Diagnostiek acute calculeuze cholecystitis
Uitgangsvraag
1. Wat is de sensitiviteit en specificiteit van transabdominale echografie voor de detectie van acute calculeuze cholecystitis?
2. Wat is de sensitiviteit en specificiteit van CT voor de detectie van acute calculeuze cholecystitis?
Aanbeveling
Niveau A |
De diagnose acute cholecystitis is primair een klinische diagnose. In de praktijk wordt deze diagnose aangevuld met echografisch onderzoek. Indien twijfel persisteert of indien er een verdenking is op complicaties wordt in tweede instantie CT onderzoek uitgevoerd. |
Overwegingen
Vraag 1: Wat is de sensitiviteit en specificiteit van transabdominale echografie voor de detectie van acute calculeuze cholecystitis?
Het valt te overwegen transabdominale echografie de volgende dag te herhalen indien de initiële echo (nog) geen tekenen laat zien van een acute cholecystitis.
Vraag 2: Wat is de sensitiviteit en specificiteit van CT voor de detectie van acute calculeuze cholecystitis?
CT van het abdomen is zinvol bij twijfel over de diagnose cholecystitis en is geschikt voor het aantonen van complicaties van cholecystitis (bijvoorbeeld abcesvorming).
In Nederland wordt MRI en scintigrafisch onderzoek (HIDA-scan) niet verricht voor de diagnose van acute cholecystitis.
Onderbouwing
Conclusies
Vraag 1: Wat is de sensitiviteit en specificiteit van transabdominale echografie voor de detectie van acute calculeuze cholecystitis?
Niveau 1a |
De sensitiviteit van transabdominale echografie voor de detectie van acute calculeuze cholecystitis is 81% (95% CI 75-87). De specificiteit is 83% (95% CI 74-89) (Kiewiet 2012). |
Vraag 2: Wat is de sensitiviteit en specificiteit van CT voor de detectie van acute calculeuze cholecystitis?
Niveau 3 |
CT heeft voor de detectie van calculeuze cholecystitis een sensitiviteit van 92% en een specificiteit van 99% (Benett 2002). |
Samenvatting literatuur
Voor de radiologische diagnostiek van acute calculeuze cholecystitis worden transabdominale echografie en CT gebruikt. Deze worden gebruikt als ondersteuning van de klinische diagnose van acute cholecystitis.
Transabdominale echografie is de meest gebruikte beeldvorming. Kenmerken zijn: aanwezigheid van stenen, een ingeklemde steen in de galblaashals of ductus cysticus, vocht in het galblaasbed, galblaaswandverdikking met een gelaagd patroon, hydrops en hyperemie van de galblaaswand. Hierbij is de galblaas niet te imprimeren/comprimeren middels de echo-transducer.
Referenties
- (Bennett 2002) Bennett GL, Rusinek H, Lisi V, Israel GM, Krinsky GA, Slywotzky CM et al. CT findings in acute gangrenous cholecystitis. Am J Roentgenol 2002;178(20:275-81.
- (Kiewiet 2012) Kiewiet JJS, Leeuwenburgh MMN, Bipat S, Bossuyt PMM, Stoker J, Boermeester MA. A systematic review and meta-analysis of diagnostic performance of imaging in acute cholecystitis. Radiology 2012;264(3):708-20.
Evidence tabellen
Auteur, jaartal |
Mate v bewijs |
Studie type |
Populatie |
Inclusie criteria |
Indextest |
Referentie test |
Resultaat |
Opmerkingen |
Bennett, 2002 |
3 |
Retrospect. Case serie |
N=75 uit 803 |
Cholecystitis met gb wand afwijkingen met CT voor operatie |
CT |
Cholecystecto-mie |
Cholecystitis: sens 91.7%; spec 99.1%; acc 94.3% Gangreneus: sens 29.3%; spec 96%; acc 64.1% |
|
Kiewiet, 2012 |
1a |
Syst review met meta-analyse |
N=5859 in 57 studies |
Medline, EMBASE, Cochrane, CINAHL tot 2011. Artikelen die US, cholescintigrafie, CT of MRI bij volwassen pt verdenking of het hebben van een acute cholecystitis |
US Cholecscinti-grafie CT MRI |
Cholecystec-tomie |
US sens 81% (95%CI 75-87%) spec 83% (95%CI 74-89%) Cholecscintigrafie sens 96% (95%CI 94-97%) spec 90% (95%CI 86-93%) CT sens 94% (95%CI 73-99%) spec 59% (95%CI 42-74%) MRI |
Gebrek aan studies met direct vergelijking in dezelfde pt groep. Daardoor kans op confounding en selectiebias. Slechte tot matige kwaliteit van de studies |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 15-02-2016
Laatst geautoriseerd : 15-02-2016
Geplande herbeoordeling : 01-04-2024
De NVvH is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.
Algemene gegevens
De eerste herziening van de richtlijn: onderzoek en behandeling van galstenen, is ontwikkeld onder auspiciën van de commissie kwaliteit van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, in samenwerking met de Orde van Medisch Specialisten.
De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
Doel en doelgroep
Doel
De richtlijn beoogt een rationale in het beleid van patiënten met galstenen bereikt te hebben door gebruik te maken van het beste voorhanden bewijs in de literatuur.
Doelgroep
Chirurgen, maag-darm leverartsen en radiologen.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2014 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met galstenen te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep).
De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep werkte gedurende een jaar aan de totstandkoming van de richtlijn.
De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.
- Drs E de Boer
- Dr D Boerma
- Dr KJ van Erpecum
- Dr Ir JJ Hermans
- Drs MP Lamberts
- Dr EAJ Rauws
- Dr JMJ Schreinemakers
- Prof Dr CJHM van Laarhoven MSc, voorzitter
Belangenverklaringen
Belangenverklaringen
De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling” is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
D. Boerma |
Chirurg |
geen |
geen |
Geen actie |
J. Schreinemakers |
Chirurg |
geen |
geen |
Geen actie |
E. de Boer |
Radioloog |
geen |
geen |
Geen actie |
Dr. E.A.J. Rauws |
MDL-arts |
geen |
geen |
Geen actie |
J.J. Hermans |
Radioloog |
geen |
geen |
Geen actie |
M.P. Lamberts |
Arts in opleiding tot MDL-arts |
geen |
geen |
Geen actie |
Dr. K.J. van Erpecum |
MDL-arts |
geen |
geen |
Geen actie |
CJHM van Laarhoven |
Afdelinshoofd heelkunde |
Lid raad van toezicht MC Haaglanden |
Lid Europese richtlijn onderzoek en behandeling van galstenen, Secure trial galstenen (ZonMW) |
Geen actie |
Methode ontwikkeling
Evidence based
Werkwijze
De richtlijn beoogt een rationale in het beleid van patiënten met galstenen bereikt te hebben door gebruik te maken van het beste voorhanden bewijs in de literatuur. Hiertoe zijn strikte ‘Evidence Based Medicine’ technieken gebruikt zoals terug te lezen in de “ter verantwoording” (Appendix A). Gebruik werd gemaakt van korte klinische vraagstellingen met antwoorden gebaseerd op literatuur die gerangschikt is op ‘level of evidence’. Hieraan werden aanbevelingen verbonden die eveneens ingedeeld zijn naar niveau. Van alle gebruikte literatuur werden, geordend naar hoofdstuk en vraagstelling, in bewijsklasse tabellen de studie karakteristieken en belangrijkste uitkomstmaten gepresenteerd als naslag. De richtlijn werd getoetst en becommentarieerd door een landelijk panel van experts.
De commissie heeft gezamenlijk een aantal vragen over galsteenlijden geformuleerd. Aan de hand van deze vragen zijn zoekstrategieën opgesteld, gebruikmakend van vrije tekst woorden met synoniemen en MeSH-termen. Er werd gezocht in Pubmed. De zoekvragen in Pubmed werden elke maand automatisch herhaald zodat nieuwe artikelen tot en met oktober 2014 zijn gebruikt. Als de zoekvraag meer dan duizend titels opleverde, werd de vraag versmald. De selectie op titelniveau werd verricht door 1 persoon. De geselecteerde titels werden vanuit de verschillende databases getransporteerd naar Endnote. Na verwijdering van dubbele titels bleef een database van 1560 artikelen over. Van deze artikelen zijn de abstracts beoordeeld door dezelfde persoon. Selectie werd bepaald door de kwaliteit van de aanwezige literatuur (level of evidence). Bij twijfel werd het betreffende artikel geselecteerd. Vervolgens werden de geselecteerde artikelen per onderwerp beoordeeld op level of evidence in groepen van 3 commissieleden. Bij de geselecteerde artikelen werden de referenties nagekeken.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.