Dehydratie bij kinderen

Initiatief: NVK Aantal modules: 7

Startpagina - Dehydratie bij kinderen

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor kinderen van 0 tot 12 jaar met dehydratie in de tweedelijn, inclusief SEH. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • De beste methode om de ernst van dehydratie in te schatten.
  • De beste vloeistof om te geven indien wordt gekozen voor intraveneuze volumesuppletie bij de behandeling van dehydratie.
  • De optimale hoeveelheid en snelheid van intraveneuze vaatvulling bij ernstige dehydratie.
  • De beste vloeistof om oraal toe te dienen bij dehydratie.
  • De waarde van anti-emetica bij braken, bij kinderen met dehydratie.

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

De richtlijn is bestemd voor behandelaars van dehydratie bij kinderen in de tweede lijn. Dit zijn voornamelijk kinderartsen maar ook SEH-artsen en verpleegkundigen.

 

Voor patiënten

Dehydratie wil zeggen dat er sprake is van uitdroging. Kinderen hebben hier een grotere kans op dan volwassenen. Dehydratie kan verschillende oorzaken hebben, zoals diarree, overgeven of een lange tijd weinig tot niets drinken. Dehydratie is soms te herkennen aan droge slijmvliezen en diepliggende ogen, minder plassen, huilen zonder tranen en sufheid. Soms moet een kind worden opgenomen in het ziekenhuis en behandeld worden. Deze richtlijn beschrijft de beste behandeling van dehydratie bij kinderen van 0 tot 12 jaar op de SEH of in het ziekenhuis. Meer informatie over dehydratie bij kinderen kunt u vinden via Thuisarts.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) en Stichting Kind en Ziekenhuis. Daarnaast werd de inbreng van het Nederlands Huisarts Genootschap (NHG) ook meegenomen door afvaardiging in de klankbordgroep en het betrekken van het NHG in de invitational conference en de commentaarfase.

 

Status van de richtlijn

Enkele modules uit de bestaande richtlijn ‘Dehydratie bij kinderen’ uit 2012 zijn herzien en er zijn twee modules toegevoegd.

 

Aanbevelingen

Overweeg de Clinical Dehydration Scale (CDS) te gebruiken als ondersteuning in de beoordeling van de ernst van de dehydratie.

 

Clinical dehyration scale (CDS)

Kenmerk

0

1

2

Algemene indruk

 

Normaal

Dorstig, onrustig of slaperig, maar geirriteerd wanneer het aangeraakt wordt

Suf, slap, koud, zweterig en/ of comateus

Ogen

Normaal

Enigzins diepliggend

Erg diepliggend

Slijmvliezen

Vochtig

”Rubberachtig”

Droog

Tranen

Tranen

Verminderde tranen

Afwezige tranen

Een score van 0 betekent geen dehydratie (<3%); een score van 1 tot 4, enige dehydratie (3-

6%); een score van 5 tot 8, matige ernstige dehydratie (≥6%).

 

Let ook op andere aanwijzingen die kunnen wijzen op (ernstige) dehydratie, zoals anamnestische aanwijzingen zoals oligo- of  anurie, recent gewichtsverlies, afwijkende vitale parameters (hartfrequentie, bloeddruk, ademfrequentie, capillary refill time), abnormale huidturgor, laboratoriumafwijkingen en neem deze mee in de besluitvorming, omdat ernstige dehydratie met de CDS gemist kan worden.

 

Gebruik bij een kind met dehydratie en noodzaak tot intraveneuze volumesuppletie kristalloïde infuusvloeistof (NaCl 0.9%) of gebalanceerde kristalloïde infuusvloeistof (Bijlage, tabel 1).

 

Overweeg bij een kind met dehydratie waarbij een acidose is vastgesteld, of waarbij er noodzaak is tot het continueren van de intraveneuze vochttoediening, met in theorie meer risico op het ontwikkelen van een hyperchloremische acidose, het gebruik van een gebalanceerde kristalloïde vloeistof. Controleer elektrolyten, pH en glucose van het kind en pas zo nodig de samenstelling van de vloeistof aan.

 

Overweeg bij een kind met hyponatriëmie volumesuppletie met NaCl 0.9%.

 

Ga zodra mogelijk over op orale rehydratie of rehydratie per sonde. Voor de opties hiervoor verwijzen wij naar Module 4 – Orale rehydratie vloeistof.

 

Wees alert op de glucosebehoefte van kinderen.

 

Geeft bij noodzaak tot intraveneuze rehydratie bij een matig-ernstig gedehydreerde patiënt langzame intraveneuze rehydratie (<20 ml/kg/uur).

 

Beoordeel frequent of rehydratie oraal kan worden voortgezet.

 

Geef de totale intraveneuze volumesuppletie gedurende 24-72 uur.

 

Streef naar maximale natriumdaling of -stijging van 8-10mmol/L per 24 uur.

 

Beoordeel frequent of rehydratie oraal kan worden voortgezet.

 

Keuze orale rehydratievloeistof (evidence based)

Kinderen jonger dan 6 maanden

  • Geef bij kinderen met dreigende of milde dehydratie bij gastro-enteritis zonder complicaties ORS als orale (re)hydratievloeistof naast borst- of kunstvoeding.

 

Kinderen ouder dan 6 maanden

  • Zelf drinkend: Geef bij kinderen met dreigende of milde dehydratie bij gastro-enteritis zonder complicaties verdunde appelsap (half water – half appelsap) als orale (re)hydratievloeistof.

Per neusmaagsonde: Geef bij kinderen met dreigende of milde dehydratie bij gastro-enteritis zonder complicaties ORS als orale (re)hydratievloeistof.

 

Hoeveelheden vloeistof naast onderhoud (consensus based)

Dreigende dehydratie

  • Rehydratie is niet nodig.
  • Voor vervanging van verliezen: bied bij elke waterdunne ontlasting 10ml/kg en bij elke periode van braken 2 ml/kg aan.

Milde dehydratie

  • Voor rehydratie: bied (minimaal) 15 - 25 ml/kg per uur aan tot rehydratie is bereikt, of 50 ml/kg in 4 uur.
  • Voor vervanging van verliezen: bied bij elke waterdunne ontlasting 10ml/kg en bij elke periode van braken 2 ml/kg aan.
  • Vervang bij grotere verliezen deficits op basis van een vochtbalans.

Geef éénmalig ondansetron oraal bij kinderen die zich op de eerste hulp presenteren met (dreigende) dehydratie op basis van braken op basis van een acute gastro-enteritis.

 

Geef géén ondansetron aan kinderen met een aangeboren lang QT-syndroom.

 

Overweeg bij kinderen met een risico op een verlengde QTc-tijd, zoals bij hartfalen, bradycardie of gebruik van andere QT-verlengende medicatie, een ecg te maken en dien ondansetron alleen toe bij normale QTc tijd.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 28-06-2023

Laatst geautoriseerd  : 28-06-2023

Geplande herbeoordeling  : 28-06-2028

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Volgende:
Methode inschatten ernst dehydratie