Hallux valgus

Initiatief: NOV Aantal modules: 17

Informatie voor de patiënt bij hallux valgus

Uitgangsvraag

Welke informatie dient voorafgaande aan en rondom een hallux valgus operatie te worden verstrekt aan de patiënt?

Aanbeveling

Gebruik bij voorkeur het stroomschema (figuur 1) en de checklist (aanverwant 'Checklist informatievoorziening patiënt') bij de informatievoorziening naar de patiënt in de spreekkamer.

 

De informatievoorziening naar de patiënt dient bij voorkeur audiovisueel aangeboden te worden via internet in dit geval de websites van de betrokken beroepsverenigingen. De beroepsverenigingen dienen bij de ontwikkeling van deze informatie een leidende rol te spelen en de inhoud onderling op elkaar af te stemmen.

 

Geef de procedure ziekenhuisopname ook op schrift mee aan de patiënt.

Geef de informatie over postoperatief herstel/revalidatie en de informatie voor een afwijkend beloop op schrift mee aan de patiënt (zie aanverwant 'Tijdschema en afwijkend verloop').

 

Figuur 1 Stroomschema informatievoorziening

Stroomschema informatievoorziening

Overwegingen

Uit de focusgroep kwam naar voren dat de verstrekte mondelinge én schriftelijke informatie onvoldoende gehoord, gelezen en onthouden wordt door de patiënten. Ook uit andere specialismen (bijvoorbeeld: binnen de oogheelkunde in de richtlijn cataract) zijn er aanwijzingen dat de traditionele mondelinge voorlichting in de spreekkamer al of niet ondersteund met een informatiefolder niet of onvoldoende werkt. In de literatuur werden geen andere initiatieven, of wijzen van informatieoverdracht bij de behandeling van hallux valgus gevonden. De werkgroep heeft deze module daarom opgesteld op grond van bestaand informatiemateriaal van vier ziekenhuizen (Alkmaar, Naarden, Maastricht en Nijmegen) en diverse informatiefolders uit de eerste lijn, de input van de focusgroep patiënten en de aanwezige kennis en ervaring binnen de werkgroep en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) (artikel 448 lid 2).

 

Uit de focusgroep kwam naar voren dat patiënten behoefte hebben aan informatie nog voordat ze terecht kunnen bij een zorgverlener. Er werd gesteld dat men door deze informatie eerder op zoek gaat naar passende zorg in de eerste lijn en daarmee minder lang door blijft lopen met klachten. Patiënten geven concreet aan dat ze de informatie graag op een duidelijke en betrouwbare website zouden zien met plaatjes en filmpjes. Opvallend is dat geen van de websites van de beroepsverenigingen (thuisarts.nl, kngf.nl, podotherapie.nl, loop.nl , orthopeden.org) informatie biedt over de hallux valgus en haar behandeling. De werkgroep is, gezien de behoefte van de patiënt, van mening dat voorlichting bij voorkeur audiovisueel en via het internet aangeboden moet worden. De websites van de beroepsverenigingen kunnen hier een leidende rol in spelen. Het is dan van belang dat de inhoud van de websites op elkaar afgestemd is en er onderling naar elkaar verwezen wordt.

 

De informatievoorziening in zijn geheel werd door patiënten als wisselend ervaren zowel wat betreft inhoud en volledigheid. Met name in het postoperatieve traject wordt onjuiste of verschillende informatie gegeven. De werkgroep heeft gemeend dat een stroomschema en een checklist de zorgverlener tot steun kunnen zijn en als leidraad kunnen dienen om zo tot een meer uniforme en vollediger informatievoorziening aan de patiënt te komen. In het stroomschema (figuur 7.1) wordt aangegeven welke informatie, wanneer en door wie aan de patiënt verstrekt dient te worden. In de checklist (zie aanverwant 'Checklist informatievoorziening patiënt') is per informatieblok puntsgewijs de te bespreken onderwerpen aangegeven. Tevens heeft de werkgroep voor de laatste twee fasen in het stroomschema een voorbeeld schriftelijke informatie samengesteld.

 

In de focus groep kwamen nog de volgende aandachtspunten t.a.v. de voorlichting naar voren:

  • patiënten willen vooral weten of de operatie helpt tegen de pijn;

  • patiënten onderschatten de operatie;

  • patiënten vinden het belangrijk wat de impact van de operatie is zodat ze hun thuissituatie hieraan vooraf beter kunnen aanpassen;

  • patiënten wilden graag op de hoogte gebracht zijn van de optie om aan beide voeten tegelijkertijd geopereerd te worden;

  • patiënten wilden graag een heldere beschrijving van alle per- en postoperatieve pijnbestrijdingsopties;

  • patiënten geven aan dat de eerste week na de operatie erg tegenviel omdat ze onvoldoende beeld hadden wat hun te wachten stond;

  • patiënten vinden het heel belangrijk een duidelijk en persoonlijk aanspreekpunt te hebben bij vragen na de operatie. Diegene moet weten wie je bent en op de hoogte zijn van de medische situatie. Vertrouwen en een goede band met de behandelaar wordt als zeer waardevol ervaren.

Onderbouwing

In de voorbereidingsfase van deze richtlijn werd in april 2013 een invitational conference en in oktober 2013 een focusgroep voor (geopereerde) hallux valgus patiënten georganiseerd (zie aanverwanten 'Verslag invitational conference richtlijn hallux valgus' en 'Verslag patiënten-focusgroep'). Zowel de deelnemers aan de invitational conference als de deelnemers aan de focusgroep gaven aan dat de impact van de hallux valgus operatie, ondanks de verstrekte informatie, onderschat werd. Ook gaf men aan dat de informatievoorziening verschilt in inhoud en volledigheid.

 

Doel van deze module is om de informatievoorziening aan de patiënt te verbeteren. 

Er is voor deze uitgangsvraag geen systematische literatuuranalyse verricht. Wel is in de databases Medline (OVID), Embase and Cochrane met relevante zoektermen gezocht naar literatuur over informatieoverdracht bij de behandeling van hallux valgus. De zoekverantwoording is weergegeven onder de desbetreffende kop. De literatuurzoekactie leverde 15 treffers op. Na raadpleging van samenvatting of volledige tekst, werden geen studies definitief geselecteerd. 

  1. Website: http://schoenadvies.com/Folder: http://schoenadvies.com/wp-content/uploads/folder-definitief.pdf
  2. Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) (artikel 448 lid 2).
  3. Zwaard BC, Poppe E, Vanwanseele B, et al. Development and evaluation of a leaflet containing shoe advice: a randomized controlled trial. Family Practice 2014;31(3):267-272.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 29-07-2021

Laatst geautoriseerd  : 29-07-2021

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2019

De Nederlandse Orthopaedische Vereniging is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Orthopaedische Vereniging
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Orthopaedische Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie

Algemene gegevens

In samenwerking met

  • Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG)
  • Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten (NVvP)
  • Stichting Landelijk Overkoepelend Orgaan voor de Podologie (LOOP)
  • Vereniging Gipsverbandmeesters Nederland (VGN)

 

De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (www.kennisinstituut.nl) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Doel en doelgroep

Doel

Het doel van de richtlijn is om te komen tot optimalisatie van de zorg rondom patiënten met primaire idiopatische en verworven hallux valgus bij volwassenen (exclusief iatrogene hallux valgus).

 

Doelgroep

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met hallux valgus. Hierbij wordt in eerste instantie geadresseerd aan orthopedisch chirurgen, huisartsen, radiologen, anesthesiologen-pijnbestrijders, fysiotherapeuten, podotherapeuten, registerpodologen en gipsverbandmeesters. Tevens kan de richtlijn gebruikt worden door de patiëntenvereniging om uniforme voorlichting mogelijk te maken.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2013 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met hallux valgus te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep). De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep werkte gedurende één jaar aan de totstandkoming van de richtlijn.

 

De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn. 

 

  • Dr. B.J. Burger, orthopedisch chirurg, werkzaam in Medisch Centrum Alkmaar (voorzitter) (NOV);

  • Dr. I.V. van Dalen, orthopedisch chirurg, werkzaam in de Bergman Kliniek te Naarden (NOV);

  • J.E. Fluit, gipsverbandmeester, werkzaam in het Onze LieveVrouwe Gasthuis te Amsterdam (VGN);

  • M. van der Goot, fysiotherapeut en registerpodoloog, werkzaam in Back in shape te Badhoevedorp (KNGF, stichting LOOP);

  • Drs. J.F. Hoekstra, huisarts, werkzaam in Huisartsenpraktijk Dros Hoekstra te Den Burg Texel (NHG);

  • E. Poppe, MSc, podotherapeut en beleidsmedeweker, werkzaam bij Sportpodotherapie Fuit te Rijswijk en bij Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten te Hilversum (NVvP);

  • Drs. A.G.F. Witteveen, orthopedisch chirurg, werkzaam in st. Maartenskliniek te Nijmegen (NOV);

  • Dr. M.A. Witlox, orthopedisch chirurg, werkzaam in MUMC te Maastricht (NOV).

  • Dr. P. Hennis. Anesthesioloog, werkzaam in Zuwe Hofpoort ziekenhuis te Woerden (NVA)

 

Meelezers:

  • Mw. drs. Ing. A.S.D. van der Wilk, Orthopedisch Technoloog, bewegingswetenschapper, werkzaam bij Universitair medisch centrum Groningen (UMCG), bestuurslid Nederlandse Beroepsvereniging Orthopedisch Technologen (NBOT).

  • Mw. H. Schepers, Orthopedisch schoenmaker, NBOT

 

Met ondersteuning van:

  • Dr. M.A. Pols, senior adviseur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten;

  • Drs. S. Mulder, adviseur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten;

  • E.E Volmeijer, MSc, junior adviseur Kennisinstituut van Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar een (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. Tevens is navraag gedaan naar persoonlijke financiële belangen, belangen door persoonlijke relaties, belangen door middel van reputatiemanagement, belangen vanwege extern gefinancierd onderzoek, en belangen door kennisvalorisatie. De belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (KiMS ), een overzicht vindt u hieronder:

 

 

Financiële belangen

Overige belangen

I.V. Van Dalen

Geen gemeld

Geen gemeld

JF Hoekstra

Geen gemeld

Geen gemeld

J.E. Fluit

Geen gemeld

Geen gemeld

B.J. Burger

Geen gemeld

Geen gemeld

E. Poppe

Geen gemeld

Geen gemeld

A.G.H. Witteveen

Geen gemeld

Geen gemeld

A. Witlox

Geen gemeld

Geen gemeld

M. van der Goot

Geen gemeld

Geen gemeld

P. Hennis

Geen gemeld

Geen gemeld

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het houden van een focusgroep en search naar het patiëntenperspectief. Een verslag van de focusgroep is besproken in de werkgroep en de belangrijkste knelpunten zijn verwerkt in de richtlijn. Het verslag is te vinden in aanverwant 'Verslag patiëntengroep'. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de deelnemers van de focusgroep.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Implementatie

Bij deze richtlijn is een implementatieplan opgesteld (zie aanverwante producten).

Werkwijze

Knelpuntenanalyse

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerden de voorzitter van de werkgroep en de adviseur de knelpunten. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door vertegenwoordigers van de volgende verenigingen: Zorgverzekeringen Nederland (ZN), Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV), Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Vereniging Gipsverbandmeesters Nederland (VGN) via een invitational conference. Een verslag hiervan kunt u vinden in aanverwant 'Verslag invitational conference richtlijn hallux valgus'.

 

Uitgangsvragen en uitkomstmaten

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de voorzitter en de adviseur concept-uitgangsvragen opgesteld. Deze zijn met de werkgroep besproken waarna de werkgroep de definitieve uitgangsvragen heeft vastgesteld. Vervolgens inventariseerde de werkgroep per uitgangsvraag welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang als cruciaal, belangrijk en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep, voor zover mogelijk, wat zij voor een bepaalde uitkomstmaat een klinisch relevant verschil vond, dat wil zeggen wanneer de verbetering in uitkomst een verbetering voor de patiënt is.

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

Er werd eerst oriënterend gezocht naar bestaande buitenlandse richtlijnen en naar systematische reviews. Vervolgens werd voor de afzonderlijke uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De databases waarin is gezocht, de zoekactie of gebruikte trefwoorden van de zoekactie en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in de module van desbetreffende uitgangsvraag.

 

Kwaliteitsbeoordeling individuele studies

Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de quality assessment tabellen.

 

Samenvatten van de literatuur

De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidencetabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

A)      Voor interventievragen

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADEmethode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/) (Atkins et al, 2004).

 

B)      Voor vragen over waarde diagnostische tests, schade of bijwerkingen, etiologie en prognose

Bij dit type vraagstelling kan GRADE (nog) niet gebruikt worden. De bewijskracht van de conclusie is bepaald volgens de gebruikelijke EBRO-methode (van Everdingen et al, 2004).

 

Formuleren van de conclusies

Voor vragen over waarde diagnostische tests, schade of bijwerkingen, etiologie en prognose is het wetenschappelijke bewijs samengevat in een of meerdere conclusie, waarbij het niveau van het meest relevante bewijs is weergegeven.

 

Bij interventievragen verwijst de conclusie niet naar één of meer artikelen, maar wordt getrokken op basis van alle studies samen (body of evidence). Hierbij maakten de werkgroepleden de balans op van elke interventie. Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen.

 

Overwegingen

Voor een aanbeveling zijn naast het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk, zoals de expertise van de werkgroepleden, patiëntenvoorkeuren, kosten, beschikbaarheid van voorzieningen of organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld onder het kopje ‘Overwegingen’.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen.

 

Randvoorwaarden (Organisatie van zorg)

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in module 'Organisatie van zorg bij hallux valgus'.

 

Indicatorontwikkeling

Bij deze richtlijn werden geen indicatoren ontwikkeld.

 

Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is. Een overzicht van aanbevelingen voor nader/vervolg onderzoek staat in aanverwant 'Lacunes in kennis'.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd.

 

Implementatie

In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. 

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Organisatie van zorg