Symptomen bij seksueel kindermisbruik
Uitgangsvraag
Welke lichamelijke symptomen bij kinderen zijn geassocieerd met seksueel misbruik bij kinderen?
Deelvragen
- Hebben kinderen een verhoogde kans op doorgemaakt seksueel misbruik indien deze lichamelijke symptomen aanwezig zijn?
- Hebben kinderen een verhoogde kans op deze lichamelijke symptomen na doorgemaakt seksueel misbruik?
- Wat is de benodigde expertise voor het interpreteren van de relatie tussen deze lichamelijke symptomen en seksueel misbruik bij kinderen?
Aanbeveling
Voor alle in deze module beschreven lichamelijke klachten (eetstoornissen, gewichtsproblematiek, neurologische-, gastro-intestinale-, urogenitale- en overige lichamelijke klachten) geldt dat het hebben van één signaal/ symptoom niet voldoende is voor een vermoeden van seksueel misbruik bij kinderen.
Medische professionals moeten alert zijn op seksueel misbruik bij kinderen met een eetstoornis (purgerend gedrag alleen, purgerend gedrag in combinatie met restrictief eetgedrag, binge eating en restrictief eetgedrag).
Medische professionals moeten alert zijn op het ontstaan van obesitas, eetstoornissen (purgerend gedrag, binge eating, restrictief eetgedrag alleen of in combinatie met purgeren) bij kinderen die slachtoffer zijn van seksueel misbruik.
Vanwege de beperkte wetenschappelijke onderbouwing kunnen we geen aanbevelingen doen over:
- of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op fecale incontinentie, syncope, obstipatie en VP-ADS, hoofdpijn, duizeligheid, buikpijn, misselijkheid, urine verlies/enuresis, genito-urinaire klachten, genitale pijn, dysurie, genitale bloeding, genitale jeuk, vaginale afscheiding, een onregelmatige menstruatie, benauwdheid, pijn op de borst, slaapproblemen, somatische klachten N.N.O., minder gezond voelen of verhoogd zorg gebruik.
- of kinderen met obesitas, hoofdpijn, duizeligheid, syncope, buikpijn, obstipatie, VP-ADS, vaginale afscheiding of LS, fecale incontinentie, misselijkheid, urine verlies/enuresis, genito-urinaire klachten, genitale pijn, dysurie, genitale bloeding, genitale jeuk, onregelmatige menstruatie, benauwdheid, pijn op de borst, slaapproblemen, somatische klachten N.N.O., minder gezond voelen of verhoogd zorg gebruik een verhoogde kans hebben op seksueel misbruik.
Overwegingen
Ondanks een brede zoekstrategie werden er maar weinig studies gevonden over de associatie tussen seksueel misbruik en lichamelijke symptomen bij kinderen. Er is maar een beperkte hoeveelheid studies onder kinderen gevonden. Veel studies werden geëxcludeerd omdat zij over volwassenen gingen. Over lichamelijke symptomen bij volwassenen in relatie met seksueel misbruik is meer literatuur te vinden. Veel studies beschrijven negatieve gevolgen van seksueel misbruik voor de lichamelijke gezondheid van volwassenen, zoals een verhoogd risico op COPD [92], slaapproblemen [93], gastro-intestinale klachten (obstipatie en diarree) [94], en functionele gastro-intestinale syndromen [95, 96] en obesitas [55].
Het aantal studies over de associatie tussen seksueel misbruik en lichamelijke symptomen is zeer beperkt. seksueel misbruik wordt vaak door kinderen geheim gehouden wat het in de praktijk een lastig onderwerp maakt om te onderzoeken. Het is vaak moeilijk om voldoende kinderen, die slachtoffer zijn van seksueel misbruik, te includeren voor een studie. Gezien de omvang van de zoekactie en de recente ontwikkelingen in het onderzoek naar kindermishandeling is ervoor gekozen alleen studies te includeren die gepubliceerd zijn in of na het jaar 2000. Het is mogelijk dat er relevante studies niet zijn mee genomen omdat deze voor 2000 zijn gepubliceerd.
Onderwerpen die niet naar boven gekomen zijn uit deze zoekactie zijn dyspareunie en dysmenorroe welke wel onder volwassenen zijn beschreven na seksueel misbruik [97-100]. Uitbreiding van de zoekstrategie op dit onderwerp bij een update van deze richtlijn is aan te raden.Er werden weinig studies gevonden die een positieve associatie aantonen. Een mogelijke verklaring voor het kleinere aantal studies bij kinderen die een positieve associatie rapporteren tussen seksueel misbruik en lichamelijke symptomen is het tijdsperspectief. Voor de ontwikkeling van bepaalde lichamelijke symptomen na seksueel misbruik zou tijd nodig kunnen zijn, mogelijk openbaren deze symptomen zich pas in de volwassenheid. Een voorbeeld hiervan is de prospectieve studie over obesitas waarbij er geen positieve associatie wordt gevonden op de kinderleeftijd maar wel bij jong volwassenen [55]. Het is ook mogelijk dat een slachtoffer van seksueel misbruik zich pas op latere leeftijd realiseert dat er sprake was van seksueel misbruik op jonge leeftijd. Ook dan ontwikkelen lichamelijke symptomen zich misschien pas later.
Ook werden er veel tegenstrijdige resultaten (geen versus positieve associatie maar ook negatieve versus positieve associatie [82, 83]) gevonden. Verschillende factoren kunnen hiermee te maken hebben, zoals de gebruikte definities voor seksueel misbruik en lichamelijke klachten, de kwaliteit van de studie opzet en uitvoering en de onderzoeksgroep. Zo is het voorstelbaar dat kinderen in een interview met een voor hen onbekende maatschappelijk werker wellicht minder snel geneigd zijn te vertellen over doorgemaakt seksueel misbruik dan in een anonieme vragenlijst.
Hoewel voor purgerend gedrag (i.c.m. restrictief eetgedrag) en binge eating een positieve associatie met seksueel misbruik wordt gerapporteerd, geldt voor alle lichamelijk symptomen dat het hebben van één symptoom niet voldoende is voor een vermoeden van seksueel misbruik. Voor het merendeel van de beschreven lichamelijke symptomen geldt dat er te weinig evidence is gevonden om conclusies te trekken over de associatie met seksueel misbruik. Uiteraard wil men geen slachtoffers van seksueel misbruik missen en wil men bij slachtoffers van seksueel misbruik de nadelige lichamelijke symptomen voorkomen of zo vroeg mogelijk behandelen. Professionals moeten daarom alert zijn op de (mogelijke) lichamelijke symptomen als gevolg van doorgemaakt seksueel misbruik. De vraag is wie verantwoordelijk is voor deze monitoring en hoe dit uitgevoerd moet worden. Actief screenen op seksueel misbruik bij kinderen met bepaalde lichamelijke klachten en vice versa is wellicht te voortvarend. Huisartsen en kinderartsen moeten alert zijn op lichamelijke klachten die kunnen ontstaan na doorgemaakt seksueel misbruik en op seksueel misbruik als mogelijk onderliggende oorzaak van onverklaarde lichamelijke klachten. In het laatste geval is het belangrijk dat zorgverleners het onderwerp seksueel misbruik bespreekbaar maken met hun patiënt. Zie hierover ook de module 'Patiëntenperspectief seksueel kindermisbruik'. met adviezen van ervaringsdeskundigen waarin zij aangeven dat het belangrijk is dat het onderwerp seksueel misbruik meermalen ter sprake moet worden gebracht door hulpverleners, ook indien er aanvankelijk ontkennend op wordt gereageerd.
Onderbouwing
Achtergrond
De beantwoording van de vragen ‘Hebben kinderen een verhoogde kans op doorgemaakt seksueel misbruik indien deze lichamelijke symptomen aanwezig zijn?’ en ‘Hebben kinderen een verhoogde kans op deze lichamelijke symptomen na doorgemaakt seksueel misbruik?’ berusten op literatuur onderzoek. De beantwoording van de vraag ‘Wat is de benodigde expertise voor het interpreteren van de relatie tussen deze lichamelijke symptomen en seksueel misbruik bij kinderen?’ berust op consensus en de richtlijnen van het Centrum voor Seksueel Geweld (CSG).
Tijdens de eerste werkgroep bijeenkomst werd duidelijk dat (medisch) professionals die te maken hebben met een vermoeden van seksueel misbruik vragen naar lichamelijke symptomen zoals buikpijn, obstipatie, hoofdpijn, eetproblemen. Men is in de veronderstelling dat deze symptomen aanwijzingen kunnen zijn van doorgemaakt seksueel misbruik. Tegelijkertijd ontstaat er regelmatig een vermoeden van seksueel misbruik bij kinderen die last hebben van bepaalde onbegrepen lichamelijke symptomen, zoals hierboven vermeld. Voor welke lichamelijke symptomen is het bekend dat er een associatie met doorgemaakt seksueel misbruik bestaat en hoe sterk is deze associatie? Antwoord op deze vraag is onder andere belangrijk voor het maken van een inschatting van de kans op doorgemaakt seksueel misbruik, het bieden van passende (medische) zorg voor kinderen nadat ze seksueel misbruik hebben doorgemaakt en het uitvoeren van een adequate (hetero-) anamnese.
Conclusies
Eetstoornissen en gewichtsproblematiek
Kinderen met een eetstoornis, purgerend gedrag of purgerend gedrag i.c.m. restrictief eetgedrag hebben een verhoogde kans om seksueel misbruik meegemaakt te hebben.
Kinderen die seksueel misbruik meemaken hebben een verhoogde kans op een eetstoornis, purgerend gedrag en binge eating.
Er zijn tegenstrijdige resultaten (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen met binge eating of restrictief eetgedrag zonder purgeren een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben.
Er zijn tegenstrijdige resultaten (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op obesitas, restrictief eetgedrag zonder purgeren en purgerend gedrag i.c.m. restrictief eetgedrag.
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met obesitas een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben.
Neurologische klachten
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met hoofdpijn, duizeligheid of syncope een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben.
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op hoofdpijn en duizeligheid.
Er zijn geen data gevonden over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op syncope.
Gastro-intestinale klachten
Er zijn tegenstrijdige resultaten (zowel negatieve als een positieve associatie beschreven) over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op fecale incontinentie.
Data zijn beperkt en tegenstrijdig (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op buikpijn.
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met buikpijn, obstipatie of VP-ADS een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben.
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op misselijkheid.
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met fecale incontinentie of misselijkheid een verhoogde kans hebben op seksueel misbruik.
Er zijn geen data gevonden over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op obstipatie of VP-ADS.
Urologische klachten
Data zijn te beperkt en tegenstrijdig (zowel geen als een positieve associatie beschreven) om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op urine verlies/enuresis.
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met vaginale afscheiding of Lichen sclerosis een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben.
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op genito-urinaire klachten, genitale pijn, dysurie, genitale bloeding, genitale jeuk, vaginale afscheiding en een onregelmatige menstruatie.
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met urine verlies/enuresis, genito-urinaire klachten, genitale pijn, dysurie, genitale bloeding, genitale jeuk of onregelmatige menstruatie een verhoogde kans hebben op seksueel misbruik.
Overige lichamelijke klachten
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meemaken een verhoogde kans hebben op benauwdheid, pijn op de borst, slaapproblemen, somatische klachten N.N.O., zich minder gezond voelen of verhoogd zorg gebruik.
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met benauwdheid, pijn op de borst, slaapproblemen, somatische klachten N.N.O., zich minder gezond voelen of verhoogd zorg gebruik een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben.
NB: Er werden geen studies gevonden over andere lichamelijke klachten dan in deze module genoemd.
Samenvatting literatuur
De artikelen werden onderverdeeld in 5 onderwerpen: eetstoornissen en gewichtsproblematiek, neurologische –, gastro-intestinale –, urologische – en overige lichamelijke klachten.
Tabel 1 Overzicht geïncludeerde artikelen
Onderwerp |
Systematische reviews |
Primaire studies |
eetstoornissen en gewichtsproblematiek |
3 |
25 |
neurologische klachten |
0 |
4 |
gastro-intestinale klachten |
1 |
8 |
urologische klachten |
0 |
8 |
overige lichamelijke klachten |
0 |
6 |
Hebben kinderen een verhoogde kans op doorgemaakt seksueel misbruik indien er sprake is van een eetstoornis of gewichtsproblematiek?
Hebben kinderen een verhoogde kans op een eetstoornis of gewichtsproblematiek na doorgemaakt seksueel misbruik?
In totaal zijn drie systematische reviews en 25 primaire studies geïncludeerd die de associatie tussen eetstoornissen en gewichtsproblematiek bij kinderen en seksueel misbruik onderzochten.
Tabel 2 Associatie tussen eetstoornis en gewichtsproblematiek en seksueel misbruik
Symptoom |
Referenties |
Score NOS en AMSTAR |
Associatie
|
Eetstoornissen algemeen |
SR: [46, 47]
|
AMSTAR 5-6 |
Kinderen met een eetstoornis hebben een verhoogde kans om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder eetstoornis [46]. Kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben, hebben een verhoogde kans op een eetstoornis [46, 47]. |
Purgerend gedrag (Bulimia Nervosa (BN), binge and purge) |
SR: [48]
Coh.: [49]
CSS: [50-52] |
AMSTAR: 7
NOS-Coh.: 6
NOS-CSS: 2-5 |
Kinderen met purgerend gedrag hebben een verhoogde kans om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder purgerend gedrag [48, 52]. Kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben, hebben een verhoogde kans op een purgerend gedrag. De associatie is mogelijk sterker bij jongens maar de data zijn beperkt [49-51]. |
Binge Eating (Disorder) (BED) |
SR: [48]
CSS: [52, 53] |
AMSTAR: 7
NOS-CSS: 2-3
|
Er zijn tegenstrijdige resultaten (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen met binge eating een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder binge eating. [48, 52] Kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben, hebben een verhoogde kans op binge eating. De associatie is mogelijk sterker bij jongens maar de data zijn beperkt. [53] |
Obesitas |
Coh.: [54, 55]
PCO: [56]
CSS: [57, 58] |
NOS-Coh.: 6-8
NOS-PCO: 6
NOS-CSS: 2-4 |
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met obesitas een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Eén studie beschreef een positieve associatie bij meisjes, er zijn geen data beschikbaar over jongens. [57] Er zijn tegenstrijdige resultaten (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op obesitas. [54-56, 58] |
Restrictief eetgedrag zonder purgeren (Anorexia nervosa (AN) restrictief type, restrictief eetgedrag) |
Coh.: [49]
CSS: [51-53, 58-69] |
NOS-Coh.: 6
NOS-CSS: 2-6 |
Er zijn tegenstrijdige resultaten (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen met restrictief eetgedrag een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder restrictief eetgedrag. [52, 61, 63, 65, 66] Er zijn tegenstrijdige resultaten (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op restrictief eetgedrag, de meerderheid van de studies laat een positieve associatie zien, maar er zijn ook studies die geen associatie aantonen. Data zijn beperkt voor jongens. [49, 51, 53, 58-60, 62, 64, 68-70] |
Purgerend gedrag in combinatie met restrictief eetgedrag (compensatie gedrag zoals braken, laxantia, diuretica, overmatig sporten, dieet pillen; Anorexia nervosa purgerend type) |
CSS: [52, 53, 60, 62, 64-66, 69-75] |
NOS-CSS: 2-6 |
Kinderen met purgerend gedrag i.c.m. restrictief eetgedrag hebben een verhoogde kans om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder purgerend gedrag i.c.m. restrictief eetgedrag. [52, 65, 66] Er zijn tegenstrijdige resultaten over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op purgerend gedrag i.c.m. restrictief eetgedrag, de meerderheid van de studies laat een positieve associatie zien, maar er zijn ook studies die geen associatie aantonen. Data zijn beperkt voor jongens. [53, 59, 60, 62, 64, 69-72, 75]
|
SR: Systematische Review Coh.: Cohort studie PCO: Patiënt controle onderzoek CSS: Cross-sectionele studie |
Hebben kinderen een verhoogde kans op doorgemaakt seksueel misbruik indien er sprake is van neurologische klachten?
Hebben kinderen een verhoogde kans op neurologische klachten na doorgemaakt seksueel misbruik?
In totaal zijn 4 primaire studies geïncludeerd die de associatie tussen neurologische klachten bij kinderen en seksueel misbruik onderzochten.
Tabel 3 Associatie tussen neurologische klachten en seksueel misbruik
Symptoom |
Referenties |
Score NOS en AMSTAR |
Associatie
|
Hoofdpijn |
PCO: [76]
CSS: [77, 78] |
NOS-PCO: 9
NOS-CSS: 2 |
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met hoofdpijn een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder hoofdpijn. twee studies rapporteerden (bijna) geen seksueel misbruik bij kinderen met hoofdpijn. [76, 78] Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op hoofdpijn in vergelijking met kinderen zonder seksueel misbruik. Eén studie toont een positieve associatie. [77] |
Duizeligheid |
CSS: [68, 78] |
NOS-CSS: 2 |
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met duizeligheid een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder duizeligheid. Eén studie rapporteerde bijna geen seksueel misbruik bij kinderen met duizeligheid. [78] Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op duizeligheid in vergelijking met kinderen zonder seksueel misbruik. Eén studie toont een positieve associatie. [68] |
Syncope |
CSS: [78] |
NOS-CSS: 2 |
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met syncope een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder syncope. Eén studie rapporteerde bijna geen seksueel misbruik bij kinderen met syncope. [78] Er zijn geen data gevonden over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op syncope. |
PCO: Patiënt controle onderzoek CSS: Cross-sectionele studie |
Hebben kinderen een verhoogde kans op doorgemaakt seksueel misbruik indien er sprake is van gastro-intestinale klachten?
Hebben kinderen een verhoogde kans op gastro-intestinale klachten na doorgemaakt seksueel misbruik?
In totaal zijn één systematische review en 8 primaire studies geïncludeerd die de associatie tussen gastro-intestinale klachten bij kinderen en seksueel misbruik onderzochten.
Tabel 4 Associatie tussen gastro-intestinale klachten en seksueel misbruik
Symptoom |
Referenties |
Kwaliteit NOS/AMSTAR |
Associatie |
Buikpijn |
SR: [79]
Coh.: [80]
CSS: [58, 68] |
AMSTAR: 8
NOS-Coh.: 7
NOS-CSS: 2 |
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met buikpijn een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder buikpijn. [79] Data zijn beperkt en tegenstrijdig (zowel geen als een positieve associatie beschreven) over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op buikpijn. [58, 68, 80] |
Obstipatie |
CSS: [81] |
NOS-CSS: 3 |
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met obstipatie een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben in vergelijking met kinderen zonder obstipatie. Eén studie toont een positieve associatie. [81] Er zijn geen data gevonden over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op obstipatie. |
Fecale incontinentie |
Coh: [82]
PCO: [83] |
NOS-Coh.: 4
NOS-PCO: 6 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met fecale incontinentie een verhoogde kans hebben op seksueel misbruik. Er zijn tegenstrijdige resultaten over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op fecale incontinentie. Er werd in twee studies zowel een positieve als een negatieve associatie beschreven. [82, 83] |
Misselijkheid |
Coh.: [80] |
NOS-Coh.: 7 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met misselijkheid een verhoogde kans hebben op seksueel misbruik. Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op misselijkheid. Eén studie toonde een positieve associatie. [80] |
Visceral Pain-Associated Disability Syndrome (VP-ADS) |
Coh.: [84] |
NOS-Coh.: 3 |
Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen met VP-ADS een verhoogde kans hebben op seksueel misbruik. [84] Er zijn geen data gevonden over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op VP-ADS. |
SR: Systematische Review Coh.: Cohort studie PCO: Patiënt controle onderzoek CSS: Cross-sectionele studie |
Hebben kinderen een verhoogde kans op doorgemaakt seksueel misbruik indien er sprake is van urologische klachten?
Hebben kinderen een verhoogde kans op urologische klachten na doorgemaakt seksueel misbruik?
In totaal zijn 8 primaire studies geïncludeerd die de associatie tussen urologische klachten bij kinderen en seksueel misbruik onderzochten.
Tabel 5 Associatie tussen urologische klachten en seksueel misbruik
Symptoom |
Referenties |
Kwaliteit NOS/AMSTAR |
Associatie |
Urine verlies/ enuresis |
Coh.: [82]
PCO: [56]
CSS: [85] |
NOS-Coh.: 4
NOS-PCO: 6
NOS-CSS: 1 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met urine verlies/enuresis een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt en tegenstrijdig (zowel geen als een positieve associatie beschreven) om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op urine verlies/enuresis. [56, 82, 85] |
Genito-urinaire klachten |
PCO: [56] |
NOS-PCO: 6 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met genito-urinaire klachten een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om een conclusie te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op genito-urinaire klachten. Eén studie toonde een positieve associatie. [56] |
Genitale pijn |
PCO: [86]
Retrospectief status onderzoek: [87] |
NOS-PCO: 4
NOS: 5 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met genitale pijn een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op genitale pijn. Twee studies toonden een positieve associatie. [86, 87] |
Dysurie |
PCO: [86]
Retrospectief status onderzoek: [87] |
NOS-PCO: 4
NOS: 5 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met dysurie een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op dysurie. Twee studies toonden een positieve associatie. [86, 87] |
Genitale bloeding |
PCO: [86]
Retrospectief status onderzoek: [87] |
NOS-PCO: 4
NOS: 5 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met genitale bloeding een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op genitale bloeding. Twee studies toonden een positieve associatie. [86, 87] |
Genitale jeuk |
PCO: [86] |
NOS-PCO: 4
|
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met genitale jeuk een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op genitale jeuk. Eén studie toonde geen associatie. [86] |
Vaginale afscheiding |
CSS: [86]
Retr.spect status onderzoek: [88] |
NOS-CSS: 4 NOS: 2 |
Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen met vaginale afscheiding een verhoogde kans hebben op seksueel misbruik. Eén studie toonde een positieve associatie. [88] Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op vaginale afscheiding. Eén studie toonde een positieve associatie. [86] |
Lichen sclerosis (LS) |
Retr.spect status onderzoek: [89] |
NOS: 1 |
Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen met LS een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. [89] Er zijn geen data gevonden over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op LS. |
Onregelmatige menstruatie |
CSS: [68] |
NOS-CSS: 2 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met onregelmatige menstruatie een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op onregelmatige menstruatie. Eén studie toonde een positieve associatie. [68] |
Coh.: Cohort studie PCO: Patiënt controle onderzoek CSS: Cross-sectionele studie |
Hebben kinderen een verhoogde kans op doorgemaakt seksueel misbruik indien er sprake is van overige lichamelijke klachten?
Hebben kinderen een verhoogde kans op overige lichamelijke klachten na doorgemaakt seksueel misbruik?
In totaal zijn 6 primaire studies geïncludeerd die de associatie tussen overige lichamelijke klachten bij kinderen en seksueel misbruik onderzochten.
Tabel 6 Associatie tussen overige lichamelijke klachten en seksueel misbruik
Symptoom |
Referenties |
Kwaliteit NOS/AMSTAR |
Associatie |
Benauwdheid |
CSS: [68] |
NOS-CSS: 2 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met benauwdheid een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op benauwdheid. Eén studie toonde een positieve associatie. [68] |
Pijn op de borst |
CSS: [68] |
NOS-CSS: 2 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met pijn op de borst een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op pijn op de borst. Eén studie toonde een positieve associatie. [68] |
Slaapproblemen |
CSS: [58] |
NOS-CSS: 2 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met slaapproblemen een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op slaapproblemen. Eén studie bij meisjes toonde een positieve associatie. [58] |
Somatische klachten niet nader omschreven (N.N.O.). |
Retrospectief Status onderzoek: [90] |
NOS: 2 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met somatische klachten N.N.O. een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op somatische klachten N.N.O. Eén studie toonde een positieve associatie. [90] |
Minder gezond voelen |
CSS: [58] |
NOS-CSS: 2 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen die zich minder gezond voelen een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben zich minder gezond te voelen. Eén studie toonde een positieve associatie bij meisjes. [58] |
Zorggebruik |
PCO: [91] |
NOS-PCO: 7 |
Er zijn geen data gevonden over of kinderen met verhoogd zorggebruik een verhoogde kans hebben om seksueel misbruik meegemaakt te hebben. Data zijn te beperkt om conclusies te trekken over of kinderen die seksueel misbruik meegemaakt hebben een verhoogde kans hebben op verhoogd zorggebruik. Eén studie toonde een positieve associatie met chronische problemen, niet met het aantal bezoeken aan de huisarts. [91] |
Coh.: Cohort studie PCO: Patiënt controle onderzoek CSS: Cross-sectionele studie |
Wat is de benodigde expertise voor het interpreteren van de relatie tussen deze lichamelijke symptomen en seksueel misbruik bij kinderen?
Beantwoording van deze vraag is gebaseerd op de kwaliteitscriteria opgesteld door het CSG aangepast op basis van expert opinion vanuit de werkgroep.
Medische anamnese moet worden uitgevoerd door een bevoegde en bekwame
professional die deze zorg tot haar/zijn dagelijkse taken heeft of regelmatig uitvoert.
(Kinder)artsen bevoegd en bekwaam in het afnemen van (medische) anamnese bij kinderen (0-18) en met actuele kennis van:
- seksueel misbruik bij kinderen
- prevalentie van seksueel misbruik bij kinderen
- psychologische en psychosomatische gevolgen van seksueel geweld en de invloed hiervan op kinderen
- de mogelijke negatieve impact van medische zorg en onderzoek op het slachtoffer
- (Normale) seksuele ontwikkeling van kinderen
Discussie kwaliteit literatuur
De kwaliteit van de studies liep zeer uiteen. Wat betreft de systematische reviews die zijn geïncludeerd viel op dat geen van de reviews voldeed aan vragen 5 en 11 van de AMSTAR criteria (Was a list of studies (included and excluded) provided? Was the conflict of interest included?).
Het merendeel van de primaire studies betrof cross-sectionele studies. Voor het aantonen van een associatie zijn cohort studies het meest geschikt. Hiervan werden er maar enkele gevonden. Het merendeel van de geïncludeerde studies betrof onderzoek over aan- of afwezigheid van lichamelijke symptomen bij kinderen die seksueel misbruik hadden meegemaakt in vergelijking met kinderen zonder seksueel misbruik. Studies die keken naar doorgemaakt seksueel misbruik bij kinderen met lichamelijke klachten in vergelijking met kinderen zonder lichamelijke klachten waren beperkt.
De definities die werden gebruikt voor seksueel misbruik liepen sterk uiteen, van enkel seksueel misbruik met penetratie binnen de familie tot elke vorm van seksueel misbruik (inclusief misbruik zonder lichamelijk contact). Ook de methoden waarop data hierover werd verzameld verschilden tussen zelfrapportage in een interview of door middel van een vragenlijst, bewezen seksueel misbruik door politie of forensisch bewijs, verwezen vanwege een vermoeden van seksueel misbruik of middels rapportage van de jeugdbescherming. Hierdoor zijn de data moeilijk met elkaar te vergelijken.
seksueel misbruik lijkt voor veel lichamelijke klachten, maar in ieder geval voor eetstoornissen, wel een risicofactor te zijn, maar niet een specifieke risico factor. Mogelijk spelen beschermende factoren, zoals een stabiele gezinssituatie en sociaaleconomisch milieu hierbij een rol, tegelijkertijd kan een onstabiele gezinssituatie of een lage sociaaleconomische status weer een verergerende factor zijn. Voor wat betreft de eetstoornissen moeten we rekening houden met verstorende factoren, de exacte relatie tussen seksueel misbruik, eetstoornissen, leefomstandigheden en overige psychiatrie is niet bekend maar deze factoren lijken allemaal met elkaar in verband te staan. Dit kan ook gelden voor de andere klachten die in deze review beschreven worden.
Voor het merendeel van de lichamelijk klachten (neurologische-, gastro-intestinale-, urologische- en overige klachten) zijn het aantal gevonden studies beperkt. Hierdoor kunnen we over hetmerendeel van deze klachten geen concrete aanbevelingen doen vanuit de literatuur.
Zoeken en selecteren
Zoekstrategie.
Zoekacties werden uitgevoerd met behulp van een literatuurspecialist van de medische bibliotheek van het AMC. De zoekactie vond plaats op 09-07-2014, in de databases Medline, EMBASE, PsychInfo, ERIC, CINAHL. Er werd gezocht naar artikelen over seksueel misbruik en een diversiteit aan lichamelijke symptomen. Welke lichamelijke symptomen werden meegenomen in de zoekstrategie werd op basis van consensus binnen een groep experts besloten.(Mevr. Dr. M.L. Langendam, Mevr. Drs. A.H. Teeuw, Mevr. Drs. T.F. Bosschaart, dhr. A. Leenders) Voor de uitgebreide zoekstrategie zie bijlage 1.H - Zoekstrategie – uitgangsvraag 3. De artikelen zijn beoordeeld op methodologische kwaliteit met behulp van de AMSTAR [31] en NOS [40] (zie bijlage 1.A.2 - AMSTAR, 1.A.3 - NOS-cohort studies, 1.A.4 - NOS-case control studies).
Additionele literatuur werd gezocht door de referenties van de geïncludeerde primaire studies handmatig na te lopen op aanvullende artikelen. Tevens vroegen wij een groep van experts binnen dit vakgebied naar (ongepubliceerde) artikelen die van belang zouden kunnen zijn voor deze review.
De volledige tekst van alle geselecteerde artikelen werd opgevraagd via de medische bibliotheek van het AMC ziekenhuis. Indien deze niet beschikbaar waren werden auteurs benaderd. Voor 5 artikelen is het niet gelukt het volledige artikel te achterhalen. [41-45]
Literatuur selectie
Literatuur werd door twee onafhankelijke selecteurs (E.M.M.H.K., T.F.V.B) beoordeelt. Artikelen werden eerst geselecteerd op titel, daarna op abstract en daarna op volledige tekst. Bij verdeeldheid werd er gediscussieerd tot er overeenstemming was bereikt, bij twijfel werd de volledige tekst van een artikel gelezen en beoordeeld op inhoud en kwaliteit. Indien noodzakelijk werd de hulp ingeroepen van een derde selecteur (M.L.) om tot overeenstemming te komen.
Indien in één artikel verschillende fysieke klachten werden behandeld werden de resultaten gesplitst en weergegeven bij de desbetreffende modules. Dit wordt in de tabellen weergegeven als deelresultaten.
Inclusie criteria
- kinderen 0-18 jaar (bij uitzondering zijn enkele artikelen met adolescenten tot 20 geïncludeerd, dit wordt vermeld in de tabellen) met
- doorgemaakt seksueel misbruik (alle definities) eventueel in vergelijking met een controle groep zonder seksueel misbruik.
- vergelijkende, niet-vergelijkende studies, systematische reviews, met daarin beschreven
- fysieke klachten of signalen (eetstoornissen, gastro-intestinale klachten, gynaecologische/urologische klachten, neurologische klachten, overige klachten)
- artikelen gepubliceerd vanaf 2000
Exclusie criteria:
- artikelen over volwassenen of over kinderen én volwassenen waarbij resultaten van de kinderen niet te extraheren waren.
- artikelen enkel over andere vormen van kindermishandeling dan seksueel misbruik. Of artikelen waarbij in de resultaten geen onderscheid werd gemaakt tussen seksueel misbruik of een andere vorm van kindermishandeling.
- artikelen over psychosociale klachten of gedragsproblemen als gevolg van seksueel misbruik
- niet originele artikelen (behoudens systematische reviews), conference abstracts waarvan geen volledig artikel te vinden was, case reports, case series.
Kwaliteitsbeoordeling van geselecteerde artikelen.
De evidence tabellen van de geïncludeerde studies zijn terug te vinden in bijlage 1.J - Evidence tabellen – uitgangsvraag 3.
Reviews
Systematische reviews werden door twee beoordelaars (E.M.M.H.K., T.F.V.B), onafhankelijk van elkaar beoordeeld op kwaliteit. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de AMSTAR checklist [31]. Bij verdeeldheid over de beoordeling werd gediscussieerd tot overeenstemming was bereikt. Indien nodig werd de hulp van een derde beoordelaar ingeroepen (M.L.) om tot overeenstemming te komen.
De AMSTAR checklist beoordeelt de methodische uitvoering van reviews op 11 punten. Hiermee kan goed onderscheid worden gemaakt tussen systematische- en niet systematische reviews. Wanneer methoden niet goed beschreven zijn scoort een artikel automatisch laag op de AMSTAR. Reviews welke geen gegevens bevatten over de zoekstrategie, selectie proces en de beoordeling van kwaliteit, dan wel <5 punten scoorden op de AMSTAR checklist werden als niet systematisch beschouwd en geëxcludeerd.
- Was an ‘a priori’ design provided?
- Was there duplicate study selection and data extraction?
- Was a comprehensive literature search performed?
- Was the status of publication (i.e. grey literature) used as an inclusion criterion?
- Was a list of studies (included and excluded) provided?
- Were the characteristics of the included studies provided?
- Was the scientific quality of the included studies assessed and documented?
- Was the scientific quality of the included studies used appropriately in formulating conclusions?
- Were the methods used to combine the findings of studies appropriate?
- Was the likelihood of publication bias assessed?
- Was the conflict of interest included?
De punten die werden gescoord worden in de evidence tabellen per systematische review weergegeven.
Primaire studies
Primaire studies werden door twee beoordelaars (E.M.M.H.K., T.F.V.B), onafhankelijk van elkaar beoordeeld op kwaliteit. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de Newcastle Ottawa Scale (NOS) voor Case control studies en Cohort studies. [40] Bij verdeeldheid werd er gediscussieerd tot er overeenstemming was bereikt. Indien nodig werd de hulp van een derde beoordelaar ingeroepen (M.L.) om tot overeenstemming te komen.
De NOS checklist beoordeelt case-control en cohort studies op 8 punten, waarbij maximaal 9 punten te behalen zijn. Voor cross-sectionele studies hebben we, vanwege gebrek aan een bestaande specifieke lijst, ook de NOS cohort lijst gebruikt, deze studies kunnen maximaal 5 punten scoren.
Case-control studies:
- Is the case definition adequate?
- Representativeness of the cases
- Selection of Controls
- Definition of Controls
- Comparability of cases and controls on the basis of the design or analysis (maximaal 2 punten)
- Ascertainment of exposure
- Same method of ascertainment for cases and controls
- Non-Response rate
Cohort studies:
- Representativeness of the exposed cohort
- Selection of the non exposed cohort
- Ascertainment of exposure
- Demonstration that outcome of interest was not present at start of study
- Comparability of cohorts on the basis of the design or analysis (maximaal 2 punten) (n.v.t. voor cross-sectionele studies)
- Assessment of outcome
- Was follow-up long enough for outcomes to occur (n.v.t. voor cross-sectionele studies).
- Adequacy of follow up of cohorts (n.v.t. voor cross-sectionele studies)
De punten die werden gescoord worden in de evidence tabellen per artikel weergegeven.
Referenties
- 1 - Barth, J., et al., The current prevalence of child sexual abuse worldwide: A systematic review and meta-analysis. International Journal of Public Health, 2013; 58(3): p. 469-483.
- 2 - Alink, L., et al., De Tweede Nationale Prevalentie Studie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen (NPM-2010). 2011.
- 3 - Alink, L., S. Euser, and A. Tharner, Prevalentie Seksueel Misbruik in de Nederlandse Jeugdzorg in 2008-2010: Een Kwantitatieve Studie. 2012.
- 4 - Rajindrajith, S., et al., Constipation in Sri Lankan children: Association with physical, sexual, emotional abuse. Journal of Gastroenterology and Hepatology, 2012; 27: p. 383-384.
- 5 - Sethi, D., et al., European report on preventing child maltreatment. 2013: http://www.euro.who.int/.
- 6 - Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (2014). Op goede grond. De aanpak van seksueel geweld tegen kinderen. Den Haag: Nationaal Rapporteur.
- 7 - Putte, E.M.v.d.L., I.M.A; Russel, I.M.B; Teeuw, A.H., Medisch handboek kindermishandeling. 2013: Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV.
- 8 - Berlo van, W.B.v., I.;, Whitepaper Seksuele grensoverschrijding en seksueel geweld: feiten en cijfers. 2015, Rutgers WPF en Movisie.
- 9 - Adams, J.A., et al., Examination Findings in Legally Confirmed Child Sexual Abuse: It's Normal to be Normal. Pediatrics, 1994.
- 10 - Heger, A., et al., Children referred for possible sexual abuse: medical findings in 2384 children. Child Abuse Negl., 2002.
- 11 - Berkoff, M.C., et al., Has this prepubertal girl been sexually abused? JAMA, 2008; 300(23): p. 2779-2792.
- 12 - Muram, D., Child sexual abuse: relationship between sexual acts and genital findings. Child Abuse Negl., 1989; 13(2): p. 211-216.
- 13 - Muram, D., et al., Genital injuries. J.Pediatr Adolesc.Gynecol., 2003; 16(3): p. 149-155.
- 14 - Kellogg, N.D.M., S.W.; Santos,A., Genital Anatomy in Pregnant Adolescents: Normal Does Not Mean Nothing Happened. Pediatrics, 2004; 113(1): p. 67-69.
- 15 - Mannarino, A.P.C., J.A., A CLINICAL-DEMOGRAPHIC STUDY OF SEXUALLY ABUSED CHILDREN. Child Abuse Negl, 1986. 10: p. 17-23.
- 16 - Conte, J.R., The Effects of Sexual Abuse on Children: Results of a Research Project. ANNALS NEW YORK ACADEMY OF SCIENCES, 1988.
- 17 - Mian, M.W., W.; Klanjer-Diamond, H.; Lebaron, D.;Winder, C. , Review of 125 children 6 years of age and under who were sexually abused. Child Abuse Negl, 1986. 10: p. 223-229.
- 18 - Friedrich, W.N., A.J. Urquiza, and R.L. Beilke, Behavior problems in sexually abused young children. J Pediatr Psychol, 1986. 11(1): p. 47-57.
- 19 - Lamers-Winkelman, F., Seksueel misbruik van jonge kinderen. Een onderzoek naar signalen en signaleren, en naar ondervragen en vertellen inzake seksueel misbruik. 1995, Amsterdam: VU Uitgeverij.
- 20 - Maniglio, R., Prevalence of Sexual Abuse Among Children with Conduct Disorder: A Systematic Review. Clin.Child Fam.Psychol.Rev., 2013.
- 21 - Rajindrajith, S., et al., Association Between Child Maltreatment and Constipation: a School Based Survey Using Rome III Criteria. J.Pediatr Gastroenterol.Nutr., 2013.
- 22 - Sonneveld, L.P., et al., Prevalence of child sexual abuse in pediatric patients with chronic abdominal pain. J Pediatr Gastroenterol Nutr, 2013; 56(5): p. 475-480.
- 23 - Draper, B., et al., Long-term effects of childhood abuse on the quality of life and health of older people: results from the Depression and Early Prevention of Suicide in General Practice Project. J Am Geriatr Soc, 2008; 56(2): p. 262-71.
- 24 - Fergusson, D.M., G.F. McLeod, and L.J. Horwood, Childhood sexual abuse and adult developmental outcomes: findings from a 30-year longitudinal study in New Zealand. Child Abuse Negl, 2013; 37(9): p. 664-74.
- 25 - RCPCH, The Physical Signs of Child Sexual Abuse, in An evidence-based review and guidance for best practice. 2015, Royal College of Paediatrics and Child Health: London.
- 26 - Brouwers M, K.M., Browman GP, Cluzeau F, feder G, Fervers B, Hanna S, Makarski J on behalf of the AGREE and N.S. Consortium., AGREE II: Advancing guideline development, reporting and evaluation in healthcare., C.M.A. J., Editor. 2013.
- 27 - Tools., N.C.C.f.M.a., Critically appraising practice guidelines: The AGREE II instrument. . 2011, National Collaborating Centre for Methods and Tools: Hamilton, ON: McMaster University.
- 28 - Naughton, A.M., et al., Emotional, behavioral, and developmental features indicative of neglect or emotional abuse in preschool children: a systematic review. JAMA Pediatr, 2013; 167(8): p. 769-75.
- 29 - Maguire, S.A., et al., A systematic review of the emotional, behavioural and cognitive features exhibited by school-aged children experiencing neglect or emotional abuse. Child Care Health Dev, 2015; 41(5): p. 641-53.
- 30 - Seibert, M.L., The fighting phenomenon: What it means to be a girl who fights (adolescent physical violence). Dissertation Abstracts International Section A: Humanities and Social Sciences, 2011; 71(12-A): p. 4350.
- 31 - Shea, B.J., et al., Development of AMSTAR: a measurement tool to assess the methodological quality of systematic reviews. BMC Med Res Methodol, 2007; 7: p. 10.
- 32 - Homma, Y., et al., The relationship between sexual abuse and risky sexual behavior among adolescent boys: A meta-analysis. Journal of Adolescent Health, 2012; 51(1): p. 18-24.
- 33 - Jacobson, C.M. and M. Gould, The epidemiology and phenomenology of non-suicidal self-injurious behavior among adolescents: a critical review of the literature. Archives of Suicide Research, 2007; 11(2): p. 129-47.
- 34 - Rhodes, A.E., et al., Sex Differences in Childhood Sexual Abuse and Suicide-Related Behaviors. Suicide and Life Threatening Behavior, 2011; 41(3): p. 235-254.
- 35 - Simpson, T.L. and W.R. Miller, Concomitance between childhood sexual and physical abuse and substance use problems. A review. Clinical Psychology Review, 2002; 22(1): p. 27-77.
- 36 - Kendall-Tackett, K.A. and et al., The Impact of Sexual Abuse on Children: A Review and Synthesis of Recent Empirical Studies. 1993, New Hampshire Univ., Durham. Family Research Lab.
- 37 - Arata, C.M., From child victim to adult victim: a model for predicting sexual revictimization. Child Maltreat, 2000; 5(1): p. 28-38.
- 38 - Barnes, J.E., et al., Sexual and physical revictimization among victims of severe childhood sexual abuse. Child Abuse Negl, 2009; 33(7): p. 412-20.
- 39 - Bramsen, R.H., et al., Testing a multiple mediator model of the effect of childhood sexual abuse on adolescent sexual victimization. Am J Orthopsychiatry, 2013; 83(1): p. 47-54.
- 40 - GA Wells, B.S., D O'Connell, J Peterson, V Welch, M Losos, P Tugwell, NEWCASTLE - OTTAWA QUALITY ASSESSMENT SCALE.
- 41 - Ye, Q., et al., Impact of childhood abuses on the psychology and behaviors regarding harmful dietary pattern in adolescents. [Chinese]. Zhonghua liu xing bing xue za zhi = Zhonghua liuxingbingxue zazhi, 2006; 27(4): p. 319-323.
- 42 - Anderson, B., S. Carstater, and J. Schober, The incidence of enuresis and dysfunctional elimination in children who present with allegations of sexual abuse. Journal of Sexual Medicine, 2010; 7: p. 411.
- 43 - Angam, G., P. Memchoubi, and H. Nabachandra, "Purity defiled: How safe is your child?" (A study of child victims of sexual assault in imphal during 2001-2006). Journal of Forensic Medicine and Toxicology, 2006; 23(2): p. 7-11.
- 44 - Douglas, M., D. Schatte, and R.A. Harper, The aftermath of childhood sexual abuse: A case report and review of the literature. Adolescent Psychiatry, 2011; 1(3): p. 255-259.
- 45 - Zafar, M., et al., Childhood abuse in pediatric patients with juvenile fibromyalgia and chronic daily headache. Journal of Pain, 2010; 1): p. S13.
- 46 - Smolak, L. and S.K. Murnen, A meta-analytic examination of the relationship between child sexual abuse and eating disorders. International Journal of Eating Disorders, 2002; 31(2): p. 136-50.
- 47 - Pilgrim, N.A. and R.W. Blum, Adolescent mental and physical health in the English-speaking Caribbean. Pan American Journal of Public Health, 2012; 32(1): p. 62-9.
- 48 - Jacobi, C., et al., Coming to terms with risk factors for eating disorders: application of risk terminology and suggestions for a general taxonomy. Psychological Bulletin, 2004; 130(1): p. 19-65.
- 49 - Sanci, L., et al., Childhood sexual abuse and eating disorders in females: findings from the Victorian Adolescent Health Cohort Study. Archives of Pediatrics & Adolescent Medicine, 2008; 162(3): p. 261-7.
- 50 - Ackard, D.M., et al., Binge and purge behavior among adolescents: associations with sexual and physical abuse in a nationally representative sample: the Commonwealth Fund survey. Child Abuse & Neglect, 2001; 25(6): p. 771-85.
- 51 - Akkermann, K., et al., The impact of adverse life events and the serotonin transporter gene promoter polymorphism on the development of eating disorder symptoms. J Psychiatr Res, 2012; 46(1): p. 38-43.
- 52 - Benjet, C., et al., Epidemiology of eating disorders in a representative sample of adolescents. Salud Mental, 2012; 35(6): p. 483-490.
- 53 - Ackard, D.M. and D. Neumark-Sztainer, Multiple sexual victimizations among adolescent boys and girls: prevalence and associations with eating behaviors and psychological health. Journal of Child Sexual Abuse, 2003; 12(1): p. 17-37.
- 54 - Hussey, J.M., et al., Child maltreatment in the United States: revalence, risk factors, and adolescent health consequences. Pediatrics, 2006; 118(3): p. 933942.
- 55 - Noll, J.G., et al., Obesity risk for female victims of childhood sexual abuse: a prospective study. . Pediatrics, 2007; 120(61-7).
- 56 - Frothingham, T.E., et al., Follow up study eight years after diagnosis of sexual abuse. Arch Dis Child, 2000; 83(2): p. 132-4.
- 57 - Pinhas-Hamiel, O., et al., Obesity in girls and penetrative sexual abuse in childhood. Acta Paediatrica, International Journal of Paediatrics, 2009; 98(1): p. 144-147.
- 58 - Holmberg, L.I. and D. Hellberg, Sexually abused children. Characterization of these girls when adolscents. International Journal of Adolescent Medicine & Health, 2010; 22(2): p. 291-300.
- 59 - Thompson, K.M., et al., Sexual victimization and adolescent weight regulation practices: a test across three community based samples. Child Abuse & Neglect, 2001; 25(2): p. 291-305.
- 60 - Chen, J., M.P. Dunne, and P. Han, Child sexual abuse in China: A study of adolescents in four provinces. Child Abuse and Neglect, 2004; 28(11): p. 1171-1186.
- 61 - Holling, H. and R. Schlack, Eating disorders in children and adolescents: First results of the German Health Interview and Examination Survey for Children and Adolescents (KiGGS). [German]. Bundesgesundheitsblatt - Gesundheitsforschung - Gesundheitsschutz, 2007; 50(5-6): p. 794-799.
- 62 - Haley, C.C., K. Hedberg, and R.F. Leman, Disordered eating and unhealthy weight loss practices: which adolescents are at highest risk? Journal of Adolescent Health, 2010; 47(1): p. 102-5.
- 63 - Hopwood, C.J., et al., The mediational significance of negative/depressive affect in the relationship of childhood maltreatment and eating disorder features in adolescent psychiatric inpatients. Eating & Weight Disorders: EWD, 2011; 16(1): p. e9-e16.
- 64 - Unikel-Santoncini, C., L. Ramos-Lira, and F. Juarez-Garcia, Association of childhood sexual abuse and disordered eating in a sample of Mexican adolescents. [Spanish]. Revista de Investigacion Clinica, 2011; 63(5): p. 475-483.
- 65 - Jaite, C., et al., Childhood abuse in adolescents with Anorexia nervosa compared to a psychiatric and a healthy control group. [German]. Zeitschrift fur Kinder- und Jugendpsychiatrie und Psychotherapie, 2013; 41(2): p. 99-108.
- 66 - Jaite, C., et al., Etiological role of childhood emotional trauma and neglect in adolescent anorexia nervosa: a cross-sectional questionnaire analysis. Psychopathology, 2012; 45(1): p. 61-6.
- 67 - Wonderlich, S.A., et al., Relationship of childhood sexual abuse and eating disturbance in children. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry, 2000; 39(10): p. 1277-83.
- 68 - Wong, W.C.W., et al., To Unfold a Hidden Epidemic: Prevalence of Child Maltreatment and Its Health Implications among High School Students in Guangzhou, China. Child Abuse and Neglect: The International Journal, 2009; 33(7): p. 441-450.
- 69 - Wonderlich, S., et al., Pathways mediating sexual abuse and eating disturbance in children. International Journal of Eating Disorders, 2001; 29(3): p. 270-9.
- 70 - Wonderlich, S.A., et al., Relationship of childhood sexual abuse and eating disturbance in children. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 2000; 39(10): p. 1277-83.
- 71 - Hodson, C., et al., Childhood adversity, poly-substance use, and disordered eating in adolescent Latinas: mediated and indirect paths in a community sample. Child Abuse & Neglect, 2006; 30(9): p. 1017-36.
- 72 - Neumark-Sztainer, D., et al., Disordered eating among adolescents: associations with sexual/physical abuse and other familial/psychosocial factors. International Journal of Eating Disorders, 2000; 28(3): p. 249-58.
- 73 - Silverman, J., Raj, A., Mucci, L., & Hathaway, J., Dating violence against adolescent girls and associated substance use, unhealthy weight control, sexual risk behavior, pregnancy, and suicidality. . Journal of the American Medical Association, 2001; 286: p. 572-579.
- 74 - Thompson, J.K. and L. Smolak, Body image, eating disorders, and obesity in youth: Assessment, prevention, and treatment, in Body image, eating disorders, and obesity in youth: Assessment, prevention, and treatment. 2001, American Psychological Association; US: Washington, DC. p. xii, 403.
- 75 - Thompson, K.M., et al., Sexual violence and weight control techniques among adolescent girls. International Journal of Eating Disorders, 2001; 29(2): p. 166-176.
- 76 - Juang KD, W.S., Fuh JL, Lu SR, Chen YS., Association between adolescent chronic daily headache and childhood adversaries in a community study setting. . Cephalalgia, 2004; 24: p. 54-59.
- 77 - Genizi, J., I. Srugo, and N.C. Kerem, Headache and physical and sexual abuse among Jewish and Arab adolescents in Israel. Journal of Child Neurology, 2014; 29(4): p. 505-8.
- 78 - Inal Emiroglu, F.N., et al., Assessment of child neurology outpatients with headache, dizziness, and fainting. Journal of Child Neurology, 2004; 19(5): p. 332-336.
- 79 - Sonneveld, L.P., et al., Prevalence of child sexual abuse in pediatric patients with chronic abdominal pain. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition, 2013; 56(5): p. 475-480.
- 80 - van Tilburg, M.A., et al., Unexplained gastrointestinal symptoms after abuse in a prospective study of children at risk for abuse and neglect. Annals of Family Medicine, 2010; 8(2): p. 134-40.
- 81 - Rajindrajith, S., et al., Association between child maltreatment and constipation: A school-based survey using Rome III criteria. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition, 2014; 58(4): p. 486-490.
- 82 - Anderson, B., et al., The prevalence of abnormal genital findings, vulvovaginitis, enuresis and encopresis in children who present with allegations of sexual abuse. J Pediatr Urol, 2014.
- 83 - Mellon, M.W., S.P. Whiteside, and W.N. Friedrich, The relevance of fecal soiling as an indicator of child sexual abuse: a preliminary analysis. Journal of Developmental & Behavioral Pediatrics, 2006; 27(1): p. 25-32.
- 84 - Hyman, P.E., et al., Visceral pain-associated disability syndrome: a descriptive analysis. Journal of Pediatric Gastroenterology & Nutrition, 2002; 35(5): p. 663-8.
- 85 - Yildirim, A., et al., Evaluation of lower urinary tract symptoms in children exposed to sexual abuse. Urology Journal, 2011; 8(1): p. 38-42.
- 86 - DeLago, C., et al., Urogenital Symptoms after Sexual Abuse Vs Irritant Contact in Premenarchal Girls. Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology, 2012; 25(5): p. 334-339.
- 87 - Delago, C., et al., Girls who disclose sexual abuse: Urogenital symptoms and signs after genital contact. Pediatrics, 2008; 122(2): p. e281-e286.
- 88 - McGreal, S. and P. Wood, Recurrent Vaginal Discharge in Children. Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology, 2013; 26(4): p. 205-208.
- 89 - Jensen, L.S. and A. Bygum, Childhood lichen sclerosus is a rare but important diagnosis. Danish Medical Journal, 2012; 59(5): p. A4424.
- 90 - Kugler, B.B., et al., Somatic symptoms in traumatized children and adolescents. Child Psychiatry & Human Development, 2012; 43(5): p. 661-73.
- 91 - Price, L., et al., Somatic and psychological problems in a cohort of sexually abused boys: a six year follow up case-control study. Archives of Disease in Childhood, 2002; 86(3): p. 164-7.
- 92 - Anda, R.F., et al., Adverse childhood experiences and chronic obstructive pulmonary disease in adults. Am J Prev Med, 2008; 34(5): p. 396-403.
- 93 - Chapman, D.P., et al., Adverse childhood experiences and sleep disturbances in adults. Sleep Med, 2011; 12(8): p. 773-9.
- 94 - Leroi, A.M., et al., Prevalence of sexual abuse among patients with functional disorders of the lower gastrointestinal tract. Int J Colorectal Dis, 1995; 10(4): p. 200-6.
- 95 - Drossman, D.A., Sexual and physical abuse and gastrointestinal illness. Scand J Gastroenterol Suppl, 1995; 208: p. 90-6.
- 96 - Drossman, D.A., et al., Sexual and physical abuse in women with functional or organic gastrointestinal disorders. Ann.Intern.Med., 1990; 113(11): p. 828-833.
- 97 - Vink, C.W., Labots-Vogelesang, S.M., Lagro-Janssen, A.L.M., Meer menstruatieklachten bij vrouwen met seksueel misbruik in de anamnese. Ned Tijdschr Geneeskd., 2006; 150: p. 1886-90.
- 98 - Latthe, P., et al., Factors predisposing women to chronic pelvic pain: systematic review. BMJ, 2006; 332(7544): p. 749-55.
- 99 - Gianotten, W.L. and J.A. Hordern, Sexual Health in the Terminally Ill, in Cancer and Sexual Health, P.J. Mulhall, et al., Editors. 2011, Humana Press: Totowa, NJ. p. 577-587.
- 100 - Gijs, L.G., W.L.; Vanwesenbeeck,I.; Weijenborg, P.T.M., Seksuologie. 2006.
- 101 - Vries, d.H.J.C.D., van G.J.J.; Bax, C.J.;, Multidisciplinaire Richtlijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen voor de 2e Lijn. 2011, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV).
- 102 - Frieden, T.R.J., H.W.; Cono, J.; Richards, C.L.; Iademarco, M.F., Sexually Transmitted Diseases Treatment Guidelines. 2015, the Center for Surveillance, Epidemiology, and Laboratory Services, Centers for Disease Control and Prevention (CDC): Morbidity and Mortality Weekly Report.
- 103 - Cook, R.L.H., S.L.; Østergaard, L.; Braithwaite, R.S.; Ness, R.B., Systematic Review: Noninvasive Testing for Chlamydia trachomatis and Neisseria gonorrhoeae. Ann Intern Med, 2005; 142: p. 914-925.
- 104 - Juhnke, G.A., K. Henderson, and B.A. Juhnke, The Juhnke, Henderson, Juhnke Child Abuse and Neglect Risk Assessment Scale: A mnemonic instrument used to assess potential maltreatment of children. The Family Journal, 2013; 21(1): p. 57-64.
- 105 - Ruggiero, K.J. and S.V. McLeer, PTSD scale of the Child Behavior Checklist: concurrent and discriminant validity with non-clinic-referred sexually abused children. Journal of Traumatic Stress, 2000; 13(2): p. 287-99.
- 106 - Kaess, M., et al., [Childhood Experiences of Care and Abuse (CECA) - validation of the German version of the questionnaire and interview, and results of an investigation of correlations between adverse childhood experiences and suicidal behaviour]. Zeitschrift fur Kinder-und Jugendpsychiatrie und Psychotherapie, 2011; 39(4): p. 243-52.
- 107 - Smith, N., et al., Childhood Experience of Care and Abuse Questionnaire (CECA.Q). Validation of a screening instrument for childhood adversity in clinical populations. Social Psychiatry & Psychiatric Epidemiology, 2002; 37(12): p. 572-9.
- 108 - Gully, K.J., Expectations test: trauma scales for sexual abuse, physical abuse, exposure to family violence, and posttraumatic stress. Child Maltreatment, 2003; 8(3): p. 218-29.
- 109 - Mannarino, A.P., J.A. Cohen, and S.R. Berman, The Children's Attributions and Perceptions Scale: A new measure of sexual abuse-related factors. Journal of Clinical Child Psychology, 1994; 23(2): p. 204-211.
- 110 - DiLillo, D., et al., Development and initial psychometric properties of the Computer Assisted Maltreatment Inventory (CAMI): A comprehensive self-report measure of child maltreatment history. Child Abuse & Neglect, 2010; 34(5): p. 305-317.
- 111 - Higgins, D.J. and M.P. McCabe, The development of the Comprehensive Child Maltreatment Scale. Journal of Family Studies, 2001; 7(1): p. 7-28.
- 112 - Riddle, K.P. and J.F. Aponte, The Comprehensive Childhood Maltreatment Inventory: Early Development and Reliability Analyses. Child Abuse and Neglect: The International Journal, 1103. 23(11): p. 1103-15.
- 113 - Friedrich, W.N. and et al., Child Sexual Behavior Inventory: Normative and Clinical Comparisons. Psychological Assessment, 1992; 4(3): p. 303-11.
- 114 - Friedrich, W.N., et al., Child Sexual Behavior Inventory: normative, psychiatric, and sexual abuse comparisons. Child Maltreatment, 2001; 6(1): p. 37-49.
- 115 - Wherry, J.N., et al., Factor structure of the adolescent clinical sexual behavior inventory. Journal of Child Sexual Abuse, 2009; 18(3): p. 233-246.
- 116 - Wherry, J.N., et al., Child Sexual Behavior Inventory scores for inpatient psychiatric boys: An exploratory study. Journal of Child Sexual Abuse: Research, Treatment, & Program Innovations for Victims, Survivors, & Offenders, 1995; 4(3): p. 95-105.
- 117 - Bernstein, D.P., et al., Validity of the Childhood Trauma Questionnaire in an adolescent psychiatric population. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 1997; 36(3): p. 340-348.
- 118 - Bernstein, D.P., et al., Development and Validation of a Brief Screening Version of the Childhood Trauma Questionnaire. Child Abuse and Neglect: The International Journal, 2003; 27(2): p. 169-90.
- 119 - Gerdner, A. and C. Allgulander, Psychometric properties of the Swedish version of the Childhood Trauma Questionnaire-Short Form (CTQ-SF). Nordic Journal of Psychiatry, 2009; 63(2): p. 160-170.
- 120 - Klinitzke, G., et al., [The German Version of the Childhood Trauma Questionnaire (CTQ): psychometric characteristics in a representative sample of the general population]. Psychotherapie, Psychosomatik, Medizinische Psychologie, 2012; 62(2): p. 47-51.
- 121 - Paivio, S.C. and K.M. Cramer, Factor structure and reliability of the Childhood Trauma Questionnaire in a Canadian undergraduate student sample. Child Abuse & Neglect, 2004; 28(8): p. 889-904.
- 122 - Paquette, D., et al., [Validation of the French version of the CTQ and prevalence of the history of maltreatment]. Sante Mentale au Quebec, 2004; 29(1): p. 201-20.
- 123 - Thombs, B.D., Measurement invariance of the Childhood Trauma Questionnaire across gender and race/ethnicity: Applications of structural equation modeling and item response theory (TEXAS). Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 2005; 65(7-B): p. 3729.
- 124 - Thombs, B.D., et al., A validation study of the Dutch Childhood Trauma Questionnaire-Short Form: Factor structure, reliability, and known-groups validity. Child Abuse & Neglect, 2009; 33(8): p. 518-523.
- 125 - Wingenfeld, K., et al., [The German version of the Childhood Trauma Questionnaire (CTQ): preliminary psychometric properties]. Psychotherapie, Psychosomatik, Medizinische Psychologie, 2010; 60(11): p. 442-50.
- 126 - Marek, S.A., Confirmation of the factor structure of the Childhood Sexual Abuse - Distress Questionnaire: Defining child sexual abuse. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 2003; 63(10-B): p. 4960.
- 127 - Kopecky-Wenzel, M., A. Hipfner, and R. Frank, [Questionnaire on psychosexual development of children--development of a guideline for diagnosis of sexual abuse]. Praxis der Kinderpsychologie und Kinderpsychiatrie, 1996; 45(7): p. 230-8.
- 128 - Castelda, B.A., et al., Extension of the sexual abuse questionnaire to other abuse categories: the initial psychometric validation of the Binghamton Childhood Abuse Screen. Journal of Child Sexual Abuse, 2007; 16(1): p. 107-25.
- 129 - Ryan, S.H.W., Psychometric analysis of the Sexual Abuse Exposure Questionnaire. Dissertation Abstracts International, 1993; 54(4-B): p. 2268.
- 130 - Salvagni, E.P. and M.B. Wagner, Development of a questionnaire for the assessment of sexual abuse in children and estimation of its discriminant validity: a case-control study. Jornal de Pediatria, 2006; 82(6): p. 431-6.
- 131 - Briere, J., et al., The trauma symptom checklist for young children (TSCYC): Reliability and association with abuse exposure in a multi-site study. Child Abuse & Neglect, 2001; 25(8): p. 1001-1014.
- 132 - Smith-Papke, L.E., Assessing the severity of childhood sexual abuse. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 1996; 57(6-B): p. 4044.
- 133 - Sadowski, C.M. and W.N. Friedrich, Psychometric properties of the Trauma Symptom Checklist for Children (TSCC) with psychiatrically hospitalized adolescents. Child Maltreatment, 2000; 5(4): p. 364-72.
- 134 - Williams, T.L., The development and validation of a multi-dimensional assessment instrument of child sexual abuse experiences. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 2002; 62(11-B): p. 5399.
- 135 - Tanaka, M., et al., Preliminary evaluation of the Childhood Experiences of Violence Questionnaire Short Form. Journal of Interpersonal Violence, 2012; 27(2): p. 396-407.
- 136 - Walsh, C.A., et al., Measurement of victimization in adolescence: Development and validation of the childhood experiences of violence questionnaire. Child Abuse & Neglect, 2008; 32(11): p. 1037-1057.
- 137 - Dunne, M.P., et al., ISPCAN Child Abuse Screening Tools Retrospective version (ICAST-R): Delphi study and field testing in seven countries. Child Abuse & Neglect, 2009; 33(11): p. 815-25.
- 138 - Runyan, D.K., M.P. Dunne, and A.J. Zolotor, Introduction to the development of the ISPCAN child abuse screening tools. Child Abuse & Neglect, 2009; 33(11): p. 842-5.
- 139 - Runyan, D.K., et al., The development and piloting of the ISPCAN Child Abuse Screening Tool-Parent version (ICAST-P). Child Abuse & Neglect, 2009; 33(11): p. 826-32.
- 140 - Zolotor, A.J., et al., ISPCAN Child Abuse Screening Tool Children's Version (ICAST-C): Instrument development and multi-national pilot testing. Child Abuse & Neglect, 2009; 33(11): p. 833-41.
- 141 - Johnson, W.L., The validity and utility of the California Family Risk Assessment under practice conditions in the field: A prospective study. Child Abuse Negl, 2011; 35(1): p. 18-28.
- 142 - Brandyberry, L.J. and R.R. MacNair-Semands, Examining the Validity and Reliability of Childhood Abuse Scales: Putting "The Courage To Heal" to the Test. Child Abuse and Neglect: The International Journal, 1253. 22(12): p. 1253-63.
- 143 - Bremner, J., R. Bolus, and E.A. Mayer, Psychometric properties of the Early Trauma Inventory-Self-Report. Journal of Nervous and Mental Disease, 2007; 195(3): p. 211-218.
- 144 - Floyed, R.L., et al., Development of a Screening Tool for Pediatric Sexual Assault May Reduce Emergency-Department Visits. Pediatrics, 2011; 128(2): p. 221-226.
- 145 - Wurtele, S.K., J. Hughes, and J.S. Owens, An examination of the reliability of the "What If" Situations Test: A brief report. Journal of Child Sexual Abuse: Research, Treatment, & Program Innovations for Victims, Survivors, & Offenders, 1998; 7(1): p. 41-52.
- 146 - Glaesmer, H., et al., [The childhood trauma screener (CTS) - development and validation of cut-off-scores for classificatory diagnostics]. Psychiatrische Praxis, 2013; 40(4): p. 220-6.
- 147 - Grabe, H.J., et al., [A brief instrument for the assessment of childhood abuse and neglect: the childhood trauma screener (CTS)]. Psychiatrische Praxis, 2012; 39(3): p. 109-15.
- 148 - Robertson, K.R., Initial validation of an inventory to assess sexual child abuse potential. Dissertation Abstracts International, 1990; 51(2-B): p. 1001.
- 149 - Rohr, M.E. and et al., Identifying Victims of Abuse Using the Personality Inventory for Children: I. Applications for Adolescent Runaways. 1994.
- 150 - Wright, M.J., Identifying child sexual abuse using the Personality Inventory for Children. Dissertation Abstracts International, 1991; 52(3-B): p. 1744.
- 151 - Kumar, G., R.A. Steer, and E. Deblinger, Problems in differentiating sexually from nonsexually abused adolescent psychiatric inpatients by self-reported anxiety, depression, internalization, and externalization. Child Abuse & Neglect, 1996; 20(11): p. 1079-86.
- 152 - Malik, F.D. and A.A. Shah, Development of child abuse scale: Reliability and validity analyses. Psychology and Developing Societies, 2007; 19(2): p. 161-178.
- 153 - Swahnberg, K., NorVold Abuse Questionnaire for men (m-NorAQ): validation of new measures of emotional, physical, and sexual abuse and abuse in health care in male patients. Gender Medicine, 2011; 8(2): p. 69-79.
- 154 - Vezina, A. and R. Bradet, Validation of the Child Well-Being Scales (CWBSs) in Quebec. Science et Comportement, 1992; 22(3-4): p. 233-251.
- 155 - Bergner, R.M., L.K. Delgado, and D. Graybill, Finkelhor's Risk Factor Checklist: a cross-validation study. Child Abuse & Neglect, 1994; 18(4): p. 331-40.
- 156 - Lamb, M.E. and et al., Investigative Interviews of Alleged Sexual Abuse Victims with and without Anatomical Dolls. Child Abuse and Neglect: The International Journal, 1251. 20(12): p. 1251-59.
- 157 - White, S., et al., Interviewing young sexual abuse victims with anatomically correct dolls. Child Abuse & Neglect, 1986; 10(4): p. 519-29.
- 158 - Boat, B.W. and M.D. Everson, Interviewing young children with anatomical dolls. Child Welfare, 1988; 67(4): p. 337-52.
- 159 - Glaser, D. and C. Collins, The response of young, non-sexually abused children to anatomically correct dolls. Journal of Child Psychology & Psychiatry & Allied Disciplines, 1989; 30(4): p. 547-60.
- 160 - Sergeant, J. and W. Everaerd, Clinical decisions and the doll method. Psycholoog, 1989; 24(6): p. 297-302.
- 161 - Duty, D.S., Anatomically Correct Dolls: Use in Suspected Child Sexual Abuse Interviews. 1990;
- 162 - Realmuto, G.M., J.B. Jensen, and S. Wescoe, Specificity and sensitivity of sexually anatomically correct dolls in substantiating abuse: a pilot study. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 1990; 29(5): p. 743-6.
- 163 - Kendall-Tackett, K.A., Professionals' Standards of "Normal" Behavior with Anatomical Dolls and Factors That Influence These Standards. 1991.
- 164 - Lie, G.Y. and A. Inman, The use of anatomical dolls as assessment and evidentiary tools. Social Work, 1991; 36(5): p. 396-9.
- 165 - Lie, G.-Y. and A. Inman, The Use of Anatomical Dolls as Assessment and Evidentiary Tools. Social Work, 1991; 36(5): p. 396-99.
- 166 - Kendall-Tackett, K.A., Professionals' standards of "normal" behavior with anatomical dolls and factors that influence these standards. Child Abuse & Neglect, 1992; 16(5): p. 727-33.
- 167 - Realmuto, G.M. and S. Wescoe, Agreement among professionals about a child's sexual abuse status: interviews with sexually anatomically correct dolls as indicators of abuse. Child Abuse & Neglect, 1992; 16(5): p. 719-25.
- 168 - Bartlett-Simpson, B., S. Kneeshaw, and C. Schaefer, The use of anatomical dolls to assess child sexual abuse: A critical review. International Journal of Play Therapy, 1993; 2(2): p. 35-51.
- 169 - Elliott, A.N., W.T. O'Donohue, and M.A. Nickerson, The use of sexually anatomically detailed dolls in the assessment of sexual abuse. Clinical Psychology Review, 1993; 13(3): p. 207-221.
- 170 - Skinner, L.J. and K.K. Berry, Anatomically detailed dolls and the evaluation of child sexual abuse allegations: Psychometric considerations. Law and Human Behavior, 1993; 17(4): p. 399-421.
- 171 - Wolfner, G., D. Faust, and R.M. Dawes, The use of anatomically detailed dolls in sexual abuse evaluations: The state of the science. Applied & Preventive Psychology, 1993; 2(1): p. 1-11.
- 172 - Skinner, L.J., M.K. Giles, and K.K. Berry, Anatomically detailed dolls and validation interviews: Standardization, norms, and training issues. Journal of Offender Rehabilitation, 1994; 21(1-2): p. 45-72.
- 173 - Carlson, R.S., A critical analysis of the use of anatomically detailed dolls in the assessment of child sexual abuse. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 1995; 55(12-B): p. 5561.
- 174 - Katz, S.M., et al., The accuracy of children's reports with anatomically correct dolls. Journal of Developmental & Behavioral Pediatrics, 1995; 16(2): p. 71-6.
- 175 - Koocher, G.P., et al., Psychological science and the use of anatomically detailed dolls in child sexual-abuse assessments. Psychological Bulletin, 1995; 118(2): p. 199-222.
- 176 - Levy, H.B. and et al., Child Sexual Abuse Interviews: The Use of Anatomic Dolls and the Reliability of Information. Journal of Interpersonal Violence, 1995; 10(3): p. 334-53.
- 177 - Levy, H.B., et al., Child sexual abuse interviews: The use of anatomic dolls and the reliability of information. Journal of Interpersonal Violence, 1995; 10(3): p. 334-353.
- 178 - Morgan, M. and V. Edwards, How to interview sexual abuse victims: Including the use of anatomical dolls. Interpersonal violence: The practice series, Vol 7. 1995, Thousand Oaks, CA: Sage Publications, Inc; US.
- 179 - Simkins, L. and A. Renier, An analytical review of the empirical literature on children's play with anatomically detailed dolls... a modified version of this paper was presented at the Midcontinent Region annual conference of the Society for the Scientific Study of Sex, Austin, Texas (May, 1994). Journal of Child Sexual Abuse, 1996; 5(1): p. 21-45.
- 180 - Skinner, L.J., Assumptions and beliefs about the role of AD dolls in child sexual abuse validation interviews: are they supported empirically? Behavioral Sciences & the Law, 1996; 14(2): p. 167-85.
- 181 - Everson, M.D. and B.W. Boat, Anatomical dolls in child sexual abuse assessments: A call for forensically relevant research. Applied Cognitive Psychology, 1997; 11(Spec Issue): p. S55-S74.
- 182 - Bruck, M., S.J. Ceci, and E. Francoeur, Children's use of anatomically detailed dolls to report genital touching in a medical examination: developmental and gender comparisons. Journal of Experimental Psychology: Applied, 2000; 6(1): p. 74-83.
- 183 - Faller, K.C., Anatomical dolls: their use in assessment of children who may have been sexually abused. Journal of Child Sexual Abuse, 2005; 14(3): p. 1-21.
- 184 - M.D.Everson, B.W.B., PUTING THE ANATOMICAL DOLL CONTROVERSY IN PERSPECTIVE: AN EXAMINATION OF THE MAJOR USES AND CRITICISMS OF THE DOLLS IN CHILD SEXUAL ABUSE EVALUATIONS Child Abuse & Neglect, 1994; 18(2): p. 113-129.
- 185 - Thierry, K.L., et al., Developmental differences in the function and use of anatomical dolls during interviews with alleged sexual abuse victims. J Consult Clin Psychol, 2005; 73(6): p. 1125-34.
- 186 - Hlavka, H.R., S.D. Olinger, and J.L. Lashley, The use of anatomical dolls as a demonstration aid in child sexual abuse interviews: a study of forensic interviewers' perceptions. J Child Sex Abus, 2010; 19(5): p. 519-53.
- 187 - West, M.M., Meta-Analysis of Studies Assessing the Efficacy of Projective Techniques in Discriminating Child Sexual Abuse. Child Abuse and Neglect: The International Journal, 1151. 22(11): p. 1151-66.
- 188 - Cohen, F.W. and R.E. Phelps, Incest markers in children's artwork. The Arts in Psychotherapy, 1985; 12(4): p. 265-283.
- 189 - Czenner, Z., The reliability of information gained by a child's drawings. Acta Medicinae Legalis et Socialis, 1986; 36(2): p. 199-207.
- 190 - Hibbard, R.A., K. Roghmann, and R.A. Hoekelman, Genitalia in children's drawings: an association with sexual abuse. Pediatrics, 1987; 79(1): p. 129-37.
- 191 - Manning, T.M., Aggression depicted in abused children's drawings. The Arts in Psychotherapy, 1987; 14(1): p. 15-24.
- 192 - Sidun, N.M. and R.H. Rosenthal, Graphic indicators of sexual abuse in Draw-A-Person Tests of psychiatrically hospitalized adolescents. The Arts in Psychotherapy, 1987; 14(1): p. 25-33.
- 193 - Rasch, M.A. and E.E. Wagner, Initial psychological effects of sexual abuse on female children as reflected in the Hand Test. Journal of Personality Assessment, 1989; 53(4): p. 761-9.
- 194 - Hibbard, R.A. and G.L. Hartman, Emotional indicators in human figure drawings of sexually victimized and nonabused children. Journal of Clinical Psychology, 1990; 46(2): p. 211-9.
- 195 - Torem, M.S., A. Gilbertson, and V. Light, Indications of physical, sexual, and verbal victimization in projective tree drawings. Journal of Clinical Psychology, 1990; 46(6): p. 900-6.
- 196 - Hagood, M.M., Diagnosis or dilemma: Drawings of sexually abused children. British Journal of Projective Psychology, 1992; 37(1): p. 22-33.
- 197 - Hewitt, S.K. and A.A. Arrowood, Systematic touch exploration as a screening procedure for child abuse: A pilot study. Journal of Child Sexual Abuse: Research, Treatment, & Program Innovations for Victims, Survivors, & Offenders, 1994; 3(2): p. 31-43.
- 198 - Pistole, D.R. and S.R. Ornduff, TAT assessment of sexually abused girls: an analysis of manifest content. Journal of Personality Assessment, 1994; 63(2): p. 211-22.
- 199 - Carr, E.L., Development of a projective fairy tale test to assess child sexual abuse. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 1995; 55(7-B): p. 3007.
- 200 - Peterson, L.W., M. Hardin, and M.J. Nitsch, The use of children's drawings in the evaluation and treatment of child sexual, emotional, and physical abuse. Archives of Family Medicine, 1995; 4(5): p. 445-52.
- 201 - Yee, H., Assessing child sexual abuse: Refinement of a preliminary instrument for clinical use. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 1995; 56(4-B): p. 2379.
- 202 - Bruening, C.C., W.G. Wagner, and J.T. Johnson, Impact of rater knowledge on sexually abused and nonabused girls' scores on the Draw-A-Person: Screening Procedure for Emotional Disturbance (DAP:SPED). Journal of Personality Assessment, 1997; 68(3): p. 665-77.
- 203 - Friedrich, W.N. and M.C. Share, The Roberts Apperception Test for Children: An Exploratory Study of Its Use with Sexually Abused Children. Journal of Child Sexual Abuse, 1997; 6(4): p. 83-91.
- 204 - Grobstein, G., Human figure drawings and the identification of child sexual abuse. Dissertation Abstracts International Section A: Humanities and Social Sciences, 1997; 57(8-A): p. 3391.
- 205 - Garb, H.N., J.M. Wood, and M. Nezworski, Projective techniques and the detection of child sexual abuse. Child Maltreatment, 2000; 5(2): p. 161-168.
- 206 - Garb, H.N., J.M. Wood, and M.T. Nezworski, Projective techniques and the detection of child sexual abuse. Child Maltreatment, 2000; 5(2): p. 161-8.
- 207 - Gully, K.J., Initial development of the Expectations Test for children: A tool to investigate social information processing. Journal of Clinical Psychology, 2000; 56(12): p. 1551-1563.
- 208 - Palmer, L., et al., An investigation of the clinical use of the house-tree-person projective drawings in the psychological evaluation of child sexual abuse. Child Maltreatment, 2000; 5(2): p. 169-75.
- 209 - Deffenbaugh, A.M., The House-Tree-Person Test with Kids Who Have Been Sexually Abused. 2003.
- 210 - Williams, S.D., Build-a-person technique: An investigation of the validity of human-figure drawing signs as evidence of childhood sexual abuse. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 2003; 63(12-B): p. 6111.
- 211 - Zannis, M.D., Child maltreatment and projective drawings: The role of holes in trees. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 2003; 64(1-B): p. 437.
- 212 - Aldridge, J., et al., Using a human figure drawing to elicit information from alleged victims of child sexual abuse. Journal of Consulting & Clinical Psychology, 2004; 72(2): p. 304-16.
- 213 - Blanchouin, C., et al., Dysharmonie children, sexual abuse and drawing: A comparative approach with the Van Mutton's diagnostic scale. Annales Medico-Psychologiques, 2005; 163(6): p. 465-475.
- 214 - Williams, S.D., J. Wiener, and H. MacMillan, Build-a-Person Technique: an examination of the validity of human-figure features as evidence of childhood sexual abuse. Child Abuse & Neglect, 2005; 29(6): p. 701-13.
- 215 - Austin, J.T., Using children's projective drawings to detect sexual abuse. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 2007; 67(8-B): p. 4698.
- 216 - Sanders, C.W., Using the house-tree-person test to assess sexually abused adolescents. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 2007; 68(3-B): p. 1943.
- 217 - Amil, A.B., E. Iyaca, and M.D. Lopez, Problems in the use of projective techniques in the detection of child sexual abuse. Acta Psiquiatrica y Psicologica de America Latina, 2010; 56(1): p. 51-56.
- 218 - Allen, B. and C. Tussey, Can projective drawings detect if a child experienced sexual or physical abuse? A systematic review of the controlled research. Trauma Violence & Abuse, 2012; 13(2): p. 97-111.
- 219 - Lisi, A., et al., The utility and limitations of the Human Figure Drawing Test in the evaluation of the child abuse's cases in expert testimony circles. Psicologia Clinica dello Sviluppo, 2012; 16(2): p. 421-439.
- 220 - Burgess, A.W. and C.R. Hartman, Children's drawings. Child Abuse Negl, 1993; 17(1): p. 161-8.
- 221 - Verlinden, E., et al., A parental tool to screen for posttraumatic stress in children: first psychometric results. J Trauma Stress, 2014; 27(4): p. 492-5.
- 222 - Verlinden, E., et al., Characteristics of the Children's Revised Impact of Event Scale in a clinically referred Dutch sample. J Trauma Stress, 2014; 27(3): p. 338-44.
- 223 - Alisic, E., Eland, J., Huijbregts, R.A.D.; Kleber, R.J., Handleiding bij de Schokverwerkingslijst voor Kinderen herziene versie. 2012: Amsterdam: Boom testuitgevers.
- 224 - Alisic E, v.d.S.T., van Ginkel JR, Kleber RJ., Looking beyond posttraumatic stress disorder in children: posttraumatic stress reactions, posttraumatic growth, and quality of life in a general population sample. J Clin Psychiatry., 2008; 69(9): p. 1455-61.
- 225 - Lodewijks, H.P., et al., Predictive validity of the Structured Assessment of Violence Risk in Youth (SAVRY) during residential treatment. Int J Law Psychiatry, 2008; 31(3): p. 263-71.
- 226 - Brilleslijper-Kater, S.N., W.N. Friedrich, and D.L. Corwin, Sexual knowledge and emotional reaction as indicators of sexual abuse in young children: Theory and research challenges. Child Abuse and Neglect, 2004; 28(10): p. 1007-1017.
- 227 - van Hoof, M.J., et al., Adult Attachment Interview differentiates adolescents with Childhood Sexual Abuse from those with clinical depression and non-clinical controls. Attach Hum Dev, 2015; p. 1-22.
- 228 - van Hoof, M.J., et al., Adult Attachment Interview differentiates adolescents with Childhood Sexual Abuse from those with clinical depression and non-clinical controls. Attach Hum Dev, 2015; 17(4): p. 354-75.
- 229 - KNMG - Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. maart 2012, Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG).
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 10-05-2016
Laatst geautoriseerd : 10-05-2016
Geplande herbeoordeling : 01-01-2019
De richtlijn dient elke 3 jaar gereviseerd te worden. Dit zal in 2019 voor de eerste keer plaatsvinden. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen als nieuwe ontwikkelingen aanleiding geven een herzieningstraject te starten.
Algemene gegevens
Initiërende partij
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten
Participerende autoriserende verenigingen/organisatie
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
Vereniging Vertrouwensartsen Kindermishandeling
Forensisch Medisch Genootschap
Participerende niet autoriserende verenigingen/organisaties
Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland
Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen
Nederlandse Huisartsen Genootschap
Nederlandse Vereniging voor Microbiologie
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Nederlands Instituut voor Psychologen
Nederlandse Vereniging Spoedeisende hulp artsen
Centrum Seksueel Geweld (CSG)
Nationale politie, Team Zeden en Forensische opsporing
Openbaar ministerie
Overige instanties betrokken bij seksueel geweld
Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK)
Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik
Overige
Professionals die aan de focusgroep hebben deelgenomen: Alexa Breurken, Ronald van Rooy & Ans Gerritsen (zedenpolitie Amsterdam), Linda van Kooij (Stichting Seksueel Kindermisbruik Instellingen Pleeggezinnen), Leo Rijpstra & Paul Smit (VT), Karin van Zon (psycholoog)
Elise van de Putte, projectleider ontwikkeling richtlijnen ‘Blauwe plekken bij kinderen’ en ‘Signalering kindermishandeling in de spoedeisende medische zorg’ en voorzitter Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK).
Yet van Mastrigt, vakspecialist / senior adviseur, Politie, Landelijk Programma Zeden – Kinderporno – Kindersekstoerisme.
Doel en doelgroep
Doelstelling
Het missen van seksueel misbruik kan zeer schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid en veiligheid van het kind en mogelijk ook van andere kinderen. Aan de andere kant kan een onterechte diagnose van seksueel misbruik ernstige sociale gevolgen hebben. Een onterechte diagnose kan het kind en de ouders onder hoge druk zetten, kan leiden tot onnodige veiligheidsmaatregelen, behandelingen en opsporingsactiviteiten en stigmatisering van vermeende plegers. De ervaring leert dat er relatief vaker klachtenprocedures spelen bij dit onderwerp.
Met deze richtlijn over de diagnostiek bij (een vermoeden van) seksueel misbruik worden de volgende resultaten beoogd:
- Voorkomen van lichamelijke en psychische schade voor het kind en het gezin en mogelijke andere kinderen. Dit wordt bereikt door een betere vaststelling van (de sterkte van een vermoeden van) seksueel misbruik en daaruit volgend een betere bescherming en behandeling van het kind en het gezin en een betere opsporing van de verdachte. Overigens, de opsporing van de verdachte is geen doel op zich.
- Onderbouwing van het beleid met kennis uit de literatuur.
- Kennislacunes inzichtelijk maken, waardoor een gezamenlijke agenda voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de diagnostiek bij een vermoeden van seksueel misbruik gemaakt kan worden.
- Ontwikkeling van indicatoren ter verbetering van de gezondheidszorg.
- De richtlijn kan dienen als ondersteuning in het besluitvormingsproces rondom diagnostiek bij een vermoeden van seksueel misbruik, bij de interpretatie van signalen en symptomen en bij de te nemen maatregelen. De richtlijn moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit en doelmatigheid van het medisch handelen en moet meer uniformiteit in de praktijkvoering van zorgverleners teweegbrengen en beter aansluiten op werkzaamheden van jeugdzorg, RvK en politie. De aanbevelingen die in de richtlijn staan vermeld en het protocol in de bijlage 1.A - Voorbeeld protocol, zijn te vertalen in lokale protocollen die zijn toegespitst op de eigen situatie. De behandelaar heeft de autonomie om, wanneer hij/zij dat nodig acht, beargumenteerd van de geformuleerde richtlijn af te wijken.
Doelgroep
De richtlijn ‘Diagnostiek bij een vermoeden van seksueel misbruik’ is vervaardigd in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde (NVK), en is in eerste instantie bestemd voor kinderartsen. Echter, de problematiek rondom de diagnostiek naar (vermoedens van) seksueel misbruik vereist een multidisciplinaire aanpak. Om deze reden is er gekozen voor een multidisciplinaire werkgroep en is de richtlijn daarmee ook bestemd voor andere artsen, paramedici, psychologen, orthopedagogen en verpleegkundigen die kinderen en hun ouders behandelen of bij hen diagnostiek verrichten. Samengevat: alle zorgverleners die te maken hebben met deze groep kinderen waarbij een verdenking is op seksueel misbruik in zowel de eerste-, tweede-, als derdelijns gezondheidszorg. Om de richtlijn aan te laten sluiten bij de werkzaamheden van jeugdzorg en politie/ openbaar ministerie hebben zij ook mee gewerkt aan de totstandkoming van deze richtlijn.
Categorie patiënten
De doelgroep omvat alle kinderen van 0 tot 18 jaar waarbij sprake is van (een (vermoeden van) seksueel misbruik zowel acuut als chronisch. Kinderen met een handicap en/of verstandelijke beperking zijn extra kwetsbaar voor seksueel misbruik. Signalen van seksueel misbruik zijn in deze groep kinderen moeilijk te interpreteren en behoeven een andere aanpak echter deze valt buiten de scope van deze richtlijn.
Samenstelling werkgroep
Kernwerkgroep
Mw. Drs. A.H. Teeuw, kinderarts sociale pediatrie, Emma Kinderziekenhuis- Academisch Medisch Centrum
Mw. Dr. M.W. Langendam, klinisch epidemioloog, Academisch Medisch Centrum
Mw. Drs. T.F. Bosschaart, arts-onderzoeker sociale pediatrie, Emma Kinderziekenhuis- Academisch Medisch Centrum
Werkgroep
Mevr. Drs. A. Asmiyati, jeugdarts, Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland
Mevr. Drs. G. de Boer, GZ psycholoog, Nederlands Instituut voor psychologen
Mevr. Drs. M. van den Berg, gynaecoloog, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
Mevr. Dr. I. Bicanic, GZ psycholoog i.o. tot klinisch psycholoog, hoofd Landelijk Psychotraumacentrum UMC Utrecht/Centrum Seksueel Geweld (CSG).
Mevr. Drs. J.M. Bosman-Vermeeren, kinderarts en vertrouwensarts, Vereniging Vertrouwensartsen Kindermishandeling
Dhr. Drs. W.A. Karst, Forensisch arts, Forensisch Medisch Genootschap
Dhr. Drs. W.P. van Kleef, Programmamanager, Programma Zeden Kinderporno en Kindersekstoerisme, Politie
Mevr. Mr. E.H.G. Kwakman, Openbaar ministerie
Mevr. L.M. van Lier, Operationeel Specialist Zeden, Landelijk Programma Zeden – Kinderporno – Kindersekstoerisme, Politie
Dhr. Dr. R. Lindauer, kinder- en jeugdpsychiater, Nederlandse vereniging voor psychiatrie
Mevr. Drs. I.M.B. Russel, kinderarts sociale pediatrie, Sectie Sociale en Psychosociale Kindergeneeskunde
Mevr. Drs. N.J. Schoonenberg, vertrouwensarts, Vereniging Vertrouwensartsen Kindermishandeling
Dhr. dr. L.C. Smeets, microbioloog, Nederlandse vereniging voor microbiologie
Mevr. Drs. R. van Tuyll, jeugdarts, Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland
Mevr. Drs. S. Wolt-Plompen, kinderarts, Flevoziekenhuis/ De Kinderkliniek, Almere
Mevr. Drs. M.W.P. Zaanen-Bink, Spoedeisende Hulp arts, KNMG
Deelnemers focus groepen (in willekeurige volgorde):
Ervaringsdeskundigen:
Therese Bravenboer (coach, secretaris Stichting Revief, www.revief.nl)
Roos Haase
Janneke
Ted Kloosterboer (Stichting Praat, http://www.praatoverkindermishandeling.nl)
John Kusters
Kim van Laar
Anita Lankamp
Hanny Lynch
Ivonne Meeuwsen
Albert Jan Post
Joyce Stobbe
14 ervaringsdeskundigen die niet met naam genoemd wilden worden
Professionals:
Alexa Breurken
Ronald van Rooy & Ans Gerritsen (politie Amsterdam)
Linda van Kooij (Stichting Seksueel Kindermisbruik Instellingen Pleeggezinnen)
Leo Rijpstra & Paul Smit (VT), Karin van Zon (psycholoog)
Met dank aan:
Dhr. A. Leenders, uitvoering literatuur onderzoek, AMC
Mevr. Dr. M.M. Tabbers, kinderarts, waarnemend voorzitter eerste werkgroep vergadering
Mevr. K. te Hofsté, Nederlandse Vereniging Kindergeneeskunde
Mevr. Dr. E.M.M. Hoytema- van Konijnenburg, arts-onderzoeker sociale kindergeneeskunde, AMC
Mevr. Dr. S.N. Brilleslijper-Kater, orthopedagogisch specialist kindermishandeling, AMC
Mevr. Drs. K. van Ham, arts-onderzoeker sociale kindergeneeskunde, AMC
De werkgroep is multidisciplinair samengesteld: zoveel mogelijk beoefenaars uit uiteenlopende disciplines, betrokken bij diagnostiek naar en behandeling van seksueel misbruik in de eerste, tweede en derde lijn, of betrokken bij opsporing van daders, en creëren van bescherming en veiligheid verdachten, zijn verzocht te participeren.
Leden van de werkgroep werden via de betreffende wetenschappelijke- en beroepsverenigingen verzocht zitting te nemen in de werkgroep op grond van hun persoonlijke expertise en/of affiniteit met het onderwerp. Mevr. Dr. I. Bicanic werd persoonlijk benaderd gezien haar coördinerende functie bij de uitrol van de landelijke Centra voor Seksueel Geweld (CSG). Dankbaar maakten wij gebruik van de inzet van Mevr. Drs. S. Wolt-Plompen die op eigen initiatief wilde participeren aan de ontwikkeling van deze richtlijn. Leden ontvingen voor hun aanwezigheid bij werkgroep vergaderingen vacatiegelden. De werkgroep leden hebben onafhankelijk gehandeld en waren gemandateerd door hun vereniging voor deelname aan de werkgroep. Alle werkgroep leden hebben een verklaring ondertekend omtrent belangenverstrengeling. Er was geen sprake van belangenverstrengeling.
Inbreng patiëntenperspectief
Het perspectief van patiënten (kinderen en ouders) is van groot belang. Er bestaat in Nederland geen patiëntenvereniging specifiek voor mensen die seksueel misbruik op de kinderleeftijd hebben meegemaakt of voor betrokken ouders. Om het patiënten perspectief te borgen zijn hebben daarom een drietal focusgroepen plaatsgevonden.
Ervaringsdeskundigen werden benaderd om deel te nemen aan een focusgroep ter ondersteuning van de richtlijn ontwikkeling. Er werden 3 focusgroepen georganiseerd met jongeren die in het meer recente verleden seksueel misbruik hebben doorgemaakt; volwassenen die in hun kindertijd seksueel misbruik hebben en ouders van kinderen die in het verleden seksueel misbruikt hebben meegemaakt. Hierin werd met ervaringsdeskundigen gesproken over verschillende onderwerpen, zie de module ‘Patiëntenperspectief seksueel kindermisbruik’. Notulen werden geanonimiseerd. De ervaringsdeskundigen werden tevens benaderd om het verslag over de adviezen aan hulpverleners te reviseren.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Implementatie
Deze richtlijn maakt het mogelijk de aanbevelingen te vertalen naar de eigen omgeving. De richtlijn zal onder de aandacht gebracht worden middels verschillende media: congressen en symposia (LECK symposium, European Conference on Child Abuse and Neglect congres (EUCCAN)), medische tijdschriften (zoals Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en Medisch Contact) en de ministeries van VWS en Veiligheid en Justitie.
Het Medisch handboek kindermishandeling [7] zal op basis van de 3 richtlijnen (‘Diagnostiek bij (een vermoeden van) seksueel misbruik’, ‘Blauwe plekken bij kinderen’ en ‘Signalering kindermishandeling in de spoedeisende medische zorg’) bij een nieuwe editie worden gereviseerd evenals de WOKK scholing voor kinderartsen (in opleiding).
Implementatie zal in de alle eigen instellingen apart vorm worden gegeven.
Werkwijze
Werkwijze van de werkgroep
De werkgroep werkte gedurende een periode van 24 maanden, van november 2013 tot november 2015, aan de richtlijn. In deze periode vonden 3 bijeenkomsten plaats. Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst werden door de werkgroep leden vanuit de verschillende beroepsgroepen knelpunten in de diagnostiek bij een vermoeden van seksueel misbruik geïnventariseerd. Tijdens de eerste werkgroep vergadering zijn op basis van de resultaten van de knelpuntanalyse de knelpunten geprioriteerd en voorlopige uitgangsvragen vastgesteld. De ingebrachte knelpunten werden geclusterd en geanalyseerd door de kernwerkgroep waarna deze besproken werden op de eerste werkgroep bijeenkomst. Op deze bijeenkomst werd een voorstel gedaan door de kernwerkgroep voor uitgangsvragen. De uitgangsvragen konden worden verdeeld in diagnostiek met betrekking tot lichamelijke symptomen, psychosociale symptomen (gedragssignalen), lichamelijk / genitaal onderzoek, aanvullend onderzoek (seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en zwangerschap) en forensisch medisch onderzoek (FMO).
In de eerste bijeenkomst zijn vier sub werkgroepen gevormd waarin de betreffende uitgangsvragen zijn uitgewerkt, rekening houdend met de benodigde expertise. Tussen de eerste en tweede bijeenkomst zijn de definitieve uitgangsvragen vastgesteld. In de tweede bijeenkomst is de definitie van seksueel misbruik vastgesteld en rapporteerde iedere sub werkgroep voorlopige resultaten voor de uitgangsvragen. Tussen tweede en derde bijeenkomst zijn alle uitgangsvragen beantwoord, voorlopige aanbevelingen geformuleerd en het complete concept versie van de richtlijn is voor feedback aan de werkgroep verstuurd. Voorafgaand aan de derde bijeenkomst zijn alle commentaren verwerkt. In de derde bijeenkomst werden de antwoorden op de uitgangsvragen besproken en de aanbevelingen vastgesteld.
Algemene uitgangspunten voor de werkwijze
Gestart werd met een oriënterende zoekactie naar bestaande evidence-based richtlijnen, verricht door verricht door de informatie specialist van de medische bibliotheek van het Academisch Medisch Centrum. Er werd gezocht in verschillende databases, Turning Research into Practice (TRIP), National Guideline clearinghouse, Guidelines International Network (G-I-N), EBM Guideline: Evidence-Based Medicine, het CBO en National Institute of Clinical Excellence (NICE). Tevens werd er handmatig gezocht op websites van verschillende wetenschappelijke en beroepsverenigingen (Nederlands Huisartsen Genootschap, Geestelijke Gezondheidszorg, Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid). . De kwaliteit van de richtlijnen is beoordeeld met het AGREE instrument [26]. De kwaliteit van de richtlijnen is beoordeeld met het AGREE instrument [26, 27] (zie bijlage 1.A.1 - AGREE). Uit deze zoekactie bleek dat een aantal uitgangsvragen nauw aansluiten bij de richtlijn “The physical signs of child sexual abuse, an evidence-based review and guidance for best practice” van het Royal College of Paediatrics and Child Health [25]. Deze richtlijn is in 2008 gepubliceerd, en recent geactualiseerd (mei 2015). Voor het beantwoorden van de uitgangsvragen over lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek, is deze richtlijn als uitgangspunt genomen, en voor sommige vragen direct vertaald (met toestemming van de uitgever). Deze richtlijn is gebaseerd op het op dat moment best beschikbare wetenschappelijke bewijs. De aan deze Richtlijn deelnemende organisaties zijn de American Academy of Pediatrics, Faculty of Forensic and Legal Medicine, Royal College of Physicians en de RCPCH. De auteurs van de huidige richtlijn ‘Diagnostiek bij (een vermoeden van) seksueel misbruik’ dragen de verantwoordelijkheid voor de inhoud hiervan.
Uitgangsvraag 1, over de definitie van seksueel misbruik, werd beantwoord door het vergelijken en bediscussiëren van verschillende definities, waardoor consensus over de meest passende definitie werd bereikt.
Voor de overige uitgangsvragen zijn zoekacties uitgevoerd in samenwerking met een informatiespecialist van de Medische Bibliotheek van het AMC. Voor iedere vraag werden inclusie en exclusie criteria geformuleerd en een beoordeling van de methodologische kwaliteit van de studies uitgevoerd. Deze worden gedetailleerd beschreven in de desbetreffende modules.
Afhankelijk van de opbrengst van de zoekactie is gekozen voor het maken van een overzicht van systematische reviews of een overzicht van primaire studies, of een overzicht van alle beschikbare evidence. Ook dit wordt in de betreffende modules besproken.
Een aantal uitgangsvragen is deels beantwoord door middel van literatuuronderzoek en deels door consensus. Dit wordt per vraag aangegeven.
Totstandkoming van de aanbevelingen
De aanbevelingen zijn geformuleerd op basis van wetenschappelijk bewijs en overige overwegingen, zoals: praktijk aanwijzingen gericht op goede ketensamenwerking en inzet op hoogst mogelijke expertise. Er werden aanbevelingen geformuleerd voor de patiëntenzorg en voor wetenschappelijk onderzoek in de toekomst. Bij elke aanbeveling wordt aangegeven of deze is gebaseerd op evidence uit de literatuur (L), consensus (C), of een combinatie (LC).
Opbouw van de richtlijn
De modules in de richtlijn zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. De antwoorden op de uitgangsvragen zijn voor zover mogelijk gebaseerd op gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Vervolgens werden op basis van de beschikbare literatuur conclusies geformuleerd. De aanbevelingen zijn het resultaat van de conclusie van de wetenschappelijke onderbouwing met inachtneming van overige overwegingen. De overige overwegingen zijn opgesteld naar aanleiding van discussies in de sub werkgroepen en werkgroep leden konden deze overige overwegingen aandragen in de commentaarronde tussen tweede en derde bijeenkomst.