Dyspneu in de palliatieve fase

Initiatief: IKNL Aantal modules: 19

Startpagina - Dyspneu in de palliatieve fase

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met dyspneu in de palliatieve fase. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

    • De onderzoeken die zinvol zijn om te verrichten bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase.
    • De integrale zorg met betrekking tot voorlichting, communicatie, ondersteunende zorg en coördinatie van zorg bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase.
    • De behandeling van oorzakelijke of beïnvloedende factoren bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase.
    • De effecten van diverse niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandelingen van patiënten met dyspneu in de palliatieve fase.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met dyspneu in de palliatieve fase (ongeacht de onderliggende aandoening).

 

Voor patiënten

Dyspneu is de medische term voor kortademigheid of benauwdheid. Er zijn verschillende soorten dyspneu en het kent vele oorzaken. Ook kunnen meerdere factoren een rol spelen bij één patiënt. Dyspneu kan onder andere optreden bij patiënten met kanker, COPD of hartfalen. Bij patiënten met deze aandoeningen komt dyspneu vaker en heviger voor in de laatste drie maanden voor het overlijden. De impact van dyspneu is groot op de patiënt en hun naasten. Dyspneu vermindert de kwaliteit van leven sterk en wordt in de laatste levensfase, de palliatieve fase genoemd, soms als een indringender probleem ervaren dan pijn. Patiënten met dyspneu in de palliatieve fase hebben een kortere levensverwachting dan palliatieve patiënten zonder dyspneu.

 

Meer informatie over dyspneu en andere klachten in de palliatieve fase is te vinden op Kanker.nl:

https://www.kanker.nl/bibliotheek/niet-meer-beter-worden/lichamelijk/8605-dyspneu

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de internisten-oncologen, longartsen, verpleegkundig specialisten, ziekenhuisapothekers, huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van een ervaringsdeskundige op het gebied van dyspneu aan de werkgroep. Tevens is een enquête gehouden onder leden van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties en lidorganisaties (o.a. Longkanker Nederland) en de Hart en Vaatgroep.

Volgende:
Diagnostiek