Diagnostiek en behandeling van bijniertumoren

Initiatief: NVVH Aantal modules: 16

Behandeling bijniermetastasen

Uitgangsvraag

Wat is de rol van chirurgie versus stereotactische radiotherapie voor een bijniermetastase van een primaire solide tumor elders (bijvoorbeeld longcarcinoom, melanoom, niercelcarcinoom, mammacarcinoom of colorectaal carcinoom)?

Aanbeveling

  • Bespreek de voor- en nadelen van chirurgie en stereotactische radiotherapie bij fitte, technisch operabele patiënten met een relatief kleine bijniermetastase en een grote kans op een R0 resectie en die in aanmerking komen voor radicale lokale therapie en maak samen de beslissing (‘samen beslissen’).

  • Geef bij voorkeur een hoge-dosis stereotactische bestraling aan niet fitte, inoperabele patiënten, of aan patiënten met hogere perioperatieve risico’s, grote afwijkingen in de bijnier, met eventueel uitbreiding in omliggende organen/structuren en met een hogere kans voor een kortere prognose.

  • Verwijs patiënten met oligo-metastasen in de bijnier die in aanmerking komen voor radicale lokale therapie naar een centrum waar kennis en ervaring voorhanden is, indien deze lokale behandelopties in het eigen centrum niet beschikbaar zijn.

Overwegingen

Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs

Het is tot op heden onduidelijk wat de effectiviteit van een adrenalectomie is vergeleken met (stereotactische) radiotherapie als behandeling voor patiënten met bijniermetastasen van solide tumoren, want literatuuronderzoek leverde geen studies op die een directe vergelijking maakten tussen deze twee lokale behandelmodaliteiten. Rekening houdend met het gebrek aan vergelijkende data, zijn beschikbare observationele ‘single arm’ studies gebruikt om pragmatische/praktische aanbevelingen te doen, die tevens zijn gebaseerd op “expert-opinion”.

 

Er werden ‘single arm’ studies van beide modaliteiten geïncludeerd in de review van Thomsen (2017) over geïsoleerde of oligo-gemetastaseerde bijniertumoren secundair aan niet-kleincellig longcarcinoom. In deze review werden 23 studies geïncludeerd die uitkomsten na adrenalectomie (gepubliceerd 1990-2015, 464 patiënten) en 6 studies die uitkomsten na radiotherapie (gepubliceerd 2008-2014, 57 patiënten) rapporteerden; 26/29 studies waren retrospectief. De klinische uitkomsten werden beschreven voor de geïncludeerde studies, maar er was geen meta-analyse gedaan en chirurgie werd dus niet direct vergeleken met radiotherapie in één studie. Het ruwe gemiddelde lokale recidief percentage (alhoewel niet beschreven in alle studies) was 14% na adrenalectomie en 15% na radiotherapie.

 

Ook zijn er recente systematische reviews beschikbaar over de afzonderlijke modaliteiten in relatie tot bijniermetastasen. Zo publiceerde Chen (2020) een gepoolde meta-analyse en een systematische review over uitkomsten van stereotactische bestraling bij bijniermetastasen (39 studies, 1006 patiënten). Lokale controle was gerelateerd aan de bestralingsdosis (93% en 86% na 1 en 2 jaar met de hoogste dosis) en er was weinig significante toxiciteit (overall graad 3+ toxiciteit 2%).

Sforza (2021) publiceerde een analyse van 477 patiënten behandeld met robotische- of laparoscopische adrenalectomie in twee centra (2008-2018) en vond dat tumorgrootte gerelateerd was aan de gemiddelde kans op complicaties.

Strong (2007) publiceerde dat bijniertumoren na laparoscopische adrenalectomie met een diameter van meer dan 4.5 cm meer kans hadden op lokaal recidief.

 

De retrospectieve studie van Metman (2021) laat zien dat er in twee grote academische centra in Nederland slechts 95 patiënten geopereerd werden over een periode van bijna 20 jaar (2001-2020). Ondanks dat deze patiënten behandeld werden in gespecialiseerde centra, komen complicaties relatief vaak voor: in deze serie had 56% patiënten een minimaal invasieve operatie (11% uiteindelijk open), was de mediane opnameduur 6.8 dagen, was de 30-dagen mortaliteit 2% en had 38% één of meer complicaties. In een serie van 43 patiënten met bijniermetastasen geopereerd tussen 2009-2019 (van Vliet, 2022) had 58% patiënten een minimaal invasieve operatie (13% uiteindelijk open), was de gemiddelde opnameduur 5 dagen, was de 30-dagen mortaliteit 2% en had 16% van de patiënten graad 1-2 complicaties.

 

In een ander academisch centrum in Nederland werd een serie van 51 patiënten met bijniermetastasen behandeld met stereotactische radiotherapie tussen 2016-2019 (van Vliet, 2022), werd iedereen behandeld op de polikliniek. Van deze behandelingen vond 85% met 5 fracties bestraling plaats (ongeveer 15-60 minuten/fractie afhankelijk van techniek). Dat betekent dus dat patiënten klaar waren met de behandeling in circa 1,5 week. Eenenzestig procent van de patiënten had graad 1-2 vermoeidheid/misselijkheid en de maximale toxiciteit was graad 3 misselijkheid (in één patiënt).

 

Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)

Stereotactische bestraling is momenteel niet beschikbaar in elk radiotherapiecentrum (zowel academische als niet-academische), dus het kan zijn dat verwijzing naar een ander centrum noodzakelijk blijkt.

 

De arts en patiënt/naasten moeten samen tot een gewogen en eenduidig besluit komen.

De belangrijkste doelen van de interventie voor de patiënt en eventueel verzorger(s) zullen voor elke patiënt afzonderlijk uitgevraagd moeten worden. Doelen van de losstaande interventies of van de behandeling in totaal zullen immers afgestemd moeten worden op elkaar: zo kan het doel van de totale behandeling zijn om te overleven of om de kwaliteit van leven te verhogen. Ook kan er gekozen worden om bijniermetastasen in het geheel niet te behandelen om de kwaliteit van het resterend leven zo hoog mogelijk te houden.

 

Kosten (middelenbeslag)

Er zijn geen data beschikbaar om betrouwbare/verdedigbare opmerkingen te maken over het relatieve verschil in kosten van chirurgie/stereotactische bestraling (op gewone of MRI-begeleide toestellen) voor de behandeling van bijniermetastasen. In een MDO zijn kosten geen onderdeel van de beslissing om een operatie of stereotactische radiotherapie te adviseren.

 

Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie

Er zijn geen data gevonden om betrouwbare opmerkingen te maken over aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie van chirurgie/stereotactische bestraling (op gewone of MRI-begeleide toestellen) voor de behandeling van bijniermetastasen. Er is geen gestructureerd onderzoek gedaan in de vorm van procesevaluatie naar de haalbaarheid van chirurgie/stereotactische bestraling, maar beide worden in Nederland reeds breed (en steeds breder) toegepast. Chirurgie en stereotactische bestralingen zijn beide complexe behandelingen die uitgevoerd moeten worden door (teams van) specialisten. De behandeling van metastasen in de bijnier van andere primaire tumoren moet worden uitgevoerd in een aantal gespecialiseerde ziekenhuizen in Nederland. Specifieke expertise is vereist, maar deze is in centra voorhanden.

 

Rationale van de aanbevelingen: weging van argumenten voor en tegen de interventies

Rekening houdend met het gebrek aan vergelijkende data, stellen wij dat:

  1. De fitte, technisch operabele patiënt met een relatief kleine bijniermetastase met een grote kans voor een R0 resectie die in aanmerking komt voor radicale lokale therapie verdient goede informatie over chirurgie en stereotactische radiotherapie (‘samen beslissen’).
  2. Voor niet fitte, inoperabele patiënten heeft hoge-dosis stereotactische bestraling de voorkeur. Maar ook patiënten met hogere perioperatieve risico’s, grote afwijkingen in de bijnier, met eventueel uitbreiding in omliggende organen/structuren en met een hogere kans voor een kortere prognose (zoals patiënten met longkanker), lijken meer in aanmerking te komen voor stereotactische bestraling dan chirurgie.
  3. Voorafgaand aan een unilaterale lokale behandeling van een bijniermetastase dient er zowel bij chirurgie en stereotactische radiotherapie goed gecontroleerd te worden in de voorgeschiedenis of de contralaterale bijnier eerder al een keer bestraald of geopereerd is (of in de buurt ervan) om te anticiperen op postoperatieve/post-radiotherapie  bijnierschorsinsufficiëntie. Voorafgaand aan een bilaterale lokale behandeling (bijvoorbeeld stereotactische bestraling) is verwijzing naar, en controle door, een endocrinoloog geïndiceerd vanwege de mogelijkheid voor bijnierschorsinsufficiëntie.
  4. Patiënten met oligo-metastasen in de bijnier die in aanmerking komen voor radicale lokale therapie, moeten in Nederland toegang hebben tot een behandeling van chirurgen en radiotherapeuten met de noodzakelijke ervaring op het gebied van de behandeling van de bijnier. Dit heeft consequenties voor oncologiecentra, samenwerking tussen centra en ook voor opleiding van chirurgen en radiotherapeuten.
  5. Mochten deze lokale behandelopties niet beschikbaar zijn in het desbetreffende ziekenhuis, dan is het advies de patiënt door te verwijzen naar een bijnier expertise centrum waar deze kennis wel voor handen is. In de komende jaren wordt er een toename in ervaring verwacht bij meerdere radiotherapie afdelingen in Nederland, waardoor ook lokale controle met chirurgie en hoge-dosis stereotactische radiotherapie steeds beter vergelijkbaar lijken te worden in deze centra.

Onderbouwing

De bijnieren vormen een frequente locatie voor metastasering van verschillende solide tumoren en lokale behandelingen worden steeds vaker toegepast. Wanneer patiënten die zich presenteren met een solitaire bijniermetastase, of een beperkt aantal metastasen in de bijnier(en), fit zijn (bijv. goede performance status, medisch operabel) en daarnaast eveneens een bepaalde (adequate) prognose hebben, is lokale therapie van de bijnier te overwegen.

Voor beperkt progressieve of persisterende bijnier ziekte wordt een radicaal lokale behandeling steeds vaker aanbevolen, omdat er enerzijds steeds meer systemische behandelopties beschikbaar gekomen zijn met uitzicht op een langere prognose en deze anderszins niet altijd effectief zijn voor de behandeling van bijniermetastasen.

Lokale therapie voor geselecteerde kankerpatiënten met oligo-gemetastaseerde ziekte (OMD, dit omvat: synchroon/metachroon oligo-metastasen en oligo-progressieve/persisterende ziekte) is nu een door een richtlijn ondersteunde behandeling geworden (bijvoorbeeld door European Society for Medical Oncology (ESMO)), voor bepaalde primaire tumoren. Bijniermetastasen komen in de context van diverse primaire tumoren vaak voor en het “multidisciplinaire overleg” voor de behandeling van (o.a.) bijnier/endocriene tumoren (MDO) moet zich bewust zijn van de lokale behandelopties.

Chirurgie is de historische eerste-keuze lokale behandeling voor bijniermetastasen, maar ontwikkelingen in de radiotherapie maken stereotactische radiotherapie een reëel alternatief. Daarom richt deze module zich op de vraag: Wat is de rol van chirurgie van een bijniermetastase van een primaire solide tumor elders?

Overall survival, local control, progression-free survival, complications, mortality

 

 

-

GRADE

No studies were found on the effectiveness of metastatic adrenal surgery compared with (stereotactic) radiotherapy for the outcomes: overall survival, local control, progression-free survival, complications, and mortality in patients with adrenal metastasis from solid tumors including primary lung, melanoma, kidney, breast or colorectal carcinoma.


Source: -

Description of studies

Not applicable.

 

Results

Overall survival, local control, progression-free survival, complications, mortality

No studies were found that directly compared surgery with radiotherapy in patients with adrenal metastasis on the outcomes: overall survival, local control, progression-free survival, complications, and mortality.

 

Level of evidence of the literature

Overall survival, local control, progression-free survival, complications, mortality

The level of evidence for the comparison surgery versus radiotherapy could not be assessed for the outcomes: overall survival, local control, progression-free survival, complications, and mortality since no appropriate studies were found.

A systematic review of the literature was performed to answer the following question:

What is the effect of surgery compared to (stereotactic) radiotherapy in patients with adrenal metastasis from solid tumors?

 

P (Patients)

patients with adrenal metastasis (e.g. from lung, melanoma, kidney, breast or colon carcinoma)

I (Intervention)

surgery

C (Control)

(stereotactic) radiotherapy

O (Outcomes)

overall survival, local control, progression-free survival, complications, mortality

 

Relevant outcome measures

The guideline development group considered overall survival, local control and progression-free survival as critical outcome measures for decision making; and complications and mortality as an important outcome measure for decision making.

 

The guideline development group defined the outcome measures as follows:

  • Overall survival: Time to death from any cause
  • Local control: The absence of progression in/in the region of a treated adrenal gland metastasis
  • Progression-free survival: Time from randomization or initiation of treatment to the occurrence of disease progression or death from any cause
  • Complications: Number of treatment-related complications <90 days
  • Mortality: Death rate

The working group defined the following differences as a minimal clinically (patient) important difference:

  • Overall survival: Absolute difference >5% or absolute difference >3% and Hazard Ratio (HR) <0.7
  • Local control: Absolute difference >5%
  • Progression-free survival: Absolute difference >5%, or absolute difference >3% and HR <0.7
  • Complications: Absolute difference >5% for lethal complications, or >10% for serious complications
  • Mortality: Absolute difference >5%

Search and select (Methods)

The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms from 2000 until 01-03-2022. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 512 hits. Studies were selected based on the following criteria:

  • Systematic reviews, randomized controlled trials, or observational comparative studies;
  • Full-text English or Dutch language publication;
  • Complying with the PICO criteria (directly comparing surgery with radiotherapy in patients with adrenal metastasis).

 

Forty-five studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 45 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods), and no studies were included.

 

Results

No studies were included in the analysis of the literature.

  1. Chen WC, Baal JD, Baal U, Pai J, Gottschalk A, Boreta L, Braunstein SE, Raleigh DR. Stereotactic Body Radiation Therapy of Adrenal Metastases: A Pooled Meta-Analysis and Systematic Review of 39 Studies with 1006 Patients. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2020 May 1;107(1):48-61. doi: 10.1016/j.ijrobp.2020.01.017. Epub 2020 Jan 27. PMID: 32001383; PMCID: PMC8177042.
  2. Metman MJH, Viëtor CL, Seinen AJ, Berends AMA, Hemmer PHJ, Kerstens MN, Feelders RA, Franssen GJH, van Ginhoven TM, Kruijff S. Outcomes after Surgical Treatment of Metastatic Disease in the Adrenal Gland; Valuable for the Patient? Cancers (Basel). 2021 Dec 29;14(1):156. doi: 10.3390/cancers14010156. PMID: 35008320
  3. Sforza S, Minervini A, Tellini R, Ji C, Bergamini C, Giordano A, Lu Q, Chen W, Zhang F, Ji H, Di Maida F, Prosperi P, Masieri L, Carini M, Valeri A, Guo H. Perioperative outcomes of robotic and laparoscopic adrenalectomy: a large international multicenter experience. Surg Endosc. 2021 Apr;35(4):1801-1807. doi: 10.1007/s00464-020-07578-5. Epub 2020 Apr 23. PMID: 32328826.
  4. Sheikh S, Chen H, Sahgal A, Poon I, Erler D, Badellino S, Dagan R, Foote MC, Louie AV, Redmond KJ, Ricardi U, Biswas T. An analysis of a large multi-institutional database reveals important associations between treatment parameters and clinical outcomes for stereotactic body radiotherapy (SBRT) of oligometastatic colorectal cancer. Radiother Oncol. 2022 Feb;167:187-194. doi: 10.1016/j.radonc.2021.12.018. Epub 2021 Dec 22. PMID: 34952002
  5. Strong VE, D'Angelica M, Tang L, Prete F, Gönen M, Coit D, Touijer KA, Fong Y, Brennan MF. Laparoscopic adrenalectomy for isolated adrenal metastasis. Ann Surg Oncol. 2007 Dec;14(12):3392-400. doi: 10.1245/s10434-007-9520-7. Epub 2007 Jul 31. PMID: 17665267.
  6. Thomsen, B., & Fairchild, A. (2017). Adrenal Oligometastases Secondary to Non-small Cell Lung Cancer—What is the Optimal Treatment Approach?. Oncol Hematol Rev, 13(2), 117-29.
  7. van Vliet C, Dickhoff C, Bahce I, Engelsman AF, Hashemi SMS, Haasbeek CJA, Bruynzeel AME, Palacios MA, Becker-Commissaris A, Slotman BJ, Senan S, Schneiders FL. Treatment patterns for adrenal metastases using surgery and SABR during a 10-year period. Radiother Oncol. 2022 May;170:165-168. doi: 10.1016/j.radonc.2022.02.023. Epub 2022 Feb 24. PMID: 35219801

Evidence tables

Not applicable.

 

Table of excluded studies

Reference

Reason for exclusion

Baydoun A, Chen H, Poon I, Badellino S, Dagan R, Erler D, Foote MC, Louie AV, Redmond KJ, Ricardi U, Sahgal A, Biswas T. Outcomes and toxicities in oligometastatic patients treated with stereotactic body radiotherapy for adrenal gland metastases: A multi-institutional retrospective study. Clin Transl Radiat Oncol. 2021 Oct 26;33:159-164. doi: 10.1016/j.ctro.2021.09.002. PMID: 35243027; PMCID: PMC8885400.

No direct comparison (only radiotherapy)

Bazhenova L, Newton P, Mason J, Bethel K, Nieva J, Kuhn P. Adrenal metastases in lung cancer: clinical implications of a mathematical model. J Thorac Oncol. 2014 Apr;9(4):442-6. doi: 10.1097/JTO.0000000000000133. PMID: 24736064; PMCID: PMC3989547.

Non-systematic review

Buergy D, Würschmidt F, Gkika E, Hörner-Rieber J, Knippen S, Gerum S, Balermpas P, Henkenberens C, Voglhuber T, Kornhuber C, Barczyk S, Röper B, Rashid A, Blanck O, Wittig A, Herold HU, Brunner TB, Klement RJ, Kahl KH, Ciernik IF, Ottinger A, Izaguirre V, Putz F, König L, Hoffmann M, Combs SE, Guckenberger M, Boda-Heggemann J. Stereotactic or conformal radiotherapy for adrenal metastases: Patient characteristics and outcomes in a multicenter analysis. Int J Cancer. 2021 Jul 15;149(2):358-370. doi: 10.1002/ijc.33546. Epub 2021 Mar 25. PMID: 33682927.

No direct comparison (only radiotherapy)

Casamassima F, Livi L, Masciullo S, Menichelli C, Masi L, Meattini I, Bonucci I, Agresti B, Simontacchi G, Doro R. Stereotactic radiotherapy for adrenal gland metastases: university of Florence experience. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2012 Feb 1;82(2):919-23. doi: 10.1016/j.ijrobp.2010.11.060. Epub 2011 Feb 6. PMID: 21300473.

No direct comparison (only radiotherapy)

Celik E, Semrau R, Baues C, Trommer-Nestler M, Baus W, Marnitz S. Robot-assisted Extracranial Stereotactic Radiotherapy of Adrenal Metastases in Oligometastatic Non-small Cell Lung Cancer. Anticancer Res. 2017 Sep;37(9):5285-5291. doi: 10.21873/anticanres.11954. PMID: 28870966.

No direct comparison (only radiotherapy)

Chalkidou A, Macmillan T, Grzeda MT, Peacock J, Summers J, Eddy S, Coker B, Patrick H, Powell H, Berry L, Webster G, Ostler P, Dickinson PD, Hatton MQ, Henry A, Keevil S, Hawkins MA, Slevin N, van As N. Stereotactic ablative body radiotherapy in patients with oligometastatic cancers: a prospective, registry-based, single-arm, observational, evaluation study. Lancet Oncol. 2021 Jan;22(1):98-106. doi: 10.1016/S1470-2045(20)30537-4. PMID: 33387498.

No direct comparison (only radiotherapy)

Chance WW, Nguyen QN, Mehran R, Welsh JW, Gomez DR, Balter P, Komaki R, Liao Z, Chang JY. Stereotactic ablative radiotherapy for adrenal gland metastases: Factors influencing outcomes, patterns of failure, and dosimetric thresholds for toxicity. Pract Radiat Oncol. 2017 May-Jun;7(3):e195-e203. doi: 10.1016/j.prro.2016.09.005. Epub 2016 Sep 13. PMID: 27743801.

No direct comparison (only radiotherapy)

Chen WC, Baal JD, Baal U, Pai J, Gottschalk A, Boreta L, Braunstein SE, Raleigh DR. Stereotactic Body Radiation Therapy of Adrenal Metastases: A Pooled Meta-Analysis and Systematic Review of 39 Studies with 1006 Patients. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2020 May 1;107(1):48-61. doi: 10.1016/j.ijrobp.2020.01.017. Epub 2020 Jan 27. PMID: 32001383; PMCID: PMC8177042.

No direct comparison (only radiotherapy)

Chen JY, Ardestani A, Tavakkoli A. Laparoscopic adrenal metastasectomy: appropriate, safe, and feasible. Surg Endosc. 2014 Mar;28(3):816-20. doi: 10.1007/s00464-013-3274-z. Epub 2013 Dec 14. PMID: 24337189.

No direct comparison (only surgery)

Cho JW, Lee YM, Sung TY, Yoon JH, Chung KW, Hong SJ. Factors related to improved clinical outcomes associated with adrenalectomy for metachronous adrenal metastases from solid primary carcinomas. Surg Oncol. 2018 Mar;27(1):18-22. doi: 10.1016/j.suronc.2017.11.003. Epub 2017 Nov 21. PMID: 29549899.

No direct comparison (only surgery)

De Ruysscher D, Wanders R, Hendriks LE, van Baardwijk A, Reymen B, Houben R, Bootsma G, Pitz C, van Eijsden L, Dingemans AC. Progression-Free Survival and Overall Survival Beyond 5 Years of NSCLC Patients With Synchronous Oligometastases Treated in a Prospective Phase II Trial (NCT 01282450). J Thorac Oncol. 2018 Dec;13(12):1958-1961. doi: 10.1016/j.jtho.2018.07.098. Epub 2018 Sep 22. PMID: 30253974.

No direct comparison (radiotherapy and surgery in all participants)

De Ruysscher D, Wanders R, van Baardwijk A, Dingemans AM, Reymen B, Houben R, Bootsma G, Pitz C, van Eijsden L, Geraedts W, Baumert BG, Lambin P. Radical treatment of non-small-cell lung cancer patients with synchronous oligometastases: long-term results of a prospective phase II trial (Nct01282450). J Thorac Oncol. 2012 Oct;7(10):1547-55. doi: 10.1097/JTO.0b013e318262caf6. PMID: 22982655.

No direct comparison (radiotherapy and surgery in all participants)

Facondo G, Vullo G, Valeriani M, Ascolese AM, De Sanctis V, Osti MF. Stereotactic body radiation therapy (SBRT) for patients with oligometastatic/oligoprogressive adrenal metastases: Outcomes and toxicities profile in a monoinstitutional study. Cancer Treat Res Commun. 2021;29:100481. doi: 10.1016/j.ctarc.2021.100481. Epub 2021 Oct 21. PMID: 34700142.

No direct comparison (only radiotherapy)

Franzese C, Nicosia L, Facondo G, Lo Faro L, Cuccia F, Vullo G, Osti MF, Alongi F, Scorsetti M. Stereotactic body radiation therapy for adrenal gland metastases: outcome and predictive factors from a multicenter analysis. Clin Exp Metastasis. 2021 Dec;38(6):511-518. doi: 10.1007/s10585-021-10124-9. Epub 2021 Oct 15. PMID: 34651241.

No direct comparison (only radiotherapy)

Franzese C, Stefanini S, Massaro M, Comito T, Navarria P, Clerici E, Teriaca A, Franceschini D, Reggiori G, Tomatis S, Lania A, Scorsetti M. Phase II trial of stereotactic body radiation therapy on adrenal gland metastases: evaluation of efficacy and impact on hormonal production. J Cancer Res Clin Oncol. 2021 Dec;147(12):3619-3625. doi: 10.1007/s00432-021-03807-z. Epub 2021 Sep 18. PMID: 34537907.

No direct comparison (only radiotherapy)

Glenn JA, Kiernan CM, Yen TW, Solorzano CC, Carr AA, Evans DB, Wang TS. Management of suspected adrenal metastases at 2 academic medical centers. Am J Surg. 2016 Apr;211(4):664-70. doi: 10.1016/j.amjsurg.2015.11.019. Epub 2016 Jan 5. PMID: 26822269.

No direct comparison (only surgery)

Guckenberger, M., Lehmann, K., & Opitz, I. (2020). Oligometastatic non-small-cell lung cancer: local treatment options for pulmonary and adrenal metastases. ONKOLOGE, 26(9), 800-815.

No full-text available

Gunjur A, Duong C, Ball D, Siva S. Surgical and ablative therapies for the management of adrenal 'oligometastases' - A systematic review. Cancer Treat Rev. 2014 Aug;40(7):838-46. doi: 10.1016/j.ctrv.2014.04.001. Epub 2014 Apr 16. PMID: 24791623.

No comparative studies across modalities were reviewed

Huang SH, Kong QL, Chen XX, He JY, Qin J, Chen ZG. Adrenalectomy does not improve survival rates of patients with solitary adrenal metastasis from non-small cell lung cancer. Ther Clin Risk Manag. 2017 Mar 23;13:355-360. doi: 10.2147/TCRM.S130264. PMID: 28356749; PMCID: PMC5367455.

No direct comparison (only surgery)

Kanjo T, Albertini M, Weber S. Long-term disease-free survival after adrenalectomy for isolated colorectal metastases. Asian J Surg. 2006 Oct;29(4):291-3. doi: 10.1016/S1015-9584(09)60105-6. PMID: 17098665.

Wrong study design (case report)

Karagkiouzis G, Koulaxouzidis G, Tomos P, Spartalis ED, Konstantinou F, Charpidou A, Syrigos KN. Solitary metastasectomy in non-small cell lung cancer. J BUON. 2012 Oct-Dec;17(4):712-8. PMID: 23335530.

Non-systematic review

Krumeich LN, Roses RE, Kuo LE, Lindeman BM, Nehs MA, Tavakkoli A, Parangi S, Hodin RA, Fraker DL, James BC, Wang TS, Solórzano CC, Lubitz CC, Wachtel H. Survival After Adrenalectomy for Metastatic Lung Cancer. Ann Surg Oncol. 2022 Apr;29(4):2571-2579. doi: 10.1245/s10434-021-11192-7. Epub 2022 Jan 6. PMID: 34989938.

No direct comparison (only surgery)

Lanuti M. Surgical Management of Oligometastatic Non-Small Cell Lung Cancer. Thorac Surg Clin. 2016 Aug;26(3):287-94. doi: 10.1016/j.thorsurg.2016.04.002. PMID: 27427523.

Non-systematic review

Mercier O, Fadel E, Mussot S, Fabre D, Chataigner O, Chapelier A, Dartevelle P. Faut-il opérer les métastases surrénaliennes isolées des cancers bronchopulmonaires non à petites cellules? [Is surgery required for patients with isolated adrenal metastasis of non-small cell lung carcinoma?]. Presse Med. 2007 Dec;36(12 Pt 1):1743-52. French. doi: 10.1016/j.lpm.2007.04.042. Epub 2007 Sep 11. PMID: 17851028.

Full-text only available in French

Metman MJH, Viëtor CL, Seinen AJ, Berends AMA, Hemmer PHJ, Kerstens MN, Feelders RA, Franssen GJH, van Ginhoven TM, Kruijff S. Outcomes after Surgical Treatment of Metastatic Disease in the Adrenal Gland; Valuable for the Patient? Cancers (Basel). 2021 Dec 29;14(1):156. doi: 10.3390/cancers14010156. PMID: 35008320; PMCID: PMC8750225.

No direct comparison (only surgery)

Mourra N, Hoeffel C, Duvillard P, Guettier C, Flejou JF, Tiret E. Adrenalectomy for clinically isolated metastasis from colorectal carcinoma: report of eight cases. Dis Colon Rectum. 2008 Dec;51(12):1846-9. doi: 10.1007/s10350-008-9235-2. Epub 2008 Mar 4. PMID: 18317842.

Wrong study design (case report)

Oshiro Y, Takeda Y, Hirano S, Ito H, Aruga T. Role of radiotherapy for local control of asymptomatic adrenal metastasis from lung cancer. Am J Clin Oncol. 2011 Jun;34(3):249-53. doi: 10.1097/COC.0b013e3181dbb727. PMID: 20498589.

No direct comparison (only radiotherapy)

Palma DA, Haasbeek CJ, Rodrigues GB, Dahele M, Lock M, Yaremko B, Olson R, Liu M, Panarotto J, Griffioen GH, Gaede S, Slotman B, Senan S. Stereotactic ablative radiotherapy for comprehensive treatment of oligometastatic tumors (SABR-COMET): study protocol for a randomized phase II trial. BMC Cancer. 2012 Jul 23;12:305. doi: 10.1186/1471-2407-12-305. PMID: 22823994; PMCID: PMC3433376.

Wrong study design (study protocol)

Palma DA, Olson R, Harrow S, Gaede S, Louie AV, Haasbeek C, Mulroy L, Lock M, Rodrigues GB, Yaremko BP, Schellenberg D, Ahmad B, Senthi S, Swaminath A, Kopek N, Liu M, Moore K, Currie S, Schlijper R, Bauman GS, Laba J, Qu XM, Warner A, Senan S. Stereotactic Ablative Radiotherapy for the Comprehensive Treatment of Oligometastatic Cancers: Long-Term Results of the SABR-COMET Phase II Randomized Trial. J Clin Oncol. 2020 Sep 1;38(25):2830-2838. doi: 10.1200/JCO.20.00818. Epub 2020 Jun 2. PMID: 32484754; PMCID: PMC7460150.

No direct comparison (standard-of-care with or without radiotherapy)

Paunovic I, Zivaljevic V, Diklic A, Tausanovic K, Stojanic R, Sipetic S. Prognostic parameters after surgery for adrenal metastases: a single institution experience. Acta Chir Belg. 2014 May-Jun;114(3):198-202. doi: 10.1080/00015458.2014.11681008. PMID: 25102710.

No direct comparison (only surgery)

Pockaj BA, Wasif N, Dueck AC, Wigle DA, Boughey JC, Degnim AC, Gray RJ, McLaughlin SA, Northfelt DW, Sticca RP, Jakub JW, Perez EA. Metastasectomy and surgical resection of the primary tumor in patients with stage IV breast cancer: time for a second look? Ann Surg Oncol. 2010 Sep;17(9):2419-26. doi: 10.1245/s10434-010-1016-1. Epub 2010 Mar 16. PMID: 20232163; PMCID: PMC2930757.

Non-systematic review

Ramsingh J, O'Dwyer P, Watson C. Survival outcomes following adrenalectomy for isolated metastases to the adrenal gland. Eur J Surg Oncol. 2019 Apr;45(4):631-634. doi: 10.1016/j.ejso.2019.01.006. Epub 2019 Jan 4. PMID: 30638808.

No direct comparison (only surgery)

Sastry P, Tocock A, Coonar AS. Adrenalectomy for isolated metastasis from operable non-small-cell lung cancer. Interact Cardiovasc Thorac Surg. 2014 Apr;18(4):495-7. doi: 10.1093/icvts/ivt526. Epub 2013 Dec 18. PMID: 24357471; PMCID: PMC3957285.

Non-systematic review

Schmid, S., Passlick, B., Stuschke, M., & Griesinger, F. (2018). Oligometastatic disease of non-small cell lung cancer. ONKOLOGE, 24(12), 992-1002.

No full-text available

Scouarnec C, Pasquier D, Luu J, le Tinier F, Lebellec L, Rault E, Lartigau E, Mirabel X. Usefulness of Stereotactic Body Radiation Therapy for Treatment of Adrenal Gland Metastases. Front Oncol. 2019 Aug 7;9:732. doi: 10.3389/fonc.2019.00732. PMID: 31448234; PMCID: PMC6692476.

No direct comparison (only radiotherapy)

Shah MM, Isrow D, Fareed MM, Wen N, Ryu S, Ajlouni M, Siddiqui F. Single institution experience treating adrenal metastases with stereotactic body radiation therapy. J Cancer Res Ther. 2019 Mar;15(Supplement):S27-S32. doi: 10.4103/jcrt.JCRT_655_16. PMID: 30900616.

No direct comparison (only radiotherapy)

Spartalis E, Drikos I, Ioannidis A, Chrysikos D, Athanasiadis DI, Spartalis M, Avgerinos D. Metastatic Carcinomas of the Adrenal Glands: From Diagnosis to Treatment. Anticancer Res. 2019 Jun;39(6):2699-2710. doi: 10.21873/anticanres.13395. PMID: 31177104.

Non-systematic review

Thomsen, B., & Fairchild, A. (2017). Adrenal oligometastases secondary to nonsmall cell lung cancer-What is the optimal treatment approach. Oncol Hematol Rev, 13(2), 117-29.

Non-systematic review

Torok J, Wegner RE, Burton SA, Heron DE. Stereotactic body radiation therapy for adrenal metastases: a retrospective review of a noninvasive therapeutic strategy. Future Oncol. 2011 Jan;7(1):145-51. doi: 10.2217/fon.10.165. PMID: 21174545.

No direct comparison (only radiotherapy)

van Vliet, C., Schneiders, F., Engelsman, A., Hashemi, S., Bahce, I., Haasbeek, C., ... & Senan, S. (2021). Treatment patterns for adrenal metastases in the era of MR-guided stereotactic ablative radiotherapy. Radiotherapy and Oncology, 161, S572-S573.

Wrong article type (conference abstract)

Voglhuber T, Kessel KA, Oechsner M, Vogel MME, Gschwend JE, Combs SE. Single-institutional outcome-analysis of low-dose stereotactic body radiation therapy (SBRT) of adrenal gland metastases. BMC Cancer. 2020 Jun 8;20(1):536. doi: 10.1186/s12885-020-07030-w. PMID: 32513136; PMCID: PMC7282163.

No direct comparison (only radiotherapy)

Wachtel H, Roses RE, Kuo LE, Lindeman BM, Nehs MA, Tavakkoli A, Parangi S, Hodin RA, Fraker DL, James BC, Carr AA, Wang TS, Solórzano CC, Lubitz CC. Adrenalectomy for Secondary Malignancy: Patients, Outcomes, and Indications. Ann Surg. 2021 Dec 1;274(6):1073-1080. doi: 10.1097/SLA.0000000000003876. PMID: 32427760.

No direct comparison (only surgery)

Yaprak, G., Işik, N., Gemi̇ci̇, C., Demi̇r, H., & Pekyürek, M. (2019). Stereotactic Body Radiotherapy for Adrenal Gland Metastases: Single-Center Experience. Turkish Journal of Oncology/Türk Onkoloji Dergisi, 34(4).

No direct comparison (only radiotherapy)

Zhao X, Zhu X, Fei J, Ren H, Cao Y, Ju X, Yuan Z, Zhang H. Short-term outcomes and clinical efficacy of stereotactic body radiation therapy (SBRT) in treatment of adrenal gland metastases from lung cancer. Radiat Oncol. 2018 Oct 22;13(1):205. doi: 10.1186/s13014-018-1152-5. PMID: 30348187; PMCID: PMC6196411.

No direct comparison (only radiotherapy)

Zhao X, Zhu X, Zhuang H, Guo X, Song Y, Ju X, Wang P, Yuan Z, Zhang H. Clinical efficacy of Stereotactic Body Radiation Therapy (SBRT) for adrenal gland metastases: A multi-center retrospective study from China. Sci Rep. 2020 May 12;10(1):7836. doi: 10.1038/s41598-020-64770-2. PMID: 32398700; PMCID: PMC7217854.

No direct comparison (only radiotherapy)

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 07-05-2024

Laatst geautoriseerd  : 07-05-2024

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Pathologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
  • Nederlandse Vereniging voor Urologie
  • Vereniging Klinische Genetica Nederland

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2021 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen en patiëntvertegenwoordigers (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met bijniertumoren.

 

Werkgroep

  • Prof. dr. M.R. (Menno) Vriens, endocrien oncologisch chirurg, werkzaam in het UMC Utrecht te Utrecht, NVvH (voorzitter)
  • Prof. dr. S. (Schelto) Kruijff, endocrien oncologisch chirurg, werkzaam in het UMCG te Groningen, NVvH (voorzitter)
  • Prof. dr. R.A. (Richard) Feelders, internist-endocrinoloog, werkzaam in het Erasmus MC te Rotterdam, NIV
  • Prof. dr. H.R. (Harm) Haak, internist, werkzaam in het Máxima MC te Eindhoven, NIV
  • Drs. J.F. (Julia) Heusdens, anesthesioloog, werkzaam in het UMC Utrecht te Utrecht, NVA
  • Prof. dr. R.R. (Ronald) de Krijger, patholoog, werkzaam in het UMC Utrecht/Prinses Máxima Centrum te Utrecht, NVVP
  • Drs. J. (Jeroen) Vister, radioloog, werkzaam in het Universitair Medisch Centrum Groningen te Groningen, NVvR
  • Dr. M.R. (Max) Dahele, radiotherapeut-oncoloog, werkzaam in het Amsterdam UMC te Amsterdam, NVRO
  • Dr. J.F. (Hans) Langenhuijsen, uroloog, werkzaam in het Radboudumc te Nijmegen, NVU
  • Dr. B.P.M. (Bernadette) van Nesselrooij, klinisch geneticus, werkzaam in het UMC Utrecht te Utrecht, VKGN
  • J.G. (Johan) Beun, manager/coördinator BijnierNET, BijnierNET
  • D.D. (Diana) Kwast-Hoekstra, MScN.RN. Verplegingswetenschapper en patientvertegenwoordiger, Bijniervereniging NVACP (tot 31-12-2022)
  • Drs. N.T.M. (Nick) van der Meij, verpleegkundig specialist, werkzaam in het UMC Utrecht, te Utrecht, LWEV

Met ondersteuning van

  • dr. A. (Anja) van der Hout, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • drs. S. (Sarah) van Duijn, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • drs. M. (Miriam) te Lintel Hekkert, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • drs. I. (Ingeborg) van Dusseldorp, medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Vriens (voorzitter)

Chirurg UMC Utrecht

Bestuurslid NVvH (tot mei 2021)

Geen

Geen restricties

Kruijff (voorzitter)

Endocrien chirurg UMCG Groningen

Geen

Geen

Geen restricties

Feelders

- Professor -internist-endocrinoloog Erasmus MC

- Adjunct Professor of Medicine New York University U.S.A.

- Medisch adviseur NVCAP, onbetaald

- Bestuurslid Dutch Adrenal Network, onbetaald

- Consultant Recordati, betaald

Geen

Geen restricties

Beun

Coordinator van de Stichting BijnierNET, parttime

Geen

Geen

Geen restricties

Langenhuijsen

Uroloog Radboudumc, Niijmegen

Bestuurslid Radboudumc Expertisecentrum Bijnierziekten

Voorzitter eUROGEN WS 3 Rare genito-urological cancers en Expertise Area coordinator Adrenal tumours

ZonMw gefinancieerd onderzoek, DoelmatigheidsOnderzoek "Pentixafor PET/CT vs veneuze bijniervenesampling bij subtypering primair hyperaldosteronisme" i..s.m. PentixaPharm GmBH

Geen restricties

De Krijger

- Patholoog, UMC Utrecht, 0,2 fte
- Patholoog, Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie, 0,7 fte

- Board member of Perined, Dutch organization supporting perinatal registries (vacatiegeld)

- Council Member European Society of Pathology (onbetaald)

- International Panel Member of Wilms tumor panel of SIOP Renal Tumor Study Group (onbetaald)

- Chair International (European) pediatrie liver tumor panel (PHITT trial) (onbetaald)

- Chairmen Dutch/Belgian working group on Pediatrie Pathology (onbetaald)

- Associate editor Pediatrie and Developmental Pathology (onbetaald)

- Member editorial board Endocrine Pathology (onbetaald)

- Member editorial board Virchows Archiv (onbetaald)

- Member editorial board Frontiers in Endocrinology (onbetaald)

- Editor-in-Chief Cancers, section Pediatrie Oncology (honorarium)

- Member editorial board WHO Endocrine and Neuroendocrine Tumors, 5th edition (onbetaald)

Geen

Geen restricties

Heusdens

Anesthesioloog UMC Utrecht

 

Geen

Geen

Geen restricties

Haak

- Internist- endocrinoloog Maxima MC tot 01-09-2023, daarna nul-aanstelling en pensioen

- Hoogleraar acute interne geneeskunde MUMC/UM, tot 01-02-2024

- Lid algemeen bestuurd BijnierNET

- Voorzitter Bijniernetwerk Nederland D.A.N.

- Raad van Toezicht Kempenhaeghe, betaald

Incidenteel grant van HRA

 

Geen restricties

Dahele

Radiotherapeut/VHD afdeling radiotherapie Amsterdam UMC (locatie VUmc)

 

Geen

Onderzoek financiering van: Varian Medical Systems (niet gerelateerd aan bijniertumoren)

Geen restricties

Van Nesselrooij

Klinisch Genetica, UMC Utrecht (0,8fte)

 

Secretaris van de VKGN (tot 01-01-2023)

 

Geen

Geen restricties

Kwast (tot 13-12-2022)

 

Bestuurslid Bijniervereniging NVACP te Nijkerk (onbetaald) (tot 13-12-2022)

Redactielid Bijniervereniging NVACP (onbetaald) (tot 13-12-2022)

Geen

Geen restricties

Vister

 

Radioloog, UMCG

 

Geen

Geen

Geen restricties

van der Meij

 

Verpleegkundig specialist AGZ, UMC Utrecht, afdeling Endocriene oncologie

Geen

Geen

Geen restricties

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door Patiëntenfederatie Nederland, BijnierNET, Bijniervereniging NVACP, Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK), Nierstichting, Nierpatiëntenvereniging Nederland uit te nodigen voor de invitational conference en afgevaardigden van BijnierNET en Bijniervereniging NVACP in de werkgroep. Het verslag van de invitational conference (zie bijlage) is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de patiëntenorganisaties: Bijniervereniging NVACP, Patiëntenfederatie Nederland, BijnierNET, Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK), Nierstichting, Nierpatiëntenvereniging Nederland, Nederlandse Hypofyse Stichting en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

 

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz

Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).

 

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

 

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Module Diagnostiek morbus Conn

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Behandeling morbus Conn

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Behandeling Cushing

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Behandeling feochromocytoom

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Expertisecentrum ACC

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Biopsie bij ongedefinieerde retroperitoneale massa

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Kenmerken CT-scan incidentaloom

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Autonome cortisol (hyper)secretie (subklinische Cushing)

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Behandeling bijniermetastasen

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Minimaal invasieve chirurgie

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Genetisch testen en chirurgisch beleid

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Pathologieverslag

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Radiologieverslag

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Follow-up

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Module Aandacht bijnierschorsinsufficiëntie

geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling niet breed toepasbaar is (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zal hebben voor de collectieve uitgaven.

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).

 

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten met bijniertumoren. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door de NVvH, NVU, NOV, NVRO, VKGN, Bijniervereniging NVACP, IKNL, NAPA (vakgroep interne geneeskunde), Belangenvereniging Von Hippel-Lindau via een invitational conference. Een verslag hiervan is opgenomen in de bijlage.

 

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.

 

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model. Review Manager 5.4 werd gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect en residuele plausibele confounding).

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

 

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet.

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen.

 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Minimaal invasieve chirurgie