Handfracturen

Initiatief: NVPC / NVVH Aantal modules: 11

Startpagina - Handfracturen

Waar gaat deze richtlijn over?

De richtlijn handfracturen- en luxaties richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor volwassen patiënten met een geïsoleerde fractuur en/of luxatie van de duim, vingers en/of middenhand.

In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • de organisatie van zorg;
  • het klinisch onderzoek en de diagnostiek bij patiënten met een verdenking op handfracturen en/of -luxaties;
  • fracturen en luxaties van de distale phalanx, het DIP-gewricht en de midphalanx;
  • intra-articulaire fracturen en luxaties van het PIP-gewricht;
  • fracturen van de proximale phalanx;
  • intra-articulaire fracturen en luxaties van het MCP-gewricht;
  • fracturen van de metacarpalia; en
  • intra-articulaire fracturen en luxaties van de CMC-gewrichten.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

De richtlijn concentreert zich op de zorg voor patiënten met gesloten epifysairschijven en fracturen van de metacarpalia en phalangen van de hand, dan wel intra-articulaire fracturen en/of luxaties van de CMC-, MCP-, PIP- en DIP-gewrichten. Fracturen en luxaties in de hand komen op alle leeftijden en bij alle patiëntenpopulaties veel voor en presenteren zich in een grote verscheidenheid van letsels. Het handletsel in zijn algemeenheid behelst een veel groter kader. Om die reden heeft de werkgroep geacht zich in deze richtlijn te beperken tot bovenstaande letselgroep en met nadruk een aantal bijzondere andere handletsels met geheel eigen knelpunten (bijvoorbeeld bijkomend pees- en/of zenuwletsel) niet in deze richtlijn op te nemen.

 

Voor patiënten

Een fractuur is de medische term voor een botbreuk. Men spreekt van een luxatie (of ontwrichting) als de onderdelen van een gewricht (de verbinding tussen twee of meerdere botten) niet meer op juiste manier op elkaar staan. Deze richtlijn gaat over de diagnostiek en behandeling van botbreuken in de duim, de vingers en middenhandsbeentjes bij volwassenen. Omdat de gewrichten van de hand vaak betrokken zijn bij botbreuken wordt ook de diagnostiek en behandeling van gewrichtsletsels in deze richtlijn besproken. Botbreuken en gewrichtsletsels van de hand en vingers komen veel voor en hebben een berucht risico op blijvende standsafwijkingen, stijfheid en functionele beperkingen.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Deze richtlijn is tot stand gekomen vanuit een gezamenlijk initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) en de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers vanuit de meest betrokken beroepsgroepen: spoedeisende-hulpartsen, traumachirurgen, orthopedisch chirurgen, plastisch chirurgen, radiologen, revalidatieartsen, hand-fysiotherapeuten en ergotherapeuten. In de startfase is gebruikt gemaakt van de inbreng van vertegenwoordigers van de gehele doelgroep (bijvoorbeeld ook huisartsen, zorgverzekeraars) door middel van een Invitational Conference. Tevens zijn patiënten betrokken door inbreng vanuit de Patiëntenfederatie Nederland. Het verslag vanuit de Invitational Conference en het rapport van de Patiëntenfederatie zijn ingebracht in de werkgroep ten behoeve van de knelpuntenanalyse waarop de richtlijn gebaseerd is. De conceptrichtlijn is voor commentaar voorgelegd aan alle vertegenwoordigers vanuit de doelgroep die ook voor de Invitational Conference zijn uitgenodigd. Hier zijn de gipsmeesters aan toegevoegd.

Volgende:
Organisatie van zorg bij handfracturen