Leidraad Benigne Speekselkliertumoren

Initiatief: NVKNO Aantal modules: 26

Wat is de behandelstrategie bij een pleiomorf adenoom?

Uitgangsvraag

Wat is de behandelstrategie bij een pleiomorf adenoom?

Aanbeveling

Behandelstrategie bij een pleiomorf adenoom

Kies bij een pleiomorf adenoom voor een chirurgische behandeling.

 

Weeg risico’s op maligne transformatie af ten opzichte van morbiditeit en complicaties van de ingreep in samenspraak met de patiënt.


Licht patiënt in ten aanzien van de kans op een fout-negatieve punctie (1.9% in het geval van een verondertelde pleimorf adenoom) en weeg risico’s op maligne transformatie goed af ten opzichte van morbiditeit en complicaties van de ingreep in samenspraak met de patiënt.

Neem daarbij de leeftijd en de algehele conditie van de patiënt in acht.

 

Voer in geval van een expectatief beleid een actieve follow-up uit.

 

Kies bij een chirurgische behandeling van pleiomorf adenomen in de glandula parotis bij voor PSP danwel ECD, afhankelijk van de lokalisatie en grootte (≤3cm) van de tumor.

Overwegingen

Hoewel het risico op maligne transformatie gering is, is deze voor jongere patiënten groter vanwege de langere levensverwachting, hetgeen een parotidectomie rechtvaardigt. Veel patiënten bij wie op latere leeftijd de diagnose PA wordt gesteld, zullen nooit een maligne transformatie ontwikkelen, en een operatie kan onnodig risico inhouden. Om die reden kan er besloten worden om bij ouderen in samenspraak een expectatief beleid te hanteren. De exacte leeftijd waarbij dit gerechtvaardigd is, is tot op heden onduidelijk. In de spaarzaam aanwezige literatuur wordt een leeftijdsgrens van 65 jaar genoemd (Feinmesser, 2021). Indien besloten wordt om een expectatief beleid te handhaven, wordt actieve follow-up aanbevolen, o.a. gezien risico op fout-negatieve cytologie. In 1.9% van de cytopathologisch veronderstelde pleiomorf adenomen was er bij histopathologische correlatie sprake van een maligne tumor (Reerds, 2021). Met betrekking tot periodiciteit is een (half)jaarlijkse controle courant.

 

Het type chirurgie dat de voorkeur heeft, is onderwerp van debat (Klingerman, 2020; Eneroth, 1974; Xie, 2015; Mantsopoulos, 2015; Visconti, 2022; Larian, 2016; Kadletz, 2017; Loke, 2022). Enerzijds worden in de literatuur in wisselende mate een verhoogde incidentie van onbedoelde facialis letsels beschreven na ECD, alsook een verhoogde kans op ruptuur van de laesie en een grotere kans op recidief. Daarentegen zijn er ook studies die deze verschillen niet laten zien. Er zijn tot op heden geen grote multicenter studies gepubliceerd die hierop een definitief antwoord geven. Een mogelijke oorzaak voor de verschillen in de literatuur is de indicatie voor de toepassing van de techniek. Voorwaarde voor het toepassen van een ECD zijn dat de tumor oppervlakkig gelegen is, goed mobiel aanvoelt, de cytologie met voldoende zekerheid een benigne tumor veronderstelt en dat de tumor diameter ≤ 3 cm is (Quer 2017). Daarnaast is het een voorwaarde dat de chirurg wel bekend is met de techniek van het opzoeken van de hoofdstam van de nervus facialis en de antegrade dissectie van deze zenuw, gezien de kans op conversie naar een PSP. Een variant van de ECD is bv ook het perifeer opzoeken van ramus marginalis en vervolgens retrograad verwijderen parotisstaarttumoren. De chirurg kan vervolgens zorgvuldig overwegen of de laesie via ECD veilig kan worden verwijderd, zonder kapselruptuur of facialisletsel.

 

Voordelen van de ECD zijn een kleiner operatiegebied, minder bemoeienis met facialis hoofdstam, beperktere resectie van functioneel parotisweefsel met daarbij dus een kleinere kans op het syndroom van Frey postoperatief en als laatste een verkorte duur van de procedure. Hiertegenover staat de theoretisch grotere kans op accidentele neurotomie of neuropraxie van de n. facialis, omdat de hoofdstam niet opgezocht wordt en er derhalve geen antegrade dissectie plaatsvindt. Er is een GRADE analyse verricht die de resultaten van de PSP en ECD met elkaar vergelijkt, hiervoor verwijzen wij naar bijlage (GRADE beoordeling PSP versus ECD). Concluderend wordt er geen superioriteit van een van de ingrepen aangetoond voor benigne superficieel gelegen speekselkliertumoren.

 

In de genoemde categorisering van benigne tumoren in de glandula parotis door de ESGS (tabel 7), wordt op basis van lokalisatie van het pleiomorf adenoom een behandelvoorstel gedaan.

 

Tabel 7 Voorgestelde chirurgische benadering bij pleiomorf adenomen afhankelijk van grootte en lokalisatie

      Category

Resection Proposed

I

Parotidectomy one level (*) or extracapsular dissection

II

Parotidectomy (one or two levels*, more often partial superficial)

III

Parotidectomy (two levels*, more often superficial)

IV

Parotidectomy (three or four levels* removed, more often total)

*Levels according to the ESGS proposal (Quer, 2017)

Onderbouwing

Bij pleiomorf adenomen van de glandula parotis heeft de PSP de voorkeur boven de totale parotidectomie (TP). Enucleatie wordt beschouwd als obsoleet. De twee gebruikte technieken zijn PSP en ECD.

 

Bij lokalisatie in de glandula submandibularis/glandula sublingualis wordt veelal een volledige extirpatie van de glandula verricht, hoewel in specifieke gevallen een volledige resectie van de laesie met marge en behoud van een deel van de klier mogelijk is.

  1. Eneroth CM, Zetterberg A. Malignancy in pleomorphic adenoma. A clinical and microspectrophotometric study. Acta Otolaryngol. 1974 Jun;77(6):426-32. doi: 10.3109/00016487409124645. PMID: 4365171.
  2. Feinmesser G, Feinmesser R, Alon E, Leshno M. Is parotidectomy justified in elderly patients with pleomorphic adenoma? A decision analysis model. Am J Otolaryngol. 2021 May-Jun;42(3):102868. doi: 10.1016/j.amjoto.2020.102868. Epub 2021 Jan 4. PMID: 33476972.
  3. Kadletz L, Grasl S, Grasl MC, Perisanidis C, Erovic BM. Extracapsular dissection versus superficial parotidectomy in benign parotid gland tumors: The Vienna Medical School experience. Head Neck. 2017 Feb;39(2):356-360. doi: 10.1002/hed.24598. Epub 2016 Oct 5. PMID: 27704717.
  4. Reerds STH, Van Engen-Van Grunsven ACH, van den Hoogen FJA, Takes RP, Marres HAM, Honings J. Accuracy of parotid gland FNA cytology and reliability of the Milan System for Reporting Salivary Gland Cytopathology in clinical practice. Cancer Cytopathol. 2021 Sep;129(9):719-728. doi: 10.1002/cncy.22435. Epub 2021 Apr 28. PMID: 33908189; PMCID: PMC8453933
  5. Kligerman MP, Jin M, Ayoub N, Megwalu UC. Comparison of Parotidectomy With Observation for Treatment of Pleomorphic Adenoma in Adults. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2020 Nov 1;146(11):1027-1034. doi: 10.1001/jamaoto.2020.2944. PMID: 32970111; PMCID: PMC7516813.
  6. Larian B. Parotidectomy for Benign Parotid Tumors. Otolaryngol Clin North Am. 2016 Apr;49(2):395-413. doi: 10.1016/j.otc.2015.10.006. PMID: 27040586.
  7. Loke WL, Rahimi S, Brennan PA. An update on extracapsular dissection for the management of parotid gland pleomorphic adenoma. J Oral Pathol Med. 2022 Mar;51(3):219-222. doi: 10.1111/jop.13251. Epub 2021 Oct 25. PMID: 34697837.
  8. Mantsopoulos K, Koch M, Klintworth N, Zenk J, Iro H. Evolution and changing trends in surgery for benign parotid tumors. Laryngoscope. 2015 Jan;125(1):122-7. doi: 10.1002/lary.24837. Epub 2014 Jul 14. PMID: 25043324.
  9. Visconti IC, Lannella G, Meccariello G, Cammaroto G, Gulotta G, Greco A, de Vincentiis M, Magliulo G, Pelucchi S, Maniaci A, Cocuzza S, La Mantia I, Brevi B, Vicini C. Treatment of Benign Lesion of Levels I or II of the Parotid Gland: Long Term Results of Partial Superficial Parotidectomy. J Craniofac Surg. 2022 May 1;33(3):e310-e314. doi: 10.1097/SCS.0000000000008226. Epub 2021 Sep 29. PMID: 34608007.
  10. Xie S, Wang K, Xu H, Hua RX, Li TZ, Shan XF, Cai ZG. PRISMA-Extracapsular Dissection Versus Superficial Parotidectomy in Treatment of Benign Parotid Tumors: Evidence From 3194 Patients. Medicine (Baltimore). 2015 Aug;94(34):e1237. doi: 10.1097/MD.0000000000001237. PMID: 26313768; PMCID: PMC4602923.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 15-10-2024

Laatst geautoriseerd  : 15-10-2024

Geplande herbeoordeling  : 15-10-2028

De geldigheid van de leidraad komt te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgie

Algemene gegevens

De ontwikkeling van deze leidraad werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de leidraad is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met een benigne speekselkliertumor.

 

Werkgroep

  • Dr. S. (Stijn) van Weert, voorzitter, hoofd-hals oncologisch chirurg, werkzaam in het MUMC, NVKNO
  • Dr. J.M.J.A.A. (Jos) Straetmans, KNO-arts, werkzaam in het Zuyderland Ziekenhuis, NVKNO
  • Dr. D.A. (Derrek) Heuveling, KNO-arts, werkzaam in het Meander MC, NVKNO
  • S.T.H. (Sam) Reerds, KNO-AIOS, werkzaam in het Radboudumc, NVKNO
  • Dr. M.L. (Marc) Ooft, Patholoog, Pathologie DNA, werkzaam in Rijnstate, NVVP
  • Dr. M.H. (Matthijs) Valstar, MKA-chirurg, post-doc onderzoeker, werkzaam in respectievelijk Flevoziekenhuis Almere en Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam, NVMKA
  • Dr. M.M.L. (Maartje) de Win, Radioloog, werkzaam in Amsterdam UMC, NVvR

Klankbordgroep

  • Dr. M.F. (Martijn) Lutke Holzik, Chirurg-oncoloog, werkzaam in ZGT, NVvH

Met ondersteuning van

  • Dr. D. (Dagmar) Nieboer, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. A. (Anh Nhi) Nguyen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

van Weert (voorzitter)

voorzitter vanuit de Nederlandse vereniging voor KNO- heelkunde (NvKNO)

 

Fulltime hoofd-hals oncologisch chirurg MUMC+
tot 31-12-22 voorzitter van de plenaire commissie opleidingsvisitaties.
lid van de commissie hoofd-hals oncologie van de NvKNO
Voorzitter werkgroep hoofd-halsoncologie MUMC+

 

Geen

Niet van toepassing

Heuveling

KNO-arts Meander Medisch Centrum

Penningmeester MSB Midden Nederland U.A. (betaald)
Lid kerngroep Laryngologie van de NvKNO

Geen

Niet van toepassing

Straetmans

KNO-arts, vrijgevestigd
Zuyderland MC Heerlen-Sittard

Medisch Manager RVE Oncologie, Zuyderland Medisch Centrum

Geen

Niet van toepassing

de Win

Radioloog, Amsterdam UMC

Opleider radiologie Amsterdam UMC, lid concilium en PVC radiologie. Faculty Erasmus course H&N MRI

Geen

Niet van toepassing

Ooft

Patholoog

Pathologie DNA, locatie Rijnstate ziekenhuis, Arnhem

 

Extern gefinancierd onderzoek (PI; Neuoendocrine Research Grant)

Geen

Niet van toepassing

Valstar

MKA-chirurg, Flevoziekenhuis, Almere

 

Post-doc onderzoeker NKI-AVL

 

Geen

Niet van toepassing

Reerds

Radboudumc, AIOS Keel-, neus-, en oorheelkunde

 

PhD student Radboudumc speekselklierpathologie

 

Geen

Niet van toepassing

 

Klankbordgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Lukte Holzik

Chirurg-oncoloog, ZGT

Opleider heelkunde en voorzitter NVCO (Nederlandse vereniging Chirurgische Oncologie).

Geen

Niet van toepassing

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van de Sjögren Patiëntenvereniging, Patiëntenvereniging Hoofd-Hals, Patiëntenvereniging Speekelklierkanker en de overkoepelende Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) om deel te nemen in de werkgroep en aan de schriftelijke knelpuntenanalyse. Alle partijen hebben aangegeven hiervoor op dit moment niet de capaciteit te hebben. Door de werkgroep is er aandacht besteed aan het patiëntperspectief en is het document ‘inhoudelijke inbreng bij patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van kwaliteitsdocumenten’ daarin leidend geweest.

Werkwijze

Knelpuntenanalyse, uitgangsvragen, enquête

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de benigne speekselklierzorg middels een enquête. Voor dit onderdeel zijn twee verschillende enquêtes uitgezet naar zorgverleners in de eerste en tweede (en derde) lijn. In deze enquête werd er navraag gedaan over verwijspatronen, praktijkgrootte en variatie, diagnostiek, behandeling, wachttijden, omgaan met recidieven en bijwerkingen. Van alle respondenten ervaart iets minder dan de helft praktijkvariatie in de diagnostiek en behandeling van benigne speekselkliertumoren.

 

Commentaar- en autorisatiefase

Het concept van de leidraad wordt aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren worden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren wordt de leidraad aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraad wordt aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.