Kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland

Initiatief: NVDV / NVPC / NVVH Aantal modules: 7

Indeling van wondzorg

Uitgangsvraag

Kan wondzorg naar complexiteit worden ingedeeld om zo als onderlegger te dienen voor het beschrijven van de organisatie van wondzorg?

Aanbeveling

Bepaal welke wondzorgcategorie van toepassing is op de patiënt die zich met een wond presenteert en leg dit vast in het patiëntendossier.

 

Verleen basiswondzorg met een passend beleid aan de patiënt met een wond zonder bekend onderliggend lijden en een te verwachten ongecompliceerde genezingstendens (aantoonbaar) gedurende maximaal drie weken*.

 

Volg de aandoeningsspecifieke medisch-specialistische richtlijn(en) of NHG-standaard(en) voor de zorg voor een wond waarvan de diagnose of het onderliggend lijden bekend is.

 

Verwijs de patiënt binnen maximaal drie weken* naar een expertteam indien de situatie verslechtert of de verwachte genezing(stendens) niet aantoonbaar is.

Overwegingen

De indeling in vier wondzorgcategorieën beschrijft de aan- of afwezigheid van een spoedeisend karakter en de mate van zorg die noodzakelijk is om de wond te laten genezen of de doelstelling met betrekking tot de genezing te behalen. De meeste wonden behoeven uiteraard geen spoedeisende behandeling en behoeven ook geen wondzorg door een multidisciplinair team; met adequate verzorging en de intrinsieke genezingstendens zullen veel wonden doorgaans vanzelf genezen binnen afzienbare tijd. Aan het andere uiterste van het spectrum bevinden zich wonden bij patiënten met complexe pathologie die ook spoedeisend zijn. Hier valt bijvoorbeeld te denken aan een patiënt met sepsis op basis van een ernstige infectie bij een diabetisch voetulcus of uitgebreide brandwonden. Van groot belang is dat de patiënt in deze situatie direct op de juiste manier behandeld wordt.

 

Basiswondzorg

In onderstaande tabel 1 is de indeling in vier wondzorgcategorieën weergegeven. Categorie I en II beschrijven de zorg die in de eerste lijn, op de spoedeisende hulp (SEH) of in de kliniek gegeven kan worden wanneer een nieuwe wond wordt geïdentificeerd. Deze zorg wordt aangeduid als basiswondzorg waarbij het gaat om vaak monodisciplinaire, lokale wondzorg en beperkt invasieve zorg zoals debridement, compressietherapie en drukontlasting. (beschreven in de module ‘Basiswondzorg’).

 

Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg

Wondzorgcategorie III en IV omvatten complexere, multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg die geleverd wordt door een expertteam dat beschikt over de benodigde middelen om deze zorg te kunnen leveren. De zorg bij deze wondzorgcategorieën is complex omdat het om patiënten gaat die te maken hebben met co-morbiditeit, polyfarmacie, en slecht genezende wonden, waarbij categorie IV zich van categorie III onderscheidt vanwege het spoedeisende karakter. In de module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’ wordt dieper in gegaan op deze wondzorgcategorieën.

 

De kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland lijkt te gaan over wondzorgcategorie III. Toch worden categorie I, II en IV ook benoemd en beschreven om zo de juiste context te bieden voor de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg. Bij iedere patiënt dient tevens bepaald te worden welke wondzorgcategorie van toepassing is en dit dient vastgelegd te worden in het patiëntendossier.

 

Tabel 1 Indeling wondzorgcategorieën

 

Niet spoedeisend

Spoedeisend

 Basiswondzorg

wondzorgcategorie I

wondzorgcategorie II

 Multidisciplinaire,

 gespecialiseerde wondzorg

wondzorgcategorie III

wondzorgcategorie IV

 

Wondzorgcategorie I

Patiënten met een wond waarbij behandeling noodzakelijk maar niet spoedeisend is en met behulp van basiswondzorg moet kunnen genezen. In de module ‘Basiswondzorg’ wordt hier dieper op ingegaan.

 

Voorbeeld: Traumatische onderbeenwond met een goede genezingstendens.

 

Wondzorgcategorie II

Patiënten met een wond waarvoor behandeling snel gestart dient te worden (spoedeisend) maar waarbij de wond binnen drie weken moet kunnen genezen met behulp van basiswondzorg (zie onderstaande paragraaf ‘verwijstermijn’ en de module ‘Basiswondzorg’). Voor behandeling en wondzorg dienen waar mogelijk bijbehorende (aandoeningsspecifieke) richtlijnen gevolgd te worden.

 

Voorbeeld: Een patiënt met een (oppervlakkige) brandwond of een skin tear (laceratie).

 

Wondzorgcategorie III

Patiënten met een wond (niet spoedeisend) die na drie weken, ondanks basiswondzorg (volgens geldende richtlijnen), onvoldoende genezing vertoont*. Bij deze categorie volstaat basiswondzorg niet en is multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg nodig (module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’).

 

Voorbeeld: Een patiënt met een niet genezende decubituswond of een niet genezend arterieel ulcus zonder complicerende factoren.

 

Wondzorgcategorie IV

Patiënten met een wond waarvoor behandeling spoedeisend is omdat de wond functie- of orgaanbedreigend is, of zelfs levensbedreigend. Doorgaans betreft het (traumatische) wonden waarbij diepere structuren dan de huid beschadigd kunnen zijn, of bestaande wonden met secundaire regionale of systemische infectieverschijnselen. Deze patiënten dienen direct gezien te worden op de SEH of door een expertteam (module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’).

 

Voorbeeld: Een patiënt met een uitgebreid/groot huiddefect na trauma, ernstige brandwonden.

 

Verwijstermijn

Indien na maximaal drie weken* geteld vanaf het moment dat de arts, waar mogelijk, bij de patiënt een diagnose heeft gesteld op basis waarvan de behandeling wordt gestart (basiswondzorg), de wond niet of onvoldoende aantoonbaar genezen is (de aantoonbare genezingstendens onvoldoende is), dient de arts te verwijzen naar een expertteam (module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’). Een verwijstermijn van maximaal drie weken geldt alleen voor patiënten met een wond met een al dan niet acute zorgvraag, (dus met uitzondering van bijvoorbeeld kleine snijwondjes) die zich voor het eerst presenteren bij een zorgverlener, zonder bekend onderliggend lijden en waarbij de verwachting is dat de wond binnen enkele weken goed zal genezen met basiswondzorg. Het doel van het vastleggen van een maximale verwijstermijn is het voorkomen van additionele schade bij de patiënt door te laat verwijzen. De keuze voor de termijn van drie weken is moeilijk wetenschappelijk te onderbouwen en gebaseerd op expert opinion. Onderzoek toont echter aan dat de meeste ongecompliceerde wonden doorgaans binnen 2 tot 4 weken genezen of een normale genezingstendens vertonen (Augustin, 2012). De werkgroep krijgt namelijk signalen uit het veld dat er een patiënt- en professionalsdelay is voordat de patiënt met een wond gezien wordt door een arts. De werkgroep hecht eraan dat dit verder onderzocht wordt en roept in de tussentijd op de patiënt met een wond te verwijzen naar de arts. Bij verwijzing dient gekeken te worden naar de mogelijkheden voor de patiënt en waar nodig kunnen e-health-toepassingen ingezet worden.

 

Bij wondzorgcategorie I en II dient in de eerste periode basiswondzorg verleend te worden aangezien het in deze categorie gaat om een te verwachten ongecompliceerde wondgenezing binnen enkele weken (module ‘Basiswondzorg’). Indien het gaat om een complexe of verergerende situatie kan de patiënt uiteraard eerder worden verwezen, of bij bekende aandoeningen waarbij andere verwijstermijnen en -criteria worden gehanteerd, zoals bij diabetische voetulcera*.

 

Indien bekend onderliggend lijden met een langere genezingstendens bekend is, kunnen de daarvoor geldende verwijstermijnen gehanteerd worden. Bijvoorbeeld bij diabetische voetulcera waarbij na maximaal 2 weken verwezen dient te worden indien onvoldoende genezingstendens.

 

Verandering van wondzorgcategorie

Na verloop van tijd kan, afhankelijk van het al dan niet goed genezen van de wond, de benodigde wondzorg veranderen: van basiswondzorg naar multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg of andersom. Indien de situatie spoedeisend wordt, valt de wondzorg onder categorie II of IV. Categorie II volstaat met basiswondzorg indien direct toegepast. Voor categorie IV is directe verwijzing nodig.

 

Indien niet spoedeisend behoort de wondzorg tot categorie I of III. Voor wondzorgcategorie III dient hierbij verwezen te worden naar een expertteam. In de module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’ wordt hier dieper op ingegaan. Het doel van verwijzing naar een expertteam is ervoor te zorgen dat de complicerende factoren (zoals bovenstaand beschreven) bij een patiënt met een wond zo snel mogelijk (verder) in beeld gebracht worden zodat een adequate behandeling, gericht op deze factoren, gestart kan worden. Hierbij dienen de specifieke richtlijn(en) gevolgd te worden.

Bij sommige patiënten die voor wondzorgcategorie III of IV in aanmerking komen, gelden bovenstaande aanbevelingen voor verwijzen niet. Een voorbeeld hiervan is een terminale patiënt met een palliatief beleid. Het besluit om niet te verwijzen gaat in overleg met de patiënt, arts, familie, mantelzorger en eventueel andere betrokkenen. Uiteraard ontvangt de patiënt wel de benodigde basiswondzorg.

 

Het uitgangspunt van de indeling is niet de wond maar de wondzorg. De rationale hiertoe is dat het probleem van de niet-genezende wond zich veelal niet op het niveau van de wond zelf bevindt. Belangrijke factoren die voor wondgenezing een rol spelen zijn bijvoorbeeld systeemziekten (zoals diabetes mellitus), leeftijd, voedingstoestand, perifeer vaatlijden, infectie en psychosociale condities. De werkgroep realiseert zich dat de lijst met factoren veel langer is. De belangrijkste boodschap is echter dat wondzorg dus veel meer behelst dan alleen de zorg voor de wond. Dit vraagt in veel situaties om een multidisciplinaire benadering van de wondgenezing als die niet vordert zoals verwacht.

 

Op basis van een nieuw concept voor gezondheid, geïntroduceerd door Machteld Huber, kunnen in de klinische praktijk de volgende niveaus worden onderscheiden waarbij niet- genezende wonden een effect hebben op het dagelijks functioneren (Huber, 2016):

  • Lichaamsfuncties: lichamelijk functioneren, pijn en energie.
  • Mentale functies en -beleving: emotionele toestand, eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben, zelfmanagement en eigen regie, veerkracht.
  • Spirituele/existentiële dimensie: zoals zingeving, toekomstperspectief, acceptatie;
  • Kwaliteit van leven: geluk beleven, ervaren gezondheid.
  • Sociaal-maatschappelijke participatie: maatschappelijke betrokkenheid.
  • Dagelijks functioneren: Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), werkvermogen, health literacy.

Bij de behandeling van (niet-genezende) wonden dient ook hier voldoende aandacht voor te zijn.

 

De factoren van invloed op wondgenezing dienen goed gedocumenteerd te worden bij iedere patiënt. Daarnaast dient voor elke wond waar een zorgverlener bij betrokken is direct een diagnose gesteld te worden op basis van de anamnese en het klinisch beeld. Dit spreekt mogelijk voor zich, maar is essentieel bij het bepalen van de juiste behandeling en type zorg.

 

Bij wonden die niet spontaan genezen, spelen meestal problemen op verscheidene niveaus. Om goede wondzorg te kunnen bieden bij niet-genezende wonden moeten daarom complicerende factoren op al deze niveaus overwogen en (waar nodig) geanalyseerd worden. Daarna kan dan de juiste behandeling ingezet worden. Juiste diagnostiek en analyse zijn daarom essentiële onderdelen van goede multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg. Voor details over diagnostiek en behandeling van specifieke aandoeningen wordt verwezen naar de betreffende aandoeningsspecifieke richtlijnen.

Onderbouwing

In deze module wordt wondzorg ingedeeld in vier wondzorgcategorieën met als doel wondzorg en inherent daaraan de behandeling, af te bakenen en optimaal te organiseren. Hiermee wordt een praktische leidraad gegeven die goed werkzaam moet zijn voor de dagelijkse praktijk en waaruit verwijscriteria logischerwijs volgen.

  1. Augustin, et al. (2012). Optimising wellbeing in people living with a wound. Londen: Wounds International Enterprise House.
  2. Huber, M., van Vliet, M., Giezenberg, M., et al. (2016). Towards a ‘patient-centred’ operationalisation of the new dynamic concept of health: a mixed methods study. BMJ Open. 2016;6:e010091. doi: 10.1136/bmjopen-2015-010091.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 20-06-2018

Laatst geautoriseerd  : 20-06-2018

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2021

Module Regiehouder(s) Jaar van autorisatie Eerstvolgende beoordeling actualiteit Frequentie van beoordeling op actualiteit Wie houdt toezicht op actualiteit Relevante factoren voor wijzigingen in aanbeveling
1 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
2 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
3 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
4 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
5 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
6 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
7 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten
  • Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten
  • WCS Kenniscentrum Wondzorg

Algemene gegevens

Op initiatief van het Wondplatform Nederland (WPN) heeft een werkgroep onder leiding van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVVH), de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) de kwaliteitsstandaard geschreven. De kwaliteitsstandaard is ontwikkeld onder begeleiding van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de financiering werd verstrekt door het Zorginstituut Nederland en de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten. Patiëntenparticipatie bij deze kwaliteitsstandaard werd mede gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC) binnen het programma Kwaliteit, Inzicht en Doelmatigheid in de medisch specialistische Zorg (KIDZ).

Doel en doelgroep

Doel

Het doel van het ontwikkelen en implementeren van de kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland is de patiënt met een wond zo snel als mogelijk de regie over zijn of haar leven terug te geven, kwaliteit van leven te verbeteren en de lijdensdruk te verminderen. Hiertoe is het essentieel de expertise rondom wondzorg te verenigen en een optimale organisatie van wondzorg in de keten te realiseren. De kwaliteitsstandaard richt zich daarvoor op alle zorgverleners betrokken bij wondzorg, in alle bijbehorende locaties.

 

De kwaliteitsstandaard heeft nadrukkelijk niet tot doel het geven van een beschrijving hoe de wondzorg er medisch-inhoudelijk uit hoort te zien. Hiervoor wordt verwezen naar de medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden.

 

Doelgroep

De kwaliteitsstandaard is gericht op alle disciplines die met wondzorg in aanraking komen. Daarnaast is het van belang dat ook andere zorgverleners in de keten kennisnemen van de inhoud van deze kwaliteitsstandaard. Voor patiënten en naasten is een patiëntenversie van de kwaliteitsstandaard ontwikkeld.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de kwaliteitsstandaard is in 2015 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg.

  • Dr. R. Meerwaldt, Vaatchirurg, Medisch Spectrum Twente, Enschede, voorzitter, NVvH
  • mevrouw F. Das, Patiëntvertegenwoordiger, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
  • mevrouw J. Fentener van Vlissingen, Huid- en oedeemtherapeut, Huidtherapie Heuvelrug, Driebergen, NVH
  • mevrouw E. de Lange, Huidtherapeut, CosMed Kliniek, Bosch en Duin, NVH
  • Dr. M.B. Maessen-Visch, Dermatoloog, Rijnstate, Arnhem, NVDV
  • Dr. C. van Montfrans, Dermatoloog, Erasmus MC, Rotterdam, NVDV
  • Dr. J. Oskam, Vaatchirurg, Isala Klinieken, Zwolle, NVvH
  • de heer P. Quataert MSc, Verpleegkundig specialist, ZorgSaam, Terneuzen, V&VN
  • Dr. K.F. Reiding, Huisarts, IJmuiden, NHG
  • mevrouw L. Stoeldraaijers, Diabetespodotherapeut, Podotherapie Valkenswaard, NVvDP
  • mevrouw K.C. Timm MA ANP, Verpleegkundig specialist, Allerzorg, Woerden, WCS Kenniscentrum Wondzorg
  • Prof. dr. P.P.M. van Zuijlen, Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk, NVPC

 

Met ondersteuning van:

  • Ir. T.A. van Barneveld, Directeur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
  • Drs. E.E.M. Kolsteren, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
  • Drs. L. Niesink-Boerboom, Literatuurspecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht

 

Met dank aan:

  • mevrouw R. Lammers, Beleidsmedewerker, Patiëntenfederatie Nederland, Utrecht
  • mevrouw C. van Batenburg, Beleidsmedewerker, Stomavereniging Nederland, Houten
  • de heer H. Blaauwbroek, Beleidsadviseur, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
  • mevrouw D. Coffie, Beleidsadviseur, Diabetesvereniging Nederland, Houten
  • de heer J. Dekkers, Voorzitter Dwarslaesie Organisatie Nederland, Utrecht
  • de heer K. Hoogewerf, Beleidsadviseur, Nederlandse Brandwonden Stichting, Beverwijk
  • mevrouw H. Verhoef, Secretaris, Debra Nederland
  • Mr. E. van Zadel, Voorzitter, Hidradenitis Patiëntenvereniging, Nieuwegein

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Barneveld, van

Directeur Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten

Voorzitter richtlijn advies en autorisatiecommissie in de jeugd en gezondheidzorg

Gezondheidsraadcommissie (Medicalisering)

Lid van Raad van Advies Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML)

Lid van Advies- en expertgroep kwaliteitsstandaarden (AQUA), van het Zorginstituut Nederland

Geen

Geen

Das

Penningmeester Huidpatiënten Nederland (HPN)

Penningmeester Hidradenitis Vereniging Nederland (HPV)

Raad van Advies Vereniging Huidtherapeuten

HPN: reis- en onkostenvergoeding

HPV: reis- en onkostenvergoeding

Geen

Geen

Fentener van Vlissingen

Eigenaar/ huid- en oedeemtherapeut bij Huidtherapie Heuvelrug

Directie en uitvoering behandelingen die gebruikelijk zijn voor het voeren van een eigen onderneming. Betaald: winst uit eigen onderneming

Geen

Geen

Kolsteren

Junior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Kwaliteitsbeleidsadviseur Kwaliteit Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO)

Geen

Geen

Lammers

Beleidsadviseur Patiëntenfederatie Nederland

Geen

Geen

Geen

Lange, de

Huidtherapeut

Opstellen kwaliteitsstandaard ter optimalisering en standaardisering van de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg

Geen

Geen

Maessen-Visch

Dermatoloog

Voorzitter richtlijn ulcus cruris venosum: onbetaald

Lid bestuur NVDV: penningmeester, onbetaald

Opleider (perifeer) dermatoloog: onbetaald

Domeingroeplid Domeingroep vaten NVDV

Geen

Geen

Meerwaldt

Voorzitter werkgroep

Secretaris WPN (onbetaald)

Vicevoorzitter Beroepsbelangen NVvH (onbetaald) per mei 2016 voorzitter Beroepsbelangenvereniging (BBV) en penningmeester NVvH (betaald)

METC Twente (onbetaald)

Lid werkgroep ketenzorg complexe wonden Twente (onbetaald)

Geen

Geen

Montfrans

Dermatoloog ErasmusMC

Board member European Academy of Dermatology and Venereology, onbetaald

member scientific programming committee, onbetaald

Domeingroeplid domeingroep vaten NVDV

Geen

Geen

Oskam

Chirurg

Tot 1-1-2015 minderheidsbelang aandelen Qualityzorg BV, thuiszorgorganisatie Zwanenburg              Minderheidsbelang aandelen Keizerkliniek Assen, ZBC voor onder andere Vaat-Wondzorg

Geen

Geen

Quataert

Verpleegkundig Specialist Intensieve zorg

Secretaris/penningmeester V&VN Wondexpertise (onbetaald)

Voorzitter WCS decubituscommissie (vrijwilligersvergoeding)

Lid WPN (onbetaald)

Geen

Geen

Reiding

Huisarts

Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Stip Cursus wondbehandeling (docent + ontwikkelaar) (betaald per gegeven cursus)

Lid wondplatform namens het NHG vacatiegeld

Geen

Geen

Stoeldraaijers

Diabetespodotherapeut

Bestuurslid Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten (NVvDP), betaling vacatiegelden bestuursvergaderingen

Geen

Geen

Timm

Verpleegkundig specialist Allerzorg

Bestuurslid WCS Kenniscentrum Wondzorg (vrijwilligersvergoeding)

Vicevoorzitter Wondplatform Nederland (WPN) (onbetaald)

Tot dec 2016 lid ledenraad Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) (onbetaald)

Tot dec 2016 eindredacteur WCS Nieuws (vrijwilligersvergoeding)

Eigenaar Cutis Cura – Vakblad dermatologieprofessionals

Beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag (betaald)

Presentaties aan verschillende verenigingen over dermatologie, wonden en verpleegkundig leiderschap (betaald)

Geen

Geen

Zuijlen, van

Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk

Bijzonder hoogleraar brandwondengeneeskunde VUmc Amsterdam

Expert in advieskamer van TRIP. Werkzaamheden: adviserend lid, betaald: nee

Medical Resonance Board (MRB) of the EU-. FP7 Collaborative Project Fullphase. Werkzaamheden: adviserend lid (onbetaald)

Geen

Geen

Inbreng patiëntenperspectief

In de kwaliteitsstandaard is het patiëntenperspectief het uitgangspunt van waaruit de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg wordt vormgegeven. Dit perspectief is bewaakt tijdens werkgroepvergaderingen door de patiëntvertegenwoordiger van Huidpatiënten Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland welke beiden zitting hadden in de werkgroep, en tevens is het patiëntenperspectief besproken tijdens de Invitational conference met het veld die plaats vond in maart 2015. Daarnaast is er in september 2015 een aparte bijeenkomst voor de patiënten(vertegenwoordigers) georganiseerd in samenwerking met Patiëntenfederatie Nederland. De volgende verenigingen waren hierbij aanwezig:

  • Nederlandse Brandwonden Stichting/Vereniging van Mensen met Brandwonden;
  • Debra Nederland;
  • Diabetesvereniging Nederland;
  • Dwarslaesie Organisatie Nederland;
  • Huidpatiënten Nederland;
  • Hidradenitis Patiëntenvereniging.

 

Het doel van deze bijeenkomst met patiëntverenigingen was het inbrengen van onderwerpen/(knel)punten die van belang zijn voor de patiënt op het gebied van wondzorg, naast het bespreken van de knelpunten die tijdens de Invitational conference met het veld benoemd waren. Hieruit bleek dat onderwerpen die voor de patiënt van belang zijn, grotendeels ook door andere stakeholders werden genoemd. Deze knelpunten omvatten onder andere het tijdig verwijzen, het organiseren van een regionale aanpak van wondzorg, bekostiging, goede (schriftelijke) voorlichting, communicatie, behalen van het behandeldoel en het meten van geschikte uitkomstmaten (waaronder patiëntgerapporteerde uitkomsten).

 

Een tweede bijeenkomst voor de patiëntenverenigingen werd een jaar later georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst werden de inmiddels geschreven conceptmodulen van de kwaliteitsstandaard aan de patiëntverenigingen voorgelegd en bediscussieerd. Tevens is de kwaliteitsstandaard zowel voorafgaand als tijdens de algemene commentaarronde in zijn geheel voorgelegd aan de Patiëntenfederatie en de diverse patiëntverenigingen.

Methode ontwikkeling

Consensus based

Werkwijze

In maart 2015 vond een brede Invitational conference plaats waar medisch specialisten, verpleegkundigen, patiëntvertegenwoordigers, zorgverzekeraars en andere betrokkenen zich bogen over de onderwerpen die in de kwaliteitsstandaard thuishoren en de prioritering hiervan. In diverse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden staat veel over diagnostiek en behandeling van wonden maar het veld heeft duidelijk aangegeven behoefte te hebben aan een overkoepelend document. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling bestaande richtlijnen te herschrijven. Het verslag van de Invitational is, evenals de lijst met geprioriteerde onderwerpen, opgenomen in de aanverwante producten.

 

Zowel patiënten als zorgverleners hebben aangegeven dat de kwaliteitsstandaard niet de plaats is voor het beschrijven van de keuze voor bepaalde hulpmiddelen zoals wondverbandmiddelen. Bestaande regionale protocollen en afspraken blijven leidend in de keuze voor bepaalde hulpmiddelen en de kwaliteitsstandaard geeft hiertoe de ruimte.

 

Oriënterende search

Via Medline en Ovid werd een oriënterende search uitgevoerd naar (inter)nationale literatuur over de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg. Details van deze search zijn opgenomen in de zoekverantwoording. Uit de gevonden literatuur bleek dat het beschrijven van de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg zich vaak beperkt tot een bestaande, gediagnosticeerde wond en veelal gedocumenteerd is in richtlijn(achtige) documenten of (regionale) protocollen. Het beschrijven van de organisatie van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg vanuit een overkoepelende visie, waarvoor deze kwaliteitsstandaard dient, maakt dat de gevonden documenten veelal niet geschikt werden geacht als onderbouwing en daarom niet zijn opgenomen in deze kwaliteitsstandaard. De werkgroep heeft de Nederlandse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden geraadpleegd op het gebied van organisatie van wondzorg en baseert zich daarnaast voornamelijk op expert opinion en consensus. Enkele (inter)nationale richtlijnen, wondzorgdocumenten en -rapporten die buiten het bestek van de search vallen, dienden als inspiratie en werden waar mogelijk als onderbouwing toegepast. Tevens werd door de gehele kwaliteitsstandaard onderbouwende literatuur ter ondersteuning van de overwegingen en geformuleerde aanbevelingen toegepast.

Volgende:
Basiswondzorg