CIN, AIS en VAIN

Initiatief: IKNL Aantal modules: 64

CIN, AIS en VAIN - Voorbeeld patiënteninformatie kolposcopi

Inleiding
U heeft gehoord dat er in uw uitstrijkje afwijkende cellen gevonden zijn. Dit betekent in de meeste gevallen niet dat u kanker heeft. Vaak betreft het een goedaardige afwijking die, indien ongemoeid gelaten, op lange termijn misschien baarmoederhalskanker zou kunnen worden. In de resterende tekst wordt deze afwijking voor het gemak aangeduid als "voorstadium".
Vanwege de afwijkende cellen heeft u in overleg met uw huisarts besloten een kolposcopie te laten verrichten. Het kan zijn dat u zich nu zorgen maakt en niet weet wat er zal gebeuren. Ook kunt u gespannen zijn voor het onderzoek, dit is een normale reactie. Het doel van deze brochure is om informatie te geven over het onderzoek en u gerust te stellen voor uw komende bezoek aan de polikliniek van het ziekenhuis.

Op de polikliniek heeft u contact met één van de gynaecologen gespecialiseerd in afwijkende uitstrijkjes en kolposcopisch onderzoek. Omdat u behandeld wordt door een team, is het mogelijk dat u in het vervolg traject een van de andere gespecialiseerde gynaecologen treft.

Bij wie wordt een kolposcopie verricht?
Net als veel andere vrouwen heeft u onlangs een uitstrijkje laten maken. Door het uitstrijkje zijn we erop attent gemaakt dat er abnormale cellen op de baarmoederhals zitten. In de meeste gevallen gaat het gelukkig niet om kanker.
De cellen in het uitstrijkje worden samenvattend aangeduid met een Pap-klasse: Pap-klasse 1 tot en met 5. Pap-klasse 1 is normaal en behoeft geen verder onderzoek. In geval van Pap-klasse 2 en 3a1 zal het uitstrijkje worden herhaald, maar als u hrHPV bij u draagt (positieve HPV-test)) wordt u verwezen naar de gynaecoloog. Bij Pap-klasse 3a2 en hoger verwijst de huisarts u door naar het ziekenhuis, waar een gynaecoloog met een microscoop (kolposcoop) de baarmoedermond bekijkt; het kolposcopisch onderzoek.
Als bij het kolposcopisch onderzoek sprake blijkt van een voorstadium (ook wel CIN), dan kan dit vaak relatief eenvoudig behandeld worden. Soms is behandeling zelfs niet nodig en is herhalen van het uitstrijkje na 6 maanden voldoende.

De baarmoeder en vagina
De baarmoeder heeft de grootte en de vorm van een kleine peer. Aan de binnenzijde van de baarmoederhals bevindt zich een dunne laag slijmproducerende cellen, endocervix. Op de buitenzijde van de baarmoederhals en op de binnenzijde van de vagina zit een stevige dikkere laag cellen, ectocervix. Op het grensgebied (transformatiezone) van deze twee lagen kan een voorstadium ontstaan.
Een voorstadium is geen kanker, maar kan in 10 tot 15 jaar bij één derde van de vrouwen zich tot kanker ontwikkelen. Het is dus belangrijk om er op tijd bij te zijn.

Humaan papillomavirus (HPV)
Afwijkende cellen op de baarmoederhals worden meestal veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). Er zijn veel verschillende types van het virus, zo bestaan er laag-risico en hoog-risico types. De laag-risico HPV-types zien we vaak bij genitale wratten (condylomata acuminata), en slechts zelden bij een voorstadium. Hoog-risico HPV-types daarentegen zijn de veroorzakers van baarmoederhalskanker en de voorstadia.
Dit virus wordt makkelijk overgedragen en komt daardoor veel voor, circa 80% van de vrouwen zal ooit in het leven in aanraking komen met dit virus. De meeste vrouwen die het virus bij zich hebben, zullen geen klachten ondervinden.
De overdracht van het virus geschiedt via contact tussen slijmvliezen, en dus ook door seksuele activiteit zonder penetratie. Gelukkig komen baarmoederhalskanker en afwijkende uitstrijkjes veel minder vaak voor, per jaar respectievelijk circa 700x en circa 10.000x. Dit laat zien dat HPV vaak niet leidt tot afwijkende uitstrijkjes en dat het lichaam het virus waarschijnlijk ook zelf opruimt (klaring).
Bekend is dat vrouwen die roken vaker afwijkende uitstrijkjes hebben en mogelijk het virus minder goed kunnen klaren. Daarnaast is het hebben (gehad) van meerdere seksuele partners een risico factor voor het blijven bestaan van HPV-infecties. Condoomgebruik beschermt wel goed tegen seksueel overdraagbare aandoeningen, maar niet volledig tegen overdracht van HPV.

Op de polikliniek (hangt sterk af van het ziekenhuis)
Op de dag van uw kolposcopie afspraak wordt u verwacht op de polikliniek Verloskunde en Gynaecologie. U kunt zich melden bij de balie van de secretaresse. Zij zal uw gegevens controleren. Tot het moment van uw afspraak kunt u plaats nemen in de wachtkamer.
U heeft eerst een gesprek met een gespecialiseerd verpleegkundige of gynaecoloog. Na het stellen van enkele standaard vragen zal hij/zij desgewenst voorlichting geven over afwijkende uitstrijkjes, het kolposcopisch onderzoek, de eventuele behandeling en het vervolgtraject. Aarzel niet om vragen te stellen.
Het kolposcopisch onderzoek vindt plaats op de polikliniek en zal worden uitgevoerd door een ervaren team, veelal bestaand een gespecialiseerd gynaecoloog en een verpleegkundige/doktersassistente, soms is een gynaecoloog in opleiding of een co-assistent bij het onderzoek aanwezig. Als u wilt kunt u ook iemand meenemen die gedurende het onderzoek bij u is. De arts zal u bij uw eerste polibezoek nog een aantal aanvullende vragen stellen. Als u nog vragen heeft dan kunt u die gerust stellen.
Direct aansluitend aan het vraaggesprek zal het onderzoek plaats vinden.

Het kolposcopisch onderzoek
Om de binnenzijde van de vagina en de baarmoederhals te kunnen bekijken ligt u in de beensteunen en wordt er voorzichtig een spreider (speculum) in de vagina gebracht, net als bij het maken van een uitstrijkje. Dit kan een onplezierig gevoel geven, maar het mag geen pijn doen. Om de baarmoederhals beter te kunnen bekijken wordt door de gynaecoloog ongeveer 30 cm voor de ingang van de vagina een microscoop met een fel licht opgesteld, dit is de kolposcoop. De kolposcoop blijft zelf buiten de vagina. De arts kan zo naar de details van het oppervlakteweefsel van de baarmoederhals en de vagina kijken. De assistente zal achter een beeldscherm foto's nemen van uw baarmoedermond. In de meeste ziekenhuizen kunt u desgewenst op een beeldscherm meekijken naar de uitvergroting van de baarmoederhals.

Om meer details te kunnen zien worden één of meerdere kleurstoffen op de baarmoedermond aangebracht. De ene kleurstof is azijnzuur, dit kunt u soms wat ruiken. De andere kleurstof is lugol een geurloze jodiumhoudende kleurstof. Geef het aan uw gynaecoloog door als u allergisch bent voor jodium. Sommige vrouwen voelen de vloeistoffen wat prikken, de meesten voelen er niets van. Wanneer de arts nu voldoende informatie heeft, bespreekt de arts ter plekke met u of het nodig is om u meteen te behandelen, biopten te nemen of om rustig af te wachten. Als er geen verdere behandeling nodig is zal het speculum worden verwijderd en kunt u zich aankleden.

Biopt
De behandelend gynaecoloog kan ervoor kiezen om een of meerdere stukjes weefsel (biopt) te nemen van het afwijkende gebied. Het biopt wordt genomen met een kleine tang en het weefsel wordt vervolgens voor onderzoek opgestuurd naar de patholoog. Als er biopten worden afgenomen voelt u hier over het algemeen weinig van.

Behandeling (LETZ)
Soms zijn er oppervlakkige weefselafwijkingen zichtbaar die zeer waarschijnlijk niet vanzelf verdwijnen en bestaat er een risico dat de afwijking in de loop der jaren in ernst toeneemt. Dan dient u behandeld te worden. In sommige ziekenhuizen kan dat direct tijdens dezelfde afspraak. Andere ziekenhuizen kiezen ervoor dit te doen op een ander moment. De behandeling wordt LETZ (dit staat voor Loop Excision of the Transformation Zone) of lisexcisie genoemd en is een eenvoudige procedure die ongeveer 10 minuten duurt. Eerst wordt de baarmoedermond verdoofd via een injectie, daarna wordt met een elektrisch verhit lusje de afwijking verwijderd. Door de verdoving is de behandeling meestal pijnloos. Kleine bloedinkjes in het wondgebied worden dicht gebrand en hierna wordt de spreider verwijderd en is het onderzoek klaar. De LETZ behandeling heeft geen invloed op de vruchtbaarheid in de toekomst.
Na de behandeling kunt u op de polikliniek nog een kopje thee of koffie drinken om er zeker van te zijn dat u de behandeling goed heeft verdragen of u gaat direct naar huis.

Pijnstilling
Het kolposcopisch onderzoek is niet pijnlijk. Ook zult u van het nemen van biopten weinig pijn ervaren.

Pijnstilling voorafgaand of tijdens dit onderzoek is dus niet nodig.
Zoals eerder is vermeld, vindt de lisexcisie of LETZ bij de meerderheid van de patiënten onder lokale verdoving plaats. Dit kan zonder enige problemen van pijn of ongemak. Soms kan het op medische gronden noodzakelijk zijn de ingreep onder narcose of met een ruggenprik te laten plaatsvinden, dit zal dan door de gynaecoloog met u worden besproken. Indien meer dan lokale verdoving noodzakelijk wordt geacht zal de ingreep worden uitgevoerd op de operatiekamer en zult u vooraf door de anesthesioloog worden beoordeeld.

Uitslag
Het verwijderde weefsel wordt opgestuurd naar de patholoog. Die onderzoekt het weefsel onder de microscoop en na ongeveer 10-14 dagen krijgt u (telefonisch) de uitslag. Meestal zal de patholoog bevestigen dat het een voorstadium is, en dat er geen sprake is van kanker.

Nacontrole en follow-up
In 95% van de gevallen is er hierna geen verdere behandeling meer nodig. Wel wordt er 6 en 24 maanden na de behandeling nogmaals een uitstrijkje gemaakt om er zeker van te zijn dat het voorstadium afdoende is behandeld. Het uitstrijkje na 24 maanden mag ook bij de huisarts worden verricht. Hierbij wordt een co-test uitgevoerd, dus zowel cellen als hrHPV worden onderzocht. Als deze testen goed zijn (dus geen afwijkende cellen en geen hrHPV) zult u worden terug verwezen naar het bevolkingsonderzoek. Bij 5 van de 100 behandelde vrouwen kan er in de toekomst een tweede behandeling nodig zijn. De uitslag van de uitstrijkjes zal altijd aan u worden doorgegeven, ook als er sprake is van een normale uitslag (Pap1 zonder hrHPV).

Het herstel
De baarmoedermond heeft ongeveer drie weken nodig om te genezen. Gedurende deze periode hebben de meeste vrouwen wat bloederige afscheiding, dat is normaal. Meestal neemt 5-7 dagen na behandeling het bloedverlies wat toe. Dit is onderdeel van het normale genezingsproces. Het advies is om de eerste weken na de ingreep niet te sporten, dit is beter voor het genezingsproces. Ook raden wij seksueel contact, tampongebruik, zwemmen en baden af gedurende de eerste twee weken, douchen is geen probleem.

Een enkele keer komt het voor dat een patiënte na de behandeling last heeft van bloedingen, meer dan een normale menstruatie, of koorts, of buikpijn die niet overgaat na het gebruik van pijnstillers. Dan raden wij u aan om telefonisch contact op te nemen met de polikliniek.

Wij hopen dat u deze brochure informatief en behulpzaam vond. Wij ontvangen u graag voor de kolposcopie. Zoals we ook al eerder hebben benadrukt, komt een afwijkende uitslag bij het uitstrijkje vaker voor. Dit duidt in de meeste gevallen op een onschuldige afwijking die vanzelf weg kan gaan of poliklinisch eenvoudig kan worden behandeld.

Mocht u naar aanleiding van deze informatie vragen hebben, stel ze dan gerust aan uw behandelend gynaecoloog.

Ondanks dat elke gespecialiseerd gynaecoloog op de hoogte is van deze brochure en hiervoor goedkeuring heeft gegeven, kan om gegronde redenen per ziekenhuis worden afgeweken van de beschrijvingen.

 

Verklarende woordenlijst

 

Biopt                   Weefsel stukje (nemen) voor histologisch onderzoek
BVO Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
Cervix Baarmoederhals
Cervixcarcinoom  Baarmoederhalskanker/kanker van de baarmoedermond
CIN Cervicale intra-epitheliale neoplasia = afwijking van de cervix  
Condylomata acuminata    Genitale wratten
Cytologie Celonderzoek door patholoog
Endocervix Weefsel aan de binnenbekleding van de cervix
Ectocervix Weefsel aan de buitenbekleding van de cervix
Histologie Weefsel onderzoek door patholoog
HPV Humaan papillomavirus
HrHPV Hoog-risico HPV types; kunnen baarmoederhalskanker en voorstadia hiervan veroorzaken
Kolposcopie Onderzoek waarbij de baarmoedermond/-hals wordt bekeken
Kolposcoop Soort microscoop voor kolposcopie
LrHPV Laag-risico HPV; leiden meestal niet tot baarmoederhalskanker
Lugol Jodiumhoudende kleurstof, vermeld dus altijd een allergie voor jodium
LETZ Loop excision of the transformation zone = lis-excisie
Lis-excisie Behandeling waarbij afwijkende gebied van de cervix wordt verwijderd met een elektrisch verwarmd metalen lusje
Pap Papanicolaou; bedenker van de classificatie voor afwijkende uitstrijkjes
Patholoog Arts gespecialiseerd in het onderzoeken van (afwijkende) cellen en weefsel
Transformatiezone  Overgangsgebied van ecto- en endocervix; hier ontstaat een CIN

 

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  : 12-11-2015

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Integraal Kankercentrum Nederland

Methode ontwikkeling

Evidence based

Volgende:
Behandeling