Basiswondzorg
Uitgangsvraag
Hoe wordt zorg georganiseerd voor patiënten die zich presenteren met een wond met een te verwachten ongecompliceerde genezing (binnen drie weken) of ten minste voldoende genezingstendens in de eerste weken?
Aanbeveling
Stel voor de eerste drie weken een diagnose en behandelplan op in overleg met de patiënt die zich presenteert met een wond, leg dit vast in het patiëntendossier en start met basiswondzorg.
Volg de aandoeningsspecifieke medisch-specialistische richtlijn(en) of NHG-standaard(en) voor het opstellen van een behandelplan indien onderliggend lijden bekend is maar de wond naar verwachting ongecompliceerd binnen drie weken geneest.
Beoordeel meetbaar en reproduceerbaar gedurende de eerste drie weken ten minste wekelijks of de wond met behulp van het behandelplan op basis van de diagnose volgens de verwachting geneest.
Verwijs naar een expertteam indien de aantoonbare genezingstendens onvoldoende is en de wond niet binnen drie weken* geneest.
Geef mondeling en/of schriftelijke informatie en adviezen aan de patiënt en duidelijke instructie aan diens directe verzorgers/verpleegkundigen over hoe om te gaan met de wond met als doel wondgenezing te bespoedigen.
Overwegingen
Informatievoorziening
De patiënt dient steeds goed geïnformeerd te worden over wat hij of zij zelf kan doen ter bevordering van de genezing van de wond. Gezamenlijke besluitvorming is daarnaast een belangrijk aspect vanuit het perspectief van de patiënt, maar ook vanuit de zorgverlener en eventuele naasten van de patiënt. Hiertoe dient goede communicatie tussen betrokkenen tot stand te komen en het dient voor de patiënt helder te zijn wie wanneer het eerste aanspreekpunt is.
Wondzorg in de eerste weken (basiswondzorg)
Voor veel zorgverleners, met name in de huisartsenpraktijk, thuiszorg/wijkverpleging en verpleeghuiszorg, behoort wondzorg tot de dagelijkse praktijk. In veel gevallen betreft dit zorg voor patiënten met een wond behorende tot wondzorgcategorie I of II, waarop in deze module gericht wordt, zoals oppervlakkige decubituswonden, een ulcus cruris venosum met een goede genezingstendens of eenvoudige snij- of brandwonden. Patiënten met wonden uit wondzorgcategorie I en II genezen in principe (grotendeels) binnen drie weken met behulp van basiswondzorg en opvolging van richtlijnen indien en waar mogelijk, rekening houdend met persoonlijke factoren van de patiënt die de wondgenezing kunnen beïnvloeden, zoals roken of voeding.
Wanneer een patiënt een wond heeft, is het van belang dat helder wordt hoe de wond is ontstaan (spontaan, door trauma, et cetera), hoe lang de wond al bestaat, of de wond groter of kleiner wordt, wat het onderliggend lijden is en wat de patiënt zelf al gedaan heeft om de wond te behandelen. Belangrijke aspecten voor het beoordelen van de te verwachten genezing van de wond zijn de wond zelf, de omgeving van de wond en factoren op systemisch niveau.
De behandelaar dient een (intake)gesprek met de patiënt te voeren, inclusief anamnese en lichamelijk onderzoek, volgens geldende normen met aandacht voor de diverse richtlijnen. Het is belangrijk om samen met de patiënt een duidelijk behandeldoel op te stellen. In sommige situaties zal genezing van de wond niet het einddoel zijn. Het verzorgbaar houden van een wond en het beperken van extra leed, zoals pijn, kan bij patiënten met ernstige co-morbiditeit of in de palliatieve fase een goed behandeldoel zijn. In de module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’ wordt het expertteam dat multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg biedt, beschreven. Een behandelaar uit de eerste lijn kan ook hier informatie of advies inwinnen wanneer palliatie de beste behandeling is.
Wanneer het behandeldoel is besproken, dient een diagnose opgesteld te worden met een passend behandelplan in overleg met de patiënt. Dat wil zeggen dat uitgaande van de kenmerken van de wond, de omgeving van de wond en de individuele patiënt(kenmerken) een behandeling ingezet wordt die gericht is op de meest waarschijnlijke diagnose/onderliggend lijden. Met de diagnose wordt een inschatting gemaakt van het beloop van de wondgenezing. De geldende richtlijnen zijn leidend voor de ingestelde behandeling. De wondzorgcategorie, de mogelijkheden in de praktijk en kennis en deskundigheid van de behandelaar bepalen waar de patiënt het beste behandeld kan worden.
Er dient bepaald te worden of de wond met basiswondzorg in de daarop volgende periode van maximaal drie weken* (voldoende) zal genezen. De wond dient hiertoe minstens één keer per week beoordeeld te worden onder verantwoordelijkheid van de huisarts. De kenmerken van de wond (afmeting, kleur, hoeveelheid exsudaat, wondranden en omgeving) kunnen volgens ALTIS (aard, lokalisatie, tijd en tijdbeloop, intensiteit, samenhang) en TIME (tissue, infection, moisture, edge) beschreven en gedocumenteerd worden. In de loop van drie weken moet sprake zijn van een aantoonbare voldoende genezingstendens om de basiswondzorg te continueren voor het genezen van de wond. De genezingstendens moet aantoonbaar, meetbaar en reproduceerbaar zijn (bijvoorbeeld met behulp van foto’s). Indien de genezingstendens onvoldoende is, dient direct verwezen te worden naar een expertteam (module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’). Op dit moment verandert de wondzorg namelijk van categorie I of II naar categorie III (of IV): multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg. Voor specifieke diagnosen moet individueel bepaald worden of snellere verwijzing aanbevolen wordt, gebaseerd op betreffende specifieke richtlijn(en), zoals bij een diabetisch voetulcus.
De werkgroep heeft ervan af gezien te spreken van een (volledige) genezing binnen drie weken zodat wonden met een goede genezingstendens die na drie weken nog niet geheel genezen zijn niet onnodig naar een expertteam verwezen worden. Goede definities van een normale genezingstendens staan slecht beschreven in de literatuur en hangen onder andere af van de grootte van de wond, leeftijd en andere patiëntgebonden factoren en onderliggend lijden. De werkgroep laat deze beoordeling dan ook over aan de behandelaars van de wond waarbij meetbare en reproduceerbare analyse van de genezingstendens essentieel is.
Als een wond binnen drie weken nog niet volledig genezen is maar wel een goede genezingstendens vertoont, zoals een goed genezend ulcus cruris, kan de patiënt in de eerste lijn behandeld (blijven) worden indien:
- de behandelaar op de hoogte is van de geldende richtlijnen voor zorg van de gediagnosticeerde wond;
- aantoonbaar sprake is van een wondgenezing(stendens);
- de behandelaar de patiënt verwijst naar een expertteam indien de wond onvoldoende geneest/genezen is conform het behandeldoel binnen deze drie weken;
- er een vast aanspreekpunt voor de patiënt is die voldoet aan de eisen gesteld in de module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’.
Verwijzen
De eerste fase wondzorg duurt maximaal drie weken waarin duidelijk moet zijn of de gestelde diagnose en het verloop van de wondgenezing in lijn zijn met elkaar. Er moet sprake zijn van een aantoonbare genezingstendens die goed gedocumenteerd dient te worden. Indien de wondgenezing anders verloopt dan verwacht, er bijkomende factoren zijn die de wondgenezing belemmeren, of twijfel bestaat over de diagnose zal de patiënt met de wond verwezen worden naar een expertteam (module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’). Door het expertteam wordt aanvullende diagnostiek gedaan, de eerder gestelde diagnose wordt bevestigd of er wordt opnieuw een diagnose gesteld met een passende behandeling en bijbehorend behandelplan in overleg met de patiënt. Indien mogelijk wordt de patiënt met de wond in overleg daarna alsnog in de eerste lijn behandeld, maar in een aantal gevallen wordt verdere behandeling (tijdelijk) overgenomen door de tweede of derde lijn (wondzorgcategorie III of IV). In de module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’ wordt hier verder op in gegaan. In de eerste drie weken basiswondzorg is er dus nog geen sprake van een expertteam en regiebehandelaar.
Indien een wond na drie weken basiswondzorg aantoonbaar voldoende genezing blijkt te vertonen en de zorg voor de wond vervolgt blijft in de eerste lijn, dient nog steeds ten minste één keer per week een meetbare en reproduceerbare beoordeling van de wond(genezing) plaats te vinden tot dat de wond genezen is. Indien de genezing in deze opvolgende periode alsnog stagneert of de wond verslechtert, dient direct verwezen te worden naar het expertteam.
Onderbouwing
Achtergrond
Wanneer een patiënt met een wond zich presenteert bij een behandelaar zal deze moeten bepalen welke wondzorgcategorie bij de wond en de situatie van de patiënt past (zie de module ‘Indeling van wondzorg’). In deze module wordt ingegaan op basiswondzorg, ofwel de wondzorg voor patiënten die zich tot een zorgverlener wenden met een wond waarvan de zorgverlener de verwachting heeft dat de wond binnen maximaal drie weken zonder complicaties zal genezen, of in ieder geval aantoonbaar voldoende genezingstendens vertoont. Dit kan zich op verschillende plekken zich voordoen, bijvoorbeeld bij de huisarts, op de spoedeisende hulp, in een verpleeghuis of tijdens het verblijf in een ziekenhuis.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 20-06-2018
Laatst geautoriseerd : 20-06-2018
Geplande herbeoordeling : 01-01-2021
Module | Regiehouder(s) | Jaar van autorisatie | Eerstvolgende beoordeling actualiteit | Frequentie van beoordeling op actualiteit | Wie houdt toezicht op actualiteit | Relevante factoren voor wijzigingen in aanbeveling |
1 | NVVH | 2018 | 2020 | Over twee jaar | Wondplatform | Praktijk |
2 | NVVH | 2018 | 2020 | Over twee jaar | Wondplatform | Praktijk |
3 | NVVH | 2018 | 2020 | Over twee jaar | Wondplatform | Praktijk |
4 | NVVH | 2018 | 2020 | Over twee jaar | Wondplatform | Praktijk |
5 | NVVH | 2018 | 2020 | Over twee jaar | Wondplatform | Praktijk |
6 | NVVH | 2018 | 2020 | Over twee jaar | Wondplatform | Praktijk |
7 | NVVH | 2018 | 2020 | Over twee jaar | Wondplatform | Praktijk |
Algemene gegevens
Op initiatief van het Wondplatform Nederland (WPN) heeft een werkgroep onder leiding van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVVH), de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) de kwaliteitsstandaard geschreven. De kwaliteitsstandaard is ontwikkeld onder begeleiding van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de financiering werd verstrekt door het Zorginstituut Nederland en de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten. Patiëntenparticipatie bij deze kwaliteitsstandaard werd mede gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC) binnen het programma Kwaliteit, Inzicht en Doelmatigheid in de medisch specialistische Zorg (KIDZ).
Doel en doelgroep
Doel
Het doel van het ontwikkelen en implementeren van de kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland is de patiënt met een wond zo snel als mogelijk de regie over zijn of haar leven terug te geven, kwaliteit van leven te verbeteren en de lijdensdruk te verminderen. Hiertoe is het essentieel de expertise rondom wondzorg te verenigen en een optimale organisatie van wondzorg in de keten te realiseren. De kwaliteitsstandaard richt zich daarvoor op alle zorgverleners betrokken bij wondzorg, in alle bijbehorende locaties.
De kwaliteitsstandaard heeft nadrukkelijk niet tot doel het geven van een beschrijving hoe de wondzorg er medisch-inhoudelijk uit hoort te zien. Hiervoor wordt verwezen naar de medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden.
Doelgroep
De kwaliteitsstandaard is gericht op alle disciplines die met wondzorg in aanraking komen. Daarnaast is het van belang dat ook andere zorgverleners in de keten kennisnemen van de inhoud van deze kwaliteitsstandaard. Voor patiënten en naasten is een patiëntenversie van de kwaliteitsstandaard ontwikkeld.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de kwaliteitsstandaard is in 2015 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg.
- Dr. R. Meerwaldt, Vaatchirurg, Medisch Spectrum Twente, Enschede, voorzitter, NVvH
- mevrouw F. Das, Patiëntvertegenwoordiger, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
- mevrouw J. Fentener van Vlissingen, Huid- en oedeemtherapeut, Huidtherapie Heuvelrug, Driebergen, NVH
- mevrouw E. de Lange, Huidtherapeut, CosMed Kliniek, Bosch en Duin, NVH
- Dr. M.B. Maessen-Visch, Dermatoloog, Rijnstate, Arnhem, NVDV
- Dr. C. van Montfrans, Dermatoloog, Erasmus MC, Rotterdam, NVDV
- Dr. J. Oskam, Vaatchirurg, Isala Klinieken, Zwolle, NVvH
- de heer P. Quataert MSc, Verpleegkundig specialist, ZorgSaam, Terneuzen, V&VN
- Dr. K.F. Reiding, Huisarts, IJmuiden, NHG
- mevrouw L. Stoeldraaijers, Diabetespodotherapeut, Podotherapie Valkenswaard, NVvDP
- mevrouw K.C. Timm MA ANP, Verpleegkundig specialist, Allerzorg, Woerden, WCS Kenniscentrum Wondzorg
- Prof. dr. P.P.M. van Zuijlen, Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk, NVPC
Met ondersteuning van:
- Ir. T.A. van Barneveld, Directeur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
- Drs. E.E.M. Kolsteren, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
- Drs. L. Niesink-Boerboom, Literatuurspecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
Met dank aan:
- mevrouw R. Lammers, Beleidsmedewerker, Patiëntenfederatie Nederland, Utrecht
- mevrouw C. van Batenburg, Beleidsmedewerker, Stomavereniging Nederland, Houten
- de heer H. Blaauwbroek, Beleidsadviseur, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
- mevrouw D. Coffie, Beleidsadviseur, Diabetesvereniging Nederland, Houten
- de heer J. Dekkers, Voorzitter Dwarslaesie Organisatie Nederland, Utrecht
- de heer K. Hoogewerf, Beleidsadviseur, Nederlandse Brandwonden Stichting, Beverwijk
- mevrouw H. Verhoef, Secretaris, Debra Nederland
- Mr. E. van Zadel, Voorzitter, Hidradenitis Patiëntenvereniging, Nieuwegein
Belangenverklaringen
De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Barneveld, van |
Directeur Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten |
Voorzitter richtlijn advies en autorisatiecommissie in de jeugd en gezondheidzorg Gezondheidsraadcommissie (Medicalisering) Lid van Raad van Advies Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML) Lid van Advies- en expertgroep kwaliteitsstandaarden (AQUA), van het Zorginstituut Nederland |
Geen |
Geen |
Das |
Penningmeester Huidpatiënten Nederland (HPN) Penningmeester Hidradenitis Vereniging Nederland (HPV) Raad van Advies Vereniging Huidtherapeuten |
HPN: reis- en onkostenvergoeding HPV: reis- en onkostenvergoeding |
Geen |
Geen |
Fentener van Vlissingen |
Eigenaar/ huid- en oedeemtherapeut bij Huidtherapie Heuvelrug |
Directie en uitvoering behandelingen die gebruikelijk zijn voor het voeren van een eigen onderneming. Betaald: winst uit eigen onderneming |
Geen |
Geen |
Kolsteren |
Junior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten |
Kwaliteitsbeleidsadviseur Kwaliteit Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) |
Geen |
Geen |
Lammers |
Beleidsadviseur Patiëntenfederatie Nederland |
Geen |
Geen |
Geen |
Lange, de |
Huidtherapeut |
Opstellen kwaliteitsstandaard ter optimalisering en standaardisering van de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg |
Geen |
Geen |
Maessen-Visch |
Dermatoloog |
Voorzitter richtlijn ulcus cruris venosum: onbetaald Lid bestuur NVDV: penningmeester, onbetaald Opleider (perifeer) dermatoloog: onbetaald Domeingroeplid Domeingroep vaten NVDV |
Geen |
Geen |
Meerwaldt |
Voorzitter werkgroep |
Secretaris WPN (onbetaald) Vicevoorzitter Beroepsbelangen NVvH (onbetaald) per mei 2016 voorzitter Beroepsbelangenvereniging (BBV) en penningmeester NVvH (betaald) METC Twente (onbetaald) Lid werkgroep ketenzorg complexe wonden Twente (onbetaald) |
Geen |
Geen |
Montfrans |
Dermatoloog ErasmusMC |
Board member European Academy of Dermatology and Venereology, onbetaald member scientific programming committee, onbetaald Domeingroeplid domeingroep vaten NVDV |
Geen |
Geen |
Oskam |
Chirurg |
Tot 1-1-2015 minderheidsbelang aandelen Qualityzorg BV, thuiszorgorganisatie Zwanenburg Minderheidsbelang aandelen Keizerkliniek Assen, ZBC voor onder andere Vaat-Wondzorg |
Geen |
Geen |
Quataert |
Verpleegkundig Specialist Intensieve zorg |
Secretaris/penningmeester V&VN Wondexpertise (onbetaald) Voorzitter WCS decubituscommissie (vrijwilligersvergoeding) Lid WPN (onbetaald) |
Geen |
Geen |
Reiding |
Huisarts |
Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Stip Cursus wondbehandeling (docent + ontwikkelaar) (betaald per gegeven cursus) Lid wondplatform namens het NHG vacatiegeld |
Geen |
Geen |
Stoeldraaijers |
Diabetespodotherapeut |
Bestuurslid Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten (NVvDP), betaling vacatiegelden bestuursvergaderingen |
Geen |
Geen |
Timm |
Verpleegkundig specialist Allerzorg |
Bestuurslid WCS Kenniscentrum Wondzorg (vrijwilligersvergoeding) Vicevoorzitter Wondplatform Nederland (WPN) (onbetaald) Tot dec 2016 lid ledenraad Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) (onbetaald) Tot dec 2016 eindredacteur WCS Nieuws (vrijwilligersvergoeding) Eigenaar Cutis Cura – Vakblad dermatologieprofessionals Beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag (betaald) Presentaties aan verschillende verenigingen over dermatologie, wonden en verpleegkundig leiderschap (betaald) |
Geen |
Geen |
Zuijlen, van |
Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk Bijzonder hoogleraar brandwondengeneeskunde VUmc Amsterdam |
Expert in advieskamer van TRIP. Werkzaamheden: adviserend lid, betaald: nee Medical Resonance Board (MRB) of the EU-. FP7 Collaborative Project Fullphase. Werkzaamheden: adviserend lid (onbetaald) |
Geen |
Geen |
Inbreng patiëntenperspectief
In de kwaliteitsstandaard is het patiëntenperspectief het uitgangspunt van waaruit de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg wordt vormgegeven. Dit perspectief is bewaakt tijdens werkgroepvergaderingen door de patiëntvertegenwoordiger van Huidpatiënten Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland welke beiden zitting hadden in de werkgroep, en tevens is het patiëntenperspectief besproken tijdens de Invitational conference met het veld die plaats vond in maart 2015. Daarnaast is er in september 2015 een aparte bijeenkomst voor de patiënten(vertegenwoordigers) georganiseerd in samenwerking met Patiëntenfederatie Nederland. De volgende verenigingen waren hierbij aanwezig:
- Nederlandse Brandwonden Stichting/Vereniging van Mensen met Brandwonden;
- Debra Nederland;
- Diabetesvereniging Nederland;
- Dwarslaesie Organisatie Nederland;
- Huidpatiënten Nederland;
- Hidradenitis Patiëntenvereniging.
Het doel van deze bijeenkomst met patiëntverenigingen was het inbrengen van onderwerpen/(knel)punten die van belang zijn voor de patiënt op het gebied van wondzorg, naast het bespreken van de knelpunten die tijdens de Invitational conference met het veld benoemd waren. Hieruit bleek dat onderwerpen die voor de patiënt van belang zijn, grotendeels ook door andere stakeholders werden genoemd. Deze knelpunten omvatten onder andere het tijdig verwijzen, het organiseren van een regionale aanpak van wondzorg, bekostiging, goede (schriftelijke) voorlichting, communicatie, behalen van het behandeldoel en het meten van geschikte uitkomstmaten (waaronder patiëntgerapporteerde uitkomsten).
Een tweede bijeenkomst voor de patiëntenverenigingen werd een jaar later georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst werden de inmiddels geschreven conceptmodulen van de kwaliteitsstandaard aan de patiëntverenigingen voorgelegd en bediscussieerd. Tevens is de kwaliteitsstandaard zowel voorafgaand als tijdens de algemene commentaarronde in zijn geheel voorgelegd aan de Patiëntenfederatie en de diverse patiëntverenigingen.
Methode ontwikkeling
Consensus based
Werkwijze
In maart 2015 vond een brede Invitational conference plaats waar medisch specialisten, verpleegkundigen, patiëntvertegenwoordigers, zorgverzekeraars en andere betrokkenen zich bogen over de onderwerpen die in de kwaliteitsstandaard thuishoren en de prioritering hiervan. In diverse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden staat veel over diagnostiek en behandeling van wonden maar het veld heeft duidelijk aangegeven behoefte te hebben aan een overkoepelend document. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling bestaande richtlijnen te herschrijven. Het verslag van de Invitational is, evenals de lijst met geprioriteerde onderwerpen, opgenomen in de aanverwante producten.
Zowel patiënten als zorgverleners hebben aangegeven dat de kwaliteitsstandaard niet de plaats is voor het beschrijven van de keuze voor bepaalde hulpmiddelen zoals wondverbandmiddelen. Bestaande regionale protocollen en afspraken blijven leidend in de keuze voor bepaalde hulpmiddelen en de kwaliteitsstandaard geeft hiertoe de ruimte.
Oriënterende search
Via Medline en Ovid werd een oriënterende search uitgevoerd naar (inter)nationale literatuur over de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg. Details van deze search zijn opgenomen in de zoekverantwoording. Uit de gevonden literatuur bleek dat het beschrijven van de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg zich vaak beperkt tot een bestaande, gediagnosticeerde wond en veelal gedocumenteerd is in richtlijn(achtige) documenten of (regionale) protocollen. Het beschrijven van de organisatie van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg vanuit een overkoepelende visie, waarvoor deze kwaliteitsstandaard dient, maakt dat de gevonden documenten veelal niet geschikt werden geacht als onderbouwing en daarom niet zijn opgenomen in deze kwaliteitsstandaard. De werkgroep heeft de Nederlandse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden geraadpleegd op het gebied van organisatie van wondzorg en baseert zich daarnaast voornamelijk op expert opinion en consensus. Enkele (inter)nationale richtlijnen, wondzorgdocumenten en -rapporten die buiten het bestek van de search vallen, dienden als inspiratie en werden waar mogelijk als onderbouwing toegepast. Tevens werd door de gehele kwaliteitsstandaard onderbouwende literatuur ter ondersteuning van de overwegingen en geformuleerde aanbevelingen toegepast.