Vingernagels
Uitgangsvraag
Welke eisen gelden er voor vingernagels met betrekking tot het voorkomen van overdracht van (pathogene) micro-organismen?
Aanbeveling
- Zorg dat de nagels goed verzorgd, glad en kort geknipt zijn.
- Draag geen nagellak, nagelversieringen (het versieren van je nagels met nagellak, glitters, steentjes of stickers), gelnagels en/of kunstnagels aan de vingernagels.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en kwaliteit van bewijs
Voor deze module is systematisch gezocht naar wetenschappelijke literatuur om antwoord te geven op de vraag welk effect kunstnagels, nagellak of lange vingernagels hebben op de overdracht van (pathogene) micro-organismen. Hierbij is een niet-systematische review van Olivares et al. (8) gevonden die voldoet aan de PICO.
De niet-systematische review van Olivares et al. (8) onderzocht de impact van nagellak op de kwaliteit van handhygiëne. De zeven geïdentificeerde studies hadden echter tegenstrijdige resultaten. Twee studies naar acrylnagellak constateerden geen invloed van de nagellak op handhygiëne; één studie vond dat acrylnagellak geassocieerd was met een grotere kolonisatie door gramnegatieve bacteriën na chirurgisch handen wassen; en één studie vond dat alleen beschadigde nagellak (zichtbaar of meer dan vier dagen oud) invloed had op de handhygiëne. Volgens Olivares et al. (8) was deze laatste studie van de hoogste kwaliteit.
Aanvullend onderzochten twee studies de impact van gelnagellak op de handhygiëne. Er werden twee studies gevonden die allebei een associatie vonden met een afname van handhygiëne. Beide studies waren volgens Olivares et al. (8) echter van lage kwaliteit. De kwaliteit van het bewijs was zeer laag (GRADE).
Door het ontbreken van literatuur op het gebied van kunstnagels en lange nagels is geen richting te geven aan de besluitvorming op deze aspecten op basis van wetenschappelijk bewijs.
Infectiepreventiemaatregelen
De werkgroep geeft aan dat er een aantal aspecten zijn die van invloed kunnen zijn op het zorgvuldig reinigen/desinfecteren van de handen en nagels. Zo is het reinigen/desinfecteren van handen en nagels beter uit te voeren als de nagels glad en intact zijn. Het dragen van nagellak (met beschadigingen) of het bijten van nagels kunnen ervoor zorgen dat de nagels niet meer glad en intact zijn. Nagelbijten kan ook de huid rondom de nagels beschadigen en micro-organismen gemakkelijker toegang geven tot de onderliggende weefsels.
Een ander belangrijk aspect is dat de nagels kort zijn. De WHO hanteert een lengte van maximaal 2 mm. Onder lange nagels kan vuil, waaronder micro-organismen, zich ophopen. Lange, scherpe vingernagels kunnen tevens handschoenen gemakkelijk beschadigen. Ze kunnen ook de prestaties van zorgmedewerkers beperken bij de uitvoering van handhygiëne. Ook kunnen lange, scherpe vingernagels de huid van de patiënt beschadigen tijdens de uitvoering van zorghandelingen.
Het dragen van nagellak op de vingernagels belemmert daarnaast een goede uitvoering van de handhygiëne. Vuil onder de nagels is niet (goed) zichtbaar als er nagellak wordt gedragen. Daarnaast kan nagellak op nagels beschadigen, waardoor de nagel niet meer volledig glad is. Micro-organismen kunnen in deze beschadigingen achterblijven, ook na het uitvoeren van handhygiëne. Dit zijn volgens de werkgroep aspecten waarom het dragen van nagellak een goede handhygiëne zou kunnen belemmeren.
Transmissie via kunstnagels
Meerdere uitbraken zijn toegeschreven aan medewerkers met kunstnagels aan de vingernagels (1, 2, 3). Medewerkers die acryl- en gelnagels dragen, hebben vaker en meer micro-organismen op de handen dan medewerkers zonder kunstnagels, zowel voor als na het uitvoeren van handhygiëne (4, 5, 6, 7). Alhoewel medewerkers met gelkunstnagels slechts in één klein onderzoek (4) werden meegenomen – tien van 27 (37%) medewerkers met kunstnagels droegen gelkunstnagels – zijn er geen aanwijzingen die een andere aanbeveling voor gelkunstnagels rechtvaardigen.
Waarden en voorkeuren van patiënten en/of zorgmedewerkers
Voor patiënten en zorgmedewerkers is het van belang dat het risico op transmissie van pathogene micro-organismen en het ontstaan van zorggerelateerde infecties zo laag mogelijk is. Een goede persoonlijke hygiëne door zorgmedewerkers draagt hieraan bij en beschermt zowel de zorgmedewerker als de patiënt tegen pathogene micro-organismen.
Zowel patiënten als zorgmedewerkers geven vaak de voorkeur aan een schoon en verzorgd uiterlijk van de vingernagels. Nagels die goed worden onderhouden en er netjes uitzien, wekken vertrouwen en kunnen bijdragen aan een positieve perceptie van hygiëne.
Patiënten en zorgmedewerkers kunnen de voorkeur geven aan een praktische lengte van de vingernagels. Te lange nagels kunnen ongemak veroorzaken bij patiënten tijdens de verzorging, terwijl te korte nagels mogelijk als onverzorgd kunnen worden gezien. Een redelijke lengte die comfortabel is tijdens het uitvoeren van taken, zonder dat het de hygiëne in gevaar brengt, wordt vaak gewaardeerd.
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Het naleven van de aanbevelingen op het gebied van vingernagels kan worden bevorderd als er duidelijke afspraken zijn binnen de instelling, bijvoorbeeld in een infectiepreventiebeleid. Daarnaast is het van belang dat de afspraken op maat zijn.
Kosten
Vanuit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) hebben zorgaanbieders een plicht en verantwoordelijkheid om kwalitatieve en veilige zorg te bieden. Infectiepreventiebeleid valt daaronder. Hierbij is het van belang dat de zorgaanbieder zorg draagt voor de naleving van het infectiepreventiebeleid door de zorgmedewerkers. Het regelmatig aanbieden van scholing en training waarbij de naleving van de aanbevelingen op het gebied van persoonlijke hygiëne centraal staat, draagt hieraan bij.
Onderbouwing
Achtergrond
Het doel van deze module is het beschrijven van de infectiepreventiemaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van de nagels van de handen voor een goed resultaat bij het toepassen van handhygiëne.
Conclusies / Summary of Findings
Zeer laag GRADE |
Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat het dragen van beschadigde nagellak of gel nagellak geassocieerd zou kunnen zijn met een afname in de handhygiëne. |
- GRADE |
Er is geen bewijs gevonden voor het dragen van kunstnagels of lange nagels. |
Samenvatting literatuur
Er is één onderzoek meegenomen in de literatuuranalyse. De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten zijn opgenomen in de evidence-tabel. De beoordeling van de individuele studieopzet (risk-of-bias) is opgenomen in de risk-of- bias-tabel.
Beschrijving van de studie
De zoekactie identificeerde één niet-systematische review die van toepassing is voor de onderzoeksvraag. Olivares et al. (8) onderzochten de impact van het gebruik van ringen en nagellak op de kwaliteit van de handhygiëne bij gezondheidsmedewerkers. Hierbij includeerden zij studies naar zowel acryl als gelnagellak, maar studies over kunstnagels werden geëxcludeerd. Om de kwaliteit van handhygiëne te beoordelen, werden studies met kwantitatieve culturen aanvaard die kolonievormende eenheden per ml schatten. Die met fluorescerende vlekken werden ook opgenomen, omdat ze een uitstekende correlatie met kwantitatieve culturen hebben laten zien (>95%). De onderzoekers vonden zeven studies met in totaal 408 deelnemers die de impact van nagellak op de handhygiëne onderzochten.
Risk-of-bias
De studie is onderzocht op het risk-of-bias. Hieronder zijn bondig de resultaten beschreven. De volledige beoordeling is beschreven in de risk-of-bias-tabel.
De niet-systematische review van Olivares et al. (8) is van lage kwaliteit. Omdat er geen sprake was van een systematische review was de zoekactie beperkt waarbij de methode van studieselectie onduidelijk was. Gedetailleerde informatie over de geïncludeerde studies ontbrak, evenals het risk-of-bias per geïncludeerde studie.
Resultaten studie
De niet-systematische review van Olivares et al. (8) identificeerde zeven studies die de impact van nagellak onderzochten op de kwaliteit van handhygiëne. De studies hadden tegenstrijdige resultaten.
Twee studies naar acrylnagellak vonden geen invloed van de nagellak op handhygiëne. Eén studie vond dat acrylnagellak geassocieerd was met een grotere kolonisatie door GNB na chirurgisch handen wassen. Eén studie vond dat alleen beschadigde nagellak (zichtbaar of meer dan 4 dagen oud) invloed had op de handhygiëne. Volgens Olivares et al. (8) was deze laatste studie van de hoogste kwaliteit.
Aanvullend onderzochten twee studies de impact van nagels met gellak op de handhygiëne. Er werden twee studies gevonden die allebei een associatie vonden met een afname van handhygiëne, maar beide studies waren volgens Olivares et al. (8) van lage kwaliteit.
GRADE-evidence-profiel
Nagellak, nepnagels en/of lange nagels vergeleken met geen nagellak, nepnagels en/of lange nagels in gezondheidszorgmedewerker |
|
|||
Patiënten of populatie: Gezondheidszorgmedewerkers Interventie: Nagellak, nepnagels en/of lange nagels Controle: Geen nagellak, nepnagels en/of lange nagels |
|
|||
Uitkomsten |
Impact |
Aantal deelnemers |
Certainty of the evidence |
|
Handhygiëne |
Combinatie van observationele studies met enkele RCT's. Tegenstrijdige uitkomsten. Veel kleine studies van lage kwaliteit. |
408 (6) |
⨁◯◯◯ |
|
Toelichtingen
a. Risk-of-bias van toepasselijke studies als hoog gescoord.
b. Inconsistentie van resultaten.
Zoeken en selecteren
Om de uitgangsvraag van deze module te beantwoorden is een systematische analyse van de literatuur nodig. De onderzoeksvraag die hiervoor is onderzocht is PICO-gestructureerd en luidt:
Is er verschil tussen handen/medewerkers met en zonder kunstnagels, met en zonder nagellak of korte en lange nagels met betrekking tot het vóórkomen van (pathogene) micro-organismen?
P: |
Medewerkers met patiëntgebonden werkzaamheden of werkzaamheden (aan materialen) in de omgeving van de patiënt |
I: |
Wel kunstnagels, nagellak en/of lange nagels |
C: |
Geen kunstnagels, nagellak en/of lange nagels |
O: |
Verminderde overdracht en infecties, microbiële belasting op handen en oppervlakken |
Op 23 februari 2022 is in de databases PubMed en Embase gezocht naar wetenschappelijke literatuur. Er was sprake van een overkoepelende zoekopdracht voor vier subvragen. Deze zoekactie was gericht op infectiepreventiemaatregelen voor gezicht, haar en handen (sieraden, nagels) tijdens zorggerelateerde werkzaamheden bij zorgmedewerkers. De zoekactie leverde na ontdubbelen 420 resultaten op. Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria:
- Het gaat om een systematische review of vergelijkend onderzoek zoals een (gerandomiseerd) gecontroleerd onderzoek of observationele studie.
- De patiëntengroep bestaat uit mensen die werken in de gezondheidszorg.
- De interventie bestaat uit het hebben van kunstnagels, nagellak en/of lange nagels.
- De controle-interventie bestaat uit de afwezigheid van kunstnagels, nagellak en/of lange nagels.
- Uitkomsten richten zich op verminderde overdracht en infecties, en op microbiële belasting op handen en oppervlakken.
De selectiecriteria zijn toegepast op de referenties verkregen uit de zoekactie. In eerste instantie zijn de titel en abstract van de referenties beoordeeld. Hiervan werden vier referenties geïncludeerd voor de beoordeling op basis van het volledige artikel. Na de beoordeling van de volledige tekst is één artikel definitief geïncludeerd voor de literatuuranalyse. In de exclusietabel is de reden voor exclusie van drie referenties toegelicht.
Referenties
- 1. Toles A. Artificial nails: are they putting patients at risk? A review of the research. J Pediatr Oncol Nurs 2002 Sep; 19 (5): 164-71.
- 2. Gordin FM, Schultz ME, Huber R, Zubairi S, Stock F, Kariyil J. A cluster of hemodialysis-related bacteremia linked to artificial fingernails. Infect Control Hosp Epidemiol 2007 Jun; 28 (6): 743-4.
- 3. Gupta A, Della-Latta P, Todd B, San GP, Haas J, Wu F et al. Outbreak of extended-spectrum beta-lactamase-producing Klebsiella pneumoniae in a neonatal intensive care unit linked to artificial nails. Infect Control Hosp Epidemiol 2004 Mar; 25 (3): 210-5.
- 4. Edel E, Houston S, Kennedy V, LaRocco M. Impact of a 5-minute scrub on the microbial flora found on artificial, polished, or natural fingernails of operating room personnel. Nurs Res 1998 Jan; 47 (1): 54-9.
- 5. Hedderwick SA, McNeil SA, Lyons MJ, Kauffman CA. Pathogenic organisms associated with artificial fingernails worn by healthcare workers. Infect Control Hosp Epidemiol 2000 Aug; 21 (8): 505-9.
- 6. McNeil SA, Foster CL, Hedderwick SA, Kauffman CA. Effect of hand cleansing with antimicrobial soap or alcohol-based gel on microbial colonization of artificial fingernails worn by health care workers. Clin Infect Dis 2001 Feb 1; 32 (3): 367-72.
- 7. Pottinger J, Burns S, Manske C. Bacterial carriage by artificial versus natural nails. Am J Infect Control 1989 Dec; 17 (6): 340-4.
- 8. Olivares AF, Vergara T, Véliz E, Dabanch J. [Impact of the use of rings and nail polish on hand hygiene quality in healthcare workers]. Rev. Chilena Infectol. 2020; 37 (1): 23–31.
Evidence tabellen
Author, publication year: Olivares, 2020
Included studies in the review |
Study characteristics |
Patient (P) characteristics |
Intervention (I) |
Comparison / control (C) |
Follow-up |
Outcome measures (O) |
Comments |
A. Baumgardner, 1993 |
Type of study:
Search date:
Number of included studies:
Source of funding:
Inclusion criteria:
Exclusion criteria: |
N total at baseline (n analysed):
Baseline characteristics of the included studies are not reported. |
A. Nail polish on short nails |
A. No nail polish on short nails |
Length of follow-up: |
A. No difference in bacterial load after hand hygiene (p>0.01) |
The review also included studies on ring wearing, which are not displayed in this table.
The SR by Arrowsmith (study D) relies solely on the data of Wynd (study B). |
Exclusie-tabel
Referentie |
Reden van exclusie |
Wynd CA, Samstag DE, Lapp AM. Bacterial carriage on the fingernails of OR nurses. AORN J. 1994 Nov;60(5):796, 799-805. doi: 10.1016/s0001-2092(07)63328-6. PMID: 7826049. |
Deze studie is meegenomen in de geïncludeerde review van Olivares. |
Cimon K, Featherstone R. Jewellery and Nail Polish Worn by Health Care Workers and the Risk of Infection Transmission: A Review of Clinical Evidence and Guidelines [Internet]. Ottawa (ON): Canadian Agency for Drugs and Technologies in Health; 2017 Mar 3. PMID: 29533568. |
Dit rapport is gebaseerd op één ander artikel dat is geïncludeerd in de review van Olivares. |
Hardy JM, Owen TJ, Martinez SA, Jones LP, Davis MA. The effect of nail characteristics on surface bacterial counts of surgical personnel before and after scrubbing. Vet Surg. 2017 Oct;46(7):952-961. doi: 10.1111/vsu.12685. Epub 2017 Jun 28. PMID: 28657655. |
Deze studie is meegenomen in de geïncludeerde review van Olivares. |
Risk-of-bias-tabel
Author, publication year: Olivares, 2020
Item |
Yes, partial yes or no |
Explanation |
1. Did the research questions and inclusion criteria for the review include the components of PICO? |
Yes |
|
2. Did the report of the review contain an explicit statement that the review methods were established prior to the conduct of the review and did the report justify any significant deviations from the protocol? |
No |
|
3. Did the review authors explain their selection of the study designs for inclusion in the review? |
No |
|
4. Did the review authors use a comprehensive literature search strategy? |
No |
|
5. Did the review authors perform study selection in duplicate? |
No |
|
6. Did the review authors perform data extraction in duplicate? |
No |
|
7. Did the review authors provide a list of excluded studies and justify the exclusions? |
No |
|
8. Did the review authors describe the included studies in adequate detail? |
No |
|
9. Did the review authors use a satisfactory technique for assessing the risk of bias (RoB) in individual studies that were included in the review? |
No |
|
10. Did the review authors report on the sources of funding for the studies included in the review? |
No |
|
11. If meta-analysis was performed did the review authors use appropriate methods for statistical combination of results? |
N.A. |
|
12. If meta-analysis was performed, did the review authors assess the potential impact of RoB in individual studies on the results of the meta-analysis or other evidence synthesis? |
N.A. |
|
13. Did the review authors account for RoB in individual studies when interpreting/ discussing the results of the review? |
Yes |
|
14. Did the review authors provide a satisfactory explanation for, and discussion of, any heterogeneity observed in the results of the review? |
No |
|
15. If they performed quantitative synthesis did the review authors carry out an adequate investigation of publication bias (small study bias) and discuss its likely impact on the results of the review? |
N.A. |
|
16. Did the review authors report any potential sources of conflict of interest, including any funding they received for conducting the review? |
Yes |
|
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 19-09-2023
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule is ondersteund door het RIVM en SKILZ en is gefinancierd door het ministerie van VWS. De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2021 een multidisciplinaire werkgroep samengesteld, bestaande uit deskundigen en vertegenwoordigers van specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten. De werkgroep bestond uit vertegenwoordigers en deskundigen vanuit het RIVM en de verenigingen NVMM, NVDV, VHIG, NVvA, NVAB, V&VN en NVAVG. Hierbij heeft de vertegenwoordiger van de NVAVG afgestemd met Verenso om zo beide partijen te vertegenwoordigen. De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen/organisaties gemandateerd voor deelname. De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.
De werkgroep bestaat uit:
- M. van der Jagt-Zwetsloot, voorzitter en deskundige infectiepreventie, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM);
- prof. dr. A. Voss, arts-microbioloog, Nederlandse Vereniging van Medische Microbiologie (NVMM);
- prof. dr. T. Rustemeyer, dermatoloog, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV);
- drs. S. Mulder, deskundige infectiepreventie, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM);
- C. Kooyman, deskundige infectiepreventie, Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (VHIG);
- M. Nillesen, deskundige infectiepreventie, Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (VHIG);
- E. Hagelen, arbeidshygiënist, Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA);
- drs. G. de Groene, bedrijfsarts, Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB);
- I. Verzijl, verpleegkundig specialist, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN);
- drs. I. van Zoest, arts verstandelijk gehandicapten, Nederlandse Vereniging Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG).
Met ondersteuning van:
- drs. K. Weijdema, senior procesbegeleider richtlijnontwikkeling RIVM;
- F.E.M. Aanhane, senior procesbegeleider richtlijnontwikkeling, SKILZ;
- dr. I. van Dusseldorp, informatiespecialist, Maatschap Van Dusseldorp, Delvaux & Ket;
- dr. E. Delvaux, informatiespecialist, Maatschap Van Dusseldorp, Delvaux & Ket;
- dr. N. Molenaar, arts-epidemioloog, Medical Research Consulting;
- mr. S. Otters, jurist, Federatie Medisch Specialisten.
De volgende personen waren onderdeel van de klankbordgroep en hebben input gegeven tijdens de ontwikkelfase vanuit hun specifieke expertise:
- A. Haenen, deskundige infectiepreventie en promovendus, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Radboudumc;
- ir. J.W. Andriessen, beleidsmedewerker, College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Belangenverklaringen
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen via info@sri-richtlijnen.nl.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfunctie(s) |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
M. van der Jagt-Zwetsloot |
deskundige infectiepreventie |
geen |
geen |
geen actie vereist |
Prof. dr. A. Voss |
arts-microbioloog |
lid WHO IPC-expert group for COVID-19, lid WHO Hand hygiene core group, voorzitter SRI Coördinatie & uitvoeringsorgaan |
geen |
geen actie vereist |
Prof. dr. T. Rustemeyer |
dermatoloog |
geen |
geen |
geen actie vereist |
Drs. S. Mulder |
deskundige infectiepreventie |
geen |
geen |
geen actie vereist |
C. Kooyman |
deskundige infectiepreventie |
geen |
geen |
geen actie vereist |
M. Nillesen |
deskundige infectiepreventie |
geen |
geen |
geen actie vereist |
E. Hagelen |
arbeidshygiënist |
geen |
geen |
geen actie vereist |
Drs. G. de Groene |
bedrijfsarts |
Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA) |
geen |
geen actie vereist |
I. Verzijl |
verpleegkundig specialist |
geen |
geen |
geen actie vereist |
Drs. I. van Zoest |
arts verstandelijk gehandicapten |
geen |
geen |
geen actie vereist |
Inbreng patiëntenperspectief
Inbreng patiëntenperspectief
De Patiëntenfederatie Nederland is betrokken geweest in de knelpuntenanalyse en heeft het raamwerk ontvangen voor commentaar in de voorfase. Zij hebben aangegeven geen zitting te willen nemen in de werkgroep of klankbordgroep. Tijdens de commentaarfase hebben zij meegelezen met de conceptteksten.
Wkkgz & kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen
Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst.
Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn; zie onderstaande tabel.
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Module Persoonlijke hygiëne onderarmen en handen |
Geen financiële gevolgen |
- |
Werkwijze
Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen zoals vastgesteld in het SRI document ‘procedure SRI richtlijnontwikkeling’. Dit document beschrijft een stappenplan dat gebaseerd is op de kwaliteitscriteria uit de documenten: Richtlijn voor richtlijnen (2012), AQUA Leidraad voor Kwaliteitsstandaarden (2014), de HARING-tools (2013), AGREE-II (2010). Ook bevat het stappenplan verwijzingen voor methodieken van het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit en het stappenplan ‘Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten’.
Knelpuntenanalyse
Tijdens de voorbereidende fase hebben de voorzitter van de werkgroep, de werkgroepleden en de procesbegeleiding de knelpunten geïnventariseerd. Een verslag is terug te vinden in de bijlage Rapportage knelpunteninventarisatie.
Uitkomstmaten
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep uitgangsvragen opgesteld. Vervolgens heeft de werkgroep per uitgangsvraag geïnventariseerd welke uitkomstmaten relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken.
Methode literatuur (samenvatting)
In 2009 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een richtlijn Handhygiëne uitgebracht (10). Deze richtlijn wordt wereldwijd onderschreven, vanwege de brede wetenschappelijke onderbouwing. Sinds 2009 zijn er meerdere tussentijdse actualisaties van de WHO-richtlijn geweest. Daarnaast is er in 2017 een Cochrane review gepubliceerd over handhygiëne (11). Vanwege de goede kwaliteit van deze twee bronnen vormen deze de basis bij de beantwoording van de opgestelde uitgangsvragen in Module Handhygiene: methode en Module Handhygiene: middelen.
Aanvullend is er bij sommige uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases (vanaf het jaar 2002). De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De zoekacties zijn opvraagbaar bij het bureau van het RIVM en SKILZ.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebruikte methode per module.
Module |
Gebruikte methode |
Momenten van handhygiëne |
WHO + Cochrane |
Techniek van handhygiëne |
WHO + Cochrane + aanvullende zoekopdracht |
Handhygiëne en huidverzorging |
Zoekopdracht |
Handhygiëne en huidbeschadigingen |
Zoekopdracht |
Randvoorwaarden handdesinfectiemiddelen |
WHO + Cochrane |
Randvoorwaarden handreinigingsmiddelen |
WHO + Cochrane + aanvullende zoekopdracht |
Kranen en dispensers |
WHO + Cochrane |
Droogsystemen |
WHO + aanvullende zoekopdracht |
Handschoenen |
WHO + aanvullende zoekopdracht |
Normen en wettelijke eisen handdesinfectiemiddelen |
N.v.t. |
Hand- en polssierraden en accessoires |
Zoekopdracht |
Vingernagels |
Zoekopdracht |
Onbedekte onderarmen |
Zoekopdracht |
Kleding |
Zoekopdracht |
Gezicht en haardracht |
Zoekopdracht |
Infectie(ziekte) bij de medewerker |
Consensus |
Overzicht van gebruikte methode voor wetenschappelijke onderbouwing voor beantwoording van de uitgangsvragen per submodule.
Kwaliteitsbeoordeling individuele studies
Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de risk-of-bias-tabellen.
Samenvatten van de literatuur
De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen zijn weergegeven in evidence-tabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kwaliteit van bewijs (‘quality of evidence’) werd beoordeeld met behulp van GRADE. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (5). GRADE is een methode die per uitkomstmaat van een interventie, of voor een risico- of prognostische factor, een gradering aan de kwaliteit van bewijs toekent op basis van de mate van vertrouwen in de schatting van de effectgrootte.
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Voor het formuleren van een aanbeveling zijn naast de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs over de gewenste en ongewenste effecten van een interventie of over de effectgrootte van een risico- of prognostische factor vaak ook nog andere factoren van belang (2).
Genoemd kunnen worden:
- kosten;
- waarden, voorkeuren en ervaringen van patiënten en zorgmedewerkers met betrekking tot interventies en uitkomsten van zorg;
- balans van gewenste en ongewenste effecten van interventies ten opzichte van geen of andere interventies;
- aanvaardbaarheid van interventies;
- haalbaarheid van een aanbeveling.
Deze aspecten worden per module besproken onder het kopje ‘Overwegingen’.
Formuleren van de aanbevelingen
De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvragen en zijn gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet uit en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (1, 8). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, zorgmedewerkers en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor zorgmedewerkers |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers.
Randvoorwaarden (organisatie van zorg)
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag.
Formuleren van kennislacunes
Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is. Een overzicht van aanbevelingen voor nader onderzoek staat in het hoofdstuk Kennislacunes.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en andere relevante partijen voorgelegd voor commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd.
Literatuur
- Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
- Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
- Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
- Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
- GRADE. http://www.gradeworkinggroup.org/.
- Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
- Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html.
- Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
- Schünemann H, Brożek J, Guyatt G et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. https://gdt.gradepro.org/app/handbook/handbook.html.
- WHO guidelines on hand hygiene in health care, WHO Library Cataloguing-in-Publication Data (2009).
- Gould DJ et al. Interventions to improve hand hygiene compliance in patient care (Review), Cochrane, Cochrane Database of Systematic Reviews (2017).