Hypoglykemie
Het onderwerp “DM1 of DM2 met ernstige hypoglykemie” wordt uitgewerkt in verschillende modules. Specifieke conclusies en onderbouwing kunt u vinden in deze (sub)modules.
Onderbouwing
Referenties
- EADV 2013, via http://www.eadv.nl
- Hvidberg, A., & Cryer, P.E. (1995). Muscarinic cholinergic antagonism does not enhance recovery from hypoglycemia in IDDM. Diabetes Care, 18, 404-7.
- Monsod, T.P., Tamborlane, W.V., Coraluzzi, L., Bronson, M., Yong-Zhan, T., & Ahern, J.A. (2001). Epipen as an alternative to glucagon in the treatment of hypoglycemia in children with diabetes. Diabetes Care, 24(4), 701-4.
- Moore, C., & Woollard M. (2005) Dextrose 10% or 50% in the treatment of hypoglycaemia out of hospital? A randomised controlled trial. Emergency Medicine Journal, 22(7), 512-5.
- Fasano, C.J., O'Malley, G., Dominici, P., Aguilera, E., & Latta, D.R. (2008). Comparison of octreotide and standard therapy versus standard therapy alone for the treatment of sulfonylurea-induced hypoglycemia. Annals of Emergency Medicine, 51(4), 400-6.
- Parker, D.R., Braatvedt, G.D., Bargiota, A., Newrick, P.G., Brown, S., Gamble, G., & Corrall, R.J. (2008). Glucagon is absorbed from the rectum but does not hasten recovery from hypoglycaemia in patients with type 1 diabetes. Br J Clin Pharmacol., 66(1), 43-9.
- Patrick, A.W., Collier, A., Hepburn, D.A., Steedman, D.J., Clarke, B.F. & Robertson, C. (1990). Comparison of intramuscular glucagon and intravenous dextrose in the treatment of hypoglycaemic coma in an accident and emergency department. Archives of Emergency Medicine, 7, 73-7.
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 20-02-2014
De werkgroep streeft ernaar jaarlijks de aanbevelingen te updaten.
De Nederlandse Internisten Vereniging is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.
Algemene gegevens
IN SAMENWERKING MET
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
MET ONDERSTEUNING VAN
Kennisinstituut van Medisch Specialisten
FINANCIERING
De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door het Kennisinstituut van Medisch Specialisten en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
Doel en doelgroep
Het doel is één integrale, modulair opgebouwde NIV richtlijn diabetes te ontwikkelen volgens het concept netwerkrichtlijnen. De richtlijn moet een praktisch handvat bieden aan de internist en zijn/haar team. De richtlijn richt zich op alle DM patiënten die verwezen worden naar de internist, i.e. alle patiënten DM type 1 en de patiënten DM type 2 in de tweede lijn (volwassen patiënten).
De primaire doelgroep van deze richtlijn is de internist en degenen in zijn/haar team, die onder eindverantwoordelijkheid van de internist zorg leveren. Daarnaast is het belangrijk dat alle beroepsgroepen die betrokken zijn bij de diabeteszorg in de tweede lijn kennis nemen van deze richtlijn en deze ondersteunen.
Samenstelling werkgroep
Totstandkoming werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2011 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die met DM te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep).
De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep werkte gedurende twee jaar aan de totstandkoming van de richtlijn. De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.
Samenstelling werkgroep
· Dr. B.J. Potter van Loon, internist, Nederlandse Internisten Vereniging (voorzitter);
· Dr. B.E. de Galan, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. C.B. Brouwer, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. P.H.L.M. Geelhoed, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Prof. dr. N.C. Schaper, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Dr. R.P.L.M. Hoogma, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. P.J.M. van Gurp, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. L.D. Elving, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Dr. T.F. Veneman, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. H.L. Lutgers, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Prof. dr. A.J.M. Loonen, arts/klinisch farmacoloog; Nederlandse Vereniging van Psychiatrie
· Dr. D. Cohen, psychiater; Nederlandse Vereniging van Psychiatrie;
· Dr. G.E.M.G. Storms, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. drs. I. Hommel, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Dr. T.W. van Haeften, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Dr. A.D.M. Stork, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Dr. J.L.M. Jongen, neuroloog, Nederlandse Vereniging voor Neurologie;
· Mw. J.M. Ronday, anesthesioloog, Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie;
· Mw. drs. L.J.N. Wind, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. drs. M.C.J. Knippels, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. M.M.L. Stikkelbroeck, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. drs. S.M. van der Leij, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. L.C.G. de Graaff, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. C. van Noord, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. dr. I.J.A. de Bruin, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Dr. C.K.A. van den Berge, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. drs. M.P.A. Hoeks, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Mw. drs. Y.W. van den Berg, AIOS, Nederlandse Internisten Vereniging;
· Dr. E.J.G. Peters, internist, Nederlandse Internisten Vereniging;
Met ondersteuning van:
· Ir. T.A. van Barneveld, hoofd Kennisinstituut van Medisch Specialisten;
· Dr. K.N.J. Burger, epidemioloog, adviseur Kennisinstituut van Medisch Specialisten;
· Mw. Ir. I.W. Loman, junior adviseur Kennisinstituut van Medisch Specialisten;
· Mw. drs. S.B. Muller-Ploeger, junior adviseur Kennisinstituut van Medisch Specialisten;
· Mw. drs. M. Wessels, informatiespecialist Kennisinstituut van Medisch Specialisten;
· Mw. V. Beaujean, secretariaat, Kennisinstituut van Medisch Specialisten;
· Mw. S. Jaber, MSc, beleidsadviseur Kwaliteit, Nederlandse Internisten Vereniging
Belangenverklaringen
De werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar een (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. Tevens is navraag gedaan naar persoonlijke financiële belangen, belangen door persoonlijke relaties, belangen d.m.v. reputatiemanagement, belangen vanwege extern gefinancierd onderzoek, en belangen door kennisvalorisatie. De belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (KIMS).
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door een enquête via internet. Een verslag van de enquête is besproken in de werkgroep en de belangrijkste knelpunten zijn verwerkt in de richtlijn. Het verslag is op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (KIMS).
Methode ontwikkeling
Evidence based
Implementatie
In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren.
De richtlijn is digitaal verspreid onder alle relevante beroepsgroepen. De richtlijn is te downloaden vanaf de website van de NIV en via de Richtlijnendatabase.
Indicatorontwikkeling
Gelijktijdig met het ontwikkelen van de conceptrichtlijn werden er interne kwaliteitsindicatoren ontwikkeld om het toepassen van de richtlijn in de praktijk te volgen en te versterken. Meer informatie over de methode van indicatorontwikkeling is op te vragen bij het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.
Werkwijze
Knelpuntenanalyse
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerden de voorzitter van de werkgroep en de adviseur de knelpunten. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door vertegenwoordigers van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de beroepsorganisatie voor Diabeteszorgverleners (EADV), DiabetesVereniging Nederland (DVN), Zorgverzekeraars (ACHMEA en UVIT), farmacie/industrie (Nefarma), Nederlandse Diëtisten Vereniging (NVD) en arts-assistenten in opleiding (JNIV) van de NIV via een Invitational conference. Een verslag hiervan kunt u vinden in de bijlagen.
Methode richtlijnontwikkeling
Deze (concept)richtlijn is opgesteld aan de hand van het Procedureboek NIV richtlijnen die aansluit bij het “Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II” (AGREE II) instrument (www.agreecollaboration.org). Dit instrument is een breed (internationaal) geaccepteerd instrument voor de beoordeling van de kwaliteit van richtlijnen.
Adaptatie
De a/b/c/e-level ADA aanbevelingen (2011, USA) worden in principe overgenomen, mits deze:
-
niet in tegenspraak zijn met deze uit de Duitse richtlijn (2010), de NICE richtlijn (update 2010, Engeland), de Sign richtlijn (2010, Schotland) en de Canadese richtlijn (2008);
-
niet in tegenspraak zijn met de resultaten van een literatuur update van de laatste drie jaar; 3) geldig zijn voor de Nederlandse situatie.
Vaststellen van de belangrijkste uitkomstmaten
De richtlijnwerkgroep heeft per uitgangsvraag de wetenschappelijke uitkomstmaten vastgesteld die zij van belang achtte en hebben deze naar mate van belang voor de patiënt geordend. Hierbij was het streven om vooral harde klinische eindpunten te gebruiken. Tevens heeft de werkgroep aangegeven welk verschil zij klinisch relevant vinden.
Strategie voor zoeken naar en selectie van literatuur
Er werd voor alle afzonderlijke uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in de elektronische databases van Medline, Cochrane en, zo nodig, Embase. Daar waar stukken uit de ADA-richtlijn* werden overgenomen werden aanvullende searches gedaan van de afgelopen drie jaar, i.e. van 2008 tot 2011. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar (systematische reviews of meta-analyses van) gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s). In afwezigheid van RCT’s werd verder gezocht naar prospectieve vergelijkende onderzoeken en prospectieve niet-vergelijkende onderzoeken (uitzondering: onderwerpen van a/b level-ADA aanbevelingen: uitsluitend RCT’s; zie later). De werkgroepleden selecteerden artikelen op basis van op voorhand opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. Voor de gebruikte zoekstrategieën zie de bijlagen.
* De ADA-richtlijn wordt elk jaar geüpdate. Onduidelijk is of de richtlijn elk jaar volledig of partieel geüpdate wordt.
Beoordeling van de kwaliteit van studies
Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de tabel ‘Beoordeling kwaliteit studie’ in de bijlagen.
Samenvatten van de literatuur
De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidencetabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
A) Voor interventievragen
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE methodiek. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/) (Atkins et al., 2004).
B) Voor vragen over waarde diagnostische tests, schade of bijwerkingen, etiologie en prognose
Bij dit type vraagstelling kan GRADE (nog) niet gebruikt worden. De bewijskracht van de conclusie is bepaald volgens de gebruikelijke EBRO-methode (van Everdingen et al., 2004). Waarbij de bewoording van de GRADE methode is gebruik zoals hieronder weergegeven.
EBRO |
bewoording |
Niveau 1 |
Hoog |
Niveau 2 |
Matig |
Niveau 3 |
Laag |
Niveau 4 |
Zeer laag |
Formuleren van de conclusies
Bij interventievragen verwijst de conclusie niet naar een of meer artikelen, maar wordt getrokken op basis van alle studies samen (body of evidence). Hierbij maakten de werkgroepleden de balans op van elke interventie. Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen.
Voor vragen over waarde diagnostische tests, schade of bijwerkingen, etiologie en prognose is het wetenschappelijke bewijs samengevat in een of meerdere conclusie(s), waarbij het niveau van het meest relevante bewijs is weergegeven.
Overwegingen
Voor een aanbeveling zijn naast het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk, zoals de expertise van de werkgroepleden, patiëntenvoorkeuren, kosten, beschikbaarheid van voorzieningen of organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover niet wetenschappelijk onderzocht, vermeld onder het kopje ‘Overwegingen’.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen.
Procedure voor commentaar en autorisatie
De conceptrichtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor commentaar. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de Diabetesvereniging Nederland (DVN), de Beroepsorganisatie voor Diabeteszorgverleners (EADV), het Nederlands Huisartsen genootschap (NHG), Nefarma, de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF), de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD), en de Nederlandse Vereniging van Klinisch Chemici (NVKC). De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd.
Kennislacunes
Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is. Een overzicht van aanbevelingen voor nader/vervolg onderzoek per module staat in aanverwant 'Kennislacunes'.
Zoekverantwoording
Onderwerp:
|
Database |
Zoekstrategie |
Aantal ref. |
Welke behandeling heeft de voorkeur bij volwassenen met diabetes type 1 of type 2 met ernstige hypoglykemie?
|
Medline (OVID), 1980-mei 2012 Engels
Cochrane Library (Wiley)
Embase (Elsevier)
|
1 *diabetes mellitus/ or exp *diabetes complications/ or exp *diabetes mellitus, type 1/ or exp *diabetes mellitus, type 2/ (197619) 2 (diabet* or DM1 or DM2).ti. (206192) 3 1 or 2 (240132) 4 exp INSULIN/ (147442) 5 insulin$.tw. (244792) 6 INSULIN INFUSION SYSTEMS/ (3473) 7 (CSII or "Continuous Subcutaneous Insulin Infusion").ti. (643) 8 4 or 5 or 6 or 7 (276079) 9 3 or 8 (436659) 10 (Hypoglyce* or "hypo- and hyperglyc?emia").ti. (10540) 11 hypoglycemia/ or insulin coma/ (19748) 12 10 or 11 (22768) 13 9 and 12 (13683) 14 limit 13 to (english language and yr="1980 -Current") (8792) 17 "Hyperglycemic Hyperosmolar Nonketotic Coma"/ (610) 18 hypoglycemia/ or exp diabetic coma/ (21683) 19 (Hypoglyc* or "hypo- and hyperglyc?emia").ti. (14055) 20 "severe hypoglyc?emia".ti,ab. (2067) 21 17 or 18 or 19 or 20 (26434) 23 Glucose/ad [Administration & Dosage] (8091) 24 Glucagon/ad (1084) 25 ((glucose or glucagon or dextrose) adj2 (IV or intravenous* or intramuscular)).ti,ab. (6229) 26 Epinephrine/ad (4484) 27 ((adrenaline or epinefrine) adj2 (IV or intravenous* or intramuscular)).ti,ab. (203) 28 Adrenergic beta-Agonists.af. (15909) 29 Adrenergic alpha-Agonists.af. (10575) 30 23 or 24 or 25 or 26 or 27 or 28 or 29 (44125) 31 9 and 21 and 30 (624) 32 limit 31 to (english language and yr="1980 -Current") (439) 33 zoekfiiter SR (2) 62 zoekfilter RCT (71)
#3 MeSH descriptor Glucose explode all trees with qualifier: AD #4 MeSH descriptor Glucagon explode all trees with qualifier: AD #5 ((glucose or glucagon or dextrose) and (IV or intravenous* or intramuscular)):ti,ab,kw #6 MeSH descriptor Epinephrine explode all trees with qualifier: AD #7 ((adrenaline or epinefrine) and (IV or intravenous* or intramuscular)):ti,ab,kw #8 (Adrenergic beta-Agonists):ti,ab,kw #13 (diabet*):ti #14 MeSH descriptor Diabetes Mellitus, Type 1 explode all trees #15 MeSH descriptor Diabetes Mellitus, Type 2 explode all trees #16 (#13 OR #14 OR #15) #17 (Hypoglyc*):ti or (hypo- and hyperglyc?emia"):ti,ab,kw #18 (severe and hypoglyc?emia):ti,ab,kw #19 MeSH descriptor Hypoglycemia explode all trees #20 (#17 OR #18 OR #19) #21 (#3 OR #4 OR #5 OR #6 OR #7 OR #8) #22 (#16 AND #20 AND #21) #23 (#22), from 1980 to 2012 2 Dare-reviews, 83 Trials, 58 uniek
'non insulin dependent diabetes mellitus'/exp/mj OR 'insulin dependent diabetes mellitus'/exp/mj OR 'diabetes mellitus'/mj OR diabet*:ti AND ('hypoglycemia'/exp/mj OR (hypo- AND hyperglyc?emia:ti) OR (severe NEAR/2 (hypoglycem* OR hypoglycaem*)):ab,ti) AND (((glucose OR glucagon OR dextrose) NEAR/2 (iv OR intravenous* OR intramuscular)):ab,ti OR ((adrenaline OR epinefrine) NEAR/2 (iv OR intravenous* OR intramuscular)):ab,ti OR 'glucose'/exp/mj/dd_do,dd_ad OR 'glucagon'/exp/mj/dd_do,dd_ad OR 'adrenalin'/exp/mj/dd_do,dd_ad OR (adrenergic AND 'beta agonists')) AND [english]/lim AND [embase]/lim AND [1980-2012]/py SR en RCTs 14 referenties, 4 uniek |
135 |
Wat zijn de lange termijn complicaties van (ernstige) hypoglykemieën bij patiënten met type 1 of type 2 diabetes?
|
Medline (OVID), 1998-mei 2012 Engels
|
1 *diabetes mellitus/ or exp *diabetes complications/ or exp *diabetes mellitus, type 1/ or exp *diabetes mellitus, type 2/ (197619) 2 (diabet* or DM1 or DM2).ti. (206114) 3 1 or 2 (240054) 4 exp INSULIN/ (147442) 5 insulin$.tw. (244709) 6 INSULIN INFUSION SYSTEMS/ (3473) 7 (CSII or "Continuous Subcutaneous Insulin Infusion").ti. (643) 8 4 or 5 or 6 or 7 (275996) 9 3 or 8 (436518) 12 "Hypoglycemia"/co [Complications] (2084) 15 Hypoglyc*.ti. (14029) 16 complications.fs. (1461711) 17 12 or 15 (14909) 18 9 and 17 (8591) 19 complications.ti. (67735) 23 (follow-up or long-term).ti,ab. (881799) 24 Follow-Up Studies/ (443191) 25 23 or 24 (1118252) 61 morbidity/ or mortality/ (50656) 62 (morbidity or mortality).ti,ab. (480502) 63 cognitive.af. (185942) 67 "severe hypoglyc?emia".ti,ab. (2067) 71 exp Cardiovascular Diseases/ (1712238) 77 adverse effects.fs. (1228991) 81 16 or 19 or 61 or 62 or 63 or 67 or 71 or 77 (4131105) 82 18 and 81 (3864) 83 limit 82 to (english language and yr="1998 -Current") (1603) 84 25 and 83 (213) 85 54 and 83 (43) – SR (Zoekfilter) 86 limit 84 to "all child (0 to 18 years)" (54) 87 limit 86 to "all adult (19 plus years)" (17) 88 84 not (86 not 87) (176) 89 limit 85 to "all child (0 to 18 years)" (5) 90 limit 89 to "all adult (19 plus years)" (2) 91 85 not (89 not 90) (40) 92 88 not 91 (169) |
209 |
Welke behandeling heeft de voorkeur bij volwassen patiënten met diabetes type 1 om (ernstige) hypoglykemie te voorkomen (preventie)? Daarbij worden de volgende twee behandelingen bekeken: -Educatie -Continu glucose monitoren
|
Medline (OVID), 2000-juni 2012 Engels
Embase (Elsevier)
|
5 *diabetes mellitus/ or exp *diabetes complications/ or exp *diabetes mellitus, type 1/ or (diabet* or DM1 or (diabet* adj2 "type 1")).ti. (234526) 6 hypoglycemia/ or insulin coma/ or "Hyperglycemic Hyperosmolar Nonketotic Coma"/ or hypoglycemia/ or Hypoglyc*.ti. or "severe hypoglyc?emia".ti,ab. (25190) 7 5 and 6 (7754) 8 exp diabetic coma/ (2338) 9 7 or 8 (9329) 10 INSULIN INFUSION SYSTEMS/ or (CSII or "Continuous Subcutaneous Insulin Infusion" or pump*).ti,ab. (86796) 11 "Caffeine"/ or (Caffeine* or coffee or decaf*).ti,ab. (31358) 12 Blood Glucose Self-Monitoring/ or ((Self adj2 Monitor*) or (glucose adj2 sensor*) or (glucose adj2 monitor*)).ti,ab. (10804) 13 health education/ or consumer health information/ or patient education as topic/ or education.fs. or education.ti,ab. (478302) 14 10 or 11 or 12 or 13 (603099) 15 9 and 14 (1539) 71 randomized controlled trial/ or randomized controlled trials as topic/ or random*.ti,ab. (730331) 72 randomized controlled trial.pt. (330340) 73 71 or 72 (730331) 78 limit 15 to (english language and yr="2000 -Current") (933) 79 44 and 78 (30) – zoekfilter SR 80 73 and 78 (247) – RCT – 243 uniek
'insulin dependent diabetes mellitus'/exp/mj OR (diabetes NEAR/1 'type 1'):ti OR iddm:ab,ti OR 'insulin dependent diabetes mellitus':ab,ti OR dm1:ab,ti AND ('hypoglycemia'/exp/mj OR hypoglyc*:ti OR 'severe hypoglyc?emia':ab,ti) OR 'nonketotic diabetic coma'/exp/mj OR 'diabetic coma'/exp/mj OR (diabetic NEAR/1 coma):ab,ti AND ('insulin infusion'/exp/mj OR csii:ab,ti OR 'continuous subcutaneous insulin infusion':ab,ti OR pump*:ab,ti OR 'caffeine'/exp OR caffein*:ab,ti OR coffee:ab,ti OR decaf*:ab,ti OR 'blood glucose monitoring'/exp/mj OR (self NEAR/2 monitor*):ab,ti OR (glucose NEAR/2 sensor*):ab,ti OR (glucose NEAR/2 monitor*):ab,ti OR 'health education'/exp/mj OR education:ab,ti) AND [english]/lim AND [2000-2012]/py
AND ('clinical trial'/exp OR 'randomization'/exp OR 'single blind procedure'/exp OR 'double blind procedure'/exp OR 'crossover procedure'/exp OR 'placebo'/exp OR 'prospective study'/exp OR rct:ab,ti OR random*:ab,ti OR 'single blind':ab,ti OR 'randomised controlled trial':ab,ti OR 'randomized controlled trial'/exp OR placebo*:ab,ti) NOT 'conference abstract':it
AND 'major clinical study'/exp
OR zoekfilter SR 27 uniek |
270 |
-Wat zijn risicofactoren voor ernstige hypoglykemieën bij volwassen patiënten met type 1 of type 2 diabetes?
-Wat zijn risicofactoren voor hypoglycemia unawareness bij volwassenen met type 1 of type 2 diabetes?
|
Medline (OVID), 2000-aug. 2012 Engels
Medline (OVID), 2000-aug. 2012 Engels
Embase (Elsevier) |
1 hypoglyc?emi*.ti,ab. (35661) 2 "Hypoglycemia"/et [Etiology] (4721) 3 "Hypoglycemia"/me [Metabolism] (2073) 4 1 or 2 or 3 (37352) 5 sever*.ti,ab. (1705287) 6 4 and 5 (7062) 7 (hypoglyc?em* adj6 sever*).ti,ab. (3552) 8 6 or 7 (7062) 11 limit 8 to (english language and yr="1990 -Current") (5051) 12 exp risk/ (734172) 13 morbidity/ or incidence/ or prevalence/ (324927) 14 Age Factors/ (348239) 15 Time Factors/ (939808) 16 (risk or age or prevalence or time or duration).ti,ab. (3819958) 17 exp Insulins/ae [Adverse Effects] (3502) 18 Insulin/aa [Analogs & Derivatives] (3306) 19 exp Hypoglycemic Agents/ae, ct [Adverse Effects, Contraindications] (8556) 20 (NPH or insulin* or glargin or "glucagon-like peptide-1" or GLP-1 or exenatide or liraglutide or metformin).af. (305026) 21 Insulin Infusion Systems/ae, ct [Adverse Effects, Contraindications] (346) 22 CSII.ti,ab. (873) 23 ((glucose or glyc?emic) adj3 control).ti,ab. (23710) 24 14 or 15 or 16 or 17 or 18 or 19 or 20 or 21 or 22 or 23 (4762625) 25 11 and 24 (4060) 26 exp risk/ (734172) 27 morbidity/ or incidence/ or prevalence/ or Hypoglycemia/ep [Epidemiology] (325647) 28 risk*.ti. (251882) 29 26 or 27 or 28 (1012874) 30 25 and 29 (777) 31 diabetes mellitus/ or exp diabetes complications/ or exp diabetes mellitus, type 1/ or exp diabetes mellitus, type 2/ or (diabet* or DM1 or DM2 or IDDM).ti. (298193) 32 30 and 31 (566) 33 limit 32 to (english language and yr="2000 -Current") (420) 34 exp epidemiologic studies/ (1449485) 35 33 and 34 (182) – 172 uniek
1 hypoglyc?emi*.ti,ab. (35661) 2 "Hypoglycemia"/et [Etiology] (4721) 3 "Hypoglycemia"/me [Metabolism] (2073) 4 1 or 2 or 3 (37352) 5 *Awareness/ (5760) 6 4 and 5 (115) 7 (hypoglyc?em* adj6 (unawareness or awareness)).ti,ab. (551) 8 6 or 7 (573) 11 limit 8 to (english language and yr="1990 -Current") (499) 12 exp risk/ (734172) 13 morbidity/ or incidence/ or prevalence/ (324927) 14 Age Factors/ (348239) 15 Time Factors/ (939808) 16 (risk or age or prevalence or time or duration).ti,ab. (3819958) 17 or/12-16 (4838356) 18 8 and 17 (346) 86 diabetes mellitus/ or exp diabetes complications/ or exp diabetes mellitus, type 1/ or exp diabetes mellitus, type 2/ or (diabet* or DM1 or DM2 or IDDM).ti. (298193) 93 18 and 86 (298) 94 limit 93 to (english language and yr="2000 -Current") (164) 95 exp epidemiologic studies/ (1449485) 96 94 and 95 (41) 98 94 and 97 (38) zoekfilter RCT 99 96 or 98 (68) 100 Zoekfilter SR and 94 (7) 101 limit 94 to (government publications or "research support, american recovery and reinvestment act" or research support, nih, extramural or research support, nih, intramural or research support, non us gov't or research support, us gov't, non phs or research support, us gov't, phs) (104) 102 99 or 100 or 101 (102) – 97 uniek
('diabetes mellitus'/exp/mj OR 'insulin dependent diabetes mellitus'/exp/mj OR 'non insulin dependent diabetes mellitus'/exp/mj OR diabet*:ti OR dm1:ti OR dm2:ti OR iddm:ti) AND unawareness:ab,ti AND ('risk factor'/exp OR risk*:ab,ti) AND [embase]/lim AND [2000-2013]/py 2 SR- dubbel, 26 RCT( Zoekfilter)-MCS –( major clinical study – emtree-term) (26), 14 uniek Totaal: 118 referenties |
172 + 118 |
Zoekfilters voor systematische reviews en gerandomiseerd klinisch onderzoek zijn gebaseerd op de zoekfilters van het Scottish Intercollegiate Guidelines Network (SIGN) - http://www.sign.ac.uk/ |