HMB: Ablatie versus hysterectomie
Uitgangsvraag
Ablatie versus hysterectomie als behandeling van hevig menstrueel bloedverlies.
Aanbeveling
Bespreek bij patiënten met HMB endometriumablatie als alternatief voor hysterectomie.
Bespreek de voor- en nadelen van endometriumablatie ten opzichte van hysterectomie: een sneller herstel bij gelijkblijvende tevredenheid en kwaliteit van leven, ten koste van een grotere kans op re-interventie.
Overwegingen
Op basis van de beschikbare evidence kan de patiënt een goede keuze maken tussen ablatie en hysterectomie. Deze keuze kan aan haar worden voorgelegd. Belangrijk voordeel van de hysterectomie is de zekerheid van de bloedingen af te zijn. Het snellere herstel is een voordeel van de ablatietechniek. Kwaliteit van leven en tevredenheid zijn vergelijkbaar. In een preferentiestudie met betrekking tot ablatie werd aangetoond dat patiënten een ‘failure’ percentage tot 50% accepteren om een hysterectomie te voorkomen (Bourdrez et al., 2004).
Onderbouwing
Conclusies
Low |
Patiënten met HMB zijn 1 jaar na ablatie en na hysterectomie even tevreden (79% versus 82%).
Lethaby et al., 2010; Wheeler et al., 2012 |
Moderate |
In het eerste jaar verbetert HMB vaker na hysterectomie dan na ablatie (100% versus 87%).
Lethaby et al., 2010; Wheeler et al., 2012 |
Moderate |
De kwaliteit van leven is na ablatie en hysterectomie grotendeels gelijk.
Lethaby et al., 2010; Wheeler et al., 2012 |
Moderate |
Patiënten herstellen na ablatie gemiddeld 11 dagen sneller dan na hysterectomie.
Lethaby et al., 2010; Wheeler et al., 2012 |
Moderate |
In het eerste jaar komen meer re-interventies voor na ablatie (12%) dan na hysterectomie (0%).
Lethaby et al., 2010; Wheeler et al., 2012 |
Samenvatting literatuur
Ablatie versus hysterectomie wordt vergeleken in een systematic review en een Cochrane review. Hierbij worden (afhankelijk van de uitkomstmaat) 2 tot 7 RCT’s samengevat, waarbij 404 tot 1167 patiënten worden geanalyseerd. De volgende uitkomsten worden beschreven:
a. Tevredenheid
Er is geen significant verschil in tevredenheid na 1 jaar: 78.6% van de ablatie patiënten versus 82.0% van de hysterectomie patiënten zijn tevreden (OR 0.67 (0.4 to 1.03)) (Lethaby et al., 2010).
b. Amenorroe/verbetering HMB
Na 1 jaar zijn er significant minder vrouwen die na ablatie een afname van HMB klachten of amenorroe hebben dan na hysterectomie : 86.8% versus 100% (OR 0.04 (0.01 to 0.22)) (Lethaby et al., 2010).
c. Kwaliteit van leven na 1 en 2 jaar
Er werden verschillende Kwaliteit van leven vragenlijsten gebruikt. De meeste vragenlijsten lieten geen verschil zien tussen hysterectomie en ablatie. Alleen in enkele subdomeinen van de SF-36 vragenlijst werden verschillen aangetoond: hysterectomie scoorde significant beter dan ablatie in de volgende domeinen: sociaal functioneren (na 1 jaar MD -21.2 (-24.7 to -17.7), na 2 jaar MD -7.18 (-12.39, -1.98)); energie (na 1 jaar MD -11.0 (-14.5 to -7.5), na 2 jaar MD -9.02 (-13.24, -4.80)); en algeheel gevoel van welbevinden (na 1 jaar MD -7.3 (-10.7 to -3.8), na 2 jaar -4.79 (-9.06, -0.52 )) (Lethaby et al., 2010).
d. Herstel (na hoeveel dagen weer aan het werk)
Het postoperatieve herstel is significant sneller na ablatie dan na hysterectomie: 9.3 dagen versus 20.9 dagen, MD -11.3 (-19.8 to -2.9) (Lethaby et al., 2010).
e. Re-interventies
Er zijn significant meer re-interventies in het eerste jaar na ablatie dan na hysterectomie: 12.4% versus 0.002%. OR 16.7 (5.8 to 48.6) (Lethaby et al., 2010).
Zoeken en selecteren
Wetenschappelijke uitgangsvraag
De volgende PICO’s werden opgesteld:
PICO 1
P: patiënten met HMB zonder myomen/adenomyose
I: ablatie (eerste/tweede generatie); LNG-IUD (levonorgestrel houdend spiraal)
C: hysterectomie, ablatie
O: Tevredenheid, amenorroe/effect op HMB, QOL, herstel, re-interventies
PICO 2
P: patiënten met HMB met myomen/adenomyose
I: MRgFUS; embolisatie; myoomenucleatie (laparoscopisch/-tomisch); TCRM; myolysis, vaginale/laparoscopische occlusie art. uterina
C: hysterectomie of een andere bij ‘I’ genoemde interventie
O: Tevredenheid, amenorroe/effect op HMB, QOL, herstel, re-interventies
Relevante uitkomstmaten
De werkgroep definieerde de uitkomstmaten als volgt: Tevredenheid, amenorroe/effect op HMB, QOL, herstel, re-interventies.
Zoeken en selecteren van literatuur
Uitgangsvraag |
Specificering |
aantal ref[1] |
|
1 uterine hemorrhage/ or menorrhagia/ or metrorrhagia/ (11392) 2 (hypermenorrhea or Menorrhagia or metrorrhagia).ti,ab. (3226) 3 menorrhagia.ti,ab. (2359) 4 hypermenorrhoea.ti,ab. (26) 5 "excessive menstrual".ti,ab. (133) 6 "dysfunctional uterine bleeding".ti,ab. (717) 7 "heavy menstrual".ti,ab. (304) 8 "abnormal uterine bleeding".ti,ab. (1094) 9 "abnormal menstrual bleeding".ti,ab. (30) 10 "abnormal vaginal bleeding".ti,ab. (367) 11 or/1-10 (13822) |
|
Welke alternatieven voor hysterectomie als behandeling van vrouwen met HMB (met of zonder myomen) worden aanbevolen?
Medline-OVID t/m maart 2012. Engels. Startdatum afhankelijk van beschikbaarheid systematic reviews per deelonderwerp.
Cochrane Library (Wiley)
Embase (Elsevier)
|
12 Endometrial Ablation Techniques/ (122) 13 (endometrial adj4 ablation).ti,ab. (924) 17 (ablation or rollerball or balloon or hypertherm* or thermotherapy or cryoablation or microwave or laser).ti,ab. (270835) 18 mirena*.ti,ab. (176) 19 12 or 13 or 17 or 18 (271009) 20 11 and 19 (991) 21 limit 20 to (yr="2010 -Current" and english) (103) 22 Zoekfilter SR (11) 51 Zoekfilter RCT – Cochrane (54) 81 Embolization, Therapeutic/ (20766) 82 limit 81 to yr="2000 - 2008" (8221) 83 Uterine Artery Embolization/ (285) (PREVIOUS INDEXING: Embolization, Therapeutic (1990-2008)) 84 (Embolization* or Embolisation*).ti,ab. (28617) 85 82 or 83 or 84 (31339) 86 11 and 85 (408) 87 limit 86 to english language (333) 92 "laparoscopic uterine artery occlusion".ti,ab. (18) 98 "Vascular Surgical Procedures"/ (21288) 99 surgery.fs. (1428763) 100 Laparoscopes/ (3230) 101 exp Laparoscopy/ (59007) 102 98 or 99 (1436666) 103 100 or 101 (60162) 104 102 and 103 (39883) 105 occlusion.ti,ab. (97681) 106 104 or 105 (137227) 107 11 and 106 (301) 108 limit 107 to (english language and yr="2000 -Current") (145) 109 MRgFUS.ti,ab. (82) 110 HIFUS.ti,ab. (11) 111 "MR-guided focused ultrasound".ti,ab. (45) 112 "High-intensity focused ultrasound surgery".ti,ab. (8) 113 "High-intensity focused ultrasound".ti,ab. (1119) 114 HIFU*.ti,ab. (879) 115 exp Ultrasonic Therapy/ (7926) 116 Ultrasonography, Interventional/ (11516) 117 109 or 111 or 113 or 114 or 115 or 116 (19714) 118 11 and 117 (34) 119 (TCRM or TCRP).ti,ab. (33) 120 "trans cervical resection".ti,ab. (5) 121 "transcervical resection".ti,ab. (175) 122 119 or 120 or 121 (204) 123 11 and 122 (114) 124 limit 123 to (english language and yr="2006 -Current") (17) 125 cryomyolysis.ti,ab. (11) 126 "Cryosurgery"/ (10265) 127 125 or 126 (10267) 128 11 and 127 (47) 129 limit 128 to (english language and yr="2009 -Current") (0) 130 (myoma and enucleation).ti,ab. (53) 131 (fibroid and enucleation).ti,ab. (11) 132 130 or 131 (63) 133 11 and 132 (5) 134 limit 133 to (english language and yr="2009 -Current") (1) 135 limit 87 to yr="2000 -Current" (269) 136 from 134 keep 1 (1) 137 50 or 80 or 108 or 118 or 124 or 129 or 134 or 135 (470) –457 uniek
#1 MeSH descriptor Uterine Hemorrhage explode all trees #2 (hypermenorrhea or Menorrhagia or metrorrhagia) :ti,ab,kw #3 (hypermenorrhoea or "excessive menstrual" or "dysfunctional uterine bleeding" or "heavy menstrual" or "abnormal uterine bleeding" or "abnormal menstrual bleeding" or "abnormal vaginal bleeding"):ti,ab,kw #4 (#1 OR #2 OR #3) #5 MeSH descriptor Endometrial Ablation Techniques explode all trees #6 (endometrial and ablation).ti,ab:ti,ab,kw #7 (ablation or rollerball or balloon or hypertherm* or thermotherapy or cryoablation or microwave or laser):ti,ab,kw #8 (mirena*):ti,ab,kw #9 (#5 OR #6 OR #7 OR #8) #10 (#4 AND #9), from 2010 to 2012 #11 MeSH descriptor Embolization, Therapeutic explode all trees #12 (#11), from 2000 to 2008 #13 MeSH descriptor Uterine Artery Embolization explode all trees #14 (Embolization* or Embolisation*):ti,ab,kw #15 (#12 OR #13 OR #14) #16 (#4 AND #15), from 2000 to 2012 #17 MeSH descriptor Vascular Surgical Procedures explode all trees #18 (surgery):ti,ab,kw #19 MeSH descriptor Laparoscopes explode all trees #20 MeSH descriptor Laparoscopy explode all trees #21 (( #17 OR #18 ) AND ( #19 OR #20 )) #22 (occlusion):ti,ab,kw #23 (#4 AND ( #20 OR #21 )) #24 (MRgFUS or HIFU* or "MR-guided focused ultrasound" or "High-intensity focused ultrasound"):ti,ab,kw #25 MeSH descriptor Ultrasonic Therapy explode all trees #26 MeSH descriptor Ultrasonography, Interventional explode all trees #27 (#24 OR #25 OR #26) #28 (#4 AND #27) #29 (TCRM or TCRP or "trans cervical resection" or "transcervical resection"):ti,ab,kw #30 (#29 AND #4) #31 (#30), from 2006 to 2012 #32 MeSH descriptor Cryosurgery explode all trees #33 (cryomyolysis):ti,ab,kw #34 (#32 OR #33) #35 (#4 AND #34) #36 (#35), from 2009 to 2012 #37 ((myoma* or fibroid*) and enucleation):ti,ab,kw #38 (#4 AND #37) #39 (#10 OR #16 OR #23 OR #28 OR #30) 61 referenties, 35 dubbel, 26 uniek
'uterus bleeding'/exp/mj OR 'menorrhagia and metrorrhagia'/exp/mj OR hypermenorrhea:ab,ti OR menorrhagia:ab,ti OR metrorrhagia:ab,ti OR hypermenorrhoea:ab,ti OR 'excessive menstrual':ab,ti OR 'dysfunctional uterine bleeding':ab,ti OR 'heavy menstrual':ab,ti OR 'abnormal uterine bleeding':ab,ti OR 'abnormal menstrual bleeding':ab,ti OR 'abnormal vaginal bleeding':ab,ti AND ('endometrium ablation'/exp/mj OR ablation:ab,ti OR rollerball:ab,ti OR balloon:ab,ti OR hypertherm*:ab,ti OR thermotherapy:ab,ti OR cryoablation:ab,ti OR microwave:ab,ti OR laser:ab,ti OR mirena*:ab,ti) AND [english]/lim AND [embase]/lim AND [2010-2012]/py AND SR (zoekfilter) or RCT (zoekfilter) OR ('artificial embolism'/exp/mj AND [embase]/lim AND [2000-2003]/py) OR embolization*:ab,ti OR embolisation*:ab,ti) AND [english]/lim AND [embase]/lim AND [2000-2012]/py) OR ('vascular surgery'/exp/mj OR surgery:lnk AND ('laparoscope'/exp/mj OR 'laparoscopy'/exp/mj) OR occlusion:ab,ti) AND [english]/lim AND [embase]/lim AND [2000-2012]/py) OR (mrgfus:ab,ti OR hifu*:ab,ti OR 'mr-guided focused ultrasound':ab,ti OR 'high-intensity focused ultrasound':ab,ti) AND 'high intensity focused ultrasound'/exp/mj) OR (tcrm:ab,ti OR tcrp:ab,ti OR 'trans cervical resection':ab,ti OR 'transcervical resection':ab,ti) AND [english]/lim AND [embase]/lim AND [2006-2012]/py) OR ('cryosurgery'/exp/mj OR cryomyolysis:ab,ti) AND [embase]/lim AND [2009-2012]/py)
OR (myoma*:ab,ti OR fibroid*:ab,ti) AND enucleation*:ab,ti AND [english]/lim AND [embase]/lim AND [2009-2012]/py) NOT “conference abstract”:ti:ab 284 referenties 162 dubbel, 122 uniek |
[1] Aantal gevonden referenties in Embase is na ontdubbeling voor referenties gevonden in PubMed.
Referenties
- Ambat, S., Mittal, S., Srivastava, D.N., Misra, R., Dadhwal, V., & Ghosh, B. (2009). Uterine artery embolization versus laparoscopic occlusion of uterine vessels for management of symptomatic uterine fibroids. Int J Gynaecol Obstet., 105(2), 162-165.
- Bhattacharya, S., Middleton, .L.J, Tsourapas, A., Lee, A.J., Champaneria, R., Daniels, J.P., Roberts, T., Hilken, N.H., Barton, P., Gray, R., Khan, K.S., Chien, P., O'Donovan, P., Cooper, K.G., International Heavy Menstrual Bleeding Individual Patient Data Meta-analysis Collaborative Group, Abbott, J., Barrington, J., Bhattacharya, S., Bongers, M.Y., Brun, J.L., Busfield, R., Clark, T.J., Cooper, J., Cooper, K.G., Corson, S.L., Dickersin, K., Dwyer, N., Gannon, M., Hawe, .J., Hurskainen, R., Meyer, W.R., O'Connor, H., Pinion, S., Sambrook, A.M., Tam, W.H., van Zon-Rabelink, I.A., & Zupi, E. (2011). Hysterectomy, endometrial ablation and mirena(R) for heavy menstrual bleeding: A systematic review of clinical effectiveness and cost-effectiveness analysis. Health Technol Assess., 15(19), iii-xvi, 1-252.
- Bourdrez, P., Bongers, M.Y., & Mol, B.W. (2004). Treatment of dysfunctional uterine bleeding: patient preferences for endometrial ablation, a levonorgestrel-releasing intrauterine device, or hysterectomy. Fertil steril, 82(1), 160-166.
- Daniels, J.P., Middleton, L.J., Champaneria, R., Khan, K.S., Cooper, K., Mol, B.W., Bhattacharya, S., & International Heavy Menstrual Bleeding IPD Meta-analysis Collaborative Group. (2012). Second generation endometrial ablation techniques for heavy menstrual bleeding: Network meta-analysis. BMJ., 344. e2564.
- Di Spiezio Sardo, A., Mazzon, I., Bramante, S., Bettocchi, S., Bifulco, G., Guida, M., & Nappi, C. (2008). Hysteroscopic myomectomy: A comprehensive review of surgical techniques. Hum Reprod Update., 14(2), 101-119.
- Donnez, J., Tatarchuk, T.F., Bouchard, P., Puscasiu, L., Zakharenko, N.F., Ivanova, T., Ugocsai, G., Mara, M., Jilla, M.P., Bestel, E., Terrill, P., Osterloh, I., Loumaye, E., & PEARL I Study Group. (2012). Ulipristal acetate versus placebo for fibroid treatment before surgery. N Engl J Med., 366(5), 409-420.
- Donnez, J., Tomaszewski, J., Vázquez, F., Bouchard, P., Lemieszczuk, B., Baró, F., Nouri, K., Selvaggi, L., Sodowski, K., Bestel, E., Terrill, P., Osterloh, I., Loumaye, E., & PEARL II Study Group. (2012). Ulipristal acetate versus leuprolide acetate for uterine fibroids. N Engl J Med., 366(5), 21-432.
- Emanuel, M.H., Wamsteker, K., Hart, A.A., Metz, G., & Lammes, F.B. (1999). Long-term results of hysteroscopic myomectomy for abnormal uterine bleeding. Obstet Gynecol., 93, 743-8.
- Garza Leal, J.G., Hernandez Leon, I., Castillo Saenz, L.,& Lee, B.B. (2011). Laparoscopic ultrasound-guided radiofrequency volumetric thermal ablation of symptomatic uterine leiomyomas: Feasibility study using the halt 2000 ablation system. J Minim Invasive Gynecol., 18(3), 364-371.
- Gorny, K.R., Woodrum, D.A., Brown, D.L., Henrichsen, T.L., Weaver, A.L., Amrami, K.K., Hangiandreou, N.J., Edmonson, H.A., Bouwsma, E.V., Stewart, E.A., Gostout, B.S., Ehman, D.A., & Hesley, G.K. (2011). Magnetic resonance-guided focused ultrasound of uterine leiomyomas: Review of a 12-month outcome of 130 clinical patients. J Vasc Interv Radiol., 22(6), 857-864.
- Gupta, J.K., Sinha, A., Lumsden, M.A., & Hickey, M. (2012). Uterine artery embolization for symptomatic uterine fibroids. Cochrane Database Syst Rev., 5, CD005073.
- Hald, K., Klow, N.E., Qvigstad, E., & Istre, O. (2007). Laparoscopic occlusion compared with embolization of uterine vessels: A randomized controlled trial. Obstet Gynecol., 109(1), 20-27.
- Hare, A.A., & Olah, K.S. (2005). Pregnancy following endometrial ablation: a review article. J Obstet Gynaecol. , 25(2), 108-14.
- Hehenkamp, W.J.K., Volkers, N.A., Birnie, E., Reekers, J.A., & Ankum, W.A. (2006). Pain and return to daily activities after uterine artery embolization and hysterectomy in the treatment of symptomatic uterine fibroids: results from the randomized EMMY trial. Cardiovasc Intervent Radiol, 29, 179-87.
- Holub, Z., Jabor, A., Lukac, J., Kliment, L., & Urbanek, S. (2004). Midterm follow-up study of laparoscopic dissection of uterine vessels for surgical treatment of symptomatic fibroids. Surg Endosc., 18(9), 1349-1353.
- Hurskainen, R., Teperi, J., Rissanen, P., Aalto, A.M., Grenman, .S, Kivelä, A., Kujansuu, E., Vuorma, S., Yliskoski, M., & Paavonen, J. (2001). Quality of life and cost-effectiveness of levonorgestrel-releasing intrauterine system versus hysterectomy for treatment of menorrhagia: a randomised trial. Lancet. , 27, 357(9252), 273-7.
- Kaump, G.R., & Spies, J.B. (2013). The impact of uterine artery embolization on ovarian function. Journal of Vascular and interventional radiology., feb(2): epub ahead of print.
- Kim, C.H., Kim, S.R., Lee, H.A., Kim, S.H., Chae, H.D., & Kang, B.M. (2011). Transvaginal ultrasound-guided radiofrequency myolysis for uterine myomas. Hum Reprod., 26(3), 559-563.
- Kim, H.S., Baik, J.H., Pham, L.D., & Jacobs, M.A. (2011). MR-guided high-intensity focused ultrasound treatment for symptomatic uterine leiomyomata: Long-term outcomes. Acad Radiol., 18(8), 970-976.
- Lee, W.L., Liu, W.M., Fuh, J.L., Tsai, Y.C., Shih, C.C., & Wang, P.H. (2010). Use of uterine vessel occlusion in the management of uterine myomas: Two different approaches. Fertil Steril., 94(5), 1875-1881.
- Lethaby, A., Hickey, M., Garry, R.,& Penninx, J. (2009). Endometrial resection / ablation techniques for heavy menstrual bleeding. Cochrane Database Syst Rev., (4), CD001501.
- Lethaby, A., Shepperd, S., Cooke, I., & Farquhar, C. (2000). Endometrial resection and ablation versus hysterectomy for heavy menstrual bleeding. Cochrane Database Syst Rev., (2)(2), CD000329.
- Lethaby, A., & Vollenhoven, B. (2011). Fibroids (uterine myomatosis, leiomyomas). Clin Evid (Online)., 2011, 0814.
- Lethaby, A., Vollenhoven, B., & Sowter, M.C. (2011). Pre-operative GnRH analogue therapy before hysterectomy or myomectomy for uterine fibroids. Cochrane Database of Systematic Reviews.
- Mara, M., Fucikova, Z., Maskova, J., Kuzel, D., & Haakova, L. (2008). Midterm clinical and first reproductive results of a randomized controlled trial comparing uterine artery embolization and myomectomy. Cardiovasc Intervent Radiol, 31, 73-85.
- Mara, M., Kubinova, K., Maskova, J., Horak, P., Belsan, T., & Kuzel, D. (2012). Uterine artery embolization versus laparoscopic uterine artery occlusion: the outcomes of a prospective, nonrandomized clinical trial. Cardiovasc Intervent Radiol. , 35(5), 1041-52.
- Marjoribanks, J., Lethaby, A., & Farquhar, C. (2006). Surgery versus medical therapy for heavy menstrual bleeding. Cochrane Database Syst Rev., (2)(2), CD003855.
- Mavrelos, D., Ben-Nagi, J., Davies, A., Lee, C., Salim, R., & Jurkovic, D. (2010). The value of pre-operative treatment with GnRH analogues in women with submucous fibroids: A double-blind, placebo-controlled randomized trial. Hum Reprod., 25(9), 2264-2269.
- Moss, J.G., Cooper, K.G., Khaund, A., Murray, L.S., Murray, G.D., Wu, O., Craig, L.E., & Lumsden, M.A. (2011). Randomised comparison of uterine artery embolisation (UAE) with surgical treatment in patients with symptomatic uterine fibroids (REST trial): 5-year results. BJOG., 118(8), 936-944.
- Muzii, L., Boni, T., Bellati, F., Marana, R., Ruggiero, A., Zullo, M.A., Angioli, R., & Panici, P.B. (2010). GnRH analogue treatment before hysteroscopic resection of submucous myomas: A prospective, randomized, multicenter study. Fertil Steril., 94(4), 1496-1499.
- Polena, V., Mergui, J.L., Perrot, N., Poncelet, C., Barranger, E., & Uzan, S. (2007). Long-term results of hysteroscopic myomectomy in 235 patients. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol., 130(2), 232-237.
- Popovic, M., Puchner, S., Berzaczy, D., Lammer, J., & Bucek, R.A. (2011). Uterine artery embolization for the treatment of adenomyosis: A review. J Vasc Interv Radiol., 22(7), 901-9, quiz 909.
- Sowter, M.C., Lethaby, A., & Singla, A.A. (2002). Pre-operative endometrial thinning agents before endometrial destruction for heavy menstrual bleeding. Cochrane Database of Systematic Reviews, Issue 3. Art. No.: CD001124.
- Subramanian, S., Clark, M.A., & Isaacson, K. (2001). Outcome and resource use associated with myomectomy. Obstet Gynecol., 98(4), 583-587.
- van der Kooij, S.M., Bipat, S., Hehenkamp, W.J., Ankum, W.M.,& Reekers, J.A. (2011). Uterine artery embolization versus surgery in the treatment of symptomatic fibroids: A systematic review and metaanalysis. Am J Obstet Gynecol., 205(4), 317.e1-317.18.
- Vercellini, P., Zàina, B., Yaylayan, L., Pisacreta, A., De Giorgi, O., & Crosignani, P.G. (1999). Hysteroscopic myomectomy: long-term effects on menstrual pattern and fertility. Obstetrics & Gynecology, 94, 341347.
- Voogt, M.J., Trillaud, .H., Kim, Y.S., Mali, W.P., Barkhausen, J., Bartels, L.W., Deckers, R., Frulio, N., Rhim, H., Lim, H.K., Eckey, T., Nieminen, H.J., Mougenot, C., Keserci, B., Soini, J., Vaara, T., Köhler, M.O., Sokka, S., & van den Bosch, M.A. (2012). Volumetric feedback ablation of uterine fibroids using magnetic resonance-guided high intensity focused ultrasound therapy. Eur Radiol., 22(2), 411-417.
- Wheeler, T.L. 2nd, Murphy, M., Rogers, R.G., Gala, R., Washington, B., Bradley, L., Uhlig, K., & Society of Gynecologic Surgeons Systematic Review Group. (2012). Clinical practice guideline for abnormal uterine bleeding: Hysterectomy versus alternative therapy. J Minim Invasive Gynecol., 19(1), 81-88.
- Zhuo, M., Chen, J.Y., Tang, L.D., Chen, W.Z., & Wang, Z.B. (2011). Ultrasound-guided high-intensity focused ultrasound ablation for adenomyosis: The clinical experience of a single center. Fertil Steril., 95(3), 900-905.
Evidence tabellen
Reference |
Study type |
Characteristics |
Patientgroup |
Controls (C)
|
Outcome measures and follow-up time |
Results |
Quality assesment study |
Bhattacharya 2011
Search May 2010
Hysterectomy, endometrial ablation and Mirena for heavy menstrual bleeding- a systematic review of clinical effectiveness and cost-effectiveness analysis. |
Individual patient data (IPD) meta-analysis of existing randomised controlled trials to determine the short- to medium-term effects of hysterectomy, EA and Mirena. A population-based retrospective cohort study based on record linkage to investigate the long-term effects of ablative techniques and hysterectomy in terms of failure rates and complications. Cost-effectiveness analysis of hysterectomy versus first- and second generation ablative techniques and Mirena. |
30 RCT’s: women with menorrhagia that underwent hysterectomy, vaginal hysterectomy, total abdominal hysterectomy, subtotal abdominal hysterectomy, laparoscopic hysterectomy, LNG IUS, Mirena coil and all types and variants of first- and second-generation ablative techniques
|
a. 7 trials first generation endometriumablation b. 1 trial mirena c. 14 trials first generation endometriumablation d. 3 trials mirena e. 5 trials mirena
|
a. hysterectomy b. hysterectomy c. second generation endometriumablation d. first generation endometriumablation e. second generation endometriumablation |
a. Incremental cost per QALY gained. b. Incremental cost per QALY gained, re-interventins. c. amenorroea, menorrhagia, satisfaction, re-interventions d. and e. amenorroea, menorrhagie, satisfaction, QOL, re-interventions
|
Hysterectomy was the most cost-effective treatment. It dominated first-generation EA and, although more expensive, produced more quality-adjusted life-years (QALYs) than second-generation EA and Mirena. After 2 years second generation ablation significant more women had amenorroea than after first generation ablation. After hysterectomy significantly less re-interventions than after ablation and mirena. |
Good systematic review.
|
Marjoribanks 2010
search March 2010
|
Cochrane review ‘surgery versus medical therapy for heavy menstrual bleeding’
|
12 RCT’s, 1049 women suffering menorhagia |
a. oral medication b. mirena |
a. surgical treatment b. surgical treatment |
Menorrhagia (PBAC or alkaline hematine method) QOL, satisfaction, side effects, re-interventiions. Follow-up 5 year |
In comparisons of LNG-IUS versus conservative surgery or hysterectomy, at one year there was no statistically significant difference in satisfaction rates nor in most measures of quality of life, though adverse effects were significantly less likely with conservative surgery –ablation- (RR 0.51 (95% CI 0.36 to 0.74); NNT = 4 (95% CI 3 to 7), three studies). Conservative surgery was significantly more effective than LNG-IUS in controlling bleeding at one year (RR 1.19 (95% CI 1.07 to 1.32); NNT = 7 (95% CI 5 to 19), five studies). |
Good systematic review. |
Lethaby 2009
Search August 2009 |
Cochrane review ‘endometrial resection/ablation techniques for heavy menstrual bleeding’
|
21 RCT’s, 3395 premenopausal women
Inclusion criteria: • women regular heavy periods Exclusion criteria: • postmenopausal bleeding • irregular menses and intermenstrual bleeding; • pathological causes of HMB; • iatrogenic causes of HMB
|
First generation ablation
12 comparisons |
Second generation ablation |
1. PBAC scores 2. Satisfaction |
In the comparison of the newer 'blind' techniques (second generation) with the gold standard hysteroscopic ablative techniques (first generation), there was no evidence of overall differences in the improvement in HMB or patient satisfaction.
|
Good systematic review. |
Lethaby 2010
Search December 2008 |
Cochrane ‘endometrial resection and ablation versus hysterectomy for heavy menstrual bleeding’ |
7 RCT’s, 1192 premenopausal women
Inclusion criteria: • women regular heavy periods Exclusion criteria: • postmenopausal bleeding • irregular menses and intermenstrual bleeding; • pathological causes of HMB; • iatrogenic causes of HMB
|
endometrium resection/ ablation
|
hysterectomy |
1. menstrual bleeding (PBAC) 2. re-interventions 3. QOL 4. hospital stay/ return to work, etc 5. satisfaction
Follow-up 4 years |
There was a significant advantage in favor of hysterectomy in the improvement in HMB (OR=0.04, 0.01 to 0.2 at one year) and satisfaction rates (up to four years post surgery) (OR=0.5, 0.3 to 0.8 at 2 years) compared with endometrial ablation. Although many quality of life scales reported no differences between surgical groups, there was some evidence of a greater improvement in some health domains (social functioning, energy, pain and general health) for hysterectomy patients. Repeat surgery was more likely after endometrial ablation than hysterectomy (OR= 16.7, 5.8 to 48.6). |
Good systematic review. |
Lethaby 2011
search June 2009 |
Clinical evidence Fibroids (uterine myomatosis, leiomyomas).
GnRH analogues, LAVH, TAH, abdominal myomectomy, laparoscopic myomectomy, TLH, TVH, UAE, TCRM, ablation, MRgFUS, myolysis. |
Systematic review and GRADE evaluation
Inclusion: women with fibroids.
|
1. Oral medication 2. pre-operative medical treatment 3. surgical treatment |
|
1. myoma related symptoms 2. pregnancies 3. recurrence myomas 4. postoperative recovery 5. QOL 6. complications |
LAVH: likely to be beneficial (faster recovery, less post operative pain compared to AUE) AUE: likely to be beneficial (less myoma related complaints compared vermindert myoom-gerelateerde klachten vergeleken met expectatief beleid) TLH: likely to be beneficial (minder post operatieve koorts, kortere opnameduur, sneller herstel vergeleken met AUE) vaginale hysterectomie: likely to be beneficial (minder bloedverlies, pijn, koorts, kortere opnameduur vergeleken met AUE) |
GRADE table good. Only outcomes of LAVH, AUE, TLH were used. |
Spiezio 2008 |
comprehensive review.
Hysteroscopic myomectomy: a comprehensive review of surgical techniques. |
Woman with uterus myomatosus and AUB |
19 studies on hysteroscopic myomectomy and the effect on AUB, not systematically reviewed |
none |
effect on AUB |
Bleeding control in 69.5%-100% of the cases after hysteroscopic myomectomy |
No systematic review. Conclusions can be used with the annotation of ‘very low quality of evidence’.
|
van der Kooij 2011 |
Systematic review and meta analysis of 4 RCT’s
Uterine artery embolization versus surgery in the treatment of symptomatic fibroids: a systematic review and meta-analysis. |
inclusion: women with symptomatic uterine fibroids |
292 patients UAE |
223 patients myomectomy/hysterectomy |
(1) intraprocedural results (at the time of the procedure), (2) early postprocedural results (first 24 hours, during hospital stay or day 1 to day 30), (3) late postprocedural results (between 30 days and 6 months), (4) follow-up at 6 months, (5) follow-up at 1 year, (6) follow-up at 2 years, (7) follow-up at 3 years, (8) follow-up at 4 years, and (9) follow-up at 5 years. |
On the short-term, uterine artery embolization showed fewer blood loss, shorter hospital stay, and quicker resumption of work. Mid- and long-term results showed comparable health-related quality of life results and a higher reintervention rate in the uterine artery embolization group (OR 5.41; 95%CI 2.48 – 11.81), whereas both groups were equally satisfied. |
Only QOL after 5 years was used. |
Moss 2011 |
RCT
Randomised comparison of uterine artery embolisation (UAE) with surgical treatment in patients with symptomatic uterine fibroids (REST trial): 5-year results |
Women aged ‡18 years with symptomatic fibroids who were considered to justify surgical treatment. |
106 patients UAE |
51 patients surgery (myomectomy/ hysterectomy) |
Quality of life at 5 years, as assessed by the Short Form General Health Survey (SF-36). Secondary measures included complications, adverse events and the need for further intervention. |
There were no significant differences between groups in any of the eight components of the SF-36 scores at 5 years (minimum P = 0.45). Symptom score reduction and patient satisfaction with either treatment was very high, with no group difference. The 5-year intervention rate for treatment failure or complications was 32% (UAE arm) and 4% (surgery arm), respectively. The initial cost benefit of UAE over surgery at 12 months was substantially reduced because of subsequent interventions, with treatments being cost neutral at 5 years. |
Only QOL after 5 years was used. |
Gupta 2012
Search nov 2011 |
Systematic review.
Uterine artery embolization for symptomatic uterine fibroids. |
Randomised controlled trials (RCTs) of UAE versus any medical or surgical therapy for symptomatic uterine fibroids. |
a. 291 patients UAE (3 trials) b. 157 patients UAE c. 121 patients UAE
|
a. abdominal hysterectomy b. surgery c. myomectomy |
1. Patient satisfaction (up to 12-24 months and at five years). 2. Further interventions
|
There was moderately good evidence that there is no significant difference between UAE and surgery in patient satisfaction rates at two years (OR 0.69, 0.40 to 1.21, 516 women, 5 trials) nor at five years (OR 0.90, 95% CI 0.45 to 1.80, 295 women, 2 trials). UAE was associated an increased surgical reintervention rate. This increase in the surgical reintervention rate may balance out the initial cost advantage of UAE (reinterventions within 2 years: OR 5.64, 95% CI 2.92 to 10.90, 486 women, 4 trials; within 5 years: OR 5.79, 95% CI 2.65 to 12.65. 289 women, 2 trials). |
Good systematic review
|
Wheeler 2012
Search jan 2011
|
Clinical Practice Guideline for Abnormal Uterine Bleeding: Hysterectomy versus Alternative Therapy |
On the basis of findings from a systematic review, clinical practice guidelines were developed. Rating the quality of evidence and the strength of recommendations followed the Grades for Recommendation Assessment, Development, and Evaluation system |
a. 1167 patients hysterectomy b. 236 patients hysterectomy c. 63 patients hysterectomy |
d. ablatio, mirena, medication |
bleeding, quality of life, pain, sexual health, patient satisfaction, need for subsequent surgical treatment, and adverse events |
Table 3, 4 and 5 |
GRADE table used.
|
Garza Leal 2011 |
Prospective cohort study.
Laparoscopic Ultrasound-Guided Radiofrequency Volumetric Thermal Ablation of Symptomatic Uterine Leiomyomas: Feasibility Study Using the Halt 2000 Ablation System |
women with myomas without child wish |
31 women Laparoscopic Ultrasound-Guided Radiofrequency Volumetric Thermal Ablation |
none |
patient safety, frequency of adverse events, repeat intervention rate because of myoma symptoms, and the symptom and HRQL scores from the UFS-QOL questionnaire. |
At 3, 6, and 12 months, respectively, mean symptom severity scores improved significantly compared with baseline, by 59.7% (95% CI, 44.8–74.7), 71.7% (95% CI, 55.7%–87.7%), and 82.0% (95% CI, 70.9%–93.1%). The increase in mean health-related quality-of-life scores over time reached statistical significance (p =0.001): 60.15 (95% CI, 51.6%–68.7%) at baseline, 87.9 (95% CI, 82.1%–93.7%) at 3 months, 90.8 (95% CI,82.1%–99.5%) at 6 months, and 97.8 (95% CI, 96.2–99.4) at 12 months. There were no procedure-related repeat treatments after radiofrequency ablation. |
Randomisatie: -Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: - Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: nvt Financiering: nvt Overig: dit zijn niet per definitie vrouwen met menorrhagia. Het is een hele kleine studie groep zonder controle groep.
|
Kim CH 2011 |
Prospective cohort study.
Transvaginal ultrasound-guided radiofrequency myolysis for uterine myomas. |
premenopausal women with symptomatic uterine myomas: menorrhagia, pelvic pain and/or bulk symptom. Exclusion criteria were the presence of more than three uterine myomas. |
69 women underwent Transvaginal ultrasound-guided radiofrequency myolysis |
none |
normalsized sanitary products used per menstrual period to assess menorrhagia. Symptom severity subscale (SSS) of the uterine fibroids symptom (UFS) questionnaire. Intra-operative and post-operative minor and major complications |
An improvement of menorrhagia occurred 1, 3, 6 and 12 months after operation (all P < 0.001 versus baseline). Overall symptoms at 1, 3, 6 and 12 months after RF myolysis also improved (all P < 0.001 versus baseline). No major complications were observed or reported |
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: - Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: nvt Financiering: Overig: inclusie criterium niet puur menorrhagia maar ook andere myoom-gerelateerde klachten. Dus komt niet geheel overeen met de PICO. |
Min Zhuo 2010 |
Prospective cohort study.
Ultrasound-guided high-intensity focused ultrasound ablation for adenomyosis: the clinical experience of a single center |
Inclusion criteria for this study were [1] age >18 years; [2] no desire to bear children; [3] dysmenorrhea and/or menorrhagia; [4] MRI evidence of typical features of adenomyosis with a depth >3 cm; [5] no previous other treatment or therapy for adenomyosis during the previous 3 months, including surgery; and [6] the ability to communicate clearly with the nurse or physician during the procedure. |
78 patients with symptomatic adenomyosis underwent ultrasound-guided high-intensity focused ultrasound ablation |
none |
Numerical Rating Scale immediately after the procedure. Symptoms of menorrhea and dysmenorrhea were recorded with use of a 5-point categorical scale. 3 months: MRI and questionnaire on relief of complaints with 6-point categorical scale.
|
Scores of 1.3 -0.7 and 2.1-1.2 for patients with menorrhagia and dysmenorrhea, respectively, at 3 months after treatment were compared with those of 2.5-1.6 and 4.8-0.4 before treatment; the difference was statistically significant (P<.001 for both). Scores of 1.4 -0.8 and 2.2-1.3 at the 18-month follow-up assessment were compared with the baseline; the difference was statistically significant (P<.001 for both).Twenty-two patients (28.6%) had 27 complications. 23 events (85.1%) did not need medical intervention. No serious complications including death or major permanent injuries were observed. |
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: nvt Follow-up voldoende: nvt Intention-to-treat analyse: - Financiering: Overig: inclusie niet alleen vrouwen met menorrhagia, geen gestandaardiseerde vragenlijsten.
|
Polena 2007 |
Retrospective cohort study.
Long-term results of hysteroscopic myomectomy in 235 patients |
one or more submucous myomas at diagnostic hysteroscopy, abnormal uterine bleeding and infertility |
235 patients TCRM |
none |
1; Satisfaction with treatment and improvement of bleeding symptoms. 2; complications were registered in connection with surgery, readmission or clinical controls. All patients had a clinical and office hysteroscopic examination 1–2 months post-operatively. Retreatment and concurrent surgery were documented. |
Eighty-four percent of cases were followed-up. The median follow-up was 40 months (range 18–66 months). The procedure was classed as a success in 94.4% of patients (satisfaction). Among the cases that were classed as a failure, four patients had a repeated hysteroscopic procedure, three patients had a subsequent hysterectomy and four patients presented with abnormal uterine bleeding at follow-up. |
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: nvt Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: - Financiering: Overig: Retrospectief. Geen gestandaardiseerde QOL en bloedings-klachten vragenlijst. |
Holub 2004 |
Prospective cohort study.
Midterm follow-up study of laparoscopic dissection of uterine vessels for surgical treatment of symptomatic fibroids |
patients with symptomatic uterine fibroids confirmed by ultrasound (US) or magnetic resonance imaging (MRI) were indicated for LDUV |
69 patients LDUV |
none |
Complications, improvement complaints, reduction myoma. Follow up 3 years. |
Almost all the patients (98.5%) had a successful LDUV with a low rate (7.3%) of postoperative complications. Symptom improvement (menorrhagia or dysmenorrhoea) was 93.2%, and the average reduction in the dominant myoma was 57.8% during a follow-up period longer than 12 months. All the patients with anemia had normal red cell counts after 3 months. |
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: nvt Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: + Financiering: Overig: inclusie criterium niet menorrhagia maar myomen. Geen duidelijke primaire uitkomstmaten genoemd. Geen gestandaardiseerde vragenlijst gebruikt. |
Lee 2010 |
Prospective case control study.
Use of uterine vessel occlusion in the management of uterine myomas: two different approaches |
[1]. Symptomatic myomas [2]. Absence of previous abdominal or pelvic surgery [3]. A number of visible uterine masses (myomas) less than or equal to 5 intramural or subserous myomas [4]. A max. diameter of no more than 8 cm [5]. An absence of prominent or significant pelvic adhesion. |
44 patients uterine artery occlusion |
66 patients uterine artery occlusion combined with simultaneous blockage of anastomosis between the uterine and ovarian vessels |
operative time (in minutes); febrile morbidity; and complications, such as blood transfusion, wound infection or hematoma, and postembolization syndrome. Leiomyoma-related symptoms, either menstrual problems such as menorrhagia and pain, or compression were assessed using a presence-or-absence questionnaire. At 1, 2 and 3 years, all patients underwent transvaginal ultrasonography, and any relapse of symptoms was determined. Reinterventions. |
During the 3-year follow-up, the majority of patients in both groups reported symptom relief (ranging from 61.5% to 84.6% in the UVO group and 31.6% to 77.3% in the UAO group, on the basis of different kinds of symptoms). However, symptom control seemed to be different between the two groups when the follow-up time was prolonged; for example, symptom control was better in the UVO group at the end of 3 years, especially for menorrhagia (76.5% vs. 34.5%, p=0.023). The fibroid size was smaller in the UVO group, resulting in a lower re-intervention rate, compared with the UAO group (13.6% vs. 36.4%, p=0.009). |
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: + Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: + Financiering: niet beschreven Overig: inclusie geen menorrhagia maar myomen. Geen gestandaardiseerde vragenlijst. Controle groep zelfde soort behandeling, dus niet goed te vergelijken met andere behandelingen. |
Ambat 2009 |
RCT.
Uterine artery embolization versus laparoscopic occlusion of uterine vessels for management of symptomatic uterine fibroids |
symptomatic women with enlarged uteri that corresponded in size to 12–20 weeks of pregnancy |
10 patients uterine artery embolization |
10 patients laparoscopic occlusion of uterine vessels |
The primary aim of the study was to compare symptomatic improvement in menstrual blood loss [PBACs] following LOUV compared with UAE. The secondary outcomes measured were postoperative pain, reduction in uterine and fibroid volumes, and adverse effects and complications following these procedures. |
At 6 months, there was no significant difference in the mean reduction in menstrual blood loss, uterine volume, and volume of the dominant fibroid between the two groups (P=0.436, P=0.796, P=1.00, respectively). However, higher pain scores were recorded on day 1 in the UAE group compared with the LOUV group (P=0.0002). |
Randomisatie: + Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: + Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: + Financiering: Overig: veel te kleine studie groep, wel hoeveelhied bloedverlies gestandaardiseerd. |
Hald 2007 |
RCT.
Laparoscopic Occlusion Compared With Embolization of Uterine Vessels |
women with fibroid and increased amounts of bleeding, pressure symptoms, and an expressed desire not to have a hysterectomy |
29 patients UAE |
29 patients bilateral laparoscopic occlusion of uterine vessels |
The change in Pictorial Bleeding Assessment Chart score from baseline to 6 months after treatment was the primary outcome measure. Secondary: postoperative pain and adverse events, clinical failure. |
The percentage reduction in Pictorial Bleeding Assessment Chart scores did not differ between the treatment groups (52% after uterine leiomyoma embolization and 53% after laparoscopy, P =0.96). The study had 52% power to detect a 20% difference on the PBAC. Fewer participants in the group treated with uterine leiomyoma embolization complained of heavy bleeding after 6 months (4% comparedwith 21%, P=0.044). |
Randomisatie: + Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: + Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: + Financiering: Overig: goede studie, wel wat klein. |
Kim HS 2011 |
Prospective cohort study.
MR-guided High-intensity Focused Ultrasound Treatment for Symptomatic Uterine Leiomyomata: Long-term Outcomes |
Consecutive pre- or perimenopausal women, 18 years of age or older, with symptomatic leiomyomata and interested in a prospective nonrandomized study of MR-g HIFU were recruited |
40 patients MRgFUS |
none |
The primary study endpoint was the assessment of the longterm clinical effectiveness of MR-g HIFU treatment for symptomatic uterine leiomyomata. Clinical effectiveness of MR-g HIFU was defined by the changes in patient symptoms and was quantitatively assessed through the symptom and health-related quality-of-life (QOL) scores from the Uterine Fibroid Symptom and Quality of Life questionnaires. |
The mean baseline volume of treated leiomyomata was 336.9 cm3. The mean improvement scores for transformed SSS was 47.8 (P < .001) and for tUFS-QOL was 39.8 (P < .001) at 3 years. The mean volume decrease in treated leiomyomata was 32.0% (P < .001), and, in the uterus, the volume decrease was 27.7% (P < .001) at 3 years. There were no long-term complications. |
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: - Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: nvt Financiering: Overig: |
Voogt 2012 |
Prospective cohort study.
Volumetric feedback ablation of uterine fibroids using magnetic resonance-guided high intensity focused ultrasound therapy |
pre- or peri-menopausal women with symptomatic uterine fibroids, 18–59 years of age, uterine size smaller than 24 weeks of pregnancy, dominant fibroid size of ≥3 cm and ≤12 cm, transformed Symptom Severity Score (SSS) of ≥40 points on the Uterine Fibroid Symptom and Quality of Life Questionnaire (UFS-QoL), and a normal cervical smear |
33 patients MRgFUS |
none |
Non-Perfused Volumes (NPVs) with MR thermal dose predicted treatment volumes. Evaluation of complications or adverse events and unintended lesions. Secondary endpoints were pain (VAS 1-10) and discomfort (0-3) scores, recovery time and length of hospital stay. UFS QoL after one month. |
The mean NPV calculated as a percentage of the total fibroid volume was 21.7%. No serious adverse events were reported and Time needed to return to work and normal activities ranged from 1–19 days (mean 4.4±4.4) and 1–7 days (mean 2.3±1.8) respectively |
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: - Follow-up voldoende: ? Intention-to-treat analyse: nvt Financiering: Overig: uitkomstmaten komen niet overeen met de PICO, en QOL wordt wel in M&M genoemd maar niet bij resultaten. |
Gorny 2011 |
Retrospective cohort study.
Magnetic Resonance–guided Focused Ultrasound of Uterine Leiomyomas: Review of a 12-month Outcome of 130 Clinical Patients |
women with symptomatic uterine leiomyomas who were clinically treated with MR-guided focused US at a single institution between March 2005 and December 2009 |
130 patients MRgFUS |
none |
Patients were interviewed by phone at 3-, 6-, and 12-month to assess symptom relief (self-reported 1-100%) and whether additional procedures had been performed. Additionally, change in pretreatment symptoms. Additional procedures performed for relief of leiomyoma-related symptoms. |
At 3-, 6-, and 12-month follow-up, 86% (90 of 105), 93% (92 of 99), and 88% (78 of 89) of patients reported relief of symptoms, respectively. Treatment-related complications were observed in 17 patients (13.1%): 16 patients had minor complications and one had a major complication (deep vein thrombosis).
|
Randomisatie: - Toewijzing verborgen: - Behandelaar geblindeerd: - Patiënt geblindeerd: - Effectbeoordelaar geblindeerd: - Interventie- en controlegroep vergelijkbaar: - Follow-up voldoende: + Intention-to-treat analyse: nvt Financiering: Overig: retrospectief, geen gestandaardiseerde vragenlijsten. |
Popovic 2011 |
Review (no RCT’s) |
Patients with symptomatic adenomyosis
|
102 patients (with pure adenomyosis; no fibroids): UAE |
none |
No previously dedicated outcome measures |
Improvement rate of 83.3% after a median follow-up of 9.4 months. Urinary symptoms, pelvic heaviness, dysmenorrhea, and menorrhagia decreased significantly after embolization. Overall, more than 70% of patients showed devascularization, and uterine volumes decreased by 25%–32%. After a median follow-up of 40.6 months in the subgroup of patients with only adenomyosis, 135 of 208 patients (64.9%) reported sustained improvements after UAE. MR imaging demonstrated significant modifications after UAE. Uterine volumes and JZ thickness showed reductions of 27.4%–54.0% and 12.0%–23.9%, respectively |
No comparative studies used. |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 01-01-2013
Laatst geautoriseerd : 01-01-2013
Geplande herbeoordeling : 01-01-2019
Uiterlijk in 2018 bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en de Nederlandse Vereniging voor Radiologie of deze richtlijn nog actueel is. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.
De Nederlandse Vereniging voor Radiologie en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie zijn als houders van deze richtlijn verantwoordelijk voor de actualiteit van deze richtlijn.
Algemene gegevens
De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door het Kennisinstituut van Medisch Specialisten en werd gefinancierd. De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
Doel en doelgroep
Doel
De samengestelde werkgroep heeft zich ten doel gesteld een onderbouwd antwoord te geven op verschillende vragen over de etiologie, diagnostiek en behandeling van HMB.
Doelgroep
Deze richtlijn is bedoeld voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met klachten van HMB. In dit geval zijn dat gynaecologen en (interventie) radiologen.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2011 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met hevig menstrueel bloedverlies (HMB) (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep).
De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep werkte twee jaar aan de totstandkoming van de richtlijn. De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.
- Dr. W.J.K. Hehenkamp, gynaecoloog, NVOG (voorzitter)
- Prof. Dr. J.A. Reekers, radioloog, NVvR (vice voorzitter)
- Dr. W.M. Ankum, gynaecoloog, NVOG
- Dr. S.F.P.J. Coppus, gynaecoloog, NVOG
- Dr. C.A.H. Janssen, gynaecoloog, NVOG
- Dr. P.N.M. Lohle, radioloog, NVvR
- Dr. H. van Overhagen, radioloog, NVvR
- Dr. A. Timmermans, gynaecoloog, NVOG
- Drs. S. van der Kooij, AIOS gynaecologie, NVOG
- Drs. F. Vree, AIOS gynaecologie, NVOG
Met ondersteuning van
- Ir. T.A. van Barneveld, hoofd afdeling Ondersteuning Professionele Kwaliteit, Orde van Medisch Specialisten
- Drs. S.B. Muller-Ploeger, junior adviseur afdeling Ondersteuning Professionele Kwaliteit, Orde van Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard dat ze in de laatste vijf jaar geen (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. De individuele ingevulde belangenverklaringen zijn op te vragen bij de afdeling Ondersteuning Professionele Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten
Inbreng patiëntenperspectief
Wetenschappelijke literatuur over HMB spitste zich in het verleden vaak toe op de hoeveelheid menstrueel bloedverlies en de behandeling ervan. In de klinische praktijk bepaalt echter de patiëntbeleving een groot deel van het diagnostisch proces en het behandeltraject. Onderzoek van Clark et al. (2002) toonde het belang van de patiëntbeleving als uitkomstmaat aan. Inmiddels zijn diverse zogeheten patient-based outcome measures (PROMs) en vragenlijsten ontwikkeld voor patiënten met abnormaal uterien bloedverlies in de klinische of research setting; maar er is nog steeds geen enkel goed instrument dat alle belangrijke uitkomstmaten goed kan weergeven (Matteson et al., 2009).
Om toch een indruk te krijgen van de effecten van een ziektebeeld of klacht op de beleving van de patiënt worden ook wel focusgroep discussies gehouden. Matteson & Clark (2010) hield focusgroep discussies met in totaal 25 vrouwen die klaagden over abnormaal uterien bloedverlies. Het doel was te onderzoeken wat de invloed was van hevig of onregelmatig bloedverlies op het leven van vrouwen en of de aspecten van het leven die het meest beïnvloed werden door dit bloedverlies wel genoeg belicht werden in de gangbare (door professionals) opgestelde vragenlijsten. In hun onderzoek vulden de vrouwen eerst een standaard vragenlijst in met 13 vragen (onder andere duur van het bloedverlies, hoeveelheid bloedverlies, gebruik van hoeveelheid maandverband, regulariteit en voorspelbaarheid van het bloedverlies, pijn, doorlekken, sexualiteit). Daarna volgde de focusgroep discussie gedurende 90 minuten en werd elke vraag gescoord op een schaal van erg belangrijk tot helemaal niet belangrijk.
Het bleek dat alle vragen van de vragenlijst wel belangrijk gevonden werden maar dat een zekere diepgang werd gemist. Er kwamen vijf belangrijke thema’s heel duidelijk naar voren uit de groepen:
- Irritatie en ongemak;
- Bloeding geassocieerde pijn;
- Onzekerheid over vies voelen en lichaamsgeur;
- Sociale schaamte;
- Ritueel gedrag.
Toelichting: de irritatie en ongemak bestaan er vooral uit dat het je zo maar kan overkomen, dat je altijd protectie bij je moet hebben/genoeg in huis moet hebben, dat sociale - en sportactiviteiten niet meer gedaan kunnen worden en dat je alles moet plannen buiten de menstruaties om. Aandacht voor pijn wordt als heel belangrijk gezien; vrouwen voelen vaak hoe de stolsels eruit gedreven worden. Vrouwen voelen zich vaak vies door al dat bloed, wat ook bijdraagt aan sociale schaamte. Het wordt in het algemeen als vreselijk ervaren om zichtbaar voor anderen bloedvlekken in de kleren, meubilair of beddengoed te hebben. Deze grote impact en angst voor doorlekken maakt dat vrouwen uitgebreide preventieve - en vermijdingsstrategieën (rituelen) ontwikkelen. Veel vrouwen hebben inmiddels wel geleerd hoe er mee om te gaan (coping), maar vele gaan nergens meer heen waar ze niet heel snel een toilet kunnen bezoeken uit angst voor doorlekken. Zo zal kantoorwerk vaak nog net gaan maar voor de klas staan of winkelen in de stad wordt al lastiger. Vrouwen willen graag aandacht voor juist deze aspecten omdat ze in zeer grote mate hun leven beïnvloeden.
Matteson & Clarks (2010) voorstel is om het gesprek met de vrouw met abnormaal uterien bloedverlies te verdiepen door speciale aandacht te geven aan de bovengenoemde 5 thema’s. Zij pleiten er ook voor om een nieuwe standaard vragenlijst te maken waarin deze 5 thema’s ook ruim aan bod komen en die de patiënte desgewenst al voor het consult kan invullen. Deze lijst zou dan ook gebruikt kunnen worden voor wetenschappelijke doeleinden en om de patiënttevredenheid van een bepaalde therapie te evalueren.
Samengevat
Uit patiënt focusgroep discussies blijkt dat vrouwen in de standaard anamnese diepgang missen. Deze diepgang zou bereikt kunnen worden door aandacht te geven aan 5 thema’s, te weten: irritatie en ongemak, bloeding geassocieerde pijn, onzekerheid over vies voelen en lichaamsgeur, sociale schaamte, ritueel gedrag. Deze diepgang en daarmee zinvollere communicatie zal wellicht bijdragen tot een doelmatiger behandeling. Hoewel bovengenoemde knelpunten niet benoemd zijn in de uitgangsvragen hebben we wel de uitkomsten van de patiënt focusgroep discussies verwerkt in het onderdeel anamnese en ze opgenomen in de aanbevelingen. |
Referenties
Clark, T.J., Khan, K.S., Foon, R., Pattison, H., Bryan, S., & Gupta, J.K. (2002). Quality of life instruments in studies of menorrhagia: a systematic review. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol, 104, 96-104.
Matteson, K.A., Boardman, L.A., Munro, M.G., & Clark, M.A. (2009). Abnormal uterine bleeding: a review of patient-based outcome measures. Fertil Steril, 92,205-16.
Matteson, K.A. & Clark, M.A. (2010). Questioning our questions: Do frequently asked questions adequately cover the aspects of women’s lives most affected by abnormal uterine bleeding ? Opinions of women with abnormal uterine bleeding participating in focus group discussions. Women health, 50,195-2011.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Implementatie
In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren.
De richtlijn is digitaal verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen. Daarnaast wordt een samenvatting van de richtlijn gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en in tijdschriften van de deelnemende wetenschappelijke verenigingen. Ook is de richtlijn te downloaden vanaf de website van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie en Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en via de website van de Kwaliteitskoepel.
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen volgens het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitiet. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is en op ‘richtlijnen voor richtlijn’ voor de beoordeling van de kwaliteit van richtlijnen.
Knelpuntenanalyse
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten. Allereerst werd een flowchart geconstrueerd met als doel stapsgewijs van klacht naar therapie te komen via diagnostiek. Vervolgens werd aan de hand van deze flowchart een knelpuntenanalyse uitgevoerd. Tenslotte werden uitgangsvragen opgesteld.
Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur
Er werd eerst oriënterend gezocht naar bestaande buitenlandse richtlijnen in de database van het Guideline International Network (GIN) en in Medline (OVID) en naar systematische reviews in Medline (OVID) en in de database of systematic reviews van de Cochrane Library. Ook werd een search gedaan naar patiëntenperspectief. Hierbij werd gebruik gemaakt van een gevalideerd zoekfilter. Vervolgens werd voor de afzonderlijke uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De databases waarin is gezocht, de zoekactie of gebruikte trefwoorden van de zoekactie en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden onder zoekverantwoording van de desbetreffende module.
Kwaliteitsbeoordeling individuele studies
Individuele studies werden systematisch beoordeeld op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria (zie tabel 2.1 en 2.2) om zo het risico op vertekende studieresultaten (bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de kolom ‘Beoordeling kwaliteit studie’ van de evidence tabellen.
Tabel 2.1 GRADE bewijsniveaus van interventiestudies
Kwaliteit |
Studiedesign |
Kwaliteit verlagen |
Kwaliteit verhogen |
High |
RCT |
1. Studiebeperkingen -1 ernstig -2 zeer ernstig
2. Inconsistentie -1 ernstig -2 zeer ernstig
3. Indirectheid -1 ernstig -2 zeer ernstig
4. Imprecisie -1 ernstig -2 zeer ernstig
5. Publicatiebias -1 waarschijnlijk -2 zeer waarschijnlijk |
1. Groot effect +1 groot +2 zeer groot
2. Dosis-respons relatie +1 bewijs voor relatie
3. Plausibele confounding +1 zou het effect onderschatten +1 zou het effect overschatten als er geen effect was aangetoond
|
Moderate |
|
||
Low |
Observationele vergelijkende studie (vb. patientcontrole onderzoek, cohortonderzoek) |
||
Very low |
Niet-systematische klinische observaties (vb. case series of case reports) |
RCT’s beginnen ‘high’; observationele studies beginnen ‘low’.
Bij RCT’s: bijvoorbeeld totaal 1 punt downgraden: dan van high naar moderate; bij RCT’s: bijvoorbeeld totaal 2 punten downgraden: dan van high naar low; bij RCTs: in totaal ≥ 3 punten downgraden: dan van high naar very low.
Bij observationele studies: bijvoorbeeld 1 punt upgraden: dan van low naar moderate.
Voor vragen over waarde diagnostische tests, schade of bijwerkingen, etiologie en prognose is het wetenschappelijke bewijs samengevat in een of meer conclusie(s), waarbij het niveau van het meest relevante bewijs is weergegeven.
Tabel 2.2 EBRO bewijsniveaus van diagnostische accuratessestudies en studies naar schade, etiologie of prognose
Bewijs niveau |
Diagnostisch accuratesse onderzoek |
Schade of bijwerkingen, etiologie, prognose |
A1 |
Meta-analyse van min. 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2- niveau. |
|
A2 |
Onderzoek t.o.v. een referentietest (‘gouden standaard’) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van resultaten, met voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de index- en referentietest hebben gehad. |
Prospectief cohort onderzoek van voldoende omvang en follow-up, waarbij adequaat gecontroleerd is voor ‘confounding’ en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten. |
B |
Onderzoek t.o.v. een referentietest, maar niet met alle kenmerken die onder A2 zijn genoemd. |
Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 of retrospectief cohort onderzoek of patiëntcontrole onderzoek. |
D |
Niet-vergelijkend onderzoek. |
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
A) Voor interventievragen
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADEmethode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (Atkins et al., 2004).
B) Voor vragen over waarde diagnostische tests, schade of bijwerkingen, etiologie en prognose. Bij dit type vraagstelling kan GRADE (nog) niet gebruikt worden. De bewijskracht van de conclusie is bepaald volgens de gebruikelijke EBRO-methode (van Everdingen et al., 2004). Echter, de werkgroep heeft omwille van eenduidige terminologie besloten om ook bij de EBRO-methode de terminologie van GRADE te hanteren.
Indicatorontwikkeling
Gelijktijdig met het ontwikkelen van de richtlijn werden er interne kwaliteitsindicatoren ontwikkeld om het toepassen van de richtlijn in de praktijk te volgen en te versterken. Meer informatie over de methode van indicatorontwikkeling is op te vragen bij de afdeling Ondersteuning Professionele Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor commentaar. Tevens werd de NHG gevraagd de conceptrichtlijn te voorzien van commentaar; dit in verband met de netwerkrichtlijn. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.