School en kinderopvang
Uitgangsvraag
What is the effect of going to school or kindergarten on infections in children with any type of cancer and/or after stem-cell transplantation?
Wat is het effect van naar school gaan of naar de kleuterschool gaan op infecties bij kinderen met een type kanker en/of na stamceltransplantatie?
Aanbeveling
Wij adviseren het toestaan van naar school of naar de kinderopvang te gaan door kinderen met kanker (tenzij iemand in de klas of groep een infectieuze ziekte heeft zoals waterpokken).
- STERKE aanbeveling, ZEER LAGE kwaliteit evidence.
Overwegingen
Er werd één studie gevonden over dit onderwerp in kinderen met kanker. Concluderend, in deze studie (11) werd een restrictie in sociaal contact (zoals school en kinderopvang) niet significant geassocieerd met een verminderd risico op infecties. Echter, de studie beschrijft dat deze restricties geadviseerd werden door zorgverleners, en er werd niet gerapporteerd in welke mate ouders en kinderen zich hieraan hebben gehouden. Deze studie is retrospectief en laat misschien de exacte aantal restricties rondom sociaal contact niet zien, maar het laat wel een effect ziet, die wordt erkend door onze experts.
In lijn met de eerder genoemde studie is de werkgroep van mening dat er geen restricties nodig zijn rondom het naar school of naar de kinderopvang gaan. Zolang kinderen hun handhygiëne zorgvuldig toepassen gedurende de dag, zien wij geen reden waarom enkele vorm van restricties moeten worden toegepast.
De werkgroep erkent dat het risico op infectie via school of de kinderopvang een zorg is voor ouders. Echter, het belang van naar school of naar de kinderopvang gaan is zo groot voor de kinderen en zorgt voor een betere kwaliteit van leven, dat de risico’s opwegen tegen de voordelen. Wij vinden namelijk ook dat als kinderen niet naar school of de kinderopvang zouden mogen, dit een verlaging van hun kwaliteit van leven zou zijn. Wij vinden dat naar school gaan ontzettend belangrijk is voor de ontwikkeling van ieder kind, en natuurlijk geldt dat ook voor kinderen met kanker. Er speelt ook een belangrijk sociaal aspect, namelijk het zien van hun vrienden en leeftijdsgenoten en zoveel mogelijk met hun dagelijkse routine en activiteiten als vóór hun diagnose.
Echter, wij vinden het een begrijpelijke keuze als ouders hun kinderen thuis houden wanneer veel kinderen in de klas of op de opvang ziek zijn. Wij raden sterk aan dat kinderen thuis blijven als er een besmettelijke ziekte is in de groep, zoals bijvoorbeeld waterpokken. Dit geldt voor kinderen die nog nooit in aanraking zijn geweest met de waterpokken en hiervoor nog geen immuniteit hebben opgebouwd. Als er een besmettelijke ziekte in de groep heerst, raden wij aan om dit individuele geval te overleggen met de behandeld arts.
Samenvattend, zolang kinderen hun handhygiëne zorgvuldig toepassen gedurende de dag, zien wij geen reden waarom enkele vorm van restricties rondom school of de opvang moeten worden toegepast. Wij raden aan om kinderen met kanker naar school of naar de kinderopvang te laten gaan (tenzij iemand in de klas of groep een infectieuze ziekte heeft zoals waterpokken).
Onderbouwing
Conclusies
D: Conclusion(s) of evidence (pediatric oncology patients)
|
|
* The letter refers to the specific GRADE assessment described in section C1.
**Social restrictions evaluated were related to indoor public places, outdoor public places, friends visiting at home, daycare centers, kindergarten, and school beyond kindergarten.
Samenvatting literatuur
C: Results in pediatric and adult oncology patients
C1. Evidence in pediatric oncology patients
In our literature search, one study was included for this clinical question. Tramsen et al (2016) (11) performed a retrospective cohort study, including children with acute myeloid leukemia treated accordingly AML-BFM 2004, between 2004 and 2010 in Germany, Austria, Switzerland and the Czech Republic. They reported about a survey about anti-infective measures. In total, 37 hospitals completed a survey about anti-infective measures. The survey included questions about restriction in social contacts, pets at home, and food.
Social restrictions evaluated were related to indoor public places, outdoor public places, friends visiting at home, daycare centers, kindergarten, and school beyond kindergarten. Restrictions were categorized as always restricted (2 points), restricted under certain circumstances (1 point) or never restricted (0 points).
For the social restrictions, Tramsen (2016) reported a median score of 9 (range 7-12) for a score with six items and consequently the highest possible score of 12. For the unadjusted analysis, a higher restriction in social contact score was associated with an increased incidence of bacteremia (IRR 1.21, 95% CI 1.07-1.37, p=0.003).
However, when the results were adjusted for gender, age, weight groups, risk stratification and antibiotic prophylaxis, restriction of social contacts was not significantly associated with the risk of infection. Namely, for fever of unknown origin, an IRR of 0.99 was reported (95% CI 0.92-1.08, p=0.9); for bacteremia an IRR of 1.15 was reported (95% CI 0.99-1.33, p=0.066); for pneumonia an IRR of 0.99 was reported (95% CI 0.77-1.28, p=0.96) and for gastroenteritis an IRR of 0.94 was reported (95% CI 0.73-1.21, p=0.63).
Table 11: Study characteristics Tramsen 2016
Article |
Population |
Group information and study protocol |
Included outcomes |
Risk of bias assessment a. Selection bias |
Tramsen et al, 2016 |
a. 339 patients |
37 hospitals completed a survey about anti-infective measures. The survey included questions about restriction in social contacts, pets at home, and food. (5) Restrictions were categorized as always restricted (2 points), restricted under certain circumstances (1 point) or never restricted (0 points). Therefore, higher numbers represent more restrictions. They gathered data about infectious complications and calculated an incidence rate ratio of infection per score. |
- Number of infections |
a. Low b. Low c. Low d. Unclear e. High |
*or possible risk factor group, or intervention group
Table 13: Outcomes Tramsen 2016 – Restriction in social contact (school and kindergarten)
Author, study design |
No. of participants, total (cases vs controls) & Group definition |
Results |
Statistical methods |
Effect size |
Quality of evidence |
1) Tramsen |
1) 339 pediatric AML patients. Hospitals filled in restriction scores regarding pets and social contacts. |
1A1) When the results were adjusted for gender, age, weight groups, risk stratification and antibiotic prophylaxis, restriction of social contact was not significantly associated with decreased risk of fever of unknown origin. |
1) Poisson regression and associated 95% CI |
1A1) IRR 0.99, 95% CI 0.92-1.08, p=0.9 |
⨁◯◯◯G |
G: GRADE: Grade quality assessment restriction in social contacts: design is retrospective cohort study, inconsistency not serious, indirectness not serious, imprecision serious, publication bias unlikely, downgraded 1 level because of serious risk of bias (selection bias low, attrition bias low, detection bias low, reporting bias unclear, confounding bias high, other bias low).
C2. Additional recommendations guidelines (adults)
From our search for existing relevant guidelines, no additional guidelines were included for this clinical question.
Zoeken en selecteren
B: Clinical question, search and selection
B1: Clinical question:
What is the effect of social restrictions (regarding risk of infections) on infections (prevalence and infectious complications) and other outcomes in children with any type of cancer and/or after stem-cell transplantation?
P = Children (aged 0-18 years) with any type of cancer and/or after stem-cell transplantation receiving anti-cancer treatment with curative intent
I = Social restrictions regarding risk of infections (i.e. restriction in school attendance, kindergarten, visiting zoo or farm, pets, swimming (whirlpool, sauna visits), being in crowded places, public transport, intimacy, flowers, or other author defined social restrictions)
C = (No social restrictions)
O = Severe or mild infections (prevalence and infectious complications), quality of life, anti-cancer treatment-related complications (adjustments in therapy or delay), costs, mortality, event-free survival
B2: Literature search and study selection
For the complete methodology of this guideline development and the search strategy, we refer to pages 18-23.
Of 6038 unique citations identified in the literature search, one study with pediatric oncology patients (Tramsen, 2016 (11)) was included. Evidence was extracted and assessed using the GRADE methodology.
Referenties
- Taplitz RA, Kennedy EB, Flowers CR. Antimicrobial Prophylaxis for Adult Patients With Cancer-Related Immunosuppression: ASCO and IDSA Clinical Practice Guideline Update Summary. J Oncol Pract. 2018;14(11):692-5.
- Loeffen EAH, Kremer LCM, Mulder RL, Font-Gonzalez A, Dupuis LL, Sung L, et al. The importance of evidence-based supportive care practice guidelines in childhood cancer-a plea for their development and implementation. Support Care Cancer. 2017;25(4):1121-5.
- Higgins JPT GS (editors). Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions Version 5.1.0. [updated M. The Cochrane Collaboration; 2011.
- Mulder RL, Brown MC, Skinner R, Hudson MM, Kremer LCM. Handbook for guideline development; collaboration between International Guideline Harmonization Group, PanCare Guideline Group and Cochrane Childhood Cancer Group. 2019.
- Dupuis LL, Robinson PD, van de Wetering MD, Tissing W, Seelisch J, Digout C, et al. Lexicon for guidance terminology in pediatric hematology/oncology: A White Paper. Pediatr Blood Cancer. 2020;67(4):e28170.
- Guyatt GH, Schunemann HJ, Djulbegovic B, Akl EA. Guideline panels should not GRADE good practice statements. J Clin Epidemiol. 2015;68(5):597-600.
- Buttery JP, Alabaster SJ, Heine RG, Scott SM, Crutchfield RA, Bigham A, et al. Multiresistant Pseudomonas aeruginosa outbreak in a pediatric oncology ward related to bath toys. Pediatr Infect Dis J. 1998;17(6):509-13.
- Raulji CM, Clay K, Velasco C, Yu LC. Daily Bathing with Chlorhexidine and Its Effects on Nosocomial Infection Rates in Pediatric Oncology Patients. Pediatr Hematol Oncol. 2015;32(5):315-21.
- Zerr DM, Milstone AM, Dvorak CC, Adler AL, Chen L, Villaluna D, et al. Chlorhexidine gluconate bathing in children with cancer or those undergoing hematopoietic stem cell transplantation: A double-blinded randomized controlled trial from the Children's Oncology Group. Cancer. 2020;127(1):56-66.
- Kjellin M, Qudeimat A, Browne E, Keerthi D, Sunkara A, Kang G, et al. Effectiveness of Bath Wipes After Hematopoietic Cell Transplantation: A Randomized Trial. J Pediatr Oncol Nurs. 2020;37(6):390-7.
- Tramsen L, Salzmann-Manrique E, Bochennek K, Klingebiel T, Reinhardt D, Creutzig U, et al. Lack of Effectiveness of Neutropenic Diet and Social Restrictions as Anti-Infective Measures in Children With Acute Myeloid Leukemia: An Analysis of the AML-BFM 2004 Trial. J Clin Oncol. 2016;34(23):2776-83.
- Robbins J, Cromwell P, Korones DN. Swimming and central venous catheter-related infections in the child with cancer. J Pediatr Oncol Nurs. 1999;16(1):51-6.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 29-06-2022
Laatst geautoriseerd : 29-06-2022
Geplande herbeoordeling :
Voor het beoordelen van de actualiteit van deze richtlijn is de werkgroep niet in stand gehouden. Uiterlijk in 2027 bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde of de modules van deze richtlijn nog actueel zijn. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.
De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde is regiehouder van deze richtlijn en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van de richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.
Algemene gegevens
De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.
Doel en doelgroep
Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met kanker.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2019 een werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met kanker te maken hebben.
Belangenverklaringen
Alle werkgroep leden hebben schriftelijk verklaard of zij directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroep leden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.
Tabel 1: (Neven)functies en belangen werkgroep leden
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen acties |
D.C. Stavleu |
Arts-onderzoeker kinderoncologie Prinses Máxima Centrum, Utrecht en Beatrix Kinderziekenhuis (Universitair Medisch Centrum Groningen) |
- |
Geen |
Geen |
E.A.H. Loeffen |
AIOS kindergeneeskunde, epidemioloog en postdoc onderzoeker kinderoncologie Prinses Máxima Centrum, Utrecht en Beatrix Kinderziekenhuis (Universitair Medisch Centrum Groningen)
|
Voorzitter Stichting Kinderboek & Wetenschap (onbetaald). |
Geen |
Geen |
R.L. Mulder |
Postdoc onderzoeker, richtlijn ontwikkelaar, methodoloog, Prinses Máxima Centrum, Utrecht |
- |
Geen |
Geen |
D.M. Kruimer |
Arts-onderzoeker kinderoncologie Prinses Máxima Centrum, Utrecht
|
ANIOS Kindergeneeskunde |
Geen |
Geen |
L.C.M. Kremer |
Kinderarts, hoogleraar late effecten in kinderoncologie, Prinses Máxima Centrum, Utrecht en hoogleraar gepaste zorg, Amsterdam UMC, Amsterdam
|
Adviseur kenniscentrum palliatieve zorg, beurzen via KiKa, KWF, ZonMW in het kader van werkzaamheden onderzoeksgroep Late Effecten. |
Geen |
Geen |
W.J.E. Tissing |
Kinderoncoloog, hoogleraar Supportive Care, Prinses Máxima Centrum, Utrecht en Beatrix Kinderziekenhuis (Universitair Medisch Centrum Groningen)
|
Geen relevante nevenfuncties. |
Geen |
Geen |
L.R. Beek |
Klinisch psycholoog, Prinses Máxima Centrum, Utrecht |
Lid van congrescommissie “Samen nog beter” en lid van bestuur LVMP kinder- & jeugd. |
Geen |
Geen |
J.H.P. Evers |
Verpleegkundig specialist, Prinses Máxima Centrum, Utrecht
|
- |
Geen |
Geen |
M.M. Hagleitner |
Kinderoncoloog, Prinses Máxima Centrum, Utrecht |
- |
Geen |
Geen |
D.H.J. Martens |
Kinderarts, Isala, Zwolle |
- |
Geen |
Geen |
J.G. Noordzij |
Kinderarts, Reinier de Graaf Gasthuis, Delft
|
- |
Geen |
Geen |
I. Ophorst |
Kinderoncologie verpleegkundige, expert verpleegkundig onderzoek, Prinses Máxima Centrum, Utrecht |
- |
Geen |
Geen |
J. Ottens |
Verpleegkundig specialist kinderoncologie, Beatrix Kinderziekenhuis (Universitair Medisch Centrum Groningen)
|
- |
Geen |
Geen |
W. Plieger |
Beleidsmedewerker VKN (Vereniging Kinderkanker Nederland) |
- |
Geen |
Geen |
M. Quaak |
Kinderarts, fellow kinderinfectieziekten en –immunologie, Sophia Kinderziekenhuis (Erasmus MC) |
Lid NVK commissie Pleitbezorging: voor verbetering leefomstandigheden voor kinderen en opkomen voor de rechten van het kind (onbetaald). |
Geen |
Geen |
T. Schuerhoff |
Pedagogisch medewerker, Prinses Máxima Centrum, Utrecht |
- |
Geen |
Geen |
J. Spijkerman |
Kinderarts, fellow kinderoncologie, Prinses Máxima Centrum, Utrecht
|
- |
Geen |
Geen |
M.D. van de Wetering |
SKION taakgroep Supportive Care, Kinderoncoloog, Prinses Máxima Centrum, Utrecht |
- |
Geen |
Geen |
T.F.W. Wolfs |
Kinderarts-infectieziekten, Wilhelmina Kinderziekenhuis, Utrecht |
Redactielid tijdschrift Praktische Pediatrie (betaald), |
Geen |
Geen |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd ruim aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de Nederlandse Vereniging Kinderkanker Nederland (VKN) af te vaardigen in de werkgroep en in nauw contact te blijven gedurende het hele proces.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Implementatie
In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. De implementatie zal plaatsvinden in het Prinses Máxima Centrum en de Shared Care centra en de werkgroep ziet geen grote belemmeringen. Een implementatieplan is bijgevoegd in de bijlagen.
Werkwijze
Knelpunteninventarisatie
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de kernwerkgroep een aantal belangrijke en omvangrijke knelpunten. Deze werden vervolgens door de gehele werkgroep, inclusief alle afgevaardigden van de wetenschappelijke verenigingen, uitgebreid besproken en beoordeeld. Tevens zijn er nieuwe knelpunten aangedragen door de werkgroep leden. Hier is een volledige sessie aan gewijd met alle werkgroep leden in september 2019.
In deze knelpunteninventarisatie is expliciet rekening gehouden met zowel het klinische belang van deze uitkomsten en de organisatie van zorg zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur.
Uitgangsvragen
Op basis van de uitkomsten van de knelpunteninventarisatie zijn door de kernwerkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld. Deze zijn met de werkgroep gedeeld ter goedkeuring, waarna de werkgroep de definitieve uitgangsvragen heeft vastgesteld. Knelpunten gingen met name over naar school of naar de kinderopvang gaan, zwemmen, huisdieren, (contact) sporten, reizen en openbaar vervoer etc. Zie alle uitgangsvragen in de “Verantwoording Methodologie” vanaf pagina 18 voor een compleet overzicht. Alle besproken knelpunten zijn omgezet naar definitieve uitgangsvragen.
Kostenimplicaties
Door de toenemende aandacht voor de kosten in de gezondheidszorg neemt het belang van richtlijnen die doelmatig handelen bevorderen toe. Met de totstandkoming van deze richtlijn zijn kostenimplicaties meegenomen in de beoordeling van elke aanbeveling.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep dd 19-05-2022. De definitieve richtlijn werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd dd 29-06-2022.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.