Diabetes bij kinderen: insulinepompgebruik

Initiatief: NIV / NVK Aantal modules: 5

Startpagina - Diabetes bij kinderen

Waar gaat deze richtlijn over?

In Nederland worden jaarlijks afhankelijk van de leeftijdsgrens circa 5000-6000 kinderen en jongeren met diabetes behandeld. Veruit de grootste groep (90%) zijn kinderen met diabetes mellitus type 1 (DM1) die insulineafhankelijk zijn. Sinds de introductie van de insulinepomp in Nederland wordt een groeiend aantal kinderen met DM1 met een insulinepomp behandeld (momenteel 50-60%). Er zijn geen duidelijke indicaties beschreven voor insulinepomptherapie bij kinderen. Een zo goed mogelijke glucoseregulatie is van groot belang voor vermindering van vasculaire complicaties op de lange termijn. Pompbehandeling kan daarin een rol spelen. Vergeleken met de conventionele behandelingen met diverse vormen van insulinepen-regimes is deze vorm van therapie kostbaarder. Mede in dit perspectief is een zorgvuldig gebruik en duidelijke richtlijn gerechtvaardigd. De richtlijn biedt de betrokken zorgprofessionals, patiënten en ouders handvatten bij de keuze voor de optimale therapie voor diabetes bij kinderen, waar het gaat om de keuze voor pomptherapie en de competenties en voorwaarden waaraan moet worden voldaan om pomptherapie te kunnen starten.

 

Deze richtlijn richt zich op de behandeling van kinderen met diabetes type 1 met pomptherapie. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Indicatiestelling pomptherapie bij kinderen met DM1
  • Kwaliteit van leven en patiënttevredenheid bij insulinepomptherapie
  • Competenties van patiënt en ouders voor insulinepomptherapie
  • Competentieprofiel van de organisatie voor aanbieden insulinepomptherapie

 

 

Voor wie is de richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met diabetes.

 

Voor patiënten

Een ander woord voor diabetes mellitus is suikerziekte. Als iemand diabetes mellitus heeft, kan het lichaam het bloedsuiker niet goed zelf regelen. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 5000 tot 6000 kinderen en jongeren met diabetes behandeld. Veruit de grootste groep (90%) zijn kinderen met diabetes mellitus type 1 (DM1) die insulineafhankelijk zijn. Sinds de komst van de insulinepomp in Nederland wordt een steeds groter aantal kinderen met DM1 met een pomp behandeld (momenteel 50 tot 60%). De insulinepomp kan helpen de diabetes goed te reguleren en daarmee de kans op latere complicaties te verminderen. De pomp is alleen niet voor alle kinderen de beste oplossing. En behandeling met de pomp is ook duurder dan insuline spuiten. Daarom is het belangrijk dat door behandelaars samen met ouders en kinderen goed afgewogen wordt wat de beste manier van behandelen is. Deze richtlijn helpt daarbij door voor- en nadelen van pomptherapie te beschrijven en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om pomptherapie te kunnen starten en vol te houden.

 

Meer informatie over diabetes mellitus is te vinden op Thuisarts:

https://www.thuisarts.nl/diabetes-mellitus

 

Meer informatie over diabetes mellitus is te vinden op de website van de Patiëntenvereniging: https://www.dvn.nl  

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Internisten Vereniging en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. De richtlijn is opgesteld door internisten en kinderartsen, in samenwerking met psychologen, diëtisten en verpleegkundigen. Via een enquête op het internet zijn de knelpunten bij diabetespatiënten geïnventariseerd. 

Volgende:
Indicatiestelling pomptherapie kinderen DM1