Kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland

Initiatief: NVDV / NVPC / NVVH Aantal modules: 7

Meten van gespecialiseerde wondzorg

Uitgangsvraag

Welke indicatoren en uitkomstmaten dienen geregistreerd te worden om multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg goed in kaart te kunnen brengen, te monitoren en te implementeren?

Aanbeveling

Aangeraden wordt te starten met een landelijk project voor het meten van kwaliteit van wondzorg waarbij onderzocht wordt of onderstaande indicatoren over wondzorg te registreren zijn op basis van al geregistreerde (declaratie)gegevens zodat dit niet leidt tot een verhoogde registratielast:

  • bespreken met de patiënt en vastleggen wensen van de patiënt (qua behandeling en behandelaar) als ook het doel van de behandeling;
  • na drie weken (of eerder volgens verwachting) basiswondzorg verwijst of overlegt de huisarts met het expertteam indien de wond onvoldoende aantoonbare genezingstendens vertoont;
  • regionaal of lokaal vastgesteld expertteam met een regiebehandelaar (volgens de definities uit de kwaliteitsstandaard multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg);
  • afspraken van expertteam, de eerste lijn en het ziekenhuis zijn vastgelegd;
  • taken en competenties van zowel (leden van) het expertteam en de regiebehandelaar zijn beschreven en bekend binnen de ketenzorg;
  • implementatie van de classificatie van wondzorg conform de module ‘Indeling van wondzorg’;
  • vastgelegde waarschijnlijkheidsdiagnose(n) in de eerste drie weken en na deze periode een werkelijke diagnose(n) gesteld en vastgelegd waarom de wond niet geneest volgens de daarvoor geldende richtlijnen;
  • volgen van de genezing van de wond en het optreden van complicaties middels een (waar mogelijk) transmuraal elektronisch patiëntendossier;
  • meten van pijn.

 

Uitkomstindicatoren:

  • duur tot behalen van het behandeldoel (ongeacht wat het doel van de individuele patiënt is);
  • percentage recidief wond(en) binnen een jaar;
  • percentage complicaties per onderliggende diagnose (bijvoorbeeld infectie);
  • percentage tijdig verwezen wonden van ‘basiswondzorg’ naar ‘multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’.

 

Sluit aan bij bestaande landelijke kwaliteitsregistraties van onderliggende diagnosen.

Overwegingen

Kwaliteitsindicatoren multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg

Onderliggende diagnose

Een belangrijke pijler in de kwaliteitsstandaard multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg is tijdige adequate diagnostiek van het onderliggend lijden dat aan een niet-genezende wond ten grondslag ligt. Specifieke aandacht voor deze relevante diagnosen impliceert dat de multidisciplinaire, gespecialiseerde wond niet bestaat, zoals reeds beschreven is in deze kwaliteitsstandaard. De werkgroep adviseert dan ook om niet een allesomvattende lijst met kwaliteitsindicatoren te gebruiken die het gehele palet aan multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg bestrijkt.

 

In het licht van de onderliggende diagnosen adviseert de werkgroep gebruik te maken van kwaliteitsindicatoren die reeds bestaan of ontwikkeld worden, zoals registraties van het Dutch Institute for Clinical Auditint (DICA) waarin uitkomsten van specifieke aandoeningen worden geregistreerd, en Patient Reported Outcome/Experience Measurements (PROMS/PREMS) met betrekking tot patient empowerment.

 

Procesindicatoren

De tweede belangrijke pijler in de kwaliteitsstandaard multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg gaat over het leveren van wondzorg in ketens. Ketenzorg vraagt om specifieke indicatoren, die de kwaliteit van de organisatie van de keten in kaart kan brengen. De werkgroep adviseert de volgende procesindicatoren te registreren:

  • bespreken met de patiënt en vastleggen wensen van de patiënt (qua behandeling en behandelaar) als ook het doel van de behandeling;
  • na drie weken (of eerder volgens geldende richtlijnen) basiswondzorg verwijst of overlegt de huisarts met het expertteam indien de wond onvoldoende aantoonbare genezing vertoont;
  • regionaal of lokaal vastgesteld expertteam met een regiebehandelaar (volgens de definities uit de kwaliteitsstandaard multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg);
  • afspraken van expertteam, de eerste lijn en het ziekenhuis zijn vastgelegd;
  • taken en competenties van zowel (leden van) het expertteam en de regiebehandelaar zijn beschreven en bekend binnen de ketenzorg;
  • implementatie van de classificatie van wondzorg conform de module ‘Indeling van wondzorg’;
  • vastgelegde waarschijnlijkheidsdiagnose(n) in de eerste drie weken en na deze periode een diagnose(n) gesteld en vastgelegd waarom de wond niet geneest volgens verwachting (beschreven in richtlijnen);
  • volgen van de genezing van de wond en het optreden van complicaties middels een (waar mogelijk) transmuraal elektronisch patiëntendossier;
  • meten van pijn;
  • kwaliteit van leven.

 

Uitkomstindicatoren

Naast deze procesindicatoren zijn er ook enkele uitkomstindicatoren die werkgroep noodzakelijk acht om de uitkomst van de geleverde multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg inzichtelijk te krijgen. Het gaat hierbij om:

  • duur tot behalen van het behandeldoel (ongeacht wat het doel van de individuele patiënt is);
  • percentage recidief wond(en) binnen een jaar;
  • percentage complicaties per onderliggende diagnose (bijvoorbeeld infectie);
  • percentage tijdig verwezen wonden van ‘basiswondzorg’ naar ‘multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’.

 

Uitvoering

De werkgroep is van mening dat registratie van bovenstaande indicatoren niet moet leiden tot een toename in de registratielast die momenteel in de zorg wordt ervaren. Enkele wetenschappelijke verenigingen hebben de afgelopen jaren ervaring opgedaan met het meten van kwaliteit van zorg waarbij gebruik wordt gemaakt van data die reeds ‘automatisch achter de schermen’ wordt verzameld. In een project van de NVvH werd geanalyseerd of een textbook outcome gebaseerd op dergelijke data, zoals ligduur, heropname, operatieduur, gebruikt kan worden voor analyse kwaliteit van liesbreuk- en galblaaschirurgie. Dit lijkt goed mogelijk en zal door hen worden uitgebreid voor meerdere aandoeningen. Ook het analyseren van het behalen van door de patiënt geformuleerde behandeldoelen wordt hierin meegenomen. Op deze manier kan de kwaliteit van zorg inzichtelijk worden gemaakt zonder dat dit direct tot extra registratielast leidt bij de zorgverleners. De werkgroep is daarom voornemens om een dergelijk textbook outcome traject na afronding van deze kwaliteitsstandaard op te starten.

 

De effecten van een moderne ketenvisie en -organisatie kunnen alleen goed worden beoordeeld als ook duidelijk uitkomsten worden gedefinieerd en gemeten. Echter, (inter)nationaal ontbreekt het momenteel aan adviezen welke kwaliteitsindicatoren voor multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg gehanteerd dienen te worden. De Food and Drug Administration hanteert als uitkomstmaat voor studies naar wondverbandmiddelen de incidentie van volledige genezing van een wond binnen een bepaalde tijd. De EWMA heeft een groot aantal uitkomstmaten voor het meten van kwaliteit van zorg in een literatuurstudie beschreven, zoals de reductie van wondgrootte, infectie, bacteriële contaminatie, pijn, welke verbandmiddelen gebruikt worden en de kosten. Middels deze studie werd echter geen aanbeveling gedaan welke set aan uitkomstmaten minimaal dient te worden geregistreerd. Daarnaast heeft ook V&VN een aantal indicatoren op het gebied van wondzorg ontwikkeld (Indicatorenset WondExpertiseCentra Nederland, 2012).

 

Om de vraag te beantwoorden welke uitkomstmaten van belang zijn om kwaliteit van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg in Nederland in kaart te brengen, is er in eerste instantie gekeken naar de resultaten van een consensusgroep van medisch specialisten betrokken bij wondzorg, de nationale vereniging van verpleegkundigen, voorzitters van wondnetwerken, het ministerie van volksgezondheid en de overkoepelende organisatie voor ziektekostenverzekeraars. Door middel van een Delphi-procedure is een set van uitkomsten vastgesteld welke geregistreerd dient te worden om multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg in kaart te brengen (Gottrup, Apelqvist, Price, 2010). Deze studie adviseerde de indicatoren, zoals beschreven in tabel 1, minimaal te gebruiken ter analyse van de kwaliteit multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg. De werkgroep ziet echter beperkingen in deze lijst, omdat sommige indicatoren subjectief zijn (bijvoorbeeld accuraat omschrijven van de wond) of minder goed te toetsen (bijvoorbeeld compliance).

 

Tabel 1 Analyse kwaliteitsindicatoren wondzorg (Gottrup, Apelqvist, Price, 2010)

Analyse kwaliteitsindicatoren wondzorg

Accurate beschrijving wond

Afmeting wond

Pijnscore

Vasculaire status (duplex veneus)**

Enkel-armindex **

Bacteriologie*

Biopsie*

Allergiediagnostiek*;**

Compressietherapie*;**

Vasculaire behandeling*

Wonddebridement

Pijnbehandeling

Pijnbehandeling bij verzorging wond

Vochtige wondgenezing

Antiseptica bij infectie

Nazorg

Compliance

Patiënteninformatie

*= op indicatie

**= bij wonden aan het been/voet

Onderbouwing

In deze module wordt ingegaan op het meten van de geleverde kwaliteit van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg. De werkgroep vindt het belangrijk de uitkomst van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg landelijk te evalueren omdat:

  • De kwaliteit van Nederlandse (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg voor het grootste deel onbekend is. Ook in de internationale literatuur is de kwaliteit van deze zorg maar beperkt beschreven. Een aantal studies beschrijft dat na invoering van een transmuraal actief expertteam de wondgenezing sneller verliep, gepaard ging met een lager recidief risico, en een reductie in de kosten.
  • Het meten van kwaliteit op zich kan al de kwaliteit van de geleverde zorg in de daarop volgende jaren verbeteren. Na invoering van de landelijke kwaliteitsregistratie voor darmkankeroperaties, met verplichte deelname van ziekenhuizen die deze zorg leveren, halveerde de daarop volgende jaren het aantal complicaties (https://www.dica.nl/dsca). Een vergelijkbare trend werd nadien gezien voor kwaliteitsregistraties voor andere aandoeningen. Verplichte deelname aan landelijke kwaliteitsregistraties biedt de mogelijk te zien waarin men zorg kan verbeteren en door te benchmarken met best practices ziet men hoe dit verbeterd kan worden. Dit geldt waarschijnlijk ook voor multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg.
  • Tot slot bieden procesindicatoren voor multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg een handvat aan de patiënt om te kunnen beoordelen in hoeverre de regionaal geleverde wondzorg voldoet aan de eisen zoals beschreven in de kwaliteitsstandaard.

De werkgroep heeft zich gebaseerd op enige literatuur over indicatoren en uitkomstmaten op het gebied van wondzorg waarna op basis van expert opinion beschreven wordt welke indicatoren kwaliteit van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg en de keten in kaart kunnen brengen. Tevens is rekening gehouden met een projectaanvraag over het gebruik van geregistreerde gegevens om wondzorg in kaart te brengen. Aan het eind van deze module wordt daar dieper op in gegaan.

  1. Gottrup, F., Apelqvist, J., Price, P. (2012). Outcomes in controlled and comparative studies on non-healing wounds: recommendations to improve the quality of evidence in wound management. European Wound Management association Patient Outcome Group. J Wound Care. 2010;19:237–68.
  2. V&VN Wondconsulenten en Woundcare Consultant Society (2012). Indicatorenset WondExpertiseCentra Nederland. Terneuzen: V&VN Wondconsulenten.
  3. Rijksoverheid (2018). Addendum 2018 onderhandelaarsakkoord medisch-specialistische zorg 2014 t/m 2017. Geraadpleegd op 15 juni 2017 via https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2017/06/08/addendum-2018-onderhandelaarsakkoord-medisch-specialistische-zorg-2018. Den Haag: Rijksoverheid.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 20-06-2018

Laatst geautoriseerd  : 20-06-2018

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2021

Module Regiehouder(s) Jaar van autorisatie Eerstvolgende beoordeling actualiteit Frequentie van beoordeling op actualiteit Wie houdt toezicht op actualiteit Relevante factoren voor wijzigingen in aanbeveling
1 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
2 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
3 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
4 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
5 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
6 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
7 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten
  • Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten
  • WCS Kenniscentrum Wondzorg

Algemene gegevens

Op initiatief van het Wondplatform Nederland (WPN) heeft een werkgroep onder leiding van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVVH), de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) de kwaliteitsstandaard geschreven. De kwaliteitsstandaard is ontwikkeld onder begeleiding van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de financiering werd verstrekt door het Zorginstituut Nederland en de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten. Patiëntenparticipatie bij deze kwaliteitsstandaard werd mede gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC) binnen het programma Kwaliteit, Inzicht en Doelmatigheid in de medisch specialistische Zorg (KIDZ).

Doel en doelgroep

Doel

Het doel van het ontwikkelen en implementeren van de kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland is de patiënt met een wond zo snel als mogelijk de regie over zijn of haar leven terug te geven, kwaliteit van leven te verbeteren en de lijdensdruk te verminderen. Hiertoe is het essentieel de expertise rondom wondzorg te verenigen en een optimale organisatie van wondzorg in de keten te realiseren. De kwaliteitsstandaard richt zich daarvoor op alle zorgverleners betrokken bij wondzorg, in alle bijbehorende locaties.

 

De kwaliteitsstandaard heeft nadrukkelijk niet tot doel het geven van een beschrijving hoe de wondzorg er medisch-inhoudelijk uit hoort te zien. Hiervoor wordt verwezen naar de medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden.

 

Doelgroep

De kwaliteitsstandaard is gericht op alle disciplines die met wondzorg in aanraking komen. Daarnaast is het van belang dat ook andere zorgverleners in de keten kennisnemen van de inhoud van deze kwaliteitsstandaard. Voor patiënten en naasten is een patiëntenversie van de kwaliteitsstandaard ontwikkeld.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de kwaliteitsstandaard is in 2015 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg.

  • Dr. R. Meerwaldt, Vaatchirurg, Medisch Spectrum Twente, Enschede, voorzitter, NVvH
  • mevrouw F. Das, Patiëntvertegenwoordiger, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
  • mevrouw J. Fentener van Vlissingen, Huid- en oedeemtherapeut, Huidtherapie Heuvelrug, Driebergen, NVH
  • mevrouw E. de Lange, Huidtherapeut, CosMed Kliniek, Bosch en Duin, NVH
  • Dr. M.B. Maessen-Visch, Dermatoloog, Rijnstate, Arnhem, NVDV
  • Dr. C. van Montfrans, Dermatoloog, Erasmus MC, Rotterdam, NVDV
  • Dr. J. Oskam, Vaatchirurg, Isala Klinieken, Zwolle, NVvH
  • de heer P. Quataert MSc, Verpleegkundig specialist, ZorgSaam, Terneuzen, V&VN
  • Dr. K.F. Reiding, Huisarts, IJmuiden, NHG
  • mevrouw L. Stoeldraaijers, Diabetespodotherapeut, Podotherapie Valkenswaard, NVvDP
  • mevrouw K.C. Timm MA ANP, Verpleegkundig specialist, Allerzorg, Woerden, WCS Kenniscentrum Wondzorg
  • Prof. dr. P.P.M. van Zuijlen, Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk, NVPC

 

Met ondersteuning van:

  • Ir. T.A. van Barneveld, Directeur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
  • Drs. E.E.M. Kolsteren, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
  • Drs. L. Niesink-Boerboom, Literatuurspecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht

 

Met dank aan:

  • mevrouw R. Lammers, Beleidsmedewerker, Patiëntenfederatie Nederland, Utrecht
  • mevrouw C. van Batenburg, Beleidsmedewerker, Stomavereniging Nederland, Houten
  • de heer H. Blaauwbroek, Beleidsadviseur, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
  • mevrouw D. Coffie, Beleidsadviseur, Diabetesvereniging Nederland, Houten
  • de heer J. Dekkers, Voorzitter Dwarslaesie Organisatie Nederland, Utrecht
  • de heer K. Hoogewerf, Beleidsadviseur, Nederlandse Brandwonden Stichting, Beverwijk
  • mevrouw H. Verhoef, Secretaris, Debra Nederland
  • Mr. E. van Zadel, Voorzitter, Hidradenitis Patiëntenvereniging, Nieuwegein

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Barneveld, van

Directeur Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten

Voorzitter richtlijn advies en autorisatiecommissie in de jeugd en gezondheidzorg

Gezondheidsraadcommissie (Medicalisering)

Lid van Raad van Advies Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML)

Lid van Advies- en expertgroep kwaliteitsstandaarden (AQUA), van het Zorginstituut Nederland

Geen

Geen

Das

Penningmeester Huidpatiënten Nederland (HPN)

Penningmeester Hidradenitis Vereniging Nederland (HPV)

Raad van Advies Vereniging Huidtherapeuten

HPN: reis- en onkostenvergoeding

HPV: reis- en onkostenvergoeding

Geen

Geen

Fentener van Vlissingen

Eigenaar/ huid- en oedeemtherapeut bij Huidtherapie Heuvelrug

Directie en uitvoering behandelingen die gebruikelijk zijn voor het voeren van een eigen onderneming. Betaald: winst uit eigen onderneming

Geen

Geen

Kolsteren

Junior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Kwaliteitsbeleidsadviseur Kwaliteit Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO)

Geen

Geen

Lammers

Beleidsadviseur Patiëntenfederatie Nederland

Geen

Geen

Geen

Lange, de

Huidtherapeut

Opstellen kwaliteitsstandaard ter optimalisering en standaardisering van de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg

Geen

Geen

Maessen-Visch

Dermatoloog

Voorzitter richtlijn ulcus cruris venosum: onbetaald

Lid bestuur NVDV: penningmeester, onbetaald

Opleider (perifeer) dermatoloog: onbetaald

Domeingroeplid Domeingroep vaten NVDV

Geen

Geen

Meerwaldt

Voorzitter werkgroep

Secretaris WPN (onbetaald)

Vicevoorzitter Beroepsbelangen NVvH (onbetaald) per mei 2016 voorzitter Beroepsbelangenvereniging (BBV) en penningmeester NVvH (betaald)

METC Twente (onbetaald)

Lid werkgroep ketenzorg complexe wonden Twente (onbetaald)

Geen

Geen

Montfrans

Dermatoloog ErasmusMC

Board member European Academy of Dermatology and Venereology, onbetaald

member scientific programming committee, onbetaald

Domeingroeplid domeingroep vaten NVDV

Geen

Geen

Oskam

Chirurg

Tot 1-1-2015 minderheidsbelang aandelen Qualityzorg BV, thuiszorgorganisatie Zwanenburg              Minderheidsbelang aandelen Keizerkliniek Assen, ZBC voor onder andere Vaat-Wondzorg

Geen

Geen

Quataert

Verpleegkundig Specialist Intensieve zorg

Secretaris/penningmeester V&VN Wondexpertise (onbetaald)

Voorzitter WCS decubituscommissie (vrijwilligersvergoeding)

Lid WPN (onbetaald)

Geen

Geen

Reiding

Huisarts

Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Stip Cursus wondbehandeling (docent + ontwikkelaar) (betaald per gegeven cursus)

Lid wondplatform namens het NHG vacatiegeld

Geen

Geen

Stoeldraaijers

Diabetespodotherapeut

Bestuurslid Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten (NVvDP), betaling vacatiegelden bestuursvergaderingen

Geen

Geen

Timm

Verpleegkundig specialist Allerzorg

Bestuurslid WCS Kenniscentrum Wondzorg (vrijwilligersvergoeding)

Vicevoorzitter Wondplatform Nederland (WPN) (onbetaald)

Tot dec 2016 lid ledenraad Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) (onbetaald)

Tot dec 2016 eindredacteur WCS Nieuws (vrijwilligersvergoeding)

Eigenaar Cutis Cura – Vakblad dermatologieprofessionals

Beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag (betaald)

Presentaties aan verschillende verenigingen over dermatologie, wonden en verpleegkundig leiderschap (betaald)

Geen

Geen

Zuijlen, van

Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk

Bijzonder hoogleraar brandwondengeneeskunde VUmc Amsterdam

Expert in advieskamer van TRIP. Werkzaamheden: adviserend lid, betaald: nee

Medical Resonance Board (MRB) of the EU-. FP7 Collaborative Project Fullphase. Werkzaamheden: adviserend lid (onbetaald)

Geen

Geen

Inbreng patiëntenperspectief

In de kwaliteitsstandaard is het patiëntenperspectief het uitgangspunt van waaruit de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg wordt vormgegeven. Dit perspectief is bewaakt tijdens werkgroepvergaderingen door de patiëntvertegenwoordiger van Huidpatiënten Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland welke beiden zitting hadden in de werkgroep, en tevens is het patiëntenperspectief besproken tijdens de Invitational conference met het veld die plaats vond in maart 2015. Daarnaast is er in september 2015 een aparte bijeenkomst voor de patiënten(vertegenwoordigers) georganiseerd in samenwerking met Patiëntenfederatie Nederland. De volgende verenigingen waren hierbij aanwezig:

  • Nederlandse Brandwonden Stichting/Vereniging van Mensen met Brandwonden;
  • Debra Nederland;
  • Diabetesvereniging Nederland;
  • Dwarslaesie Organisatie Nederland;
  • Huidpatiënten Nederland;
  • Hidradenitis Patiëntenvereniging.

 

Het doel van deze bijeenkomst met patiëntverenigingen was het inbrengen van onderwerpen/(knel)punten die van belang zijn voor de patiënt op het gebied van wondzorg, naast het bespreken van de knelpunten die tijdens de Invitational conference met het veld benoemd waren. Hieruit bleek dat onderwerpen die voor de patiënt van belang zijn, grotendeels ook door andere stakeholders werden genoemd. Deze knelpunten omvatten onder andere het tijdig verwijzen, het organiseren van een regionale aanpak van wondzorg, bekostiging, goede (schriftelijke) voorlichting, communicatie, behalen van het behandeldoel en het meten van geschikte uitkomstmaten (waaronder patiëntgerapporteerde uitkomsten).

 

Een tweede bijeenkomst voor de patiëntenverenigingen werd een jaar later georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst werden de inmiddels geschreven conceptmodulen van de kwaliteitsstandaard aan de patiëntverenigingen voorgelegd en bediscussieerd. Tevens is de kwaliteitsstandaard zowel voorafgaand als tijdens de algemene commentaarronde in zijn geheel voorgelegd aan de Patiëntenfederatie en de diverse patiëntverenigingen.

Methode ontwikkeling

Consensus based

Werkwijze

In maart 2015 vond een brede Invitational conference plaats waar medisch specialisten, verpleegkundigen, patiëntvertegenwoordigers, zorgverzekeraars en andere betrokkenen zich bogen over de onderwerpen die in de kwaliteitsstandaard thuishoren en de prioritering hiervan. In diverse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden staat veel over diagnostiek en behandeling van wonden maar het veld heeft duidelijk aangegeven behoefte te hebben aan een overkoepelend document. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling bestaande richtlijnen te herschrijven. Het verslag van de Invitational is, evenals de lijst met geprioriteerde onderwerpen, opgenomen in de aanverwante producten.

 

Zowel patiënten als zorgverleners hebben aangegeven dat de kwaliteitsstandaard niet de plaats is voor het beschrijven van de keuze voor bepaalde hulpmiddelen zoals wondverbandmiddelen. Bestaande regionale protocollen en afspraken blijven leidend in de keuze voor bepaalde hulpmiddelen en de kwaliteitsstandaard geeft hiertoe de ruimte.

 

Oriënterende search

Via Medline en Ovid werd een oriënterende search uitgevoerd naar (inter)nationale literatuur over de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg. Details van deze search zijn opgenomen in de zoekverantwoording. Uit de gevonden literatuur bleek dat het beschrijven van de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg zich vaak beperkt tot een bestaande, gediagnosticeerde wond en veelal gedocumenteerd is in richtlijn(achtige) documenten of (regionale) protocollen. Het beschrijven van de organisatie van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg vanuit een overkoepelende visie, waarvoor deze kwaliteitsstandaard dient, maakt dat de gevonden documenten veelal niet geschikt werden geacht als onderbouwing en daarom niet zijn opgenomen in deze kwaliteitsstandaard. De werkgroep heeft de Nederlandse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden geraadpleegd op het gebied van organisatie van wondzorg en baseert zich daarnaast voornamelijk op expert opinion en consensus. Enkele (inter)nationale richtlijnen, wondzorgdocumenten en -rapporten die buiten het bestek van de search vallen, dienden als inspiratie en werden waar mogelijk als onderbouwing toegepast. Tevens werd door de gehele kwaliteitsstandaard onderbouwende literatuur ter ondersteuning van de overwegingen en geformuleerde aanbevelingen toegepast.

Volgende:
Bekostiging van gespecialiseerde wondzorg