Constitutioneel eczeem

Initiatief: NVDV Aantal modules: 89

Biologics en JAK-remmers – kinderen en adolescenten met CE

Publicatiedatum: 12-12-2025
Beoordeeld op geldigheid: 12-12-2025

Uitgangsvragen

  1. Voor welke indicaties bij kinderen en adolescenten met CE worden biologics en JAK-remmers aanbevolen?
  2. Welke biologics en JAK-remmers zijn aanbevolen voor kinderen/adolescenten met constitutioneel eczeem (CE)?
  3. Welke screening en monitoring wordt aanbevolen bij kinderen en adolescenten met CE die met een biologic of JAK-remmer (gaan) worden behandeld?

De kinder- en adolescentenmodule voor het gebruik van biologics en JAK-remmers bij CE is opgesteld ter beantwoording van veelvoorkomende vragen specifiek voor de kinder- en adolescentenleeftijd. Vanwege beperkt bewijs bij kinderen zijn de aanbevelingen, daar waar zij afwijken van de richtlijn voor volwassenen, voornamelijk gebaseerd op expertopinie. Bij onvoldoende ervaring bij kinderen wordt geadviseerd door te verwijzen naar een expertisecentrum/dermatoloog met aandachtsgebied kinderdermatologie.

 

De submodule biologics bestaat uit:
- Dupilumab
- Tralokinumab

De submodule JAK-remmers bestaat uit:
- Upadacitinib

 

Ten tijde van de ontwikkeling van deze module waren uitsluitend dupilumab, tralokinumab en upadacitinib geregistreerd en vergoed voor de behandeling van kinderen met constitutioneel eczeem. Inmiddels zijn ook lebrikizumab, baricitinib en abrocitinib voor specifieke leeftijdsgroepen geregistreerd en is hiervoor een vergoedingsstatus beschikbaar. Deze middelen zijn echter niet meegenomen in de huidige module. Standpunten van de NVDV met betrekking tot nieuwe geneesmiddelen die (nog) niet zijn opgenomen in de richtlijnen zijn te vinden via de volgende pagina: Standpunten en leidraden

 

Kernadviezen kindzorg bij systemische behandeling van CE

De domeingroep kinderdermatologie heeft algemene adviezen opgesteld voor het voorschrijven van systemische medicatie aan kinderen en adolescenten met CE:

  • Kindvriendelijke benadering en ondersteuning (door alle betrokken zorgverleners)
  • Eczeeminhoudelijk
    • Zorg voor een goede basisbehandeling, begeleiding en evaluatie van CE (conform NCEP), waarbij aandacht wordt besteed aan zelfmanagement op het niveau van het kind en/of ouders.
    • Verricht screening op prikangst:
      • Verwijs zo nodig naar een gespecialiseerd psychologisch of sociaal medewerker.
      • Overweeg inzet van een pedagogisch medewerker voor begeleiding bij medische handelingen.
    • Controleer de vaccinatiestatus (in relatie met systemische medicatie) en heb aandacht voor een verhoogd risico op infecties bij niet-gevaccineerde kinderen.
    • Wees alert op (atopische) comorbiditeit en maak waar nodig gebruik van een multidisciplinaire benadering.
    • Wees ervaren met het voorschrijven van systemische medicatie bij kinderen.

Beoordelingsdatum en geldigheid

Publicatiedatum  : 12-12-2025

Beoordeeld op geldigheid  : 12-12-2025

De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) is regiehouder van deze richtlijn en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van het richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van deze richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Vereniging voor Mensen met Constitutioneel Eczeem

Algemene gegevens

Aanleiding en afbakening onderwerp

Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) is de richtlijn Constitutioneel Eczeem (CE) in de periode 2022-2025 gedeeltelijk herzien. Deze herziening betreft de toevoeging van modules over de ‘nieuwe systemische middelen’: biologics en JAK-remmers, in deze verantwoording gaat het specifiek om de module biologics en JAK-remmers bij kinderen en adolescenten met CE.

 

CE is een veel voorkomende aandoening met een grote impact op het leven van patiënten. Ondanks goede therapeutische opties hebben nog steeds veel patiënten suboptimale behandeling van hun CE. In een in Europa uitgevoerde enquête onder 1189 patiënten met ernstig CE, geven tot wel 1 op de 4 patiënten aan niet goed om te kunnen gaan met hun eczeem en het gevoel te hebben de aandoening niet onder controle te kunnen houden. Daarnaast geeft 23% aan géén positieve kijk te hebben op hun leven (met eczeem). Patiënten ervaren tevens veel problemen als gevolg van onbeheersbare en persisterende jeuk, die een groot deel (57%) drijft tot wanhoop.[EFA, 2018]

 

Het Nationaal CE Project [NCEP (nvdv.nl)], opgesteld door meerdere partijen, heeft als doel het verbeteren van de CE-zorg in en voor de gehele keten; onder meer door het verschaffen van goede voorlichting die aansluit bij de behoefte van de patiënt, verbeterde voorlichting over de behandelmogelijkheden en goede voorlichting en begeleiding tijdens de behandeling. Dit zijn bij uitstek doelen die aan bod dienen te komen in medisch specialistische richtlijnen (als ook die van de NVDV), te meer sinds de komst van relatief nieuwe medicamenten.

 

Met de komst van biologics en Januskinase (JAK)-remmers voor patiënten met CE is het arsenaal aan behandelmogelijkheden uitgebreid, hetgeen bijdraagt om patiënten met CE die niet uitkomen met conventioneel systemische middelen controle van ziekte te bieden, met inherent een betere kwaliteit van leven.

Derhalve zijn de modules over de herziene en toegevoegde onderwerpen (biologics, JAK-remmers) zo opgesteld dat ze relevante en praktische aanbevelingen bieden voor de verschillende momenten (indicatiestelling en keuze van middel, vóór start behandeling/screening, tijdens de behandeling/monitoring en bij het stoppen van de behandeling) van de specialistische dermatologische zorg in de tweede/derde lijn.

 

De module over dupilumab is herzien t.o.v. de richtlijn uit 2019. De overige modules in deze richtlijn zijn toegevoegd. Eind 2024 volgt naar verwachting een toevoeging over de behandeling van kinderen met CE middels biologics en JAK-remmers.

Doel en doelgroep

Doel

Deze modulaire herziening is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming (expert opinion) gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. Deze modulaire herziening geeft aanbevelingen over de begeleiding en behandeling van patiënten met CE die in aanmerking komen voor een biologic of JAK-remmer.

 

Doelgroep

De richtlijn is primair bestemd voor dermatologen. Alhoewel de indicatiestelling en het voorschrijven van biologics en JAK-remmers bij CE primair door de dermatoloog plaatsvindt, zijn verpleegkundig specialisten en physician assistants nauw betrokken bij de zorg voor patiënten met CE. Derhalve is de richtlijn ook relevant voor deze doelgroep. Secundair is de richtlijn eventueel nuttig voor oogartsen, internisten, (ziekenhuis)apothekers, allergologen en gynaecologen. Voor patiënten werd informatie ontwikkeld voor www.thuisarts.nl. Voor huisartsen geldt primair de NHG-Standaard. Vooralsnog zijn biologics en JAK-remmers voor de behandeling van CE middelen die in de 2de, maar met name in de 3de lijn worden voorgeschreven.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijn werd een multidisciplinaire werkgroep ingesteld. Bij het samenstellen van de werkgroep werd rekening gehouden met de geografische spreiding van de werkgroepleden en met een evenredige vertegenwoordiging van academische en niet-academische achtergrond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en geen enkel lid ontving gunsten met het doel de richtlijnen te beïnvloeden.

 

Tabel 2: Overzicht werkgroepleden - Herziening NVDV-richtlijn CE 2022-2025 – specifiek voor de Kindermodule

Werkgroepleden – kindermodule

Vereniging/affiliatie

S. van den Ham-Stewart, dermatoloog (voorzitter)

NVDV

S.Pasmans, (kinder)dermatoloog

NVDV

P.A. Middelkamp Hup, (kinder)dermatoloog

NVDV

E. Mendels, (kinder)dermatoloog

NVDV

M. de Graaf, (kinder)dermatoloog

NVDV

M.A.J. van Rossum, kinderarts-reumatoloog

NVK

Ondersteuning – kindermodule

Vereniging/affiliatie

M.R. Masselink, arts-onderzoeker

NVDV

M.O. Hoogeveen, arts-onderzoeker

NVDV

W.A. van Enst, klinisch epidemioloog

NVDV

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel (tabel 3). De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie.

 

Tabel 3: Overzicht belangenverklaringen werkgroepleden - Herziening NVDV-richtlijn CE 2022-2024

Werkgroep

lid

Hoofdfunct-

ie(s)

Nevenfunctie(s)

Persoonlijke financiële belangen

Persoonlijke relaties

Extern gefinancierd onderzoek

Intellectuele belangen en reputatie

Overige belangen

Getekend op

Acties

drs. S. van den Ham-Stewart

Dermatoloog IJsselland ziekenhuis

Project Huid in de Klas – Huidpatiënten Nederland: 1 sessie betaald, de rest onbetaald 

Geen

Geen

IJsselland ziekenhuis neemt deel aan Bioday Registry

Geen

Geen

13 maart 2022

-

dr. F.M. Garritsen

Dermatoloog Haga ziekenhuis

Lid domeingroep kinderdermatologie NVDV

In 2021 deelname aan adviesraad over eczeem bij Abbvie en LeoPharma

Geen

Geen

Geen

Geen

17 maart 2022

-

dr. J.M. Oldhoff

Dermatoloog UMC Groningen

Voorzitter domeingroep SOA en huidinfecties

Lid MDR SOA 

Lid leidraad PeIN

Lid richtlijn alopecia

 

Allen onbetaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29 maart 2022

-

dr. L.A.A. Gerbens

Dermatoloog Amsterdam UMC en Huid Medisch Centrum

- Co-auteur European Dermatology Forum (EDF) EuroGuiDerm Atopic Dermatitis

 guideline, geleid doorprof. dr. A. Wollenberg en prof. dr. C. Flohr. Onbetaald.

 

- Projectleider UPDATE trial, beurs ZonMw. Mijn functie is in-kind.

 

- Data Monitoring Board (DMC) van A-STAR registry UK/Ireland. Onbetaald.

 

- Lid Board of Directors C3: The CHORD COUSIN Collaboration for Dermatology

 Outcomes. Onbetaald.

 

- Lid Scientific Committee Skin Inflammation & Psoriasis International Network

 (SPIN). Onbetaald.

 

- Advisory journal editor of Dutch Amsterdam Medical Student journal (AMSj). Onbetaald.

 

- Lid Executive Committee Harmonising Outcome Measurements for Eczema (HOME) initiative. Onbetaald.

 

- Lid steering committee of the international TREatment of ATopic eczema (TREAT)

Registry Taskforce and of the Dutch TREAT NL registry. Onbetaald.

Geen

Geen

Geen.

Wel projectleider UPDATE trial; NB-UVB bij atopisch eczeem. Geen systemische medicatie is hierbij betrokken.

Geen

Geen

11 maart 2022

-

dr. M. de Graaf

Dermatoloog, met aandachtsgebied kinderen (kinderdermatoloog) UMC Utrecht

Geen

Geen financieel belang

Wel lid van adviesraad over systemische medicatie voor Constitutioneel Eczeem (CE) van Sanofi Genzyme, Eli Lilly en Leo Pharma.

Geen

Betrokken bij CE onderzoek naar:

- JAK remmers (Eli Lilly, Abbvie, Pfizer)

- Biologicals (Sanofi Genzyme, Leo Pharma)

- anti bacteriële verbandmiddelen (ZonMW)

Geen

Geen

11 maart 2022

-

dr. I.M. Haeck

Dermatoloog Reinier de Graaf ziekenhuis

Adviesraad/consultant voor: Lilly, Abbvie, Sonofi/Regeneron, LEO Pharma

 

M18-891 studie Abbvie

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29 maart 2022

-

dr. J.L. Thijs

AIOS dermatologie en post-doctoraal onderzoeker UMC Utrecht

Spreker voor Sanofi, LeoPharma, Almirall (betaald)

Geen

Geen

Medewerking aan wetenschappelijk onderzoek gefinancierd door Sanofi-Regeneron en LeoPharma

Geen

Geen

16 maart 2022

-

dr. G.E. Hoogslag

AIOS interne geneeskunde, fellow allergologie/klinische immunologie

UMC Groningen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29 maart 2022

-

dr. C.M. van Luijk

Oogarts

UMC Utrecht.

 

Subspecialisme voorsegment: chirurgisch en medisch cornea, conjunctiva en complexe cataract operaties.

Eenmalig betaalde nascholing door Santen (4-2021)

 

Eenmalig deelname adviescommissie bijwerkingen dupilumab waarvoor vergoeding door Regeneron (12-2019)

Geen

Geen

Beurs voor onderzoek te besteden aan ciclosporine door Santen. Onderzoek nog niet gestart. Onafhankelijkheid verklaard in overeenkomst.

Bijzondere en unieke expertise in atopische oogpathologie binnen multidisciplinair eczeem zorg team in UMC Utrecht

Geen

29 maart 2022

-

dr. M.A.J. van Rossum

Kinderarts-reumatoloog/immunoloog Amsterdam UMC en gedetacheerd naar Reade Reumatologie Amsterdam

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

17 maart 2022

-

drs. F. Korving

Poliklinisch ziekenhuis apotheker

Tergooi MC

Werkgroeplid NVDV-richtlijn psoriasis

Beoordeling NVDV-richtlijn Acne Vulgaris

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

23 maart 2022

-

mw. K. Sterkenburg

Beleidsmedewerker onderzoek & kwaliteit bij de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten

Projectlid 'Eczeemvriendelijk Veenendaal'. Betaald.

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

17 maart 2022

-

mw. F. Schussler-Raymakers

Verpleegkundig specialsist UMC Utrecht

Adviesraad Sanofi genzyme (betaald)

Adviesraad Leo Pharma (betaald)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

10 juni 2022

-

dhr. W. Kouwenhoven

Patiëntvertegenwoordiger

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

14 maart 2022

-

Inbreng patiëntenperspectief

Er is aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de zitting neming van een patiëntvertegenwoordiger in de werkgroep en verwerking van het patiëntperspectief in de richtlijnmodules. Het conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de Vereniging voor Mensen met Constitutioneel Eczeem (VMCE).

 

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst (gebaseerd op het stroomschema ontwikkeld door FMS).

 

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

Module

Uitkomst Raming

Toelichting

Biologics en JAK-remmers bij kinderen en adolescenten met CE

Geen substantiële financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000  patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven

Implementatie

In de verschillende fasen van de ontwikkeling van het richtlijn is rekening gehouden met de implementatie van het richtlijn(modules) en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. De richtlijn wordt via het internet verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen en er zal in verschillende specifieke vaktijdschriften aandacht worden besteed aan deze richtlijn. Tevens zal een samenvatting worden gemaakt.

Het implementatieplan is te vinden als bijlage per module.

Werkwijze

Knelpuntenanalyse

In de voorbereidingsfase heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarvoor alle belanghebbenden zijn uitgenodigd. In deze bijeenkomst zijn knelpunten aangedragen door de werkgroepleden en gemandateerden van verschillende wetenschappelijke verenigingen en stakeholders. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar tabel 1.

 

Uitgangsvragen en uitkomstmaten

De uitgangsvragen van de EDF-guideline werden geadapteerd naar de Nederlandse situatie. De modules over de herziene onderwerpen (biologics, JAK-remmers,) zo opgesteld dat ze relevante en praktische aanbevelingen bieden voor de verschillende momenten (indicatiestelling en keuze van middel, vóór start behandeling/screening, tijdens de behandeling/monitoring en bij stoppen van de behandeling) van de specialistische dermatologische zorg in de tweede/derde lijn.

 

Indicatorontwikkeling

Er werden geen nieuwe indicatoren ontwikkeld voor deze richtlijn. De huidige indicatoren volstaan.

 

Kennislacunes

Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk van belang wordt geacht, als uitgangsvraag beschreven, is te vinden in bijlage 3.

 

Juridische betekenis van richtlijnen

Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften maar wetenschappelijk onderbouwde en breed gedragen inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners zouden moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien richtlijnen uitgaan van ‘gemiddelde patiënten’, kunnen zorgverleners in individuele gevallen zo nodig afwijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist en na overleg met de patiënt, soms zelfs noodzakelijk. Een richtlijn beschrijft wat goede zorg is, ongeacht de financieringsbron (Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aanvullende verzekering of eigen betaling door de cliënt/patiënt). Opname van een richtlijn in een register betekent dus niet noodzakelijkerwijs dat de in de richtlijn beschreven zorg verzekerde zorg is.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijn is medio september tot november 2025 aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, (patiënt) organisaties en stakeholders voorgelegd ter commentaar.

 

Referenties
  • Drucker AM, Morra DE, Prieto-Merino D, Ellis AG, Yiu ZZN, Rochwerg B, et al. Systemic Immunomodulatory Treatments for Atopic Dermatitis: Update of a Living Systematic Review and Network Meta-analysis. JAMA Dermatol. 2022;158; 523-532.
  • Drucker AM. Systemic immunomodulatory treatments for atopic dermatitis: a living systematic review and network meta-analysis. 2022. https://eczematherapies.com/research/.
  • EFA: Giuseppe de Carlo, Sofia Romagosa, Isabel Proaño, Susanna Palkonen. Itching for Life: Quality of Life and costs for people with severe atopic eczema in Europe. EFA, European Federation of Allergy and Airways Diseases Patients’ Associations. 2018

 

Volgende:
Overige systemische therapie