc onderzoeker NKI-AVL

 

Geen

Niet van toepassing

Reerds

Radboudumc, AIOS Keel-, neus-, en oorheelkunde

 

PhD student Radboudumc speekselklierpathologie

 

Geen

Niet van toepassing

 

Klankbordgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Lukte Holzik

Chirurg-oncoloog, ZGT

Opleider heelkunde en voorzitter NVCO (Nederlandse vereniging Chirurgische Oncologie).

Geen

Niet van toepassing

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van de Sjögren Patiëntenvereniging, Patiëntenvereniging Hoofd-Hals, Patiëntenvereniging Speekelklierkanker en de overkoepelende Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) om deel te nemen in de werkgroep en aan de schriftelijke knelpuntenanalyse. Alle partijen hebben aangegeven hiervoor op dit moment niet de capaciteit te hebben. Door de werkgroep is er aandacht besteed aan het patiëntperspectief en is het document ‘inhoudelijke inbreng bij patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van kwaliteitsdocumenten’ daarin leidend geweest.

Werkwijze

Knelpuntenanalyse, uitgangsvragen, enquête

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de benigne speekselklierzorg middels een enquête. Voor dit onderdeel zijn twee verschillende enquêtes uitgezet naar zorgverleners in de eerste en tweede (en derde) lijn. In deze enquête werd er navraag gedaan over verwijspatronen, praktijkgrootte en variatie, diagnostiek, behandeling, wachttijden, omgaan met recidieven en bijwerkingen. Van alle respondenten ervaart iets minder dan de helft praktijkvariatie in de diagnostiek en behandeling van benigne speekselkliertumoren.

 

Commentaar- en autorisatiefase

Het concept van de leidraad wordt aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren worden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren wordt de leidraad aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraad wordt aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.