Startpagina - Klinische postmortem radiologie
Waar gaat deze richtlijn over?
De richtlijn Klinische postmortem radiologie beschrijft wat de indicatiestelling voor en organisatie van postmortem radiologie in de klinische setting is. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Indicatiestelling voor postmortem radiologie bij
- foetussen en neonaten;
- kinderen;
- volwassenen.
- Wetgeving rondom postmortem radiologie
- Informatie(verstrekking) rondom het traject van postmortem radiologie
- Organisatie van postmortem radiologie
- Competenties en een netwerk voor postmortem radiologische expertise
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
De richtlijn is primair gericht op radiologen. Daarnaast is het belangrijk dat ook ketenpartners en betrokken zorgverleners/medewerkers kennis nemen van deze richtlijn. Voor patiënten en nabestaanden wordt verwezen naar folders en voorlichtingsmateriaal over postmortem radiologie.
Voor patiënten
Postmortem radiologie gaat over de medische beeldvorming na overlijden. Om goed te kunnen achterhalen wat de doodsoorzaak is, en of er nog andere aandoeningen zijn nadat iemand is overleden, kan de overledene onderzocht worden. Van oudsher gebeurt dit door obductie (autopsie) waarbij het lichaam gedeeltelijk open wordt gemaakt voor onderzoek aan organen en weefsels. Bij postmortem radiologie wordt het onderzoek naar de doodsoorzaak en verdere ziektes gedaan middels het scannen van het lichaam. Dit is een minder invasieve manier dan een obductie of autopsie. Voor veel doodsoorzaken is de verwachting dat postmortem radiologie even goed is als obductie.
Deze richtlijn beschrijft wie in aanmerking komt voor postmortem radiologie (onderverdeeld in foetussen en pasgeborenen, kinderen, volwassenen), op welke manier postmortem radiologie in het ziekenhuis georganiseerd kan worden, waaraan informatievoorziening tussen arts en nabestaande(n) en tussen artsen onderling dient te voldoen en de wetgeving rondom postmortem radiologie.
Tevens is in de richtlijn een voorbeeld van een patiëntenfolder opgenomen.
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2015 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR), bestaande uit vertegenwoordigers vanuit de radiologie, pathologie, laboranten, gynaecologie, kindergeneeskunde, intensive care en forensische geneeskunde.
De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.kennisinstituut.nl) en werd gefinancierd middels een SKMS-subsidie. Patiëntenparticipatie bij deze richtlijn werd mede gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC) binnen het programma Kwaliteit, Inzicht en Doelmatigheid in de medisch specialistische Zorg (KIDZ) waarbij een focusgroep werd georganiseerd met nabestaanden van overledenen waarbij postmortem diagnostiek heeft plaatsgevonden.
Hulpmiddelen
Zie aanverwante items (toepassen)
- Stroomschema organisatie van postmortem radiologie
- Stroomschema postmortem radiologie foetale/neonatale sterfte
- Voorbeeld protocol postmortem babygram
- Voorbeeld protocol postmortem skeletstatus
- Voorbeeld scanprotocol postmortem CT volwassenen
- Voorbeeld scanprotocol postmortem MRI foetussen/neonaten
- Voorbeeld scanprotocol postmortem whole body CT kind
- Voorbeeld standaardverslag postmortem CT
- Voorbeeld nabestaandeninformatie postmortem radiologie
- Presentatie bij de richtlijn (download)
- Implementatieplan