Wat is de behandelstrategie bij een recidief/residu pleiomorf adenoom?
Uitgangsvraag
Wat is de behandelstrategie bij een recidief/residu pleiomorf adenoom?
Aanbeveling
Behandelstrategie bij residu/recidief pleiomorf adenoom
Verricht beeldvormende diagnostiek middels echografie met punctie eventueel aangevuld met MRI bij vermoeden op residu of recidief.
Verricht bij bewezen recidief beeldvorming middels MRI.
Overweeg een expectatief beleid met follow-up MRI na 6 maanden bij twijfel over residu.
Verricht een complete resectie bij bewezen residu/recidief of bij een sterk vermoeden hierop.
Overleg met een hoofd-halscentrum indien adjuvante radiotherapie overwogen wordt.
Weeg risico’s op maligne transformatie af ten opzichte van morbiditeit en complicaties van de ingreep in samenspraak met de patiënt.
Overwegingen
Bij vrijwel alle parotischirurgie voor pleiomorf adenomen komt focale kapselblootstelling voor, ongeacht het type operatie (marge). Dit type tumor is zeer frequent adherent aan de zenuw. Kapselruptuur leidt tot een significant hoger recidiefpercentage en dit verschilt niet tussen de chirurgische benaderingen (TP, PSP en ECD). Een partiële parotidectomie leidt niet direct tot een hoger recidiefpercentage. Minder opoffering van parotisweefsel resulteert niet in een lager percentage permanente aangezichtszenuwstoornissen, wel in significant minder tijdelijke aangezichtszenuwstoornissen en minder kans op Frey-syndroom. Enucleatie geeft de hoogste kans op recidief pleiomorf adenoom (Malard, 2021; Bradley, 2018; Rowley, 2000; Abu-Ghanem, 2016; Nicholas, 2021; Mc Loughlin, 2019; Kanatas, 2018).
De belangrijkste uitkomsten van chirurgische behandeling van kleine Enucleatie geeft de hoogste kans op recidief pleiomorf adenomen (blootstelling van het kapsel, grensvlak tussen tumor en aangezichtszenuw, kapselruptuur, recidief en permanente disfunctie van de aangezichtszenuw) vertonen geen wezenlijke variaties op basis van hoeveelheid opgeofferd parotisweefsel (TP, PSP of ECD). Een uitgebreidere parotidectomie leidt tot hogere percentages tijdelijke facialisparesen en het Frey-syndroom. Focale kapselblootstelling aan het resectievlak komt voor in vrijwel alle gevallen van parotischirurgie voor pleiomorf adenomen. Minimale marge chirurgie bij ECD wordt niet aanbevolen.
Behandelregimes variëren van herresectie en/of postoperatieve radiotherapie tot een afwachtend beleid. Het is op basis van de literatuur niet mogelijk om hierin een eenduidig advies te geven. Er zijn geen bekende gerandomiseerde studies, en dus zijn de conclusies in de meeste artikelen gebaseerd op coherente argumenten, zoals de lokalisatie, de kans op residu, de opties tot revisie chirurgie indien twijfel over residu en de leeftijd. Deze factoren dienen in overweging te worden genomen bij de keuze van behandeling. Uit de gepubliceerde conclusies blijkt dat de aanvaarde behandeling varieert van observatie in geselecteerde gevallen tot totale parotidectomie. Indien in geselecteerde gevallen postoperatieve radiotherapie wordt overwogen gezien multifocaliteit en functionele gevolgen van nogmaals revisie- chirurgie, wordt geadviseerd om deze overweging met een hoofd-hals centrum te bespreken.
Indien gekozen wordt voor een expectatief beleid, wordt beeldvorming geadviseerd na 6 maanden. Hier heeft MRI de voorkeur. Ten behoeve van adequate vergelijking tijdens follow-up, wordt het gebruik van een dezelfde beeldvormende modaliteit geadviseerd.
Onderbouwing
Achtergrond
In de literatuur is er nog geen consensus over het type behandeling voor een residu/recidief pleiomorf adenoom.
Referenties
- Abu-Ghanem Y, Mizrachi A, Popovtzer A, Abu-Ghanem N, Feinmesser R. Recurrent pleomorphic adenoma of the parotid gland: Institutional experience and review of the literature. J Surg Oncol. 2016 Nov;114(6):714-718. doi: 10.1002/jso.24392. Epub 2016 Jul 29. PMID: 27468730.
- Bradley PJ. The recurrent pleomorphic adenoma conundrum. Curr Opin Otolaryngol Head Neck Surg. 2018 Apr;26(2):134-141. doi: 10.1097/MOO.0000000000000435. PMID: 29278551.
- Kanatas A, Ho MWS, Mücke T. Current thinking about the management of recurrent pleomorphic adenoma of the parotid: a structured review. Br J Oral Maxillofac Surg. 2018 May;56(4):243-248. doi: 10.1016/j.bjoms.2018.01.021. Epub 2018 Mar 8. PMID: 29526342.
- Malard O, Thariat J, Cartier C, Chevalier D, Courtade-Saidi M, Uro-Coste E, Garrel R, Kennel T, Mogultay P, Tronche S, Varoquaux A, Righini CA, Vergez S, Fakhry N. Guidelines of the French Society of Otorhinolaryngology-Head and Neck Surgery (SFORL), part II: Management of recurrent pleomorphic adenoma of the parotid gland. Eur Ann Otorhinolaryngol Head Neck Dis. 2021 Jan;138(1):45-49. doi: 10.1016/j.anorl.2020.08.009. Epub 2020 Aug 13. PMID: 32800715.
- Mc Loughlin L, Gillanders SL, Smith S, Young O. The role of adjuvant radiotherapy in management of recurrent pleomorphic adenoma of the parotid gland: a systematic review. Eur Arch Otorhinolaryngol. 2019 Feb;276(2):283-295. doi: 10.1007/s00405-018-5205-z. Epub 2018 Nov 13. PMID: 30426229.
- Nicholas SE, Fu W, Liang AL, DeLuna R, Vujaskovic L, Bishop J, Page BR, Quon H, Gourin C, Fakhry C, Eisele D, Kiess AP. Radiation Therapy After Surgical Resection Improves Outcomes for Patients With Recurrent Pleomorphic Adenoma. Adv Radiat Oncol. 2021 Mar 2;6(3):100674. doi: 10.1016/j.adro.2021.100674. PMID: 34195493; PMCID: PMC8233456.
- Rowley H, Murphy M, Smyth D, O'Dwyer TP. Recurrent pleomorphic adenoma: uninodular versus multinodular disease. Ir J Med Sci. 2000 Jul-Sep;169(3):201-3. doi: 10.1007/BF03167696. PMID: 11272877.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 15-10-2024
Laatst geautoriseerd : 15-10-2024
Geplande herbeoordeling : 15-10-2028
De geldigheid van de leidraad komt te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.
Algemene gegevens
De ontwikkeling van deze leidraad werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de leidraad is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met een benigne speekselkliertumor.
Werkgroep
- Dr. S. (Stijn) van Weert, voorzitter, hoofd-hals oncologisch chirurg, werkzaam in het MUMC, NVKNO
- Dr. J.M.J.A.A. (Jos) Straetmans, KNO-arts, werkzaam in het Zuyderland Ziekenhuis, NVKNO
- Dr. D.A. (Derrek) Heuveling, KNO-arts, werkzaam in het Meander MC, NVKNO
- S.T.H. (Sam) Reerds, KNO-AIOS, werkzaam in het Radboudumc, NVKNO
- Dr. M.L. (Marc) Ooft, Patholoog, Pathologie DNA, werkzaam in Rijnstate, NVVP
- Dr. M.H. (Matthijs) Valstar, MKA-chirurg, post-doc onderzoeker, werkzaam in respectievelijk Flevoziekenhuis Almere en Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam, NVMKA
- Dr. M.M.L. (Maartje) de Win, Radioloog, werkzaam in Amsterdam UMC, NVvR
Klankbordgroep
- Dr. M.F. (Martijn) Lutke Holzik, Chirurg-oncoloog, werkzaam in ZGT, NVvH
Met ondersteuning van
- Dr. D. (Dagmar) Nieboer, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Dr. A. (Anh Nhi) Nguyen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
van Weert (voorzitter) |
voorzitter vanuit de Nederlandse vereniging voor KNO- heelkunde (NvKNO)
|
Fulltime hoofd-hals oncologisch chirurg MUMC+
|
Geen |
Niet van toepassing |
Heuveling |
KNO-arts Meander Medisch Centrum |
Penningmeester MSB Midden Nederland U.A. (betaald) |
Geen |
Niet van toepassing |
Straetmans |
KNO-arts, vrijgevestigd |
Medisch Manager RVE Oncologie, Zuyderland Medisch Centrum |
Geen |
Niet van toepassing |
de Win |
Radioloog, Amsterdam UMC |
Opleider radiologie Amsterdam UMC, lid concilium en PVC radiologie. Faculty Erasmus course H&N MRI |
Geen |
Niet van toepassing |
Ooft |
Patholoog
|
Extern gefinancierd onderzoek (PI; Neuoendocrine Research Grant) |
Geen |
Niet van toepassing |
Valstar |
MKA-chirurg, Flevoziekenhuis, Almere
|
Post-doc onderzoeker NKI-AVL
|
Geen |
Niet van toepassing |
Reerds |
Radboudumc, AIOS Keel-, neus-, en oorheelkunde
|
PhD student Radboudumc speekselklierpathologie
|
Geen |
Niet van toepassing |
Klankbordgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Lukte Holzik |
Chirurg-oncoloog, ZGT |
Opleider heelkunde en voorzitter NVCO (Nederlandse vereniging Chirurgische Oncologie). |
Geen |
Niet van toepassing |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van de Sjögren Patiëntenvereniging, Patiëntenvereniging Hoofd-Hals, Patiëntenvereniging Speekelklierkanker en de overkoepelende Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) om deel te nemen in de werkgroep en aan de schriftelijke knelpuntenanalyse. Alle partijen hebben aangegeven hiervoor op dit moment niet de capaciteit te hebben. Door de werkgroep is er aandacht besteed aan het patiëntperspectief en is het document ‘inhoudelijke inbreng bij patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van kwaliteitsdocumenten’ daarin leidend geweest.
Werkwijze
Knelpuntenanalyse, uitgangsvragen, enquête
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de benigne speekselklierzorg middels een enquête. Voor dit onderdeel zijn twee verschillende enquêtes uitgezet naar zorgverleners in de eerste en tweede (en derde) lijn. In deze enquête werd er navraag gedaan over verwijspatronen, praktijkgrootte en variatie, diagnostiek, behandeling, wachttijden, omgaan met recidieven en bijwerkingen. Van alle respondenten ervaart iets minder dan de helft praktijkvariatie in de diagnostiek en behandeling van benigne speekselkliertumoren.
Commentaar- en autorisatiefase
Het concept van de leidraad wordt aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren worden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren wordt de leidraad aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraad wordt aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.