Dwang en drang in de GGZ

Initiatief: NVvP Aantal modules: 8

Startpagina - Dwang en drang in de GGZ

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op het geven van concrete aanbevelingen aan zorgprofessionals betreffende dwang en drang tijdens opname en behandeling in de ggz, gericht op het bevorderen van herstel van de patiënt.
In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

    • De algemene kaders waarbinnen besluitvorming over de toepassing van dwang plaatsvindt.
    • Het vóórkomen van dwangtoepassing in Nederland en internationaal.
    • De rollen van de verschillende behandeldisciplines en zorgverleners bij dwangtoepassing.
    • De interventies die effectief zijn in het voorkómen van dwangmaatregelen.
    • Het psychiatrisch onderzoek dat nodig is voor de besluitvorming over het al dan niet toepassen van dwang en de beschikbare instrumenten voor risicotaxatie en de bepaling van de wils(on)bekwaamheid van psychiatrische patiënten.
    • Het besluitvormingsproces rondom het toepassen van dwangmaatregelen en de zorgvuldigheidseisen waar de besluitvorming aan dient te voldoen.
    • Het zorgvuldig uitvoeren van dwangopname en dwangmaatregelen en de gevolgen en de (ervaren) effecten hiervan voor de patiënten.
    • De (organisatorische) randvoorwaarden die effectief zijn in het voorkomen, beperken, of zorgvuldig uitvoeren van dwangmaatregelen.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners in de ggz die betrokken zijn bij de preventie van, de besluitvorming over en de toepassing van dwang in de psychiatrie en de verslavingszorg in Nederland. De richtlijn is daarnaast ook bedoeld voor de patiënt en zijn directe omgeving, om hen van informatie te voorzien over dwang en drang in de behandeling.

 

Voor patiënten

Van dwang in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) is sprake wanneer iemand tegen zijn/haar zin wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, dan wel wordt onderworpen aan zorg of een maatregel die zijn/haar vrijheid beperkt. Drang onderscheidt zich van dwang in de mate van beïnvloeding van de keuzevrijheid van de patiënt. Bij drang behoudt de patiënt wel keuzevrijheid en wordt beoogd de patiënt te overreden, niet te dwingen.

Het toepassen van dwang in de zorg is niet wenselijk, maar soms onvermijdelijk om schade voor de patiënt zelf of anderen te voorkomen. In verhouding tot het totale aantal interventies in de ggz komt dwang niet zo veel voor, maar als het voorkomt heeft het vrijwel altijd een grote impact op de patiënt, dienst naasten en de betrokken hulpverleners. Bij de besluitvorming en uitvoering van dwangmaatregelen is daarom uiterste zorgvuldigheid geboden.

 

Meer informatie over dwang en drang in de ggz is te vinden op de website van de rijksoverheid: www.dwangindezorg.nl

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit ervaringsdeskundigen, naasten, verpleegkundigen, psychologen en psychiaters.

Volgende:
Epidemiologie dwang en drang in de GGZ