Galsteenlijden

Initiatief: NVVH Aantal modules: 37

Endoscopische echografie bij galstenen

Uitgangsvraag

Wat is de sensitiviteit en specificiteit van endoscopische echografie voor de detectie van choledocholithiasis?

Aanbeveling

Niveau A

Bij niet-gedilateerde galwegen en bij de mogelijkheid van kleine stenen (< 5mm) heeft endoscopische echografie als vervolgonderzoek de voorkeur.

Overwegingen

Na eerdere endoscopische sfincterotomie is de betrouwbaarheid van endoscopische echografie lager. In die gevallen kan bij significante klinische verdenking op choledocholithiasis voor ERC gekozen worden, mede omdat de procedure in deze setting meestal makkelijk zal zijn met laag complicatierisico.

Onderbouwing

Niveau 2a

Endoscopische echografie heeft een sensitiviteit van 94% (95% CI 93-96) en specificiteit van 95% (95% CI 94-96) voor het aantonen van choledocholithiasis, waarbij ook stenen < 5mm worden gedetecteerd (Garrow 2007, Tse 2008).

Endoscopische echografie is invasief, maar er kunnen ook kleinere stenen mee worden aangetoond.

  1. (Griffin 2003) Griffin N, Wastle ML, Dunne WK, Ryder SD, Beckingham IJ. Magnetic resonance cholangiopancreatography versus endoscopic retrograde cholangiopancreatography in the diagnosis of choledocholithiasis. Eur J Gastroenterol Hepatol 2003;15(7):809-13.
  2. (Kaltenhaler 2004) Kaltenhaler E, Vergel YB, Chilcott J, Thomas S, Blakeborough T, Walters SJ et al. A systematic review and economic evaluation of magnetic resonance cholangiopancreatography compared with diagnostic endoscopic retrograde cholangiopancreatography. Health Technol Assess 2004;8(10):iii, 1-iii,89.
  3. (Pamos 2003) Pamos S, Benages A, Medina E, Martinez S, V. Prospective evaluation of magnetic resonance cholangiopancreatography in patients with biliary disease: comparative study with conventional ultrasonography and endoscopic retrograde cholangiopancreatography diagnostic algorithm. Dig Liver Dis 2003;35(3):186-92.
  4. (Romagnuolo 2003) Romagnuolo J, Bardou M, Rahme E, Joseph L, Reinhold C, Barkun AN. Magnetic resonance cholangiopancreatography: a meta-analysis of test performance in suspected biliary disease. Ann Intern Med 2003;139(7):547-57.

Auteur, jaartal

Mate v bewijs

Studie type

Populatie

Inclusie criteria

Indextest

Referentie test

Resultaat

Opmerkingen

Garrow, 2007

2a

Syst review met meta-analyse

N=3532 in 36 studies

Medline (1987-2006): vergelijking van EUS met gouden standaard, voldoende informatie om 2 bij 2 tabel te maken.

EUS

ERC, IOC, percutane transhepatische cholangiographie, chirurgische exploratie, positieve cytologie en histopathologie bij resectie, CT met follow-up van minimaal 6 mnd

EUS: pooled sens 88% (95% CI, 85-91%) pooled spec 90% (95% CI, 87-93%) voor biliaire obstructie

Pooled sens 89% (95% CI, 87-91%) spec 94% (CI 95%, 91-96%) voor choledocholithiasis

Pooled sens 78% (CI 95%, 69-85%) pooled spec 84% (CI 95% 78-91%) voor maligniteit

Missclassificatie van ptn door imperfecte criterion standaarden waardoor prestatie van EUS mogelijk is onderschat

Tse, 2008

1a

Syst review met meta-analyse van prospectieve cohort studies

N=2673 in 27 studies

Medline (1996-2006) en EMBASE (1980-2006): Echoendoscopen met frequenties tussen 7,5 en 12 MHz, acceptabele criteria standaarden, ptn met verdenking CBDS, pros cohort studies, uitkomsten waarbij de resultaten voldoende detail bevatten om een 2 bij 2 tabel te maken

EUS

ERC, IOC, chirurgische exploratie, een klinische follow-up periode van minimaal 3 mnd

EUS: pooled sens 0.94 (95% CI, 0.93-0.96) pooled spec 0.95 (95% CI, 0.94-0.96)

Missclassificatie van ptn door imperfecte criterion standaarden waardoor prestatie van EUS mogelijk is onderschat

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 15-02-2016

Laatst geautoriseerd  : 15-02-2016

Geplande herbeoordeling  :

De NVvH is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie

Algemene gegevens

De eerste herziening van de richtlijn: onderzoek en behandeling van galstenen, is ontwikkeld onder auspiciën van de commissie kwaliteit van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, in samenwerking met de Orde van Medisch Specialisten.

De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Doel en doelgroep

Doel

De richtlijn beoogt een rationale in het beleid van patiënten met galstenen bereikt te hebben door gebruik te maken van het beste voorhanden bewijs in de literatuur.

 

Doelgroep

Chirurgen, maag-darm leverartsen en radiologen.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2014 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met galstenen te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep).

De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep werkte gedurende een jaar aan de totstandkoming van de richtlijn.

De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.

  • Drs E de Boer
  • Dr D Boerma
  • Dr KJ van Erpecum
  • Dr Ir JJ Hermans
  • Drs MP Lamberts
  • Dr EAJ Rauws
  • Dr JMJ Schreinemakers
  • Prof Dr CJHM van Laarhoven MSc, voorzitter

Belangenverklaringen

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling” is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel.  De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

D. Boerma

Chirurg

geen

geen

Geen actie

J. Schreinemakers

Chirurg

geen

geen

Geen actie

E. de Boer

Radioloog

geen

geen

Geen actie

Dr. E.A.J. Rauws

MDL-arts

geen

geen

Geen actie

J.J. Hermans

Radioloog

geen

geen

Geen actie

M.P. Lamberts

Arts in opleiding tot MDL-arts

geen

geen

Geen actie

Dr. K.J. van Erpecum

MDL-arts

geen

geen

Geen actie

CJHM van Laarhoven

Afdelinshoofd heelkunde

Lid raad van toezicht MC Haaglanden

Lid Europese richtlijn onderzoek en behandeling van galstenen, Secure trial galstenen (ZonMW)

Geen actie

Methode ontwikkeling

Evidence based

Werkwijze

De richtlijn beoogt een rationale in het beleid van patiënten met galstenen bereikt te hebben door gebruik te maken van het beste voorhanden bewijs in de literatuur. Hiertoe zijn strikte ‘Evidence Based Medicine’ technieken gebruikt zoals terug te lezen in de “ter verantwoording” (Appendix A). Gebruik werd gemaakt van korte klinische vraagstellingen met antwoorden gebaseerd op literatuur die gerangschikt is op ‘level of evidence’. Hieraan werden aanbevelingen verbonden die eveneens ingedeeld zijn naar niveau. Van alle gebruikte literatuur werden, geordend naar hoofdstuk en vraagstelling, in bewijsklasse tabellen de studie karakteristieken en belangrijkste uitkomstmaten gepresenteerd als naslag. De richtlijn werd getoetst en becommentarieerd door een landelijk panel van experts.

 

De commissie heeft gezamenlijk een aantal vragen over galsteenlijden geformuleerd. Aan de hand van deze vragen zijn zoekstrategieën opgesteld, gebruikmakend van vrije tekst woorden met synoniemen en MeSH-termen. Er werd gezocht in Pubmed. De zoekvragen in Pubmed werden elke maand automatisch herhaald zodat nieuwe artikelen tot en met oktober 2014 zijn gebruikt. Als de zoekvraag meer dan duizend titels opleverde, werd de vraag versmald. De selectie op titelniveau werd verricht door 1 persoon. De geselecteerde titels werden vanuit de verschillende databases getransporteerd naar Endnote. Na verwijdering van dubbele titels bleef een database van 1560 artikelen over. Van deze artikelen zijn de abstracts beoordeeld door dezelfde persoon. Selectie werd bepaald door de kwaliteit van de aanwezige literatuur (level of evidence). Bij twijfel werd het betreffende artikel geselecteerd. Vervolgens werden de geselecteerde artikelen per onderwerp beoordeeld op level of evidence in groepen van 3 commissieleden. Bij de geselecteerde artikelen werden de referenties nagekeken.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Acute cholecystitis galstenen